Enorm draagvlak voor klimaatactie

Uit onderzoeken blijkt steevast dat zo’n driekwart van de Nederlanders zich zorgen maakt over het klimaat. Eenzelfde percentage wil ook dat er meer klimaatactie komt. Uit een nieuw onderzoek komt naar voren dat op wereldschaal het draagvlak nog groter is.

Dat blijkt namelijk uit een nieuw onderzoek van UNDP, de ontwikkelingsorganisatie van de VN. Voor dit onderzoek zijn meer dan 73.000 mensen in 77 landen bevraagd. Samen zijn zij representatief voor 87 procent van de wereldbevolking.

De resultaten zijn een steun in de rug voor sterk klimaatbeleid. Wereldwijd is 80 procent daar voorstander van. Meer mensen nog, namelijk 86 procent, vinden dat landen hierin beter moeten samenwerken. Zoals UNDP ook constateert, dat is opvallend gezien de wereldwijde tendens van internationale conflicten en versterkt nationalisme. Blijkbaar beschikken wereldburgers over een stuk meer wijsheid dan hun leiders.

Klimaat: Nederlanders hebben wel zorgen maar willen niet veranderen

In april 2024 publiceerde het SCP een interessant onderzoek over de houding van Nederlanders mbt klimaatverandering en duurzaam gedrag. Hier de conclusies (citaten uit het nieuwsbericht).


1. Driekwart van de Nederlanders is bezorgd over het klimaat en vindt dat er actie moet worden ondernomen om klimaatverandering tegen te gaan.
2. Toch voelt slechts één op de twee Nederlanders zich persoonlijk verantwoordelijk en leiden klimaatzorgen nauwelijks tot duurzamer gedrag.
3. Vooral mensen meteen hbo- of wo-opleiding en een relatief hoog inkomen zijn erg bezorgd over het klimaat, maar dat uit zich nauwelijks in meer duurzaam gedrag. Voor veel mensen met een praktische opleiding en een relatief laag inkomen geldt het tegenovergestelde. Zij gedragen zich significant duurzamer dan de gemiddelde Nederlander, terwijl zij de urgentie van het klimaatprobleem juist minder onderschrijven.
4. Nederlanders zijn in een meerderheid van de situaties (54%) niet bereid hun leefstijl aan te passen, ondanks hun zorgen om het klimaat, de dreiging van natuurrampen en de oproep van de overheid en de wetenschap voor duurzamer gedrag. Als mensen al bereid zijn tot verandering dan is dat vooral als duurzaam gedrag goedkoper is dan niet-duurzaam gedrag. Hun overwegingen zijn dus vooral financieel gedreven. Klimaatbeleid gericht op het financieel belasten van niet-duurzaam gedrag lijkt dan ook effectief.

Onvrede

5. Ondanks het groeiende klimaatbesef sinds 2019 is de onvrede over de aandacht voor klimaat bij een substantiële groep Nederlanders toegenomen (45%). Zij vinden vooral dat er urgentere problemen zijn die aangepakt moeten worden, zoals asiel en migratie, structurele ongelijkheid en de houdbaarheid van de zorg. Daarnaast hebben zij het gevoel dat een kleine groep mensen klimaatmaatregelen aan de rest wil opleggen en zijn zij bang dat zij nergens meer van mogen genieten.
6. Verder vinden de meeste Nederlanders dat de kosten van klimaatbeleid niet eerlijk verdeeld worden tussen arme en rijke Nederlanders (61%) en tussen burgers en bedrijven (70%). Rechtvaardig klimaatbeleid zou volgens Nederlanders gebaseerd moeten worden op het principe dat de grootste vervuilers het meest betalen en dat mensen met meer inkomen meer bijdragen dan mensen met een smalle beurs.

Aanbevelingen

7. Financiële prikkels en rechtvaardig beleid kunnen ervoor zorgen dat klimaatbeleid effectiever is en mensen hun gedrag aanpassen. Daarnaast blijkt uit het onderzoek dat mensen pas gaan bewegen als anderen dat ook doen. Het kan dus helpen als mensen uit dezelfde sociale groep duurzamer voorbeeldgedrag vertonen. Tot slot kan het helpen als mensen met elkaar in gesprek gaan over de achterliggende overtuigingen van hun houding en gedrag ten aanzien van het klimaat en wat er nodig is om tot duurzamer gedrag te komen.

Conclusies

Welke conclusies kunnen we hier uit trekken? Om te beginnen dat er weinig veranderingsbereidheid in de samenleving lijkt te zijn. Mensen maken zich zorgen, maar willen niet of nauwelijks veranderen. Als ze al willen veranderen dan alleen of vooral als dat geld oplevert. En hoogopgeleiden, waarvan je zou verwachten dat ze het best kunnen doorgronden wat er aan de hand is, laten het massaal afweten. Eigenlijk precies zoals je het in een samenleving met neoliberale stempel kunt verwachten. Verder vindt iets minder dan de helft van de Nederlanders dat er teveel (!) aandacht is voor klimaatbeleid. En er is veel onvrede over de kostenverdeling tussen arm en rijk en tussen burgers en bedrijven.

