Minder gevoel en meer ratio, graag

Deze keer geen inhoud van mijzelf maar een opinie die ik echt geweldig vindt omdat hij zó ráák is.

In de Volkskrant constateert Roos Vonk dat het steeds normaler wordt om te ‘luisteren naar je gevoel’ en daar vervolgens ook aan toe te geven. Dat klinkt symphatiek, maar leidt er defacto toe dat we onze oerinstincten ruim baan geven en dat we ‘gewoon’ doen waar we nu zin in hebben. Dat leidt vervolgens weer tot meer verruwing van de maatschappij, meer ruimte voor populisme en dat weerhoudt ons er ook van om doortastend klimaatbeleid te voeren.

En dat terwijl we als mens bij uitstek over de tools beschikken om emoties af te wegen tegen argumenten en om de korte termijn af te wegen tegen de lange termijn.

Het is nog niet te laat. Met zijn allen kunnen we het tij keren. Om te beginnen met het lezen van dit stuk.

Naar een duurzaam systeem

Van onduurzaam naar duurzaam

Het is duidelijk dat ons huidige systeem van produceren en consumeren niet duurzaam is. Behalve over het economische systeem hebben we het dan ook over ons politiek-maatschappelijke systeem. De verschillende deelsystemen zijn namelijk nauw met elkaar verweven.

Zolang we bijvoorbeeld vliegen bevoordelen door er geen belasting op te heffen, is het niet vreemd dat mensen blijven vallen voor de verleiding van veel te goedkope tickets. En zolang we geen statiegeld heffen op kleine PET-flesjes en drankblikjes, zullen veel van die verpakkingen in de natuur belanden en niet worden hergebruikt.

Daarom moeten we ons systeem op zo’n manier veranderen dat duurzaam produceren, consumeren en handelen de standaard wordt.

Vragen over een duurzaam systeem

Maar hoe een systeem dat wel duurzaam is er in de praktijk uit ziet, is nog niet echt duidelijk. En kunnen we daar komen door ons huidige systeem om te vormen? Of is een radicale breuk met ons huidige systeem de enige weg om een duurzaam systeem te kunnen creëren? En hoeveel keuzevrijheid hebben producenten en consumenten in zo’n duurzaam systeem?

The future is NOW

De antwoorden op deze vragen zouden veel mensen kunnen helpen om versneld duurzame stappen te zetten. Het is immers makkelijker zekerheden los te laten als je weet wat je er voor terugkrijgt. Denk ook aan het bekende spreekwoord over het inruilen van oude voor nieuwe schoenen.

In dit blog verken ik de antwoorden op deze vragen.

Een krachtige overheid

Een eerste voorwaarde voor een duurzaam systeem lijkt mij dat er draagvlak voor is bij de bevolking. Een tweede voorwaarde is vervolgens een krachtige overheid die in staat is om te sturen. Een derde voorwaarde is dat een groot aantal landen samenwerken, omdat bedrijven anders teveel kansen hebben om elders verder te vervuilen. Bovendien zijn veel grote milieuproblemen grensoverschrijdend.

Donuttheorie als uitganspunt

Het lijkt mij dat de donuttheorie van Kate Raworth kan dienen als blauwdruk voor een duurzaam systeem. Kate laat zien dat we zodanig met de beschikbare hulpbronnen moeten omgaan dat we de sociale behoeften van de mensen vervullen zonder dat we de grenzen die de planeet ons stelt, overschrijden. Daarmee stellen we niet langer de economie centraal, maar de menselijke behoeften binnen de grenzen van de planeet. Meer hierover kun je lezen in mijn eerdere blog.

Kiezen en sturen

Maar hoe creëren we nou een duurzaam systeem? Ik denk dat het antwoord eigenlijk simpel is, namelijk door (1) er echt voor te kiezen en (2) er consequent op te sturen. Voor die sturing kunnen we een aantal krachtige instrumenten inzetten waar we al over beschikken:

  • belastingtarieven, heffingen, accijnzen, subsidies;
  • wetten en regelgeving;
  • toezicht en handhaving;
  • vergaande internationale samenwerking.

Resultaten

Duurzaam kiezen en sturen levert het volgende op:

  • producenten en consumenten maken duurzame keuzes want
    • vervuilende producten en diensten zijn peperduur of bestaan niet meer;
    • producten worden zo gemaakt dat ze energiezuinig zijn, lang meegaan en maximaal kunnen worden hergebruikt;
    • ecocide wordt strafbaar: ondernemers die het milieu vervuilen, worden persoonlijk vervolgd;
    • aandeelhouders in bedrijven die het milieu vervuilen, zijn persoonlijk aansprakelijk voor de schade (nu kunnen aandeelhouders maximaal de waarde van hun aandelen verliezen).
  • alle energie- en milieubesparende technologieën en werkwijzen worden overal in de samenleving toegepast;
  • de biodiversiteit wordt hersteld;
  • het dierenwelzijn wordt sterk verbeterd;
  • de inkomensverdeling wordt veel rechtvaardiger, omdat de sterkste schouders echt de zwaarste lasten dragen. Belastingontwijking is niet meer mogelijk;
  • de rechten van toekomstige generaties op een gelijk aandeel in natuurlijke rijkdommen worden wettelijk beschermd.

Keuzevrijheid

Maar hoeveel keuzevrijheid hebben producenten en consumenten in zo’n duurzaam systeem? Dat is een belangrijke vraag, want sommigen vrezen dat in een duurzame toekomst de overheid veel zaken voor ons bepaalt. Mensen die van grote woorden houden, spreken zelfs van een ecodictatuur.

Om te beginnen is het goed om te beseffen dat we een nieuwe richting moeten inslaan omdat we met ons huidige systeem geen schijn van kans maken om te overleven. Het neoliberalisme heeft laten zien geen oplossingen te hebben voor milieu, klimaat en ongelijkheid. Daarom denk ik dat we er niet aan ontkomen een deel van onze (neoliberale) vrijheid, namellijk het recht om te vervuilen, op te geven. Mensen met een vervuilende levensstijl zullen dit inderdaad als bedreigend ervaren. En dat geldt ook voor mensen die hechten aan een kleine overheid, lage belastingen en weinig regels. De samenleving zal zich ontwikkelen in de richting van meer feminiene waarden. Meer met en voor elkaar (en de planeet) in plaats van tegen elkaar.

Maar een duurzame samenleving komt er niet zomaar. Een voorwaarde voor een duurzame samenleving is namelijk draagvlak onder de bevolking. Want zonder draagvlak gaat zo’n transformatie helemaal niet werken. Binnen het raamwerk van duurzame regels heeft een ieder het recht om zelf zijn of haar leven in te richten en producten te kopen. Dat geldt ook voor ondernemers.

