Onlangs kwam ik op voorheen Twitter een trefzekere cartoon van Patrick Chappatte tegen. Een gezinnetje is met de auto op vakantie en komt op een kruispunt. De bestemmingen zijn warming, floods en fires. Omkeren is niet toegestaan. De keuze bestaat dus uit 3 nare opties. (Vanwege het copyright kan ik de cartoon hier helaas niet tonen.) De cartoon was aanleiding om dit stuk over vakanties in tijden van de klimaatcrisis te schrijven.
Door de opwarming verandert onze planeet in hoog tempo in een onvriendelijker plek om te wonen en dus ook om vakantie te vieren. Hagel, hitte, bosbranden of overstromingen kunnen de vakantiepret flink drukken en voor flinke schade zorgen.
Daarom houdt inmiddels 38 procent van de Nederlanders bij de vakantieplannen rekening met extreem weer. “De meeste mensen doen dat door de bestemming aan te passen: ongeveer 20 procent. Anderen passen de vakantieperiode aan, boeken meer last-minute of letten extra op voorwaarden en verzekeringen bij het boeken.”
Dat het menens is blijkt ook uit het feit dat verzekeraars en de ANWB adviezen geven over hoe een vakantie met extreem weer door te komen. “Is er kans op een hagelstorm? Probeer je auto onder een viaduct of in een parkeergarage te parkeren. Kan dat niet, bescherm je auto dan tegen de hagelstorm door het dak, de ruiten en de lampen zo goed mogelijk af te dekken met lucht- en dekbedden, slaapzakken, caravankussens of wat je maar kunt vinden om eventuele schade te beperken. Doe dat ook bij je tent of caravan.”
So here we are. De klimaatcrisis heeft een steeds grotere impact, nota bene zelfs tijdens onze vakantie. Maar flexibel als we zijn, plooien we onze vakantie zo soepel mogelijk om de problemen heen. Zo lijkt de klimaatcrisis een kwestie van risico’s managen en kosten minimaliseren. Eigenlijk ook een soort van klimaatadaptatie. De valkuil is dat we wennen aan extremen en het omgaan ermee. Of het proberen te vermijden ervan. Terwijl de spreekwoordelijke badkraan open blijft staan, gaan we op vakantie naar die plekken die nog niet ondergelopen zijn. Totdat dit op een dag niet meer mogelijk is.
De afgelopen dagen stijgen de temperaturen op veel plaatsen naar recordhoogtes. Dichtbij huis zijn het vooral de landen rond de Middellandse Zee die met extreme hitte te kampen hebben. Temperaturen schommelen er rond de 40 graden Celsius en kunnen verder oplopen tot 45 graden, in de schaduw welteverstaan.
Hitte heeft impact op de gezondheid. Onlangs is berekend dat de hitte vorig jaar in Europa tot ruim 61.000 vroegtijdige sterfgevallen heeft geleid. De meeste hittedoden vielen in Italië, namelijk ruim 18.000
Wetenschappers waarschuwen al langer dat de landen rond de Middellandse Zee een hotspot van de klimaatverandering zijn. De ontwikkelingen van dit jaar illustreren dit, net als die van de afgelopen jaren trouwens. Het is een lange aaneenschakeling van hitte, droogte, bosbranden en overstromingen door hevige neerslag die de kurkdroge bodem niet kan binnendringen. In delen van Spanje ligt zelfs verwoestijning op de loer.
Nu al is duidelijk dat de droogte en hitte effect hebben op de landbouwproductie. Het is ook niet heel gewaagd om te voorspellen dat er een effect op de toeristenstromen zal zijn. Landbouw en toerisme zijn zoals bekend belangrijke inkomstenbronnen voor de landen rond de Middellandse Zee. En helaas is er geen enkele reden om aan te nemen dat de weersextremen minder worden. Zolang we de CO2-kraan niet dichtdraaien, gaat de opwarming immers onverminderd door.