Dat laatste biedt dan wel weer meteen goede aanknopingspunten voor overheidsbeleid. Dat geldt ook voor het inzetten op voorbeeldgedrag en dialoog. En met passie en overtuiging de noodzaak van klimaatbeleid uitdragen natuurlijk. De grote vraag is of het nieuwe kabinet daar mee aan de slag gaat.

Uitvoering van klimaatbeleid kan beter

De Raad voor het Openbaar Bestuur heeft een advies uitgebracht over de uitvoering van het klimaat- en energiebeleid van gemeenten, provincies en waterschappen. Conclusie is dat de Rijksoverheid hen steeds meer taken geeft maar niet het benodigde geld meelevert. Daardoor komt de uitvoering van het beleid in de knel. Ook is er (te) weinig zicht op de voortgang van het beleid. Allemaal niet echt verrassend voor de kenners maar wel een ernstige conclusie. Er is immers haast geboden met het terugdringen van de uitstoot van broeikasgassen en met het aanpassen aan extremer weer (zoals hitte en overstromingen).

Citaten

“Gemeenten, provincies en waterschappen voeren een groot deel van het klimaat- en energiebeleid uit. Hierbij gaat het bijvoorbeeld om het maken van plannen om woningen te verduurzamen of het plaatsen van windmolenparken en zonneweides.”

“Op dit moment is er voor sommige belangrijke taken nog weinig inzicht over hoe ver gemeenten, provincies en waterschappen zijn met hun plannen en de uitvoering daarvan. Niet alle decentrale overheden verzamelen dezelfde soort data, en de data wordt ook niet centraal verzameld. Zo is onduidelijk op welk doel gemeenten, provincies en waterschappen op schema zitten, en welke doelen achterblijven. Het ontbreekt de Rijksoverheid daarbij op vrijwel alle doelen aan een ‘stok achter de deur’: ze kan niet ingrijpen als de inspanningen van gemeenten, provincies en waterschappen achterblijven op een bepaalde taak.”

“Niet alleen is het van belang dat decentrale overheden voldoende middelen ontvangen om deze kosten te kunnen dekken, ook hebben gemeenten en provincies zekerheid nodig over wanneer zij welk bedrag ontvangen. Anders kunnen zij moeilijk grote investeringen doen die lang op de begroting drukken of het benodigde personeel (vast) in dienst nemen.”

De ondraaglijke vrijblijvendheid van de slotverklaring COP28

Nog even over de slotverklaring van de klimaattop COP28. Wat moeten we daar nou van vinden?

NRC zegt er het volgende over: “De wereld moet „op een rechtvaardige, ordelijke en billijke manier afstand nemen (transitioning away) van fossiele brandstoffen in energiesystemen”. Dat is de toverformule waarmee Sultan Al-Jaber, voorzitter van de klimaattop in Dubai, erin is geslaagd om de ambities van Europa en het verzet van de olieproducerende landen bij elkaar te brengen in een slotverklaring. Het doel is om „in dit kritieke decennium acties te versnellen, om rond 2050 netto-nul emissies te bereiken, in overeenstemming met de wetenschap”.”

Voorgeschiedenis

Als we de voorgeschiedenis van decennia klimaatbeleid, het Verdrag van Parijs en waar we nu staan even vergeten, zou je een moment lang kunnen denken: nou nou, dat klinkt echt wel serieus en daadkrachtig. Zodra we echter de pauzetoets loslaten, wordt onmiddellijk duidelijk dat ook deze slotverklaring perfect past in een serie van verbijsterend vrijblijvende klimaatafspraken. Afspraken die mooi klinken maar waar landen en ondernemingen niet aan gebonden zijn.

Neem de kern van het Verdrag van Parijs. Het doel is de opwarming van de aarde te beperken tot anderhalve graad, maar alles tot 2 graden is ook oké. Er is ook geen bindende afspraak over hoe het resterende CO2-budget wordt verdeeld. Wie nog hoeveel mag uitstoten is dus niet vastgelegd. Maar hoe kun je dan sturen op een goede afloop? Antwoord: dat kan op deze manier dus ook niet. We zijn compleet overgeleverd aan de goede wil van betrokken regeringen, CEO’s en aandeelhouders. En deze spelers staan niet op het zich. Burgers en consumenten moeten het klimaatbeleid ondersteunen. Nu dat beleid echt pijn gaat doen, is het de vraag of burgers en consumenten daartoe bereid zijn. De uitkomst van de verkiezingen in Nederland geven wat dat betreft weinig reden tot hoop.