Draagvlak versus weerstand

Vanwege het benodigde draagvlak zal de transformatie waarschijnlijk niet in één klap plaatsvinden maar geleidelijk gaan. Omdat mensen zich vaak snel aan nieuwe omstandigheden aanpassen, geeft een stapsgewijze transformatie tijd om te wennen aan de veranderingen. Om bijvoorbeeld af te kicken van onze op fossiele brandstoffen gebaseerde economie in overdrive. Daarbij verwacht ik dat zo’n duurzame samenleving veel aantrekkelijke kanten zal hebben omdat ze veel socialer, groener en schoner zal zijn.

De grote vraag is echter of de bestaande belangen zullen toestaan dat de aanpassing op tijd plaatsvindt. Dus nog voordat de verschillene natuurlijke systemen het begeven en daarmee ook onze economieën en samenlevingen.

Er zijn immers velen die belang hebben bij het voortzetten van de status quo. Bijvoorbeeld omdat ze veel geld verdienen met fossiele brandstoffen of met andere milieuvervuilende activiteiten. Of omdat ze bang zijn zich teveel te moeten aanpassen in een op duurzaamheid gerichte samenleving. Of omdat ze per definitie tegen verandering zijn.

Op dit moment is het politieke debat zeer gepolariseerd waardoor er nauwelijks vooruitgang in het klimaatbeleid is. Ik vind het dan ook moeilijk om optimistisch te zijn over een stapsgewijze aanpassing van ons systeem. In het huidige tempo is de kans levensgroot dat we niet op tijd zijn om het verschil te maken.

Big bang?

Het alternatief voor een stapsgewijze transformatie is een ‘big bang’. Dat klinkt misschien verlokkend, maar ik zie niet zo goed hoe dit in praktijk zou kunnen. Ook omdat een ‘big bang’ voor het milieu en klimaat alleen zoden aan de dijk zet als zo’n verandering in veel landen tegelijk plaatsvindt.

Het meest voorstelbare scenario voor een ‘big bang’ is misschien nog wel een enorme klimaatramp die de mensen wakker schudt. Dat zou dan wel een ramp moeten zijn die de samenleving ook weer niet te veel raakt, want we weten niet hoe de samenleving onder stress reageert. Maar ook in een ‘big bang’-scenario zullen wetten en regels moeten worden veranderd, en ook dat zal tijd kosten. Alleen zal dat in een ‘oorlogseconomie’ wellicht sneller gaan dan in het stapsgewijze scenario.

Er is ook hoop

Waar ik wel positief over ben is dat de roep om verandering op veel plaatsen steeds groter wordt. Denk bijvoorbeeld aan de honderdduizenden jongeren die onder de vlag vanFridays for Future wereldwijd staken voor een duurzame toekomst. Denk ook aan de eveneens wereldwijde beweging Extinction Rebellion die met burgerlijke ongehoorzaamheid en geweldvrij protest aandacht vraagt voor dreigende uitsterven van veel diersoorten, waaronder de mens.

En heel recentelijk is er in Duitsland een publiek debat losgebarsten over het gebrek aan betaalbare woonruimte in de steden. Er wordt nu zelfs gedabatteerd over het (tegen schadeloosstelling) onteigenen van tienduizenden goedkope woningen die eerder zijn verkocht aan investeerders en nu voor enorme bedragen worden verhuurd.

Al dit leidt ertoe dat veel politici en opinieleiders zichtbaar worstelen met hoe ze hierop moeten reageren. Mijn verwachting is dat deze oproepen tot verandering steeds verder aan kracht zullen winnen. We staan aan het begin van een turbulente tijd, en een gigantische transformatie. We kunnen niet anders.

Participatie in Air France-KLM slecht nieuws voor het klimaat

Uit heldere hemel meldde het kabinet gisteren dat het voor 680 miljoen (!) euro aandelen Air France-KLM heeft gekocht. Dat is niet alleen slecht besteed geld omdat onduidelijk is wat precies het probleem is, het is ook nog eens slecht nieuws voor het klimaat.

Een niet zo heldere hemel

Publiek belang

“Met het aandelenpakket wil het kabinet rechtstreeks invloed kunnen uitoefenen op toekomstige ontwikkelingen bij de holding Air France-KLM zodat de Nederlandse publieke belangen optimaal gewaarborgd kunnen worden.”

De vraag is wat dat publiek belang precies is. Het kabinet zegt daarover: “De positie van luchthaven Schiphol en zijn belangrijkste gebruiker KLM zijn van groot belang voor de Nederlandse economie en de werkgelegenheid. Direct en indirect zijn duizenden banen gemoeid met de luchthaven en het intercontinentale netwerk van bestemmingen van KLM. Dat netwerk is bovendien een belangrijke reden voor buitenlandse ondernemingen om zich in Nederland te vestigen.”

Het probleem volgens is volgens het kabinet dat: “De afgelopen jaren is echter gebleken dat belangrijke beslissingen over de strategie van KLM steeds vaker op het niveau van de holding Air France-KLM werden genomen. Daarnaast verliepen gesprekken over versterking van bestaande afspraken over het publieke belang (staatsgaranties) en inrichting van het bestuur moeizaam.”

De gekozen oplossing is daarom: “Met de verwerving van aandelen in Air France-KLM is nu formele invloed op het hoogste niveau binnen de holding verkregen en is het publieke belang van de Nederlandse staat beter geborgd bij toekomstige besluitvorming. ,,Rechtstreekse betrokkenheid is hiervoor noodzakelijk’’.” [Bron: Nederlandse staat koopt 12,68% van de aandelen in Air France-KLM]

Drie grote vraagtekens

  1. De vraag is of het realistisch is dat Air France-KLM ‘onze’ KLM zou gaan uitkleden. Of bijv. dwingen om vluchten via Parijs te laten lopen. KLM is de grote winstmaker van het concern met 1 miljard winst van de 1,3 miljard totaal in 2018. En ‘moeizame gesprekken’ lijken mij geen serieuze aanwijzing om te vrezen dat iemand 1 miljard winst door de wc gaat spoelen.
  2. Zelfs al zou KLM ooit in de problemen komen, is het niet zo dat Nederland daarmee onbereikbaar wordt. Evenmin zullen alle internationale bedrijven en belastingontwijkers dan massaal hun biezen pakken. Ja, het aantal bestemmingen zal in 1e instantie afnemen, maar andere luchtvaartmaatschappijen kunnen die verbindingen overnemen. En ook zijn er hubs vlakbij (Frankfurt, Parijs, Londen) die alle verbindingen bieden. En die zijn ook nog eens prima per trein bereikbaar. De onbereikbaarheid van Nederland is een vergelijkbaar angstbeeld als ons met de dividendbelasting is voorgehouden.
  3. Ook is het de vraag of het gekozen middel de oplossing is voor het geschetste angstbeeld. Want hoeveel invloed heb je nou met die 12,68%? Ja, meepraten kun je zeker, maar dan? Ik zou zeggen: lees nog eens het WRR-rapport ‘Het borgen van publiek belang’ uit 2000. Dat je de beschikbaarheid van goed brood een publiek belang vindt, wil nog niet zeggen dat je de bakker moet kopen.

