We moeten stoppen met ons recht om te vervuilen

Hé, dat is een rare titel. Er bestaat toch helemaal geen recht om het milieu te vervuilen? Nou, ik denk dus van wel, zoals ik zal aantonen, en we hebben het hier ook nog eens over een zéér relevant en superactueel probleem.

Vliegen is slecht voor het klimaat
Vliegen is slecht voor het klimaat

 

Misschien is het zelfs de kern als we het hebben over onze milieuproblemen. We weten namelijk heel goed dat we als mensheid op een fundamenteel verkeerd pad zitten. En we weten ook dat we onze vervuilende activiteiten af moeten bouwen, om te beginnen met de uitstoot van broeikasgassen. En dat we moeten stoppen met het toebrengen van schade aan de biodiversiteit en met het opmaken van niet-hernieuwbare grondstoffen. Zie hiervoor ook mijn vorige blog over de vier transities die nodig zijn.

Maar in de praktijk gaan de daarvoor noodzakelijke veranderingen traag, héél traag. Als we zo doorgaan zelfs te traag om een leefbare aarde over te houden. En die traagheid heeft alles te maken met het vasthouden aan verworven rechten, en daarmee ook aan het ‘recht’ om de planeet te mogen vervuilen.

Intermezzo over rechten en vrijheden

In onze westerse samenleving zijn vrijheden en rechten een groot en belangrijk goed. Gelukkig maar. Zij maken dat we zonder bang te hoeven zijn kunnen zeggen en schrijven wat we willen zeggen, dat we kunnen doen wat we willen, dat we kunnen zijn wie we willen zijn. Onze rechten zijn verankerd in de Grondwet. Maar er zit ook een grens aan de uitoefening van die vrijheden, en die grens ligt daar waar de uitoefeningen van vrijheden door de één ten koste gaan van de vrijheden van de ander. Bij ons is het de onafhankelijke rechter die oordeelt over wanneer grenzen overschreden worden.

Recht om te consumeren = recht om te vervuilen

Een ander ‘recht’ dat hoort bij onze samenleving is het recht om onbeperkt te consumeren. Met andere woorden: consumeren waar je zin in hebt. Soms, als iets heel schadelijk is, stuurt de overheid het vrije consumeren bij met geboden en verboden. Of stelt ze heffingen en subsidies in om consumptie te ontmoedigen of juist te bevorderen. Maar los daarvan mag je in onze samenleving consumeren waar je zin in hebt, in de hoeveelheden die je wenst. Mits je het kan betalen natuurlijk.

Vier keer per jaar met het vliegtuig weg, dan ben je een echte wereldburger. In je eentje in een benzineslurpende SUV naar  werk of sportschool, lekker comfortabel. Hartje zomer de was drogen in de wasdroger, handig en snel klaar. Midden in de winter gezellig chillen op een terras, lekker warm dankzij de terrasverwarmer.

Deze opsomming valt eindeloos uit te breiden, maar de kern is steeds dezelfde. Voor ons plezier en gemak verspillen we energie en grondstoffen en vervuilen we ons milieu. Gewoon omdat het kan, omdat we het kunnen betalen, omdat iedereen het doet en omdat het mag. Want de overheid heeft het niet verboden, en dus mag het. Of de overheid heeft wel regels gesteld, maar handhaaft ze niet. Ziedaar het ‘recht’ om te vervuilen.

Waar hier ‘consumeren’ staat, kun je overigens moeiteloos ook ‘produceren’ invullen. Alleen geldt daarvoor nog eens extra dat je regels die in ons land gelden kunt omzeilen door elders op de wereld te produceren, je kunt lobbyen tegen lastige regels en je belastingafdracht kunt vermijden door winsten boekhoudkundig naar landen te sluizen met lage belastingen. En met de dreiging om jezelf of je winsten te verhuizen, kun je overheden ook nog eens prima onder druk zetten.

Drievoudig falen

Wat we zien is eigenlijk een drievoudig falen, namelijk van markt, politiek en maatschappij. De prikkels om niet de juiste grenzen te stellen aan vervuilende activiteiten zijn kennelijk te groot. Want (bijna) iedereen verdient eraan en heeft er plezier van. In ieder geval in de westerse landen en steeds meer ook in landen als China en India. Ga daar maar eens tegenin. En zo feesten we door met grote beloften en kleine verbeteringen. Erop hopend dat als het echt uit de hand loopt, we nog op tijd kunnen bijsturen.