Ondraaglijke vrijblijvendheid

Nu wordt er dus gesteld dat “rond 2050 netto-nul emissies” bereikt moet worden. Dat laat veel ruimte tot fantasieprojecten op CO2 af te vangen op te slaan zodat je verder fossiele brandstoffen kunt verbranden. En het laat ruimte voor CO2-compensatieprojecten zoals het planten van bomen om CO2 vast te leggen. Beide routes zijn tot nu toe weinig succesvol. Er bestaat nog geen CO2-opvang op noemenswaardige schaal en compensatiebossen branden op grote schaal af. Daarnaast wordt er gefraudeerd met de certificaten.

Zand in de ogen

Eurocommissaris Wopke Hoekstra “sprak van „een dag van dankbaarheid” omdat de maximale opwarming van 1,5 graden Celsius nog steeds binnen bereik is gebleven.” Feit is dat de kans om onder de 1,5 graden te blijven onrealistisch klein is. Dat een Eurocommissaris dat zegt, geeft aan dat hij zand in de ogen heeft. Of zijn achterban zand in de ogen wil strooien. Alles komt goed, gaat u lekker door met consumeren. Eerder schreef ik hier een blog over.

Klimaattoppen zinloos?

Moeten we dan maar de conclusie trekken dat klimaattoppen zinloos zijn? Dat ook weer niet. Zoals de optimisten ook eindeloos uitventen: naar de toekomst toe is de opwarming mede door alle afspraken en beloften al flink teruggedrongen. “Zonder mondiale klimaatactie zou de wereld nu op weg zijn naar een opwarming van minimaal 4 graden Celsius aan het einde van de eeuw. Met het beleid dat nu gepland staat is dat teruggebracht tot iets minder dan 3 graden.” Absoluut een verbetering, maar of de beloften worden waargemaakt, moeten we nog wel even afwachten. Ondertussen verloopt de opwarming sneller dan door de klimaatmodellen verwacht. En moeten we maar hopen dat de tipping-points niet eerder tippen. Het is wachten op het moment dat aliens of superintelligente AI ons komen redden.

De anderhalve graad is dood

“De anderhalve graad is dood.” Dat schrijft NRC deze week in een vooruitblik naar een nieuwe klimaatrapport van het IPCC dat binnenkort verschijnt.

De nog enigszins veilig geachte grens van de opwarming van de aarde ligt daarmee buiten bereik. Overigens is op het noordelijk halfrond de anderhalve graad al lang bereikt en is Nederland zelfs nog harder opgewarmd. Maar dit gaat over de gemiddelde temperatuur op de hele aarde, inclusief de oceanen die megaveel warmte hebben opgenomen. En die gemiddelde temperatuur stijgt dus door, mede omdat de emissies van broeikasgassen ook nog doorstijgen.

Dit bericht zal voor velen een schok zijn (hoop ik althans). Voor deskundigen en iedereen die zich er ook maar een beetje in heeft verdiept is dit totaal geen verrassing. Twee jaar geleden schreef ik al dat Nederland zichzelf matste met zijn Klimaatwet, dat daarmee het anderhalve graden doel te niet gehaald kan worden.

Het tragische is dat veel activisten, politici en ook een enkele journalist dit ook al wisten, maar bleven suggereren dat het anderhalve graden doel nog binnen bereik lag. De redenering was dat wanneer duidelijk zou worden dat anderhalve graad niet meer haalbaar was, alle remmen los zouden gaan richting de twee graden.

Zelf dacht ik altijd dat burgers recht hadden op de waarheid? Op deze manier is mensen het recht op angst, verontwaardiging en actie ontnomen. Maar goed, de harde waarheid ligt nu met enige vertraging alsnog op straat. De vraag is wat ‘we’ ermee gaan doen. Gezellig doorkneuteren richting de apocalypse of de beuk in het klimaatbeleid?

Highway to climate hell

“We are on a highway to climate hell, with our foot still on the accelerator.” Een sterke metafoor, en zo’n beetje de sterkst mogelijke waarschuwing die de Secretaris-Generaal van De Verenigde Naties kan uitspreken. Hij deed dit bij aanvang van de klimaatconferentie COP27.

Het valt nog te bezien of zijn waarschuwing effect sorteert. Ik heb er helaas een hard hoofd in: de track record van regeringsleiders is wat dit betreft niet best. De afronding van de conferentie staat gepland op 18 november, dus binnenkort weten we meer.

Regeerakkoord ronduit misleidend over 1,5 gradendoel

Nieuwe coalitie maakt het zichzelf niet echt moeilijk op het klimaatdossier

Op 15 december presenteerden VVD, D66, CDA en CU hun regeerakkoord. Ook vanwege alle aandacht voor Omikron en de feestdagen is het goed om daar nog eens uitgebreid bij stil te staan. Dit stuk gaat over de vraag: wat spreekt de nieuwe coalitie af over de aanpak van de klimaatcrisis? Waar gaan Rob Jetten en zijn collega’s de komende 3 jaren mee aan de slag?