Slecht nieuws voor het klimaat

Ondertussen is al lang duidelijk dat de enorme groei van de luchtvaart een groot probleem is voor het klimaat. Dat de overheid nu mede-eigenaar is, is wéér een reden om niet in te zetten op de noodzakelijke groeistop cq. krimp van de luchtvaart. Want om nou je investering minder waardevol te maken?

Dit besluit is daarmee een voortzetting van het oude groeidenken. En een besluit uit een tijd dat klimaatverandering nog niet de grootste uitdaging van de mensheid was. Pikant is ook dat deze interventie juist plaatsvindt op een moment dat er besloten moet worden over de toekomst van de luchtvaart in Nederland. Mag Schiphol groeien, mag Lelystad open?

De interventie van het kabinet lijkt mij een duidelijk signaal. De overheid is hiermee weer een stukje minder hoeder van het algemeen belang geworden.


Klimaatemoties –> klimoties

Dit blog gaat over klimaatemoties, omdat je bewust zijn van de werkelijke omvang en de gevolgen van klimaatverandering enorme impact kan hebben. Impact op je eigen gemoed, en daarmee ook op dat van je naasten, vrienden en collega’s. Dat maakt klimaatemoties tot een belangrijk thema.

Besef van sterfelijkheid

Ik geloof dat klimaatverandering, en zeker klimaatontwrichting, ons in essentie confronteert met de eindigheid van ons bestaan. Het inzicht dat met de ontwrichting van het klimaat de diverse life support systemen op onze planeet het vroeger of later zullen begeven, confronteert ons met onze sterfelijkheid en onze angst daarvoor.

Het besef om te zullen sterven overvalt de meesten van ons op enig moment. Het verschil is dat het nu niet wordt getriggerd door ons eigen welbevinden maar door dat van de planeet. En het gegeven dat we het als mensheid zo ingewikkeld vinden om de strijd met de broeikasemisisies aan te gaan, maakt het allemaal ook niet echt beter.

Besef van verlies

Gekoppeld aan dat besef van sterfelijkheid kan zich een gevoel van verlies van personen en zaken die dierbaar zijn ontwikkelen. Voor mijzelf is dat bijvoorbeeld het niet meer onbezorgd kunnen genieten van een mooi landschap. Het landschap is er nog, en het is lastig om te zeggen of het er anders uitziet dan pakweg 10 jaar geleden. Maar omdat ik weet dat flora en fauna het nu al zwaar hebben, en dit nog erger wordt, kijk ik er op een andere manier naar. Afstandelijker, alsof ik mij alvast aan het indekken ben voor het dreigende verlies.

Wisselende emoties

Alsof het besef van sterfelijkheid en verlies al niet zwaar genoeg zijn, roept klimaatverandering en de manier waarop we er (niet) mee omgaan ook nog een hele reeks klimaatemoties op. Emoties die elkaar ook nog eens voortdurend kunnen afwisselen. Bij mijzelf en in de gesprekken die ik hierover voer, komen de volgende emoties regelmatig terug.

Onbegrip en frustratie

Want waarom is het voor zovelen zo ingewikkeld om te zien wat er aan de hand is? Waarom ondernemen politici en ondernemers geen grootschalige actie om de uitstoot te beperken? En waarom kopen ‘we’ zoveel grote auto’s als nooit tevoren en wordt het ene na het andere passagiersrecord in de luchtvaart gebroken? Zijn we dan toch die spreekwoordelijke lemmingen die elkaar volgend van de klif afspringen?

Gespletenheid

Het is soms op z’n zachtst gezegd bevreemdend om mensen hun normale routines te zien volgen terwijl je weet dat er zich op de achtergrond een grote ramp aan het ontwikkelen is. Sterker nog, met praktisch elke routine komt de ramp dichterbij en wordt hij groter. Je wilt keihard ‘stop’ roepen maar weet dat het weinig zal uithalen. En je wilt meestal dat goede gevoel van de anderen niet verstoren. Dat kan behoorlijk gespleten voelen.

Woede en machteloosheid

Soms gaan de emoties over in woede. Woede over zoveel onbegrip en egoïsme in de wereld, woede op degenen die leugens over klimaatverandering verspreiden, woede op jezelf.

Een woede die vaak hand in hand gaat met een gevoel van machteloosheid. Want waarom ben je niet in staat bent het goede knopje te vinden om de wereld de goede kant op te sturen?

Zinloosheid

De vraag die soms onvermijdelijk opkomt als je beseft dat we stapje voor stapje richting de afgrond schuifelen, is die van ‘wat heeft er nog zin?’ En natuurlijk hebben veel dingen nog zin, en zijn veel dingen en contacten nog steeds fijn en mooi en waardevol. Maar die grote wolk aan de horizon maakt dat het vaak toch anders voelt.

Hoop en optimisme

En natuurlijk is er ook hoop en optimisme. Bijvoorbeeld over al die scholieren en studenten die in navolging van de dappere Greta Thunberg zijn gaan staken. Want waarom zouden ze leren voor de toekomst als die toekomst er zo zwart uitziet? Optimistisch over het feit dat veel media nu vaker uitgebreid en uitgesprokener berichten over de ernst en omvang van klimaatverandering. Hoopvol omdat er in een paar jaar tijd in ieder geval een deel van de bevolking anders is gaan denken over vlees eten en over vliegvakanties.

Aan de slag

Ondertussen gaat het leven door. Het is dus zaak om aan de slag te gaan om te voorkomen dat de negatieve emoties de overhand krijgen. Ik denk dat er een aantal strategieën zijn om daar aan te werken. Je kunt er om te beginnen voor kiezen om er zo mindful mogelijk mee om te gaan. Door proberen te accepteren dat de situatie zo is als hij is. En dat je in je eentje niet de hele wereld kan veranderen.

Een tweede strategie is om zelf aan de slag te gaan. Want een actieve houding voelt goed, of het in je eigen leven is of gericht op dat van anderen. In beiden gevallen geeft het extra kracht en energie om het samen met andere te doen. Kat kan bijvoorbeeld via de Klimaatgesprekken. En je kunt ook meelopen in de Klimaatmars op 10 maart om 13:00 uur op de Dam in Amsterdam. Samen voor een eerlijk klimaatbeleid waar we zsm mee aan de slag gaan. Genoeg getreuzeld want het klimaat wacht niet!

En ja, je kunt er tot slot ook over schrijven 😉


Er zijn ook nog andere manieren om met de emotionele stress van klimaatverandering om te gaan. Bijvoorbeeld ontkenning (‘het is niet waar’), agressie (‘en nou moet je echt stoppen met die onzin van je’), fatalisme (‘wat we doen maakt toch niks uit’). Maar ook apathie of juist escapisme door uit de werkelijkheid te vluchten in games of fantasieën (Netflix…).

Leven we in een pre-revolutionaire tijd?

Deze week moest ik er ineens aan denken. Omdat er steeds meer onrust en protest en steeds minder probleemoplossend vermogen lijkt te zijn. Leven we in een pre-revolutionaire tijd? En als dat zo is, wat komt hierna?

