Vandaag heeft het KNMI zijn nieuwe klimaatscenario’s gepresenteerd. Nederland doet er goed aan zich voor te bereiden op zwaardere weersextremen. Meer hitte, meer droogte en zwaardere buien, meer zeespiegelstijging.
De logische vervolgstap zou zijn dat de verschillende planbureaus (RLI, CPB, SCP) gaan onderzoeken wat de verschillende scenario’s concreet betekenen voor de Nederlandse samenleving. Denk aan de gevolgen voor o.a. de landbouw, de gezondheid, de natuur, het verkeer, de economie, de veiligheid. Dan weet je ook waar Nederland concreet rekening mee moet gaan houden en kun je maatregelen nemen. Zie ook mijn eerdere opinie hierover.
Deze week een superinteressant interview in NRC over het jongste advies van de WRR die waarschuwt dat de overheid te vaak in kortetermijndenken vervalt en ook daarbij nog eens te vaak hoopt dat alles wel weer goed komt.
Beter zou zijn om in scenario’s te denken (ja, ook de minder positieve) en daar in het beleid op in te spelen. En om bovendien beter te communiceren over risico’s zodat burgers en bedrijven zich beter kunnen voorbereiden op een crisis. Dat geldt voor een groot aantal crises zoals op de terreinen van energie, klimaat, voedsel, water en ziekten.
Dit advies zou eigenlijk een open deur moeten zijn, maar is het helaas niet. Nu maar hopen dat politici en ambtenaren dit in hun oren knopen en ook de ongewenste toekomsten durven te verkennen.
Scenario’s
Eerder heb ik een cursus gevolgd over het ‘bouwen’ van scenario’s, leuk en leerzaam en absoluut een aanrader! Alweer 5 jaar geleden schreef ik een blog over 3 scenario’s voor klimaatverandering. En vorig jaar een stuk over dat het kabinet er goed aan doet om klimaatscenario’s op te stellen.
Deze week sprak Jeroen Dijsselbloem bij Nieuwsuur over het nut van het opstellen van scenario’s om daarmee een onzekere toekomst te verkennen en je voor te bereiden op (negatieve) ontwikkelingen. Aanleiding was de presentatie van het evaluatierapport over het coronabeleid.
Vorig jaar schreef ik hier een opinie over. Het kabinet doet er goed aan scenario’s voor de klimaatcrisis op te stellen en op die manier de impact op Nederland en de Nederlanders te verkennen zodat we een idee krijgen wat er op ons af komt en hoe we ons kunnen voorbereiden op de gevolgen.
We tasten in het duister over hoe klimaatverandering ons leven gaat beïnvloeden
Omdat we – gelukkig maar – nog geen klimaatcrisis hebben meegemaakt, weten we dus ook niet uit ervaring hoe een opwarming met 2 of zelfs 3 graden ons leven gaat beïnvloeden. Of hoe we ons daarop kunnen voorbereiden.
En dat is een probleem. Door de verandering van het klimaat is onze toekomst ongewisser dan zij sinds het einde van de Koude Oorlog is geweest. Klimaatverandering is een echte gamechanger en heeft invloed op vrijwel alle beleidsterreinen.
Het gaat daarbij niet alleen om zeespiegelstijging, wateroverlast of waterschaarste cq. verdroging. Het gaat ook over de ontwikkeling van de economie en de werkgelegenheid, om inzicht in welke bedrijfstakken gaan krimpen of juist groeien, om effecten op de gezondheid, biodiversiteit, landbouw, voedselvoorziening, infrastructuur, om nationale en internationale veiligheid en om migratie. En zoals we met de gele hesjes in Frankrijk hebben gezien, heeft klimaatbeleid ook nog eens de potentie om maatschappelijke tegenstellingen aan te wakkeren en daarmee de politieke stabiliteit te beïnvloeden.
Scenario’s als hulpmiddel
Alleen een ziener kan in de toekomst kijken, maar gelukkig zijn er wel manieren om toekomstige ontwikkelingen op systematische wijze te verkennen. Een hulpmiddel dat hierbij vaak wordt ingezet, is het opstellen van scenario’s. Op de assen van een assenkruis worden twee onafhankelijke variabelen met grote impact gezet. Vervolgens worden de kwadranten van het assenkruis ‘ingevuld’ met mogelijke toekomsten. Zo hebben de Nederlandse planbureaus in 2004 in hun publicatie ‘Vier vergezichten op Nederland’ meer of minder internationale samenwerking en een grote rol voor de overheid of juist een grote rol voor de markt als variabelen gekozen. In de ‘Toekomstverkenning Welvaart en Leefomgeving’ uit 2006 is gekozen voor scenario’s met groei van de economie en groei van de bevolking als variabelen.