Intermezzo

Overigens vind ik ‘klimaatcrisis’ een steeds minder toepasselijke term. Een crisis is immers meestal een tijdelijk iets en na een crisis keer je met een beetje geluk terug naar een normale toestand. Dat is bij de klimaatcrisis helaas niet het geval en daar zijn drie redenen voor. Om te beginnen zijn we er nog mijlenver van verwijderd om de uitstoot van broeikasgassen terug te brengen naar nul. Bovendien zal de opwarming ook daarna nog een tijdje doorijlen vanwege de reeds in de atmosfeer aanwezige broeikasgassen. En tot slot blijven daarmee ook de negatieve effecten zoals schade door weersextremen progressief toenemen. We hebben dus te maken met een decennia durende, escalerende crisis zonder terugkeer naar een ‘normaal’. ‘Voortgaande klimaatontwrichting’ doet daarom wellicht meer recht aan wat er speelt. Andere suggesties zijn welkom.

Aangescherpt klimaatdoel voor 2030

Goed, terug naar het regeerakkoord. Daarin staat net als in de Klimaatwet dat Nederland uiterlijk in 2050 klimaatneutraal wil zijn. Het tussendoel voor 2030 is aangescherpt van 49 naar 55 procent reductie van CO2 (ten opzichte van 1990, neem ik aan). Om er zeker van te zijn dat die 55 procent ook echt wordt gehaald, wordt er gemikt op een reductie van 60 procent in 2030. De aanscherping naar 55 procent was overigens onvermijdelijk omdat deze eerder al in Brussel was besloten.

Goed om te zien is verder dat er nu ook tussendoelen voor 2035 (min 70 procent) en 2040 (min 80 procent) zijn. Dat is winst, want tussendoelen geven richting en houden de druk op de ketel. Wat dat betreft zou je ook een tussendoel voor 2025 verwachten, maar dat ontbreekt helaas.

Een beetje jammer is ook dat Nederland ‘koploper in Europa’ wil worden bij het tegengaan van de opwarming van de aarde. Gezien de track record van de drie kabinetten Rutte op klimaatgebied –  denk bijvoorbeeld aan de plaats van Nederland op de Europese ranglijst voor duurzame energie en aan het drama rond het Urgendavonnis – een nogal bevreemdende ambitie.  Nu.nl heeft al uitgezocht dat Nederland met deze doelen alvast geen koploper gaat worden als het om de uitstoot per hoofd van de bevolking gaat. Dus tja.

Misleidend over 1,5 gradendoel

Heel jammer – en dat is een understatement – is dat met deze doelen de maximaal 1,5 graden opwarming uit het Verdrag van Parijs niet wordt gehaald. Dat zit zo. Bij een opwarming met maximaal 1,5 graden hoort een maximale hoeveelheid CO2 die de mensheid nog mag uitstoten. Dit koolstofbudget is met de huidige uitstoot binnen 10 jaar verbruikt, en als we snel beginnen met het reduceren van de uitstoot kunnen we er een paar jaar langer mee doen. Hoe dan ook, duidelijk is dat klimaatneutraliteit in 2050 veel te laat is voor het 1,5 gradendoel. Waarschijnlijk wel 10 tot 15 jaar te laat. Eerder schreef ik al dat Nederland zichzelf matste met zijn klimaatwet.

De nieuwe coalitie schrijft dus de klimaatdoelstelling van maximaal 1,5 graad van het Klimaatakkoord van Parijs na te streven, maar heeft een klimaatdoel dat daarmee totaal niet in overeenstemming is. Dan zijn er eigenlijk maar 2 opties: of de coalitiepartners snappen het niet, of ze misleiden de goegemeente. Dat is een harde conclusie, maar het gaat hier dan ook niet echt om een detail.

Veel aandacht voor de uitvoering

Positief is dan weer dat er duidelijk is nagedacht over de uitvoering van de plannen. Zo komt er een nieuwe minister voor klimaat en energie. Ook wil het Rijk zijn eigen uitvoeringskracht en die van de medeoverheden versterken. Er komt een onafhankelijke wetenschappelijke adviesraad (zoals in het Verenigd Koninkrijk) die het beleid beoordeelt en erover adviseert. Met een  ‘generatietoets’ wil de coalitie beleid toetsen op een ‘brede welvaartsbenadering’. Het zou een manier kunnen zijn om de gevolgen voor de toekomst meer bij het huidige beleid te betrekken. Ook wil de coalitie burgers meer bij het klimaatbeleid betrekken. De vraag bij dit alles is natuurlijk hoe deze voornemens in de praktijk gaan uitwerken.  

Interessant is ook dat de coalitie signaleert dat de uitvoering van de voornemens belemmerd kan worden door het gebrek aan vakmensen. En dat ze daar actie op wil ondernemen.

Niet onbelangrijk is verder dat er een smak geld klaargezet wordt. Er komt een klimaat- en transitiefonds van €35 miljard voor de komende 10 jaar. Al met al lijkt dit toch op een voorzichtige trendbreuk in het denken en doen over de voortgaande klimaatontwrichting.