Patiënt Aarde


Het wringt op steeds meer fronten

Op dit moment probeert de mensheid te begrijpen dat we in een onmetelijk diepe afgrond van klimaatontwrichting kijken. Een ontwrichting die alles op zijn kop zal zetten. En die vraagt om snel en ingrijpend handelen om het ergste te voorkomen. De vraag is of we op de wereldklimaatconferentie COP24 in Polen erin slagen een fundament daarvoor te leggen. De voortekenen zijn helaas niet gunstig. Niet alleen omdat landen verschillende belangen hebben, maar ook omdat de fossiele industrie voortgang tegenwertkt omdat ze heel goed beseft dat haar toekomst met olie, kolen en gas op het spel staat. Klimaatontkenners als Trump en Poetin helpen daarbij ook al niet echt.

Arm versus rijk

Een belangrijke onderliggende vraag is of rijke landen eindelijk eens echt solidair gaan zijn met armere landen. De grote veroorzakers van klimaatverandering zouden dat kunnen doen door zelf minder uit te stoten. En door armere landen te helpen met duurzame technologie. Al is het maar omdat de rijke landen anders ook zelf hun welvaart kwijtraken. Omdat we nou eenmaal samen in hetzelfde ruimteschip zitten.

Maar ook binnen landen speelt de tegenstelling arm-rijk steeds sterker. Tegenover een kleine en enorm rijke bovenlaag staat een groeiende ‘onderlaag’ met steeds minder zekerheden en inkomen. Het ongenoegen kwam tot ontploffing in het protest van de gele hesjes in Frankrijk. De aanleiding, een verhoging van de accijns op brandstoffen om het klimaat te sparen, laat zien hoezeer ongelijkheid en klimaat vervlochten zijn. Althans, op de manier waarop we er nu in onze neoliberale consensus mee omgaan. Een consensus die bestaat uit lage belastingen, een kleine overheid en een grenzeloos vertrouwen in de markt, voorkomt dat we het klimaatprobleem effectief te lijf gaan. En zorgt ervoor dat de rijken rijker worden terwijl de zekerheden van de rest worden afgebouwd.

Toekomstperspectief valt weg

Voor steeds meer mensen wordt duidelijk dat het een welvarend en onbezorgd toekomstperspectief aan het wegvallen is. Klimaatontwrichting zal leiden tot extreem weer, zeespiegelstijging, water- en voedselschaarste, oorlog en migratie. Dat is niet de toekomst die ons beloofd was, want die zou steeds mooier en welvarender worden. Nu dat perspectief wegvalt, zijn mensen niet langer bereid om offers te brengen terwijl de rijken belasting ontwijken en de grote vervuilers vrijuit gaan.

Ook jongeren zien een onbezorgde toekomst in rook opgaan. Het is niet voor niets dat de klimaatstaking van Greta Thunberg in steeds meer landen navolging vindt. “Waarom zou ik op school leren voor een toekomst, als er straks geen toekomst meer is?”

Migratie jaagt spanningen aan

Migratie van mensen uit landen waarin zij mede door klimaatverandering en oorlogen geen perspectief meer zien, is een andere bron van spanning. Politici en anderen met een rechtse agenda zien hun kans schoon om angsten aan te wakkeren voor een invasie van havelozen. Onderliggend is de angst voor veranderingen op wereldschaal die voor een individu nauwelijks nog te overzien zijn. En voor verlies van controle op de eigen leefomgeving en verlies van zekerheid en welvaart. En aan het einde van dat spectrum van bezordheid staan mensen die openlijk rechtsextreem en/of racistisch zijn. Schokkende voorbeelden hiervan hebben we gezien bij de recente protesten rond ‘zwarte piet’. 

Wat kan de politiek nog?

De grote vraag is of de politiek in staat is om al deze onzekerheiden en spanningen te kanaliseren. En of ze tot oplossingen kan besluiten die de onzekerheden en spanningen verkleinen.

Zowel in Nederland als binnen Europa en op wereldschaal heeft de politiek het daar moeilijk mee. Dat komt deels omdat partijen worstelen met het einde van het neoliberale tijdperk dat aantoonbaar geen oplossingen meer heeft voor de grote problemen van deze tijd. Denk bijvoorbeeld aan klimaatontwrichting, dramatisch verlies aan biodiversiteit en  onrechtvaardige ongelijkheid. Maar ook omdat populistische polarisatie loont en een constructief debat zoveel moeilijker maakt. 

Spanningen in coalitie op scherp

De strategie die lange tijd heeft gewerkt is om maatregelen voor de toekomst af te spreken, zodat de politiek er in het hier en nu weinig last van heeft. En ondertussen te hopen dat in die toekomst betere technologie ervoor zorgt dat de problemen tegen minder offers kunnen worden opgelost. Dat is ook precies wat het ‘groenste kabinet ooit’ heeft gedaan.

Nu het acute klimaatprobleem niet meer te ontkennen valt (IPCC, Urgendavonnis), moet de politiek wel in actie komen. Alle onderliggende spanningen over o.a. sociale rechtvaardigheid, aanpassing van industrie, landbouw en luchtvaart en invoering van een een CO2-belasting kunnen  niet langer worden genegeerd. Ik verwacht dan ook dat de politieke spanningen snel verder zullen oplopen.

‘Opstand’ tegen overheid en politiek?

Het is wachten op het moment dat maar genoeg burgers beseffen dat de beloofde onbezorgde toekomst op deze manier steeds verder uit beeld raakt. In het Verenigd Koninkrijk is een groep burgers onder de naam Extinction Rebellion al een opstand begonnen tegen politiek en overheid. Zij zeggen dat de overheid het maatschappelijk contract heeft vergebroken door niet meer te zorgen voor het (toekomstig) welzijn van haar burgers. Met burgerlijke ongehoorzaamheidsacties willen ze de overheid dwingen het klimaatprobleem toe te geven en eindelijk in actie te komen. Duizenden mensne hebben de bruggen van Londen geblokkeerd en het verkeer praktisch stilgelegd.

Terwijl het protest van Extinction Rebellion gedisciplineerd en bijna ‘lief’ verloopt, kon dat niet gezegd worden van de rellen die volgden uit de protesten van de gele hesjes in Frankrijk. Daar was het doel o.a. het aftreden van de regering Macron.

Waar zijn de wervende toekomstvisies?

Ik zie niet meteen hoe dit allemaal tot een succesvolle opstand kan leiden, laat staan wat dan het breed gedragen alternatief zou zijn. Maar ik vrees wel dat we pas aan het begin staan van nog veel meer maatschappelijke onrust.

We hebben dringend behoefte aan wervende visies op de toekomst die ons helpen een weg te vinden in deze chaotische tijd. Visies waarmee burgers en politici het gesprek kunnen aangaan over wat een wenselijke toekomst is voor ons allemaal. En waarmee we de grote problemen kunnen oplossen. En wat we daarvoor moeten doen… en laten.

