How to betere besluiten voor het klimaat?

Zoals bekend loopt het nog niet lekker met het nemen van voortvarende besluiten om de klimaatcrisis af te wenden. Politici zitten vast in bestaande denkpatronen. Of ze zijn bang dat hun kiezers nog niet klaar zijn voor maatregelen die het klimaat snel en effectief beschermen. Bedrijven kijken naar wat hun concurrenten doen. Bovendien zitten ze vast in het hamsterrad van het aandeelhouderskapitalisme. Aandeelhouders willen zo veel mogelijk dividend ‘verdienen’ op de korte termijn. De grote vraag is dus: hoe krijgen we betere besluiten voor het klimaat?

Burgerberaad

Een manier om betere besluitvorming te organiseren is door middel van een burgerberaad. “Een burgerberaad bestaat (meestal) uit 100 tot 200 inwoners van een gemeente, provincie of land, die samen een dwarsdoorsnede vormen van de bevolking. Om die dwarsdoorsnede te krijgen, worden deelnemers geloot– mensen kunnen zichzelf dus niet opgeven. De deelnemers aan het beraad hebben de opdracht om samen een antwoord te formuleren op een open vraag, bijvoorbeeld: ‘Welke sociaal rechtvaardige maatregelen kunnen worden genomen om de uitstoot van broeikasgassen in Nederland voor 2025 te reduceren tot netto nul?'”

“Om deze vraag te beantwoorden komen de deelnemers een aantal weekenden samen. Tijdens deze bijeenkomsten doorlopen ze drie fasen: leren, beraden en beslissen. In de eerste fase worden de deelnemers geïnformeerd door wetenschappers, ngo’s, ervaringsdeskundigen en belanghebbenden over de verschillende aspecten van het onderwerp. Ook kunnen de deelnemers zelf om experts en aanvullende informatie vragen. De bijeenkomsten kunnen worden gestreamd, zodat ook de rest van de bevolking zich kan laten informeren en op afstand vragen kan stellen. In de tweede fase gaan de deelnemers met elkaar in beraad;ze overleggen en discussiëren om in de derde fase samen tot een reeks aanbevelingen te komen.” Bron: brochure van Extinction Rebellion

De aanbevelingen van het burgerberaad zijn input voor de zittende politici in het parlement, provinciale staten of gemeenteraad. Het zijn aanbevelingen met draagvlak. De politici moeten daarom echt wel stevige argumenten hebben waarom zij aanbevelingen niet zouden willen overnemen. Inmiddels zijn er goede ervaringen met burgerberaden, onder meer in Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk.

Future design

Een andere benadering vertrekt vanuit de analyse dat veel grote problemen intergenerationeel van aard zijn. De huidige generatie plukt de vruchten van iets (of niets) niets doen, de toekomstige generaties hebben daar last van. Dat is bijvoorbeeld zo met pensioenregels, en ook met het klimaat. En helaas heeft de huidige generatie het voor het zeggen, en dan vaak ook nog een keer de 50-plussers.

Daarom hebben ze in Wales nu een regeringscommissaris voor de toekomstige generaties. “The Commissioner’s role is to be the guardian of future generations.”

In Japan hebben ze een andere oplossing voor het generatieprobleem bedacht. De methode heet Future Design en werkt als volgt. Bij besluitvorming worden 2 groepen burgers gemaakt, eigenlijk ook een vorm van burgerberaden. De ene groep vertegenwoordigt de belangen van de huidige generatie, de andere groep die van een generatie levend in het jaar 2060. Het blijkt dat burgers zich goed inleven in deze opdracht en daardoor tot andere voorstellen komen. Deze werkvorm wordt nu op verschillende plekken in Japan toegepast.

Wetten

Een heel andere manier om besluitvorming te beïnvloeden is door het juridische kader aan te passen. Wanneer besluiten strijdig zijn met wetten en regels zullen zij niet zo snel worden genomen. Gewoon omdat het risico op nietigverklaring door de rechter of schadevergoeding te groot is.

Denk bijvoorbeeld aan een klimaatwet die recht doet aan wat er echt nodig is en aan het strafbaar stellen van ecocide (het grootschalig beschadigen en vernietigen van natuur). Beide wetten bestaan op deze manier nog niet, maar er wordt wel aan gewerkt door in ieder geval de Partij voor de Dieren.