The devil zit in de uitwerking

Maar ook voornemens die goed klinken moeten eerst nog wel worden uitgewerkt. En zoals bekend kost uitwerking tijd, en als het onderwerp ook maar een beetje politiek gevoelig is: véél tijd.

Neem bijvoorbeeld het plan om een Nationaal Isolatieprogramma op te zetten. Daarvoor moet het Manifest Nationaal Isolatieprogramma van o.a. CDA, ChristenUnie en GroenLinks als basis dienen. Alleen zijn de uitgangspunten van dat manifest zo weinig concreet dat het nog een hele kluif wordt om daar een programma op te baseren. Er lopen zo veel lijnen en lijntjes door het manifest dat de vraag is wie er nu echt voor resultaten gaat zorgen. Een andere vraag is hoe je huishoudens met een laag- en middeninkomen daadwerkelijk aan het isoleren krijgt. Het zijn vragen waar je – ook politiek gezien – hele heikele discussies over kunt krijgen. Eerder pleitte ik voor de oprichting van een Rijksisolatiebedrijf, of desgewenst provinciale of regionale isolatiebedrijven. De taak van zo’n bedrijf zou vijfledig kunnen zijn: het doen van een isolatieaanbod, het doen van een financieringsvoorstel, het zorg dragen voor de uitvoering, het garanderen van de kwaliteit en het zorg dragen voor het opleiden van een groot aantal nieuwe vakmensen. 

Ook de systematiek voor rekeningrijden wil de nieuwe coalitie (opnieuw, alweer) laten uitwerken. En ook bij de luchtvaart is er werk aan de winkel. Denk aan de hoogte van de vliegticketbelasting en wat er met Lelystad Airport moet gebeuren. En ook in deze kabinetsperiode moet er weer een ‘integrale oplossing’ worden uitgewerkt om zowel de hubfunctie van Schiphol veilig te stellen als de overlast voor de omgeving te verminderen. Een heuse evergreen. Krimp van de luchtvaart als logische optie om luchtvervuiling, geluidhinder, stankoverlast en klimaatschade te verminderen wordt juist helemaal niet genoemd.

En dan zijn er nog de missers

Serieuze missers staan er ook in het regeerakkoord. Denk bijvoorbeeld aan de productie van synthetische kerosine waar enorme hoeveelheden groene stroom voor nodig zijn. Schaarse groene stroom die ook voor o.a. warmtepompen, datacenters en de productie van groene waterstof nodig is. En dat allemaal om het maar niet over krimp van de luchtvaart te hoeven hebben.

Die enorme vraag naar elektriciteit is wellicht de reden waarom de coalitie voorbereidingen wil treffen voor de bouw van twee kerncentrales. Alleen al die voorbereiding mag maar liefst vijf miljard kosten. Een hoop geld voor een mission impossible. Want hoe kan Nederland zorgen voor een veilige opslag van kernafval? Waar bergen we het spul duizenden jaren veilig op? Om nog maar te zwijgen over het vinden van veilige locaties voor de reactoren zelf. Want gezien de behoefte aan koelwater en de toenemende frequentie van het droogvallen van rivieren zal aan de kust gebouwd moeten worden. Maar rekening houdend met de zeespiegelstijging in het algemeen en het dramatische nieuws rond de Thwaitesgletsjer in het bijzonder zal dat een peperdure operatie worden. En dan is er ook nog het aspect van draagvlak onder de omwonenden. Het PBL zet alvast vraagtekens bij het voornemen om twee kerncentrales te bouwen, evenals bij de haalbaarheid van een reductie van de uitstoot met 60 procent in 2030.

Of neem de volgende passage: “We onderzoeken de mogelijkheden om financiële prikkels voor fossiele brandstoffen af te bouwen om vervolgens de financiële stimulering voor deze brandstoffen waar mogelijk te beëindigen. We doen dit zoveel mogelijk met andere landen, met het oog op ons vestigingsklimaat.” Meer onderzoek dus, alsof er niet al jaren wordt gesproken over de miljarden subsidie waarmee Nederland de fossiele brandstoffen kunstmatig goedkoop houdt. De coalitie laat hier zomaar een quick win liggen.

Samenvattend

Alles afwegend is mijn indruk van het regeerakkoord waar het de aanpak van de klimaatonwrichting betreft niet zo positief. Het akkoord is ronduit misleidend over de haalbaarheid van het 1,5 gradendoel. Daar staat tegenover dat er (aangescherpte) tussendoelen zijn geformuleerd voor 2030, 2035 en 2040. En dat er veel geld klaar wordt gezet en er veel aandacht is voor de uitvoering. Maar er moet wel nog ontzettend veel worden uitgewerkt voordat er flink minder CO2 de lucht in gaat. En helaas zijn er ook kapitale missers zoals de keuze voor kerncentrales en synthetische kerosine.

