Een verhelderend stuk op de site van CNN over één van de weeffouten in het Verdrag van Parijs (2015).
Landen hoeven namelijk alleen de CO2-uitstoot binnen hun landsgrenzen te rapporteren. En dus kan ‘klimaatkampioen’ Noorwegen pronken met ‘slechts’ 53 mln ton uitstoot, terwijl de geëxporteerde olie elders voor 470 mln ton uitstoot zorgt (2017).
De kraan moet dicht
Landen moeten moeten daarom zsm het (laten) winnen van olie en gas binnen hun landsgrenzen terugdringen. De kraan moet dicht, al gaat dat uiteraard wel ten koste van hun inkomsten, en doet dat pijn. Dan verkrapt het aanbod, en stijgt de prijs, waardoor het aantrekkelijker wordt in alternatieven te investeren. Dat betekent helaas ook dat degene die ondertussen doorgaat met olie- en gaslevering (freerider) nog meer verdient.
Het alternatief is dat wereldwijd de vraag naar olie wordt teruggebracht, dan krijg je hetzelfde effect. Maar zonder extra prikkels is dit wel een trager proces.
Andere weeffouten
Het Verdrag van Parijs kent ook andere weeffouten. Een grote zit meteen al aan het begin van het Verdrag van Parijs. Daarin is afgesproken om de gemiddelde temperatuurstijging ruim onder de 2 graden te houden en inspanningen te leveren om de temperatuurstijging tot 1,5 graden te beperken. Je zou kunnen zeggen, eigenlijk alles tussen 1,5 en 1,95 ofzo is goed. Dat is een gigantisch verschil. Voor het klimaat maar ook voor de de resterende CO2-budgetten voor de landen. U mag drie keer raden waar de landen voor kiezen. Een andere weeffout in het Verdrag van Parijs is dat de uitstoot van de internationale lucht- en scheepvaart vooralsnog buiten beeld is gebleven.