De ingrediënten zijn duidelijk: geen fossiele brandstoffen meer, een stop op milieuvervuiling. herstel van bossen en biodiversiteit. Kortom, de planeet centraal. En industrie en rijken betalen daar aan mee. Maar hoe ziet dat eruit, hoe voelt dat? Dat is wat we willen weten. Dat is wat we nodig hebben om de voglende stappen te zetten.


Waarom we onszelf niet redden. Nog niet.

Hoe komt het toch dat we al zo ver gevorderd zijn in de klimaatcrisis en er nog steeds geen stevig klimaatbeleid is? Met als gevolg dat de concentratie broeikasgassen nog steeds toeneemt? Het is een vraag waar ik me al tijden over sufpieker,

Eerder schreef ik al over de wisselwerking tussen kiezers / consumenten en politici / ondernemers. Zolang kiezers / consumenten geen duidelijke signalen afgeven aan de stembus of bij de kassa, veranderen politiek en bedrijven niet. Maar daar zit dus nog een hele neoliberaal geïnspireerde denkwereld achter, en daarover gaat dit blog.

Do you want to save planet earth yes or no

Kenmerken van de huidige politieke consensus

Ik denk dat het allemaal heeft te maken met onze manier van denken. Laten we om te beginnen kijken naar de belangrijkste kenmerken van wat ik maar even noem de actuele westerse politieke consensus. Elementen van deze consensus worden niet alleen door ‘politiek rechts’ gebezigd maar ook in het politieke midden en deels zelfs door linkse partijen. En ook veel burgers geloven er dus in. In ieder geval een meerderheid.

consensus mainstream politiek

Kleine overheid en lage belastingen

Helemaal sinds Ronald Reagan en Margareth Thatcher geldt dat een kleine overheid een legitiem politiek doel is. Want een kleine overheid kost minder geld en op die manier kunnen de belastingen omlaag. Bovendien is een kleine overheid minder in staat om regels te maken waar ‘de markt’ last van heeft. En dat is belangrijk, want die markt moet je zo min mogelijk in de weg leggen.

Om de klimaatcrisis te tackelen hebben we juist een slagvaardige overheid nodig, met voldoende middelen om de transitie vorm te geven. Deze behoefte staat dus op gespannen voet met de consensus.

De markt lost het op

Bedrijven gelden als ‘De Grote Probleemoplosser’. In tegenstelling tot de overheid scheppen ze ‘productieve’ banen. En de markt beschikt over alle creativiteit die nodig is om oplossingen voor problemen te bedenken en uit te voeren.

Het geloof in de markt is zelfs zo groot dat op tal van beleidsterreinen ervoor gekozen is de markt zichzelf te laten reguleren. Bedrijven houden dan toezicht op zichzelf, omdat dat efficiënter en goedkoper is. Het is niet ingewikkeld om zich voor te stellen dat dit toezicht niet heel streng zal zijn. Bovendien zijn ondertussen de inspectiediensten die vroeger toezicht hielden tot op een minimum uitgekleed – vanwege het streven naar een kleinere overheid – en zijn zij dus niet meer in staat toezicht te houden. Veel milieu- en dierenwelzijnsmisstanden komen hieruit voort. Het overtreden van regels loont en overtreders hebben (nagenoeg) vrij spel.

Een ander neveneffect van een kleine overheid is dat de overheid zelf nog maar over weinig kennis beschikt. Wanneer er ingewikkelde problemen moeten worden opgelost, wordt daarom kennis uit de markt ingehuurd. Dat de overheid soms kennis uit de markt nodig heeft, is logisch. Maar dat de overheid op deze manier vooral tot een inhuurbedrijf van kennis is geworden, werkt afhankelijkheid en fragmentatie in de hand. En dat is zorgelijk, omdat de grote problemen van nu vooral om een krachtdadige, integrale aanpak vragen.

Helaas is gebleken dat de markt veel problemen juist niet uit zichzelf oplost, integendeel. Zonder regelgeving en toezicht is het vvor bedrijven aantrekkelijk om kosten af te wentelen op milieu en klimaat. Duurzame koplopers vragen daarom vaak om overheidsregulering die voor alle bedrijven geldt zodat duurzame processen en producten een eerlijke kans krijgen.

Technologie lost het op

Er is in deze consensus een bijna onbegrensd geloof in technologie en innovatie. Innovatie betekent namelijk economische groei. De veronderstelling is dat technologie ook zal helpen om maatschappelijke problemen, zoals klimaatverandering maar ook dat er te weinig mensen zijn om straks onze ouderen te verzorgen, op te lossen. En omdat we zo verwend zijn met alle consumentenelektronica die we nauwelijks bij kunnen houden, geloven wij deze belofte meteen.

Maar dan moet die technologie wel op de juiste manier worden ingezet. Al jarenlang hangt de belofte van grootschalige introductie van het afvangen en opslaan van CO2 ‘boven de markt’. Deze technologie is – op papier – zelfs een onmisbare bouwsteen in de aanpak die het klimaat moet redden. Dat deze technologie nog perperduur is en slechts marginaal wordt toegepast, speelt daarbij kennelijk geen rol. Ondertussen worden beschikbare technologieën voor energiebesparing niet op grote schaal toegepast. Bizar.

Meer in het algemeen is de aanname dat technologie op grote schaal zal worden toegepast zodra deze rendabel is. Een goed voorbeeld daarvan zijn zonnepanelen. Wat vaak wordt ‘vergeten’ is dat de overheid aan de knoppen zit waarmee de kansen en de rentabiliteit van een technologie kunnen worden beïnvloed. Bij zonnepanelen is dat bijvoorbeeld de salderingsregeling en bij elektrische auto’s zijn dat het fiscaal regime, het beleid om oplaadplekken aan te leggen en milieuzones. Maar stimulerend beleid wordt vaak gezien als onwenselijk omdat het geld kost en ingrijpt in ‘de markt’.

Technologie kan inderdaad een aantal problemen helpen oplossen of verminderen, maar daarvoor moet de politiek wel de juiste keuzes durven maken. Instrumenten om toepassing te bevorderen zijn regelgeving, toezicht op de naleving van de regels en financiële prikkels.

Focus op economische indicatoren

De economische manier van denken en de focus op ‘de markt’ als probleemoplosser zijn het debat gaan domineren. Feitelijk worden alle plannen impliciet of expliciet beoordeeld op hun effect op economische groei, werkgelegenheid en lastendruk.

En dat is raar om meerdere redenen. Om te beginnen geeft de manier van meten van economische groei een compleet verstoord signaal af. Een olietanker die heelhuids de haven haalt, levert in die systematiek een kleinere bijdrage aan de economische groei dan een tanker die op de klippen slaat. Want in het tweede geval tellen het bergen en repareren van de tanker en het opruimen van de olie mee als economische activiteit. Op die manier zal de economische groei na de bosbranden in Californië ook flink aantrekken. Tot… het moment komt dat mensen de wederopbouw niet meer kunnen betalen of veiligere oorden opzoeken.