Al met al biedt dit geen regeerakkoord ondanks de aangescherpte tussendoelen niet de aanpak die je zou verwachten gezien de problematiek van de klimaatontwrichting. De coalitie had duidelijk geen zin om het zichzelf moeilijk te maken op het klimaatdossier. Zo vrijwaart zij zichzelf van een tussendoel in 2025, bereidt zij ingrijpende voornemens alleen nog maar voor en schuift zij de echte pijn nog even vooruit. De nood is nog niet hoog genoeg.

Deze analyse verscheen op Joop.nl op 8 januari 2022

Minder gevoel en meer ratio, graag

Deze keer geen inhoud van mijzelf maar een opinie die ik echt geweldig vindt omdat hij zó ráák is.

In de Volkskrant constateert Roos Vonk dat het steeds normaler wordt om te ‘luisteren naar je gevoel’ en daar vervolgens ook aan toe te geven. Dat klinkt symphatiek, maar leidt er defacto toe dat we onze oerinstincten ruim baan geven en dat we ‘gewoon’ doen waar we nu zin in hebben. Dat leidt vervolgens weer tot meer verruwing van de maatschappij, meer ruimte voor populisme en dat weerhoudt ons er ook van om doortastend klimaatbeleid te voeren.

En dat terwijl we als mens bij uitstek over de tools beschikken om emoties af te wegen tegen argumenten en om de korte termijn af te wegen tegen de lange termijn.

Het is nog niet te laat. Met zijn allen kunnen we het tij keren. Om te beginnen met het lezen van dit stuk.

Het nieuwe regeerakkoord: is het glas halfvol, of halfleeg?

Zeven maanden na de verkiezingen was het afgelopen week zover. Daar was het dan: het nieuwe regeerakkoord! En dat roept natuurlijk de vraag op wat ‘we’ er nou van vinden. In deze bijdrage zet ik mijn gedachten daarover op een rijtje, in het bijzonder op het gebied van het klimaat.

‘Groenste regeerakkoord ooit’

Eerst maar eens met een positieve bril naar het akkoord kijken. Volgens de partijen die deelnemen aan de coalitie is dit het groenste regeerakkoord ooit. En inderdaad, er staan een hoop goede duurzame doelen, voornemens en maatregelen in. Ik noem er enkele:

  • 49% minder CO2 in 2030 (ten opzichte van 1990)
  • alle kolencentrales gaan dicht (uiterlijk 2030)
  • meer wind op zee
  • de aansluitplicht op het aardgasnet wordt voor nieuwbouwwoningen afgeschaft
  • er komt een impuls voor het van het gas afhalen van bestaande woningen
  • in 2030 rijden er alleen nog emissieloze auto’s.

Dat zijn zonder meer belangrijke stappen die de transitie naar een koolstofarme economie vooruit helpen. Het is ook een duidelijke boodschap voor bewoners en bedrijven: hou er maar rekening mee, de energietransitie komt er nu echt aan. En ik moet toegeven, met VVD en CDA aan tafel had ik op (veel) minder gerekend.

Tea Mäkipää & Halldór Úlfarsson, Atlantis, Museum Schloss Moyland
Tea Mäkipää & Halldór Úlfarsson, Atlantis, Museum Schloss Moyland

Maar een regeerakkoord is nog geen realiteit

Daarmee is nog niet alles gezegd. Want doelen, voornemens en maatregelen in een regeerakkoord moeten eerst nog worden omgezet in beleid. Of moeten in Europees verband worden afgesproken. En daarna worden uitgevoerd. Dan zal blijken hoe groot de maatschappelijke weerstand zal zijn, evenals de politieke weerstand, ook van partijen als de VVD en het CDA.

Het regeerakkoord biedt dus legio kansen voor uitstel of afstel. Daar komt bij dat de grote klimaatklappers vrijwel allemaal voorzien zijn in de jaren na deze kabinetsperiode. Nu kun je redeneren dat dat logisch is. Een energietransitie regel je nou eenmaal niet binnen vier jaar. Maar je kunt de komende vier jaar wel gebruiken om in beleid en wetten de basis ervoor te leggen. Positief is dat dit ook precies is wat het nieuwe kabinet lijkt te willen gaan doen.

Bovendien: het regeerakkoord is niet duurzaam genoeg

Maar je kunt het akkoord ook op een andere manier bekijken. Niet vanuit de invalshoek van politiek realisme van wat er aan de onderhandelingstafel mogelijk was, maar vanuit de invalshoek van de harde noodzaak. Concreet: wat moet er gebeuren om de opwarming van de aarde onder de 1,5 graden te houden?

Wanneer je het akkoord op die manier tegen het licht houdt, moet je constateren dat het niet genoeg is. Zelfs op papier niet, nog los van alle concretisering en uitvoering die nog moet plaatsvinden.

Jelmer Mommers, de klimaatjournalist van De Correspondent verwoordt het in zijn analyse van het regeerakkoord als volgt:

Rutte III wil dat de CO2-uitstoot in 2030 – over 13 jaar – 49 procent lager ligt dan in 1990. Dat is ambitieus. Maar het probleem is dat je het doel van Parijs – maximaal 2 graden Celsius opwarming, streven naar 1,5 – hiermee niet haalt. Voor 2 graden is volgens het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) een reductie van 55 procent in 2030 nodig. En om uit te komen op 1,5 graad is een reductie van 60 procent noodzakelijk. Daar komt Nederland zo bij lange na niet.