Het ‘bouwen’ van scenario’s is een bewerkelijke klus. Daar staat tegenover dat scenario’s veel inzicht opleveren, bijvoorbeeld in welke maatregelen in de onderzochte toekomsten goed uitpakken. Maar scenario’s laten ook zien waar je extra alert op moet zijn en wat je vooral niet moet doen. Het is dus slim om scenariostudies te laten uitvoeren. Alleen beschikt onze overheid nog niet over toekomstscenario’s met klimaatverandering in de hoofdrol.
Gelukkig wordt er al het een en ander onderzocht. Zo heeft het IPCC de invloed van o.a. klimaatverandering op onze voedselvoorziening onderzocht. Conclusie is dat als we zo doorgaan, er vanaf 2050 voedseltekorten dreigen. De Amerikaanse regering benoemt klimaatverandering als existentiële bedreiging van de veiligheid. En in Nederland wordt onderzoek gedaan naar scenario’s voor zeespiegelstijging. Maar een alomvattende verkenning van de economische, fysieke en sociale effecten van klimaatverandering voor Nederland ontbreekt dus nog. En dat is een groot gemis. Want hoe kunnen we inspelen op kansen en bedreigingen zolang we ze niet systematisch in kaart brengen?
Een bijkomend voordeel van klimaatscenario’s is dat ze ons beter in staat stellen om te discussiëren over de vraag op welke toekomst we willen sturen. En dat hierdoor mogelijk het urgentiegevoel met betrekking tot de risico’s van klimaatverandering toeneemt.
Kabinetsformatie
Momenteel vindt in Den Haag de inhoudelijke verkenning plaats voor de vorming van een nieuw kabinet. Maatregelen om de klimaatcrisis te temperen en om de economie op een duurzamere koers te brengen zijn daar een belangrijk onderdeel van.
De kabinetsformatie is een perfect moment om een brede scenariostudie af te spreken. De opdracht zou kunnen luiden: onderzoek de effecten van klimaatverandering op de ontwikkeling van de Nederlandse economie en de werkgelegenheid, gezondheid, biodiversiteit, landbouw, voedselvoorziening, infrastructuur, nationale en internationale veiligheid, migratie en politieke stabiliteit, ook in onderlinge interactie. Denk hierbij bijvoorbeeld aan de voedselproductie die onder druk komt waardoor prijzen stijgen, er onrust onder de bevolking ontstaat, migratiestromen verder toenemen en de politieke stabiliteit onder druk komt.
Breng daarbij in kaart welk beleid nuttig is om negatieve effecten te dempen en om positieve effecten te versterken. En doe dat voor een temperatuurstijging van 1,5 (basisscenario), 2 en 3 graden Celsius wereldwijd. Op de andere as zou je bijvoorbeeld ‘(internationale) samenwerking/solidariteit’ versus ‘ieder voor zich’ kunnen plaatsen.
Het is hoog tijd dat we beter zicht krijgen op hoe onze toekomst er met klimaatverandering uit ziet. Zodat we ons optimaal kunnen voorbereiden. Aan de slag!
Wat weten we eigenlijk over onze toekomst? Niet zo veel, ben ik bang. We gaan er onbewust van uit dat alles wel zijn gangetje zal blijven gaan. En dat er, ja natuurlijk, dingen gaan veranderen, logisch. Maar zijn we er echt mee bezig? Ik denk het niet. Het heden is immers al uitdagend en gecompliceerd genoeg, laat staan dat we nog jaren vooruit moeten gaan denken. Veel te ingewikkeld, veel te onzeker. Eigenlijk is onze toekomst in dichte nevelen gehuld.
Nou is de toekomst per definitie niet gekend, dus wat is precies het probleem? Het probleem is dat onze toekomst door de klimaatverandering ongewisser is dan hij sinds het einde van de Koude Oorlog is geweest. En dat we nog niet eens een begin van een begrip hebben van de veranderingen die ons staan te wachten. Want klimaatverandering is een echte gamechanger.