Een tweede reden waarom deze manier denken en meten raar is, heeft te maken met onze verouderende beroepsbevolking. Voor steeds meer vacatures (pensionering) zijn steeds minder mensen beschikbaar. In dat geval is het scheppen van extra banen misschien wel eerder een bijdrage aan het scheppen van een probleem dan van een oplossing. Toch praten politici nog steeds vooralin termen van ‘extra werkgelegenheid’.

Om meer balans in het debat te krijgen, hebben we naast indicatoren als economische groei, werkgelegenheid en lastendruk dringend behoefte aan indicatoren die de toestand van biodiversiteit, natuurlijke hulpbronnen en klimaat weergeven. Denk bijvoorbeeld aan indicatoren als een groen BBP die ook de milieukosten van productie en consumptie meeneemt.

Toekomstoptimisme

“In de toekomst wordt alles beter, onze beste tijd moet nog komen”. Dat is een breed verankerd geloof en is – na WOII – in grote delen van de wereld ook waar gebleken. Maar de grenzen van wat de planeet kan hebben, zijn inmiddels bereikt en zonder hard bijsturen gaan we het als soort niet redden.

Het vooruitgangsoptimisme zorgt er voor dat we niet kunnen of willen accepteren dat we met duizelingwekkende snelheid op de afgrond afrazen en het roer moeten omgooien. De nu in het westen levende generaties kennen alleen de vooruitgang in termen van de consumptiemaatschappij: méér, mooier, lekkerder, makkelijker, sneller, verder, goedkoper. We hebben dringend een alternatieve toekomsvisie nodig.

Einde van de levenscyclus

Het ‘goede’ nieuws is dat dit neoliberaal geïnspireerde wereldbeeld zoals hierboven beschreven, het einde van zijn levenscyclus heeft bereikt. Het begint steeds meer te wringen, op steeds meer vlakken. Denk bijvoorbeeld aan de vele schandalen rond belastingontduiking op grote schaal, het meer dan bizarre debat over de afschaffing van de dividendbelasting en recentelijk ook het faillissement van ziekenhuizen.

Het beschreven wereldbeeld biedt niet het denkkader om de grote problemen van deze tijd aan te pakken. Klimaatontwrichting, verlies aan biodiversiteit en onrechtvaardige ongelijkheid vragen om een andere benadering. Meer zorg voor in plaats van roofbouw op de planeet, meer ‘ons’ in plaats van ‘ik’, meer samenwerking en minder concurrentie, meer maat houden in plaats van verkwisten.

Volgens Herman Wijffels bevinden we ons in een tijdperk dat hij de ‘hoogbloei van het laatkapiltalisme’ noemt. Het kapiltalisme heeft zijn werk gedaan en een ongekende economische groei mogelijk gemaakt. Maar nu is het natuurlijk kapitaal uitgeput en is het tijd voor een systeem waarin de planeet centraal staat. We zullen een ontwikkeling moeten doormaken van masculiene naar feminiene waarden. ‘Zorg voor het leven’ in de meest ruime zin zal centraal komen te staan. Best wel spannend eigenlijk.

Herman Wijffels: “Planet first”

Op 15 september 2018 vond in Amsterdam de eerste Donut-D-Day plaats, een inspiratiedag over milieu, monetaire hervorming en basisinkomen. Aan het eind sprak Herman Wijffels over het tijdperk waarin we leven en over de toekomst.

De donut van Kate Raworth

Niet helemaal verrassend gezien de naam van deze dag, vormde de ‘donuttheorie’ van Kate Raworth het vertrekpunt. De donut is een model waarin zowel de doelen van de menselijke ontwikkeling als de grenzen die de planeet ons stelt aan bod komen. Doelen zijn bijvoorbeeld voldoende voedsel, vrede en veiligheid en onderwijs voor alle mensen. Raworth onderscheidt 12 doelen cq. behoeften. DIt is de binnenste donkergroene begrenzing van de donut. Planetaire grenzen zijn bijvoorbeeld klimaatverandering en verlies aan biodiversiteit. Het model kent 9 planetaire grenzen (de buitenste begrenzing van de donut). Zie de volgende figuur:

 

Het donutmodel van Kate Raworth
Het donutmodel van Kate Raworth (bron: Kate Raworth, A Doughnut for the Anthropocene: humanity’s compass in the 21st century, website The Lancet)

 

Veel werk aan de winkel

De uitdaging is om zo met de beschikbare hulpbronnen om te gaan dat de sociale behoeften worden vervuld zonder dat de planetaire  grenzen worden overschreden. Duurzame ontwikkeling – economisch, ecologisch en sociaal – vindt binnen de begrenzing van de groene ring – de donut – plaats. In de figuur is duidelijk te zien dat de meeste behoeften nu niet voor alle mensen worden vervuld, terwijl een aantal planetaire grenzen al fors wordt overschreden. Veel werk aan de winkel dus voor ons allemaal. Meer uitleg van Kate zelf vindt je in deze TEDx talk op YouTube (16 minuten).

Reflectie van Herman Wijffels

Aan het eind van de dag reflecteerde Herman Wijffels op de verschillende bijdragen en op de tijd waarin we leven. Dat vond ik zo indrukwekkend dat ik zijn bijdrage hier graag samenvat. Herman Wijffels was onder meer topman bij de Rabobank, voorzitter van de SER en voorzitter van Natuurmonumenten.

Het einde van een tijdperk

Volgens Wijffels leven we in een tijd die hij de ‘hoogbloei van het laatkapitalisme’ noemt. Dit systeem heeft zijn werk gedaan, het heeft namelijk de groei gefaciliteerd van het niveau van de middeleeuwen naar het niveau van nu. Aanleiding voor de verlichting was het ontstaan van het idee dat niet alleen het hiernamaals telde maar dat ook het leven op aarde ‘gezellig’ mocht zijn. Grensverleggende uitvindingen maakten een enorme economische groei mogelijk. Belangrijk is dat er stap voor stap een financieel systeem ontstond dat deze groei faciliteerde. Maar deze manier van doen is niet langer houdbaar. Het natuurlijk kapitaal is helemaal of zo goed als uitgeput en omgezet in financieel kapitaal. Anders gezegd: we leven aan het einde van een tijdperk. En als je goed kijkt, zie je steeds meer scheuren in het oude systeem ontstaan.

Nieuwe orde: planet first

Wat we nu nodig hebben is een nieuwe economische en maatschappelijke orde waarin de planeet centraal staat. Het donutmodel biedt daarvoor veel aanknopingspunten, enn ook een basisinkomen hoort daarbij. Wijffels sprak over een tocht op weg naar het beloofde land. Maar net als in bijbel gaat die tocht wel eerst door de woestijn. En we kunnen alleen maar hopen dat de overgang van de oude naar de nieuwe orde harmonisch zal zijn. Maar zeker is dat niet. Hoe dan ook, het gaat er om voorbereid te zijn op moment dat de oude orde omvalt. En alles wat we nu al uitvinden van wat past bij die nieuwe orde, is mooi meegenomen. Daarom is het uitwisselen van kennis over wat wel en niet werkt ook zo belangrijk.

