Kleinere oogsten door teveel regen

Nederland wordt warmer en natter, dat is wel zo’n beetje de kern van de KNMI-klimaatscenario’s. En dat we meer extreem weer en een snellere zeespiegelstijging krijgen, natuurlijk. Dat Nederland natter wordt, daar kunnen de boeren over meepraten. Er is een record aan regen gevallen en de grond is te nat om in te zaaien. Dat valt te lezen in een artikel op de site van Omroep Brabant.

Dat is vervelend voor de boeren en hun inkomen. Of zoals boer Berkers het zegt: “Minder groeidagen betekent uiteindelijk minder opbrengst. Dat gaat zeker iets voor de prijzen betekenen, want het is niet alleen hier maar in heel Europa nat.”

Ook in het VK is het veel te nat

Inderdaad, ook bijvoorbeeld het Verenigd Koninkrijk heeft veel last van recordneerslag. The Guardian schrijft over de gevolgen daarvan voor de oogsten die logischerwijs lager uitvallen. “Wheat production is down 15% since November, the biggest reduction in cropped areas since 2020. Oilseed rape is down 28%, the biggest reduction since the 1980s, and winter barley is down 22% at 355,000 hectares, the biggest reduction since 2020.”

De boeren in het VK luiden de noodklok over hun lagere inkomsten en gestegen kosten. In tweede instantie zullen ook de consumenten dit probleem op hun bordje krijgen. Producten waarin granen zitten worden al duurder en de prijs zal nog verder toenemen.

Klimaatcrisis

De manier waarop het minder voorspelbare en meer extreme weer de landbouw raakt, is één van de gevolgen van de klimaatcrisis. Zoals ik eerder schreef, wanneer één land wordt getroffen door extreem weer en lagere oogsten, dan kan dit worden opgevangen door import. Worden meer landen getroffen door lagere oogsten, dan wordt de spoeling al snel dun en stijgen de prijzen navenant. Mensen met een kleine beurs merken dit als eerste. In ontwikkelingslanden betekent dit voor velen dat er te weinig eten kan worden gekocht en dus honger.

Hoe meer duidelijkheid er is over die gevolgen, hoe meer burgers, ondernemers en politici bereid (hopelijk) zullen zijn maatregelen te nemen. Daarom is het ook zo belangrijk dat Britse boeren hier zo transparant over zijn. Het zou goed zijn als Nederlandse boeren ook zo open zouden zijn over de effecten op hun inkomen en op de voedselprijzen.

Boeren bezorgd over overvloedige regenval

Vanwege overvloedige regenval dreigt de oogst van aardappelen en suikerbieten verloren te gaan, in ieder geval in Groningen. Boeren zijn er bezorgd, in eerste instantie over hun inkomen.

Klimaatverandering beïnvloedt oogsten

De rest van Nederland zou ook bezorgd moeten zijn, want de KNMI-klimaatscenario’s liegen er niet om. De zomers worden heter, de winters natter, de vraag is alleen hoeveel heter en natter. Voor de boeren betekent dat steeds moeilijkere omstandigheden en dus vaker tegenvallers in de oogsten. Voor de rest van Nederland betekent dit krapper aanbod en dus stijgende prijzen. Voor de mensen met lage inkomens leidt dit tot extra problemen. Voor de armsten in arme landen betekent dit meer honger. Zo simpel is het.

Goede voornemens

Kunnen we er iets aan doen? Ja, we kunnen het probleem minder uit de hand laten lopen door onze uitstoot drastisch te verlagen. Daarmee draaien we de tijd niet terug maar zorgen we er wel voor dat de toekomst minder dramatisch wordt.

De tijd loopt weg, de druk op politiek en bedrijven moet oplopen. Daar kan iedereen een bijdrage aan leveren. Je weet al hoe je een nieuwe laptop moet kiezen, een nieuwe klant moet werven of een nieuwe vaardigheid moet leren? Dan kun je ook leren om je in te zetten voor een betere toekomst. Maak er een goed voornemen van 💚

Transitiepijn

Vorige week was een nogal ‘bijzondere’ week waarin de boeren het land vakkundig op stelten hebben gezet. De meeste politici en ook de politie wisten zich geen raad met deze vorm van transitiepijn.

Radeloosheid

De reactie van die politici weerspiegelt de radeloosheid in onze samenleving. We zijn verdeeld over het stikstofprobleem en over wat er aan te doen. Net als we verdeeld zijn over het klimaatprobleem en wat er aan te doen. En bijvoorbeeld over de groei van de luchtvaart.