Aan de slag

In de ideale wereld zouden onze volksvertegenwoordigers besluiten nemen die recht doen aan wat voor een veilige en leefbare toekomst nodig is. De realiteit is echter dat veel politici vastzitten in een keurslijf van consistent willen zijn met eigen besluiten uit het verleden, partij- en andere belangen en het veronderstelde gebrek aan urgentie en draagvlak bij kiezers. Het vervangen van deze politici kan alleen via de partijen zelf, of het oprichten van nieuwe partijen en/of ander stemgedrag van de kiezers. Al deze opties zijn op de korte termijn niet zo realistisch. Ondertussen tikt de klimaatklok hard door.

Daarom is het zinvol en nodig om ons politieke systeem een boost te geven met innovatieve werkwijzen. In maart zijn er verkiezingen voor de Tweede Kamer, een uitgelezen moment om er zo snel mogelijk mee aan de gang te gaan. Let’s go!

Korte metten met de klimaatcrisis

In 2009 heb ik een boek geschreven over de klimaatcrisis en wat je er zelf tegen kunt doen. Het boek is destijds uitgegeven door De Windvogel, als welkomstcadeau voor nieuwe leden. Het boek heet ‘Korte metten met de klimaatcrisis’.

Het is natuurlijk alweer 11 jaar geleden, maar de essentie van het probleem is – helaas – niet veranderd. Datzelfde geldt ook voor hetgeen we er als burger en consument tegen kunnen doen.

Wat ik nu misschien meer dan toen zou benadrukken is het actievoeren, alleen of beter nog, samen met anderen. De klimaatcrisis is zo groot en zo urgent, dat er geen tijd te verliezen is om het probleem onder de aandacht te brengen van burgers en politici die er nog niet van doordrongen zijn.

Via de volgende link kun je het boek downloaden. Het is gratis en opent als webpagina en vervolgens kun je het downloaden als pdf-bestand. Veel leesplezier!

Gasverbruik woningen in beeld

Met dit koude weer zijn ze weer goed te zien: de pluimen uit de schoorsteentjes van de CV-ketels in onze woningen. Lekker warm in de huizen, helaas ook steeds warmer op aarde. Bij de verbranding van aardgas komt immers ook het broeikasgas CO2 vrij.

Klimaatakkoord

Omdat onze CO2-uitstoot z.s.m. naar 0 moet, zijn aan de Klimaattafel afspraken gemaakt over hoe dat te bereiken. In het hoofdstuk Gebouwde Omgeving van het Klimaatakkoord staat daarover het volgende:

“We staan aan de vooravond van een duurzame transformatie van de gebouwde omgeving, een aanpassing van onze ruim 7 miljoen huizen en 1 miljoen gebouwen, veelal matig geïsoleerd en vrijwel allemaal verwarmd door aardgas, tot goed geïsoleerde woningen en gebouwen, die we met duurzame warmte verwarmen en waarin we schone elektriciteit gebruiken of zelfs zelf opwekken. Dat gaan we tot 2050 stapsgewijs en samen met bewoners en eigenaren van deze gebouwen doen.”

“Om de klimaatdoelen voor 2030 te halen, moeten we gestaag het tempo van de verduurzaming opvoeren tot meer dan 50.000 bestaande woningen per jaar in 2021. En vóór 2030 moeten we al in een ritme van 200.000 per jaar zitten. Het doel is om in 2030 in de gebouwde omgeving 3,4 Mton minder CO2 uit te stoten dan in het referentiescenario.”

Nog niet uit de startblokken

Dat is een gigantische opgave die helaas nog steeds niet echt uit de startblokken komt. Gemeenten zijn vooral bezig met het maken van plannen welke wijken als eerste van het gas af gaan, en welke techniek dan voor warme huizen moet zorgen. En voor huiseigenaren zijn er (te)veel redenen om niet aan de slag te gaan. Als ze zich al aangesproken voelen. De Rabobank heeft er deze analyse aan gewijd.

Uit eigen ervaring weet ik dat huiseigenaren aanlopen tegen problemen als tegenstrijdige adviezen, twijfel over de kwaliteit van aannemers en kostenramingen en vragen voer de financiering. Verduurzamen lijkt nu vooral voor de echte doorzetters, en dat is echt zonde. Laten we hopen dat de landelijke politiek na de komende verkiezingen voor meer tempo zorgt.