Scenariostudies
Om de toekomst te verkennen wordt vaak gebruik gemaakt van scenario’s. Simpel gezegd worden op de assen van een assenkruis twee onafhankelijke variabelen met grote impact gezet. Vervolgens worden de verschillende kwadranten van het assenkruis gevuld met mogelijke toekomsten.
Zo hebben de Nederlandse planbureaus in 2004 in hun publicatie ‘Vier vergezichten op Nederland‘ – wel of geen internationale samenwerking en – een grote rol voor de overheid of een grote rol voor de markt als onafhankelijke variabelen gekozen. In de ‘Toekomstverkenning Welvaart en Leefomgeving’ uit 2015 is gekozen voor scenario’s met economische groei en groei van de bevolking als onafhankelijke variabelen.
Scenario’s geven inzicht in welke maatregelen in de onderzochte toekomsten goed uitpakken. Van zulke maatregelen zul je dus vrijwel zeker geen spijt krijgen. Maar scenario’s leveren ook inzichten op over wat je vooral niet moet doen en waar je alert op moet zijn.
Invloed van klimaatverandering
Het is dus slim om scenariostudies te laten uitvoeren. Alleen heeft de overheid dus nog geen toekomstscenario’s met klimaatverandering in de hoofdrol laten maken. Althans niet voor zover mij bekend.
En dat is een probleem, want klimaatverandering heeft invloed op een groot aantal belangrijke onderwerpen, zoals:
ontwikkeling van de economie (groei of krimp, verdeling over werelddelen en landen)
ontwikkeling van de werkgelegenheid (hoeveel banen zijn er straks, welke sectoren groeien, welke krimpen)
politieke stabiliteit (klimaatverandering vergroot zoals we hebben gezien de links-rechts-tegenstellingen)
nationale veiligheid (denk bijv aan gevaar door overstromingen)
internationale veiligheid (strijd om water, voedsel en andere grondstoffen, vluchtelingenstromen).
Gelukkig wordt er wel het een en ander onderzocht. Recentelijk heeft het IPCC een studie gepubliceerd over de invloed van o.a. klimaatverandering op onze voedselvoorziening. Conclusie is dat als we zo doorgaan, er vanaf 2050 voedseltekorten dreigen.
En binnenkort verschijnt een studie van het IPCC over de effecten van klimaatverandering op de omvang van de vluchtelingenproblematiek. Militairen hebben al diverse studies uitgevoerd over de effecten van klimaatverandering op de internationale veiligheid. Amerikaanse militairen noemen klimaatverandering de belangrijkste bedreiging van de nationale veiligheid. In Nederland is bijvoorbeeld onderzoek gedaan naar scenario’s voor zeespiegelstijging. Maar een alomvattende, toegankelijke en overzichtelijke studie over de effecten van klimaatverandering ontbreekt dus nog.
Waarom willen we meer weten over de toekomst?
Dat zulke studies ontbreken is vreemd en bovendien een groot gemis. Want als regering, stadsbestuur of leiding van een bedrijf wil je toch voorbereid zijn op de toekomst? Zodat je beter in kunt spelen op mogelijke kansen en bedreigingen?
Een belangrijk neveneffect van zulke toekomstverkenningen is bovendien dat we gaan discussiëren over welke toekomst we willen. En dat hierdoor het urgentiegevoel met betrekking tot klimaatverandering op alle niveaus van – van burger tot minister, van werknemer tot CEO – toeneemt. En meer urgentiegevoel zal leiden tot meer daadkracht bij het terugdringen van CO2-uitstoot die leidt tot klimaatverandering.
Tot slot leidt het ontbreken van toekomstverkenningen ertoe dat we ons minder goed kunnen voorstellen hoe een toekomst er in een situatie waarin we klimaatverandering succesvol te lijf gaan, eruit ziet. Wat eten we dan bijvoorbeeld, wat voor werk doen we, hoe gaan we naar ons werk, wat doen we in onze vrije tijd? En naarmate zo’n toekomst er voorstelbaarder en aantrekkelijker uitziet, zijn we eerder geneigd ons daarvoor in te spannen. Werk aan de winkel dus voor wetenschappers en onderzoekers!
Ken je studies waarvan je denkt dat zij de antwoorden bevatten waar ik naar op zoek ben, laat het me weten. Andere feedback is uiteraard ook welkom!