De parallellen tussen deze vraagstukken zijn opvallend. In essentie gaat het steeds over de vraag of we willen toegeven dat we op een punt zijn gekomen dat we niet langer door kunnen gaan zoals we dat tot nu toe hebben gedaan. Dat we moeten stoppen met business as usual. Stoppen met de grenzen van het milieu op te rekken met steeds maar nieuwe ‘slimme’ regels die meer groei mogelijk maken. En daarmee ook meer uitputting van grondstoffen, meer milieuvervuiling en meer ontwrichting van het klimaat.

Transitiepijn

Voor iedereen die het wil zien is het duidelijk dat we moeten veranderen. Dat we toe moeten naar een meer duurzame manier van leven, consumeren en produceren. Een manier waarvan we nog niet weten hoe die er precies uit ziet.

Verandering kondigt zich aan. Er wordt ook steeds meer over gesproken en geschreven, maar heel concreet is het nog niet. En dat voelt voor velen ongemakkelijk. Het idee om minder te kunnen vliegen bijvoorbeeld voelt voor velen als een inbreuk op hun levensstijl. Een inbreuk die ze zich maar moeilijk kunnen of willen voorstellen.

Aan de producentenkant zien we weerstand bij onder meer de boeren, de olie- en gassector en de luchtvaartsector. Zij begrijpen heel goed dat hun huidige bedrijfsmodel zijn langste tijd heeft gehad. Maar zij willen ook tijd rekken omdat veranderen pijn doet en geld kost.

Op die manier neemt de transitiepijn voorlopig nog verder toe. Waarschijnlijk zal hij pas afnemen zodra de transitie echt vorm krijgt.

Wat doet de politiek?

Terwijl de urgentie om te handelen, de maatschappelijke spanningen en de transitiepijn verder oplopen, doen veel politici denken aan de bekende konijnen in de koplampen. Bevroren en angstig turen zij in een ongewisse toekomst en vragen zich af welke rol zij kunnen, nee moeten pakken. Sommigen pleiten hartstochtelijk voor meer tempo en voor de invoering van bepaalde oplossingen. Anderen staan vooral op de rem en zeggen dat het allemaal zo’n vaart niet zal lopen. Een derde groep hamert vooral op draagvlak en behoud van werkgelegenheid.

Je zou kunnen zeggen, de politiek is hiermee een perfecte afspiegeling van de samenleving. En dat is ergens ook weer geruststellend.

Zoeken naar leiderschap

Maar komen we op deze manier ook verder? Een terechte vraag, want voorlopig laat de politiek als geheel nog verrassend weinig leiderschap zien. Dit roept de vraag op waar het leiderschap om onze samenleving door de transitie heen te loodsen dan wèl zit.

Gelukkig wordt de transitie niet op één plek uitgevonden. Daar is het vraagstuk ook veel te complex en veelzijdig voor. Er vinden nu al op veel verschillende plekken veelbelovende initiatieven plaats. Maar de daaruit voortkomende kennis en ervaringen moeten wel slim gecombineerd en opgeschaald worden. En daar is leiderschap voor nodig. En daar hebben we de politiek en de overheid bij nodig.

Open en leergierige houding

Het wachten is nu op het moment dat politiek en overheid zich ten diepste realiseren dat een transitie noodzakelijk én urgent is. En dat zij dan open staan voor een zoektocht waarin niet belangen maar transitiedoelen leidend zijn.

En dat zij dan een open en leergierige houding aan de dag leggen gericht op het selecteren, opschalen en helpen implementeren van best practices. Een aanpak waarin ook de laatste wetenschappelijke inzichten een plek krijgen, en die wordt ondersteund met bewezen instrumenten als regelgeving, belasting, heffingen en subsidies. Zodat we ons voortvarend kunnen transformeren naar een fossielvrije, circulaire en sociaal rechtvaardige samenleving waarin natuur en biodiversiteit weer de plek krijgen die ze verdienen.

Druk vanuit de samenleving

Maar de politiek en de overheid zal niet zomaar uit zichzelf veranderen. Veranderen is immers moeizaam en pijnlijk, zowel voor mensen als voor organisaties en instituties. Aanmoediging om te veranderen is dan ook meer dan welkom.

Die aanmoediging bestaat uit druk vanuit de samenleving. Elk idee, elk gesprek, elke tweet helpt daarbij. En ook de klimaat- en boerendemonstraties van de afgelopen weken dragen hun steentje bij.

Laten we hopen dat de toenemende transitiepijn in onze samenleving zich snel vertaalt in overtuigende prikkels om te veranderen. En om leiderschap te tonen.