De meesten van ons weten eigenlijk wel dat dit zorgeloze feestje niet meer lang op deze manier kan doorgaan. Dat onze vrijheid om te consumeren en ons ‘recht’ te vervuilen nu al ten koste gaat van anderen elders op deze planeet. En dat ze zeker weten ten koste zullen gaan van onze kinderen en kleinkinderen.

Onze liberale samenleving blaast hier dus keihard één van haar eigen beginselen op, namelijk dat de vrijheid van de één niet ten koste mag gaan van de vrijheid van de ander.

En toch laten we onze ontplooiing hier en nu evident ten koste gaan van de ontplooiing van anderen elders op deze aarde, en van de kansen op ontplooiing van toekomstige generaties. We weten het, en tòch gaan we ermee door. We laten ons verblinden door reclames voor snelle auto’s en verre vliegvakanties. Laten ons in slaap sussen door beloftes van politici. En houden ons vast aan technologische utopieën. Omdat in de toekomst altijd alles beter wordt, toch?

Tijd om de landing in te zetten

Het wordt na dit consumptiefeestje op grote hoogte dus hoog tijd dat we de landing inzetten. Als we snel zijn wordt het nog een beetje zachte landing. Hoe langer we wachten, hoe harder de landing en hoe groter de kans op een crash. En daarmee zijn we weer bij de vier transities van mijn vorige blog.

In mijn visie ligt de sleutel voor de noodzakelijke verandering bij de bevolking. Bij u, jou en mij dus. Politiek, media en bedrijfsleven hebben namelijk laten zien dat zij niet in staat zijn om het gewenste leiderschap voortvarend op te pakken. Dat is meer dan teleurstellend, wat we hebben hen hard nodig. Maar helaas zie ik deze actoren nog niet 1-2-3 ontsnappen aan de belangen en beperkingen waar zij zich in hebben laten vangen. Daarmee is de bevolking de enige overgebleven bron van noodzakelijke impulsen. Zie ook mijn eerdere blog ‘Power to the people’ over dit thema.

En uiteraard begint dit met kleine groepjes individuen voor wie de behoefte aan verandering zo groot wordt dat zij zich ervoor gaan inspannen. En naarmate die groep groter wordt, volgen politiek, bedrijfsleven en media. Omdat ze eerst de kat uit de boom kijken en geen blauwtje willen lopen.

Wat we nodig hebben zijn grote veranderingen zoals aanpassingen van wetten en sluiten van kolencentrales. Maar het gaat net zo goed om kleine veranderingen. Want veel kleine veranderingen maken één grote verandering. En ze geven bovendien een duidelijk signaal aan maatschappij, politiek en bedrijfsleven.

Wat we zelf kunnen doen

Het goede nieuws is dat we zelf heel veel kunnen doen. Geen of minder vlees eten. Niet of minder vliegen. Meer fietsen en met het openbaar vervoer. Isoleren. Zonnepanelen op het dak. Meer groen en minder stenen in de tuin. Om maar wat te noemen.

En praten, véél praten. Met familie, vrienden, buren, ondernemers en politici. Over wat er aan de hand is, waar je je zorgen over  maakt en wat je zelf eraan doet en wat anderen kunnen doen. En wat we samen kunnen doen. Want wij mensen zijn sociale wezens en vormen onze opvattingen in interactie met onze omgeving. Uit alle inputs die we krijgen uit gesprekken, media en reclame destilleren we onze meningen.

En verder natuurlijk actie voeren en druk uitoefenen op politiek, bedrijfsleven en media. Blijf niet afzijdig, toon burgerschap, laat je zien en horen! Het legertje klimaatactivisten heeft versterking nodig want er moet nog heel veel gebeuren!

Elke bijdrage telt

Een belangrijke vraag die bij veel mensen leeft is: maakt het eigenlijk uit als ik iets doe tegen klimaatverandering? Mijn kleine bijdrage tegenover de grote besluiten die in politiek en bedrijfsleven moeten worden genomen? Volgens mij kun je daar op 3 manieren naar kijken.