Ik durf te wedden dat de meesten die met het klimaat bezig zijn dit dilemma herkennen. Communiceer ik vooral positief nieuws of laat ik vooral zien dat de mensheid veel te traag in actie komt? Mensen schijnen slecht nieuws te negeren. En misschien erger nog: slecht nieuws zou zelfs kunnen leiden tot een apathische of defaitistische houding. “Als het zo groot is, dan maakt mijn kleine bijdrage ook niet uit.”
Goede voorbeelden daarentegen geven een positief gevoel en moedigen aan die goede voorbeelden te volgen. Vooral als degenen die het goede voorbeeld geeft, dicht bij je staan. Peer-to-peer-beïnvloeding heet dit mechanisme met een duur woord. ‘Goed voorbeeld doet volgen’ luidt niet voor niets een bekend Nederlands spreekwoord. ‘Handelingsperspectief bieden’ noemen beleidsmakers dit. Oftewel: mensen zijn kuddedieren die zich voortdurend spiegelen aan hun omgeving.
Alle tijd van de wereld
Als we alle tijd van de wereld zouden hebben, zou ik groot voorstander zijn van alleen positief nieuws. Alleen… die tijd hebben we niet meer. Alle tekenen wijzen er op dat het klimaat veel sneller verandert dan we dachten. Dat is een best wel schokkend inzicht. En het vereist dus ook veel snellere actie.
Maar ondertussen zie ik om mij heen vooral veel business as usual. Mensen gaan gewoon op vakantie, de EU ruziet over een nieuwe baas en Shell blijft olie en gas oppompen. Schiphol mag verder groeien en het kabinet gaat niet voldoen aan het Urgendavonnis. En het klimaatakkoord hangt aan elkaar van maatregelen die verder moeten worden uitgewerkt. Het kabinet vermijdt zorgvuldig elk signaal dat we in een precaire situatie zitten. Vermoedelijk omdat het vreest dat de achterban dat soort nieuws slecht trekt. Om gek van te worden. De wereld lijkt wel in coma.
Fridays for Future Germany
Het is niet dat er niets gebeurt of dat het klimaat niet leeft. In Duitsland heeft de groene partij bij de Europese verkiezingen gigantisch gewonnen. De klimaatcrisis is daar ineens een groot issue, en de traditionele partijen zagen het niet aankomen.
Al ruim 6 maanden gaan er elke vrijdag tienduizenden scholieren en ook steeds meer ouders en grootouders de straat op. Ondertussen groeit bij hen de frustratie omdat de politiek het protest eerst wegwimpelde en nu maar niet tot besluiten kan komen. Het is geen gewaagde voorspelling dat steeds meer mensen zich zullen aansluiten bij groepen zoals Extinction Rebellion die vreedzaam protesteren op basis van burgerlijke ongehoorzaamheid.
Hoe verder?
Maar hoe gaat het nu verder? Meerdere scenario’s zijn denkbaar. Het meest waarschijnlijke vind ik een scenario dat er versneld meer draagvlak groeit voor ingrijpende maatregelen. Eerst nog wat schoorvoetend maar dan steeds rigoureuzer. Denk bijvoorbeeld aan een besluit de luchtvaart niet te laten groeien en wat later zelfs te laten krimpen. Er zal een moment komen dat de grote politieke partijen ‘om’ zullen gaan. Dat ze wel ‘om’ zullen moeten omdat de kiezers dat vragen. De vraag is alleen hoe snel ‘snel’ zal zijn. En hoeveel klimaat en wereld dan nog over is.
Ondertussen moeten we het hebben van positief nieuws én van acties die laten zien dat het draagvlak groeit. Maar mensen mogen ook niet denken dat het vanzelf wel goedkomt. Dus we hebben ook berichten en acties nodig die laten zien dat we geen tijd te verliezen hebben. Good cop or bad cop, we hebben ze allebei nodig.
En verder is het wachten op het moment dat BN-ers zich uitspreken over de klimaatcrisis. Liefst in combinatie met positieve veranderingen in hun lifestyle. Wie durft de eerste te zijn?
Het is duidelijk dat ons huidige systeem van produceren en consumeren niet duurzaam is. Behalve over het economische systeem hebben we het dan ook over ons politiek-maatschappelijke systeem. De verschillende deelsystemen zijn namelijk nauw met elkaar verweven.