Verder gokt het nieuwe kabinet op het onder de grond stoppen van CO2

En dan hebben we het nog niet gehad over de dure en onzekere maatregel om CO2 af te vangen en op te slaan. Begrijp me niet verkeerd, ik denk dat we zeker met deze maatregel aan de slag moeten gaan. Ik denk dat we niet de luxe hebben om te roepen dat je hiermee de fossiele industrie uitstel geeft. Ik denk dat we niet zonder het opbergen van CO2 kunnen, willen we het klimaat nog een beetje leefbaar houden. Maar dat we ondertussen alles in het werk stellen om de uitstoot zo snel mogelijk tot 0 terug te dringen.

Het probleem met de maatregel in het regeerakkoord is de enorme omvang van de reductie (18 Megaton) die het kabinet op deze manier wil bereiken in 2030. En dat terwijl tot op heden nog helemaal geen CO2 op deze manier in ons land is opgeslagen. Daarmee neemt het kabinet een enorme gok en wordt het behalen van de reductie van 49% in 2030 bij voorbaat hoogst onzeker. En die reductie was al te weinig om de 2 graden doelstelling te halen.

Conclusie: meer zit er dus niet in, voor nu?

De vraag is nu wat te doen met deze inzichten. Mijn conclusie is dat we geen genoegen kunnen nemen met een conclusie ‘meer zat er dus deze keer niet in’. Ik geloof meteen dat het met partijen als VVD en CDA aan tafel lastig onderhandelen is op het gebied van klimaat. Maar het gaat hier wel om de toekomst van onze planeet. Hoe kunnen we nou andere landen aanspreken op hun verplichting om hun CO2-uitstoot terug te brengen als wij als rijk land al niet doen wat nodig is? En dat terwijl ons land met zijn ligging onder zeeniveau ook nog eens een extra groot belang heeft bij het zo veel mogelijk beperken van de klimaatverandering en daarmee ook de zeespiegelstijging?

Nee, het valt niet te accepteren dat we 4 jaar lang aan deze afspraken zijn geketend. Ook al gaan de doelen, voornemens en maatregelen verder dan alles wat eerder is vastgelegd, het is gewoon onvoldoende. Het gekozen motto ‘Vertrouwen in de toekomst’ levert in dat perspectief zelfs een beetje cynische bijsmaak op.

Ik vrees dat de kans klein is dat de vier partijen het regeerakkoord openbreken en dit moeilijk bevochten compromis aanscherpen. Maar politiek realisme kan en mag niet voorkomen dat het denken stopt. Het is te hopen dat mede door dit regeerakkoord snel veel meer mensen zich bewust worden van de overlevingsstrijd waar we in terecht zijn gekomen. En dat ze besluiten er zelf naar te handelen, en de politiek met hun bezorgdheid onder druk te zetten. Het wordt een spannende tijd, met een keiharde strijd. Maar de inzet is dan ook hoog, voor ons als mensheid. Hoger kan niet.

 

Het nieuwe regeerakkoord kunt u hier downloaden.

 

Geef Rotterdam Airport niet meer ruimte om te groeien

De toekomst van Rotterdam Airport

De Provinciale Staten van Zuid-Holland beraden zich momenteel over een conceptadvies aan de minister van Infrastructuur en Milieu. Onderwerp is de toekomst van Rotterdam The Hague Airport. In dat conceptadvies staat dat het goed zou zijn om het maatschappelijk helikopterverkeer – politie- en reddingshelikopter – te verplaatsen. Op die manier komt er ‘geluidsruimte’ vrij zodat de luchthaven extra passagiersvluchten kan gaan uitvoeren. Men hoopt en verwacht dat dit goed is voor de economie van de regio.

In het hele traject is – terecht – veel aandacht voor geluidsoverlast voor omwonenden, maar praktisch geen aandacht voor het klimaat. Dat is in deze tijd echt niet langer acceptabel. Meer vluchten betekenen immers meer uitstoot van CO2. Reden dus om in actie te komen.

Vliegen boven Holland
Vliegen boven Holland

Hoorzitting en inspreektekst

Vandaag had de Commissie Verkeer en Milieu een hoorzitting over de kwestie georganiseerd. Heel toepasselijk op Rotterdam The Hague Airport (RTHA) zelf. Hierna volgt de tekst zoals ik die tijdens de hoorzitting heb uitgesproken (voor dit blog voorzien van tussenkopjes). Ik hoop van harte dat de dames en heren politici er iets mee doen.

Introductie

Geachte voorzitter, geachte leden van de commissie,

Dank voor de gelegenheid hier te kunnen inspreken.

Mijn naam is Tobias Dander en ik woon in Den Haag, en ik ben hier als burger.