Een (gitzwart) toekomstscenario
Maar wat betekent dit alles nu voor de toekomst van de landen rond de Middellandse Zee? In zijn boek Klimaatoorlogen heeft militair historicus Gwynne Dyer de gevolgen van klimaatverandering verwerkt in toekomstscenario’s. Daarbij heeft hij expliciet de link gelegd met de geopolitiek: hoe gaan landen met elkaar om en is dat vreedzaam of juist niet? Hij laat zien hoe klimaatverandering bestaande spanningen snel kan doen ontploffen en nieuwe conflicten kan doen ontstaan. Landen zullen er immers alles aan doen hun bevolking te beschermen tegen tekorten van voedsel, drinkwater en andere hulpbronnen. En naarmate die hulpbronnen door klimaatverandering schaarser worden, stijgt het conflictpotentieel exponentieel.
Zijn scenario voor Zuid-Europa ziet er als volgt uit. Door de klimaatverandering neemt overal in Europa de voedselproductie af, het meest in de landen rond de Middellandse Zee. Daarom wordt er binnen de EU een programma voor voedselhulp voor deze landen opgezet. Ondertussen worden Spanje, Italië en Griekenland met steeds meer klimaatvluchtelingen vanuit Noord-Afrika en het Midden-Oosten geconfronteerd. Daarom wordt het Verdrag van Schengen gewijzigd. De meer noordelijk gelegen lidstaten krijgen het recht opnieuw grenscontroles in te voeren om die vluchtelingen tegen te houden.
Op hun beurt trekken steeds meer Portugezen, Spanjaarden, Italianen en Grieken naar de meer noordelijk gelegen lidstaten. Daar is het klimaat leefbaarder dan in eigen land en zijn er meer hulpbronnen beschikbaar. Het vrije verkeer van personen binnen de EU maakt dat mogelijk. En dat terwijl die meer noordelijke landen steeds meer moeite hebben om genoeg voedsel te produceren om zichzelf te voeden. In het boek leven er in 2045 zo’n 4 miljoen migranten uit de zuidelijke landen in Nederland. Dat leidt tot praktische en culturele problemen.
“In december 2047, na een bijzonder slecht jaar en bij tijd en wijle zelfs rantsoenering, trokken de landen ten noorden van de bergen – Frankrijk, de Lage Landen, Duitsland, Hongarije, de Tsjechische Republiek, Slowakije, Polen en de Scandinavische landen – zich terug uit de Europese Unie en stichtten in plaats daarvan de Noordelijke Unie. De voedselhulp aan de landen van de Middellandse Zee en de Balkan werd stopgezet en de zuidgrenzen van de Noordelijke Unie hadden al snel wat weg van het oude IJzeren Gordijn. Behalve dan natuurlijk dat deze grens bedoeld was om mensen buiten in plaats van binnen te houden.”
Epiloog
Wat er vervolgens in de van voedsel afgesneden landen rond de Middellandse Zee gebeurt, mag de lezer zelf bedenken. Los daarvan is het al behoorlijk ontluisterend om te lezen hoe landen in dit scenario hun toevlucht nemen tot beleid dat rechtstreeks uit de middeleeuwen lijkt te zijn gekopieerd. Maar is het scenario daardoor minder plausibel?
Het is een groot verschil of er sprake is van voedseloverschotten of voedselkrapte en dat geldt ook voor drinkwater. De risico’s die klimaatverandering opwerpt voor de voedselzekerheid lijken sowieso groter dan gedacht. En verder zien we nu al hoe de EU zich steeds meer inspanningen getroost om vluchtelingen buiten de deur te houden. Inspanningen waarbij organisaties die opkomen voor de mensenrechten steeds grotere vraagtekens zetten.
We weten niet hoe het verder gaat met de landen rond de Middellandse Zee en of het scenario werkelijkheid wordt. Maar de toekomst voorspellen is ook niet het doel van scenario’s. Het doel is juist om mogelijke toekomsten te verkennen en van daaruit in het heden slimmer te handelen. De lezer kan voor zichzelf bepalen hoe slimmer handelen er in dit verband uitziet.