Van masculiene naar feminiene waarden

In die nieuwe orde gaat het er om individualiteit te verbinden met de gemeenschap. Dat geldt bijvoorbeeld voor onze manier van eten, vervoeren en kleden. We kunnen niet doorgaan met een manier van leven die ten koste gaan van de aarde. We zullen een ontwikkeling moeten doormaken van masculiene naar feminiene waarden. ‘Zorg voor het leven’ in de meest ruime zin zal centraal staan.

‘Software herschrijven’

Het gaat over ‘heel maken’. Van hoofd en hart, en van de aarde. Dat betekent ook werken aan onszelf. Want als we niet in balans zijn met onszelf gaat die grotere opgave ook niet lukken. We moeten onze software herschrijven. Dat is een enorm grote opgave maar toch is Wijffels optimistisch dat dit zal gaan lukken. Hij baseert dit op het veel hogere opleidingsniveau van de wereldbevolking nu in het vergelijking met het verleden. Ik hoop zeer dat hij gelijk heeft.

Het klimaat en ons voedsel

Het klimaat verandert snel

Het klimaat verandert, en het verandert snel. Zoveel is nu wel duidelijk. Volgens dit NOS-artikel zullen we deze hete en droge zomer van 2018 in de toekomst zelfs een koele zoemer noemen. Tijd om voorzichtig vooruit te kijken naar wat dit betekent voor onze toekomst.

"Deze zomer zullen we in de toekomst een koele zoemer noemen"
“Deze zomer zullen we in de toekomst een koele zoemer noemen”

 

Het klimaat en ons voedsel

Een thema dat ik nog maar zelden langs zie komen betreft de gevolgen van de klimaatverandering voor onze voedselvoorziening. Zou de NOS al een artikel in de maak hebben over de gevolgen van hete & droge zomers (en straks ook weer hagel en wolkbreuken) voor onze  voedselvoorziening?

Voedsel relevant thema

Dat lijkt me namelijk een meer dan relevant thema. Nu oogsten flinke schade oplopen en boeren voedsel moeten bijkopen voor hun vee omdat er te weinig hooi is, kunnen consequenties niet uitblijven. Sommige producten vallen kleiner uit (denk aan de’ te kleine’ pruimen uit Zeeland die AH niet wilde verkopen), of er is gewoon veel minder van. De prijs van die producten zal dan logischerwijs flink omhoog gaan. Ook in veel andere landen hebben de gewassen immers last hebben van de hitte en droogte.

Graan en mais duurder

Natuurlijk zullen er ook gewassen zijn met hogere opbrengsten, maar overall zullen de opbrengsten in de EU afnemen. Graan en mais zijn daar voorbeelden van. De vraag is nu hoe het met de oogsten in de rest van de wereld zal gaan. In die zin is de belofte van de EU om meer soja uit de VS in te voeren in ruil voor minder handelsoorlog nog niet zo gek. Soja kan immers ook dienen als voer voor het vee. En laat daar door de droogte en hitte nou net veel minder van zijn.

Minder vlees

Doordat boeren meer voedsel voor het vee moeten inkopen, zal de prijs van vlees stijgen. Tenzij… de overheid subsidies gaat geven natuurlijk. Laten we hopen dat dit niet gaat gebeuren. De prijs van vlees is gezien de milieu-effecten nu immers veel te laag. Duurder vlees zou gezien de lage prijzen dan ook een zegen zijn. De vraag naar vlees zal dan afnemen en dat is goed nieuws voor de planeet. Ons dieet zal plantaardiger worden.

Alternatieve productiemethoden

Ik verwacht dat deze hete en droge zomer aanleiding zal zijn om op zoek te gaan naar productiemethoden van voedsel die minder weersafhankelijk zijn. De technieken daarvoor zijn inmiddels al lang beschikbaar, bijvoorbeeld in kassen of leegstaande gebouwen. Maar het probleem lijkt mij vooral dat juist die gewassen die buiten op het veld op grote schaal worden aangebouwd, te weinig opbrengen om binnen onder beschermde condities te verbouwen. Denk juist aan mail en graan. Bovendien is het bijkans onmogelijk om dergelijke grote hoeveelheden binnen te verbouwen.

Schaarste en sociale onrust

Het is voor ons in Europa nauwelijks voor te stellen dat voedsel schaars zou kunnen worden. Dat frietjes duurder worden omdat de aardappeloogst een keertje tegenvalt, oké. Maar structurele schaarste? Europa is vooralsnog rijk genoeg om hogere prijzen op de wereldmarkt te betalen, dus zo’n vaart zal het niet snel lopen. Die hogere prijs zal primair ten koste gaan van mensen in armere landen die gewoon te weinig geld hebben. Toch zullen hogere voedselprijzen ook in ons land tot onrust kunnen leiden, tenzij de regering besluit koopkrachtverlies te compenseren.

Aankondiging Klimaatmonologen

Je bewust zijn van de werkelijke omvang en impact van klimaatverandering kan enorme impact hebben. Impact op je eigen gemoed, en daarmee ook op dat van je naasten, vrienden en collega’s.

Klimaatverandering heeft een grote impact op het gemoed

Emoties en gemoedstoestanden

De confrontatie met de eindigheid van ons bestaan is één ding. Maar wat ik zelf misschien nog wel het lastigst vind, zijn de emoties en gemoedstoestanden die daarbij om de hoek komen kijken. En dan bedoel ik zowel het aantal emoties en gemoedstoestanden als de voortdurende afwisseling daarvan.

Ik vermoed dat eenieder een eigen beleving heeft hiervan, plus een eigen manier om ermee om te gaan. Maar ik vermoed dat er ook terugkerende elementen inzitten. In de gesprekken die ik hierover voer, komen verschillende elementen in ieder geval regelmatig terug.

Aankondiging Klimaatmonologen

Vandaar dat ik het plan heb opgevat om de verschillende emoties en gemoestoestanden afzonderlijk bij de kop te vatten en te onderzoeken. Om er voor mezelf wat meer lijn in te brengen maar ook om anderen misschien een helpende hand te bieden.

Ik wil dat doen in de vorm van ‘Klimaatmonologen’. Wat ik me daarbij voorstel is een persoon die vanuit de betreffende emotie of gemoedstoestand vertelt over zijn of haar visie op ons leven in tijden van klimaatverandering. Emoties om gemoedstoestanden waar ik aan denk zijn angst, woede, frustratie, ontkenning, perspectiefloosheid, fatalisme maar zeker ook hoop en optimisme.

Binnenkort meer via dit kanaal. En… aanvullingen of suggesties zijn welkom!

Hobbels voor verduurzaming

Deze keer een blog over een worsteling uit mijn leven van alledag. Als alles goed gaat, word ik binnenkort eigenaar van een appartement (bouwjaar 1980). En wel eentje waarvan de combiketel stuk is en dat nog voorzien is van enkel glas. Dat biedt kansen voor verduurzaming, zou je denken. Dit stuk gaat over de hobbels die ik tegenkom op weg naar verduurzaming van het appartement.

