Crisis op crisis: hoe lang blijven we nog in de koplampen staren?

Drie oplossingsrichtingen om de weg terug naar een daadkrachtige overheid te vinden

Het was een topweek voor wie van klimaatnieuws houdt. Plakkende activisten maakten de tongen los, de thermometers tikten nieuwe records aan en nieuwe klimaatrapporten zagen het licht. Ondertussen hollen we van crisis naar crisis. Hoe komen we daar uit?

Wat de activisten zeggen

De activisten wezen er met hun acties volkomen terecht op dat de zaak gierend uit de hand loopt terwijl de overheid fossiele brandstoffen met zo’n 17 miljard euro per jaar subsidieert. En dat terwijl fossiele bedrijven zoals Shell recordwinsten behalen. Bovendien staat de overheid toe dat er steeds maar nieuwe olie- en gasvelden worden aangeboord, terwijl de verbranding van de reeds aangeboorde voorraad ons sowieso al ver boven de 1,5 graden katapulteert. Keep it in the ground, dus.

Klimaatrapporten

De WMO meldde dat er nooit eerder zo hoge concentraties broeikasgassen in de lucht hingen als afgelopen jaar. En de UNEP berekende tot hoe hoog de temperatuur gaat oplopen aan het einde van deze eeuw. Met het huidige klimaatbeleid komt de opwarming uit op 2,8 graden. Als alle beloofde klimaatmaatregelen worden meegeteld komt de opwarming nog steeds uit op tussen de 2,4 en 2,6 graden. Er is momenteel geen zicht op een geloofwaardig pad om onder de nog enigszins veilig geachte 1,5 graden te blijven. Want om zicht te houden op de 1,5 graden zouden de emissies tot 2030 met de helft moeten afnemen. Je hoeft geen deskundige te zijn om te snappen dat dit niet te doen is in 8 jaar tijd. Tenzij je echt draconisch te werk gaat natuurlijk, maar er is niets dat er op wijst dat dit gaat gebeuren.

Crisis op crisis

Nou is het sowieso al een tijd van crisis op crisis, met een opeenstapeling van slecht klimaatnieuws. Hitte, droogte, branden, overstromingen, smeltend ijs, slechte oogsten, stervende mensen, stervende natuur. Met oorlog in Europa, stijgende prijzen van energie en voedsel. Mensen die massaal in de financiële problemen dreigen te komen. Vogelgriep. Een naderende recessie. En een overheid die het allemaal teveel wordt en achter de crises aanholt en zelfs de eigenhandig veroorzaakte problemen niet meer kan oplossen.

De oorzaak zit in een politiek systeem dat in meerderheid weigert naar de echte oorzaken van problemen (want lastiglastig) te kijken en liever stuurt op verkoopbare uitkomsten waardoor de problemen niet worden aangepakt. Of zoals Mathieu Segers het in De Groene Amsterdammer omschreef: een politiek van gevolgen. Beeldvorming en populariteit zijn belangrijker dan het daadwerkelijk oplossen van de problemen. Want het moet allemaal natuurlijk wel haalbaar en betaalbaar blijven en we moeten ook kunnen blijven bbq-en, want de volgende verkiezingen komen er alweer aan. 

Patronen doorbreken

Wat er aan de hand is, weten we inmiddels dus wel. De vraag is wat er aan te doen. Met het doel van een meer daadkrachtige overheid die problemen daadwerkelijk te lijf gaat voor ogen, zie ik drie oplossingsrichtingen.

Onlangs waarschuwde de WRR dat de overheid te vaak in kortetermijndenken vervalt en daarbij ook nog eens te vaak hoopt dat alles wel weer goed komt. Beter zou zijn om in scenario’s te denken (ja, ook de minder positieve) en daar in het beleid op in te spelen. En om bovendien beter te communiceren over risico’s zodat burgers en bedrijven zich beter kunnen voorbereiden op een crisis.

Dit gaat dus om een andere werkwijze, die alleen kans van slagen heeft als de ambtelijke professionaliteit en cultuur hiermee uit de voeten kan. Na vele jaren waarin de politiek wenselijke uitkomst voorop staat, vraagt dit dus ook om een cultuuromslag in de politieke top. En daarmee ook in het parlement. Wat nodig is, is dat politici de burger uiteindelijk weer serieus nemen en niet langer naar de mond praten.

Die burger zal tot slot ook zelf in beweging moeten komen. Eerder schreef ik al dat teveel burgers zich vooral concentreren op het optimaliseren van hun eigen leven. Daarmee laten ze de grote ontwikkelingen over aan ondernemers (en multinationals) die te vaak vooral financiële doelen hebben, aan ambtenaren die slecht worden aangestuurd en aan politici die te vaak hun eigen carrière willen veiligstellen in plaats van de grote problemen echt willen oplossen. Groepsdruk voortkomend uit regeerakkoord en fractiediscipline houdt eventuele moedige nieuwkomers in toom.

Burgers hebben de sleutel in handen

Ondernemers, ambtenaren en politici hebben dus een schop onder de kont nodig. Dat betekent dat meer burgers uit hun comfortzone moeten komen en invloed moeten gaan uitoefenen. Want met privilege komt verantwoordelijkheid. En een leefbare toekomst is dat offer meer dan waard, toch?

Deze opinie verscheen 30 oktober 2022 op Joop.nl