  1. De eerste manier is vanuit de paradox dat ieder van ons te klein is om in zijn eentje een zichtbaar verschil te maken, maar dat we samen wel verantwoordelijk zijn voor klimaatverandering, verlies aan biodiversiteit en het opraken van grondstoffen. Samen hebben we dus juist heel veel impact. En veel kleine bijdragen maken één grote bijdrage. Dus…
  2. De tweede manier om ernaar te kijken is dat elke kilogram CO2 telt. Alles wat we nu niet in de lucht blazen, zorgt de komende decennia niet voor verdere opwarming. Zo simpel is het.
  3. De derde manier is dat dat het gewoon goed voelt om dat te doen wat goed is voor de planeet. En dat het juist niet goed voelt om steeds weer dingen te doen waarvan je weet dat je ze eigenlijk niet zou moeten doen.

Alles of niets

Om de goede dingen te doen hoef je heus geen kluizenaar te worden die zich alle luxe ontzegt. Laat je niet vangen in een ‘alles of niets’-tegenstelling! Dat je denkt dat als je niet al datgene kunt of wilt doen dat goed is voor de planeet, het dan toch allemaal geen zin heeft. Doen wat binnen je mogelijkheden ligt, is al een belangrijke bijdrage. Dat zouden we allemaal moeten doen. Vergelijk het met roken. Als stoppen met roken niet meteen lukt, hoeft dat niet te betekenen dat je zoveel moet blijven roken als je deed. Minder roken is ook gewoon goed voor je gezondheid (en je portemonnee).

Ons energie- en grondstoffengebruik matigen en de biodiversiteit een boost geven, daarmee tijd kopen en ondertussen grote veranderingen afdwingen, dat is de strategie waarmee we de planeet inclusief onszelf helpen overleven.

Beïnvloedingsstrategieën

Maar hoe krijgen we onszelf – en elkaar – dan zover dat we de goede dingen gaan doen? Er zijn meerdere strategieën en daar is ook discussie over. Veel deskundigen en activisten zeggen dat je mensen niet moet confronteren en hen geen angst moet aanjagen maar ze moet verleiden. Met goede voorbeelden dus die mensen kunnen volgen, en door veranderen makkelijk en aantrekkelijk te maken.

Ik denk dat deze strategie absoluut een hele waardevolle is, maar dat deze er vanuit gaat dat we nog veel tijd hebben, en dat veranderen altijd ‘leuk’ kan zijn. Maar zoveel tijd hebben we niet, en veranderen is niet altijd alleen maar leuk.

Ik denk daarom dat we naast de verleidingsstrategie ook meer confronterend te werk moeten gaan. Mensen confronteren met hun onduurzame gedrag. De aandacht trekken, misschien met een knipoog, maar toch. De gevoelde spanning vergroten tussen wat men doet en wat men zou moeten doen. Zo werkt reclame immers ook. En het mag ook best een beetje schuren. Het gaat immers om onze toekomst!

Ik vind het spannend om met de tweede strategie te experimenteren. Het eerste resultaat daarvan heb ik als figuur bij dit blog gevoegd. Voel je vrij om hem te delen. Er zit geen copyright op 😉 En ik ben benieuwd wat je ervan vindt. Feedback is welkom!

Hoe olie- en gasbedrijven aan kindermarketing mogen doen

Graag deel ik dit uitstekend artikel van Jelmer Mommers in De Correspondent, waar ik buikpijn van krijg. Het gaat over de manier waarop de fossiele energiesector kinderen op school een verkeerde voorstelling van zaken mag geven over het klimaatprobleem en de oplossingen ervoor. Het gaat dus met name over de NAM (aardgas, Groningen, aardbevingen) en Shell (olie, aardgas, voor de helft eigenaar van de NAM). En het gaat ook over politiek en maatschappij die dit soort kindermarketing toelaten.

De kern van het artikel

Jelmer Mommers van De Correspondent verwoordt het zo:

“Veel lesmateriaal is op het eerste gezicht neutraal. ‘Hoe wordt aardgas gewonnen?’ is dan bijvoorbeeld de vraag, of ‘hoe is het om te leven op een boorplatform?’ Maar in al deze lespakketten schemert de visie van de gasbedrijven door. Samenvattend is de boodschap:

– Gas is een noodzakelijk onderdeel van de energiemix; het is ‘normaal,’ ‘hoort erbij,’ en ‘bron van onze welvaart.’
– De overgang naar een klimaatneutrale economie is belangrijk, maar het is onrealistisch te denken dat die snel kan gaan.
– Oplossingen die de gasindustrie al jarenlang promoot, verdienen de voorkeur. Denk aan waterstofauto’s en de ondergrondse opslag van CO2 waar Shell op inzet.