Flat met zonnepanelen
Flat met zonnepanelen (NB dit is niet mijn nieuwe flat 😉 )

Hobbels voor verduurzaming

Zou je denken, want in de praktijk valt het met het pakken van die kansen nog niet mee. En dat juist op het moment dat er wordt gesproken over het verbieden van de verkoop van gewone cv-ketels vanaf 2021 en het uitfaseren van de gaswinning in Groningen. Je zou verwachten dat dan relatief makkelijk te ontdekken is wat je moet doen om daar zelf een bijdrage aan te leveren. Helaas is dat (nog) niet het geval.

Er zijn gelukkig wel een soort van stappenplannen te vinden, bijvoorbeeld deze op de site van Milieu Centraal. Maar die voorbeelden gaan dan weer over tussenwoningen, en niet over appartementen. En er staan veel zaken in die meer vragen oproepen dan beantwoorden.

Bijvoorbeeld: een warmtepomp werkt met lage temperatuur verwarming (LTV), en is daarom alleen geschikt voor woningen die goed geïsoleerd zijn. Dat begrijp ik, maar wanneer precies is je huis goed genoeg geïsoleerd? Milieu Centraal zegt dat huizen gebouwd na 2000 goed genoeg geïsoleerd zijn om meteen met een warmtepomp aan de slag te kunnen. Voor woningen gebouwd voor 2000 is het dus zoeken naar wat je precies moet doen zodat je goed tot zeer goed geïsoleerd bent en van het gas af kunt. Want wat je natuurlijk ook weer niet wilt, is dat je woning in de winter niet goed warm wordt.

Van enkel glas naar HR++ glas

Nou weet ik uit eigen ervaring dat enkel glas niet echt lekker isoleert, en dat is een understatement. Ik denk dat de houten kozijnen voldoende ruime bieden om er HR++ glas in te plaatsen. Dat is dus geen ingewikkelde ingreep en volgens Milieu Centraal levert het een rendement op dat vergelijkbaar is met een rente van 5 procent op een spaarrekening. Kom daar maar eens om bij een bank.

Maar wat lees in in de stukken van de Vereniging van Eigenaren (VvE)? Kozijnen en glas behoren tot de collectieve delen van het gebouw, en je mag (op eigen kosten en risico) het glas vervangen, maar zodra de VvE besluit om alle glas en/of kozijnen te vervangen, moet je alsnog meebetalen aan de maatregel. Hmmm, dat voelt niet fijn of eerlijk. Maar ik hou er ook niet van om me te laten vangen in een situatie waarin je van anderen afhankelijk bent om te doen wat goed voelt.

VvE’s als hobbel voor het verduurzaming

Bij nader inzien blijkt er al veel geschreven te zijn over VvE’s als belemmerende factor voor verduurzaming. Zie bijvoorbeeld deze link, en deze. En het gaat niet om een klein probleem, want we hebben het in Nederland over circa 1,2 miljoen appartementen in 125.000 VvE’s!

Het ‘probleem’ met de ramen en kozijnen is niet het enige. Daken en buitenmuren behoren logischerwijs ook tot het collectief. Dus je spouwmuur isoleren kan niet zomaar. En ook om zonnepanelen of warmtepompunits te plaatsen of op te hangen heb je toestemming nodig. En dat is ergens best logisch, want als iedereen mag doen waar hij of zij zin in heeft, wordt het al snel een zooitje. Maar het vormt wel een hobbel. Zeker als je snel tot actie wil overgaan. Gelukkig zijn er dan ook weer sites die VvE’s bijstaan bij verduurzaming en zijn er ook subsidies beschikbaar.

Wat wil de gemeente?

Ondertussen is er ook nog een kans dat de gemeente besluit straten of wijken van het gas af te halen. Dat kan bijvoorbeeld door de aanleg van een warmtenet. Dat is voor buurten met veel flats (hoge woningdichtheid) een zeer geschikte maatregel, zeker als die al over een blokverwarming beschikken, want dan is de aansluiting eenvoudig en goedkoop. Punt is alleen dat ik op internet geen informatie kan vinden over wat de gemeente van plan is. Misschien dat er een verhelderend antwoord komt op mijn mailtje dat ik deze week heb gestuurd.

Waarschijnlijk loopt de planvorming nog, wat goed te begrijpen is, maar wel de onzekerheid en complexiteit verder verhoogt. Want wat als de gemeente over een paar jaar aanklopt met een warmtenet, terwijl ik net 5 tot 7 duizend euro heb geïnvesteerd in een warmtepomp? En overigens heb je voor een Lage Temperatuur Verwarming speciale radiatoren nodig of vloer/wandverwarming, waardoor de kosten verder oplopen.

Voorlopige conclusie

Ik ben nu ongeveer een week bezig met deze zoektocht, en mijn voorlopige conclusie is:

  • Je moet echt wel behoorlijk gemotiveerd zijn om je weg te vinden in de beschikbare informatie op internet. En om vervolgens te bepalen wat in jouw geval slimme stappen zijn. Bijna niemand is immers expert op dit terrein.
  • Je moet ook redelijk wat geld te besteden hebben, of kunnen lenen. En iedere situatie is weer anders dus de aangegeven kosten, opbrengsten en terugverdientijden zijn grof indicatief.
  • Hier valt dus nog veel winst te behalen in de communicatie naar huiseigenaren en bewoners toe, met betrouwbare en voor iedereen duidelijke informatie en stappenplannen.

Hoe verder? Een eerste stappenplan

Ik ga natuurlijk ook nog deskundig advies inwinnen. Daarop vooruitlopend is mijn idee voor een slimme aanpak op dit moment:

  1. Eerst met isolatie aan de slag. Dat is ook wat Milieu Centraal adviseert. Het glas van de ramen vervangen door HR++ en onderzoeken hoe het met de isolatie van de muren en het dak staat en deze indien nodig en mogelijk verbeteren.
  2. Daarna in de winter kijken hoe het met het warmtecomfort en het verbruik staat, en of je kunt spreken van een goed tot zeer goed geïsoleerde woning.
  3. Ondertussen onderzoeken hoe de animo in de VvE is en wat de gemeente van plan is.
  4. In de tussentijd een zuinige combiketel op gas huren die ik na een jaar op elk gewenst moment kan inruilen voor een ander apparaat.

Misschien dat er nog een andere aanpak uitrolt, bijvoorbeeld met de inzet van warmtepanelen. Ik hoop het, want het zit me dwars dat ik niet meteen van het gas af kan. Dat ik door gebrek aan informatie, onduidelijkheid over de mate van isolatie en het gebrek aan buitenruimte (voor zonnepanelen, zonnecollector voor een zonneboiler, warmtepompunit) terecht lijk te komen bij een oplossing op… aardgas! Gelukkig kan ik wel al flink wat aan isolatie doen en ook dat is winst voor het klimaat. Overigens denk ik dat veel mensen tegen vergelijkbare hobbels voor verduurzaming aanlopen en tot vergelijkbare oplossingen komen.

En verder ben ik heel benieuwd hoe het met het beruchte tekort aan vaklui zit. Wordt vervolgd 😉