Ik kom hier niet inspreken omdat ik persoonlijk overlast ervaar door Rotterdam The Hague Airport. Niet nu en naar verwachting ook niet als het advies door de minister zou worden overgenomen.

En het is ook niet zo dat ik denk dat het conceptadvies onlogisch in elkaar zit. Als je vindt dat het aantal vliegtuigbewegingen op de luchthaven moet kunnen groeien binnen de huidige geluidsruimte, dan ligt uitplaatsing van het maatschappelijk helikopterverkeer voor de hand.

Niet meer van deze tijd

Ik kom hier inspreken omdat ik vind dat dit voorstel niet meer in deze tijd past.

Het is typisch een voorstel uit een tijd waarin we plannen en beleid maakten alsof klimaatverandering niet bestaat.

Maar de tijden zijn veranderd. Zeker na het verdrag van Parijs weten we dat we toe moeten naar nul uitstoot van CO2 en andere broeikasgassen. En dat dat een enorme opgave is.

Er is berekend dat om de temperatuurstijging met 66% zekerheid onder de 2 graden Celsius te houden, het doel van Parijs dus, we nog 19 jaar hebben. Dan is het koolstofbudget dat bij die 2 graden hoort op, en gaan we door naar 3 graden, en verder.

Met alle gevolgen van dien. Voedsel- en watertekorten, onleefbare gebieden door droogte, bosbranden of juist overstromingen, conflicten om hulpbronnen, mensen op de vlucht, ook naar en binnen Europa.

Elke kilo CO2 die we vandaag uitstoten, beperkt onze mogelijkheden over 10, 20, 30 jaar en verder. Er is dus geen tijd te verliezen met de energietransitie, en gelukkig zijn er veel kansen om te verzilveren.

Luchtvaartsector sterk vervuilend

De sector waar we het vandaag over hebben, de luchtvaart, is een sector die sterk bijdraagt aan klimaatverandering en die dat met brandstof zonder accijns en zonder BTW op tickets mag doen. En die fors blijft groeien.

Luchtvaart is nu verantwoordelijk voor ruim 2 procent van de mondiale CO2-uitstoot. Zonder maatregelen groeit dat aandeel in 2050 naar rond de 20 procent, door de enorme groei, en reductie in andere sectoren.

Als we het klimaat niet nog completer willen laten ontsporen, zal de luchtvaart haar bijdrage moeten leveren aan het terugbrengen van de uitstoot van CO2. En snel ook.

En omdat landen het niet eens kunnen worden over de toerekening van de emissies (want moet je deze toerekenen aan het land van herkomst of bestemming, het land waar de maatschappij is gevestigd of naar degene die er het meest baat bij heeft?), is er tot nu toe geen internationaal klimaatbeleid voor de luchtvaartsector. Net als trouwens voor de zeescheepvaart.

Zelfregulering helpt onvoldoende

Het is een illusie dat dit met zelfregulering wordt opgelost. De sector zelf zet daartoe in op zuinigere vliegtuigen, biobrandstoffen en compensatie.

Maar vliegtuigen gaan lang mee, met een retrofit langer dan 30 jaar. Dus vlootvernieuwing gaat heel langzaam. De hoeveelheid verstookte brandstof is te groot om compleet door biobrandstof op frituurvet of algen te vervangen. Bovendien zullen er meer sectoren zijn die om die brandstoffen concurreren. De plannen van de sector (Montreal, 2016) voor compensatie van uitstoot kenmerken zich door vrijwillige deelname, invoering alleen voor internationale vluchten (60% van het totaal), en het ontberen van garanties voor de kwaliteit van compensatieprojecten. De vraag is daarbij ook of compensatie moreel te rechtvaardigen is.

[En elektrische vliegtuigen die qua prestatie vergelijkbaar zijn met toestellen op kerosine zijn binnen afzienbare termijn niet te verwachten. Dan lijkt een vervoerssysteem als de hyperloop van Elon Musk al eerder binnen bereik te komen. ]

[De CO2-uitstoot van de luchtvaart moet dus fors en snel omlaag. Er zal dus een moment (moeten) komen dat de ticketprijs flink omhoog gaat, er strengere technische eisen komen en misschien wel volumerestricties.]

Afrondend: neem verantwoordelijkheid!

Voor ieder van ons komt er een moment waarop het besef van de klimaatverandering echt doordringt, en daarmee het besef dat dit een ander handelen vraagt dan dat we gewend waren. Dat kan zijn: zonnepanelen op het dak, vaker fietsen, minder vlees, een elektrische auto, minder vaak of niet meer met het vliegtuig. Voor mij is dit o.a. dat ik mij hier nu uitspreek. Voor u kan dit betekenen: nu een ander besluit nemen, het advies een andere kant op sturen.

Daarom vraag ik u, kijk naar onze toekomst, houd rekening met het klimaat, en maak nu geen verdere groei van de luchtvaart in Zuid-Holland mogelijk.

Ik dank u voor uw aandacht.