Je kunt honderd keer lesgeven met dit lesmateriaal; dan nog zal een leerling niet het gevoel hebben dat het energiesysteem dat we nu hebben dringend moet veranderen omdat er iets grondig mis is met het klimaat. Omdat dat er simpelweg niet in staat.”

Buikpijn

Maar waarom krijg ik hier nou buikpijn van? Omdat deze bedrijven alle mogelijkheden inzetten om hun omzet veilig te stellen en te vergroten? Inclusief slinkse beïnvloeding tot en met in het klaslokaal? Mja, misschien. Maar waar ik echt buikpijn van krijg is de manier waarop we daar in Nederland en in Den Haag mee omgaan. Die houding van ‘eigen verantwoordelijkheid’ (van de docent en de ouders) en ‘er zitten toch ook goede kanten aan’. ‘Moet kunnen, toch’? ‘Wat gaat er nou echt mis’?

Nou wat er echt mis gaat is dat je kinderen een verkeerd beeld voorschotelt over de toestand van de wereld en wat er moet gebeuren. Daarmee ontneem je deze kinderen de kans een bijdrage te leveren aan een toekomst die bij benadering net zo prettig zal zijn als de onze. Want wat kinderen op jonge leeftijd met gezag wordt bijgebracht, blijft lang hangen. Dat weten we allemaal.

Argumenten en moreel leiderschap

Het gaat in politiek en maatschappij om argumenten en steun voor die argumenten. Daarom schrijf ik dit stukje. In de hoop dat het eraan bijdraagt dat deze praktijken zsm gaan stoppen. Dat de overheid haar verantwoordelijkheid neemt en een flinke stok steekt voor het beïnvloeden van kinderen, nota bene op hun eigen school. Deze kindermarketing onmogelijk maakt.

En dat de bedrijven die in fossiele energie doen en veel te weinig doen voor een schone en veilige toekomst ook als zodanig worden aangesproken en niet ook nog een subsidie voor een kinderfestival ‘Generation Discover’ krijgen om hun boodschap verder te verspreiden, met medewerking van de overheid.

Het gaat dus om argumenten en om moreel leiderschap. Tegen een machtig bedrijf als Shell ‘nee’ te durven zeggen. Dat vergt lef, zeker van lokale politici. Ik durf de stelling aan dat dit soort negerend en vergoelijkend gedrag ertoe leidt dat het gezag van de politiek (verder) erodeert.

Schaamteloos cynisme

De hele strategie van de olie- en gassector is om de aandacht van hun eigen gebrek aan handelen af te leiden. In die zin is het briljant om samen met een partner als Defensie een zogenaamd technologiefestival ‘Generation Discover’ te organiseren. Zelfverklaard doel is kinderen meer voor technologie te interesseren. Omdat er al zo weinig technici in ons land zijn. Een argument waar ook de gemeente Den Haag voor valt en daarom een ton subsidie geeft.

Kinderen mogen een overstromingsramp oplossen
Kinderen mogen een overstromingsramp oplossen

Even briljant als schaamteloos cynisch is het om kinderen tijdens dat festival ‘Generation Discover’ een overstromingsramp in de Randstad te laten oplossen. Zie ook bijgevoegde foto. Vast zonder erbij te vertellen dat Shell met zijn invalshoek ‘maar de maatschappij wil toch graag dat wij fossiele brandstoffen leveren?’ zeespiegelstijging bevordert. Door 99% van menskracht en financiële middelen NIET in duurzame oplossingen te investeren. En daarmee een overstromingsramp dichterbij brengt.

Soms moet je om van je eigen falen af te leiden, gewoon frontaal in de aanval gaan. Iets gewoon als een gegeven brengen in plaats van als iets waar je zelf medeschuldig aan bent. Anderen aan het werk zetten in plaats van zelf aan de slag te gaan. Hoe eenvoudig eigenlijk.

Links

https://decorrespondent.nl/7409/zo-beinvloeden-olie-en-gasbedrijven-het-nederlandse-onderwijs/1673827928982-23939b55

https://decorrespondent.nl/6082/de-pr-praatjes-van-shell-zijn-een-stuk-groener-dan-de-investeringen/193184141238-5f06e808