Zolang we bijvoorbeeld vliegen bevoordelen door er geen belasting op te heffen, is het niet vreemd dat mensen blijven vallen voor de verleiding van veel te goedkope tickets. En zolang we geen statiegeld heffen op kleine PET-flesjes en drankblikjes, zullen veel van die verpakkingen in de natuur belanden en niet worden hergebruikt.
Daarom moeten we ons systeem op zo’n manier veranderen dat duurzaam produceren, consumeren en handelen de standaard wordt.
Vragen over een duurzaam systeem
Maar hoe een systeem dat wel duurzaam is er in de praktijk uit ziet, is nog niet echt duidelijk. En kunnen we daar komen door ons huidige systeem om te vormen? Of is een radicale breuk met ons huidige systeem de enige weg om een duurzaam systeem te kunnen creëren? En hoeveel keuzevrijheid hebben producenten en consumenten in zo’n duurzaam systeem?
De antwoorden op deze vragen zouden veel mensen kunnen helpen om versneld duurzame stappen te zetten. Het is immers makkelijker zekerheden los te laten als je weet wat je er voor terugkrijgt. Denk ook aan het bekende spreekwoord over het inruilen van oude voor nieuwe schoenen.
In dit blog verken ik de antwoorden op deze vragen.
Een krachtige overheid
Een eerste voorwaarde voor een duurzaam systeem lijkt mij dat er draagvlak voor is bij de bevolking. Een tweede voorwaarde is vervolgens een krachtige overheid die in staat is om te sturen. Een derde voorwaarde is dat een groot aantal landen samenwerken, omdat bedrijven anders teveel kansen hebben om elders verder te vervuilen. Bovendien zijn veel grote milieuproblemen grensoverschrijdend.
Donuttheorie als uitganspunt
Het lijkt mij dat de donuttheorie van Kate Raworth kan dienen als blauwdruk voor een duurzaam systeem. Kate laat zien dat we zodanig met de beschikbare hulpbronnen moeten omgaan dat we de sociale behoeften van de mensen vervullen zonder dat we de grenzen die de planeet ons stelt, overschrijden. Daarmee stellen we niet langer de economie centraal, maar de menselijke behoeften binnen de grenzen van de planeet. Meer hierover kun je lezen in mijn eerdere blog.
Kiezen en sturen
Maar hoe creëren we nou een duurzaam systeem? Ik denk dat het antwoord eigenlijk simpel is, namelijk door (1) er echt voor te kiezen en (2) er consequent op te sturen. Voor die sturing kunnen we een aantal krachtige instrumenten inzetten waar we al over beschikken:
aandeelhouders in bedrijven die het milieu vervuilen, zijn persoonlijk aansprakelijk voor de schade (nu kunnen aandeelhouders maximaal de waarde van hun aandelen verliezen).
alle energie- en milieubesparende technologieën en werkwijzen worden overal in de samenleving toegepast;
de biodiversiteit wordt hersteld;
het dierenwelzijn wordt sterk verbeterd;
de inkomensverdeling wordt veel rechtvaardiger, omdat de sterkste schouders echt de zwaarste lasten dragen. Belastingontwijking is niet meer mogelijk;
Maar hoeveel keuzevrijheid hebben producenten en consumenten in zo’n duurzaam systeem? Dat is een belangrijke vraag, want sommigen vrezen dat in een duurzame toekomst de overheid veel zaken voor ons bepaalt. Mensen die van grote woorden houden, spreken zelfs van een ecodictatuur.
Om te beginnen is het goed om te beseffen dat we een nieuwe richting moeten inslaan omdat we met ons huidige systeem geen schijn van kans maken om te overleven. Het neoliberalisme heeft laten zien geen oplossingen te hebben voor milieu, klimaat en ongelijkheid. Daarom denk ik dat we er niet aan ontkomen een deel van onze (neoliberale) vrijheid, namellijk het recht om te vervuilen, op te geven. Mensen met een vervuilende levensstijl zullen dit inderdaad als bedreigend ervaren. En dat geldt ook voor mensen die hechten aan een kleine overheid, lage belastingen en weinig regels. De samenleving zal zich ontwikkelen in de richting van meer feminiene waarden. Meer met en voor elkaar (en de planeet) in plaats van tegen elkaar.
Maar een duurzame samenleving komt er niet zomaar. Een voorwaarde voor een duurzame samenleving is namelijk draagvlak onder de bevolking. Want zonder draagvlak gaat zo’n transformatie helemaal niet werken. Binnen het raamwerk van duurzame regels heeft een ieder het recht om zelf zijn of haar leven in te richten en producten te kopen. Dat geldt ook voor ondernemers.
Draagvlak versus weerstand
Vanwege het benodigde draagvlak zal de transformatie waarschijnlijk niet in één klap plaatsvinden maar geleidelijk gaan. Omdat mensen zich vaak snel aan nieuwe omstandigheden aanpassen, geeft een stapsgewijze transformatie tijd om te wennen aan de veranderingen. Om bijvoorbeeld af te kicken van onze op fossiele brandstoffen gebaseerde economie in overdrive. Daarbij verwacht ik dat zo’n duurzame samenleving veel aantrekkelijke kanten zal hebben omdat ze veel socialer, groener en schoner zal zijn.
De grote vraag is echter of de bestaande belangen zullen toestaan dat de aanpassing op tijd plaatsvindt. Dus nog voordat de verschillene natuurlijke systemen het begeven en daarmee ook onze economieën en samenlevingen.
Er zijn immers velen die belang hebben bij het voortzetten van de status quo. Bijvoorbeeld omdat ze veel geld verdienen met fossiele brandstoffen of met andere milieuvervuilende activiteiten. Of omdat ze bang zijn zich teveel te moeten aanpassen in een op duurzaamheid gerichte samenleving. Of omdat ze per definitie tegen verandering zijn.
Op dit moment is het politieke debat zeer gepolariseerd waardoor er nauwelijks vooruitgang in het klimaatbeleid is. Ik vind het dan ook moeilijk om optimistisch te zijn over een stapsgewijze aanpassing van ons systeem. In het huidige tempo is de kans levensgroot dat we niet op tijd zijn om het verschil te maken.
Big bang?
Het alternatief voor een stapsgewijze transformatie is een ‘big bang’. Dat klinkt misschien verlokkend, maar ik zie niet zo goed hoe dit in praktijk zou kunnen. Ook omdat een ‘big bang’ voor het milieu en klimaat alleen zoden aan de dijk zet als zo’n verandering in veel landen tegelijk plaatsvindt.
Het meest voorstelbare scenario voor een ‘big bang’ is misschien nog wel een enorme klimaatramp die de mensen wakker schudt. Dat zou dan wel een ramp moeten zijn die de samenleving ook weer niet te veel raakt, want we weten niet hoe de samenleving onder stress reageert. Maar ook in een ‘big bang’-scenario zullen wetten en regels moeten worden veranderd, en ook dat zal tijd kosten. Alleen zal dat in een ‘oorlogseconomie’ wellicht sneller gaan dan in het stapsgewijze scenario.
Er is ook hoop
Waar ik wel positief over ben is dat de roep om verandering op veel plaatsen steeds groter wordt. Denk bijvoorbeeld aan de honderdduizenden jongeren die onder de vlag vanFridays for Future wereldwijd staken voor een duurzame toekomst. Denk ook aan de eveneens wereldwijde beweging Extinction Rebellion die met burgerlijke ongehoorzaamheid en geweldvrij protest aandacht vraagt voor dreigende uitsterven van veel diersoorten, waaronder de mens.
En heel recentelijk is er in Duitsland een publiek debat losgebarsten over het gebrek aan betaalbare woonruimte in de steden. Er wordt nu zelfs gedabatteerd over het (tegen schadeloosstelling) onteigenen van tienduizenden goedkope woningen die eerder zijn verkocht aan investeerders en nu voor enorme bedragen worden verhuurd.
Al dit leidt ertoe dat veel politici en opinieleiders zichtbaar worstelen met hoe ze hierop moeten reageren. Mijn verwachting is dat deze oproepen tot verandering steeds verder aan kracht zullen winnen. We staan aan het begin van een turbulente tijd, en een gigantische transformatie. We kunnen niet anders.
In mijn vorige blog schreef ik over de oorzaken en gevolgen van klimaatverandering. En over de belemmeringen om hier iets aan te doen. En dat alles samengevat in één schema. Maar hoe zou de toekomst eruit kunnen zien in een wereld met klimaatverandering? Om dat te onderzoeken heb ik drie scenario’s voor klimaatverandering opgesteld.
Urgentiegevoel
Voor deze scenario’s heb ik er voor gekozen om het urgentiegevoel en de internationale samenwerking op de assen te zetten. Een hoog urgentiegevoel wil zeggen dat er in de samenleving en dus ook in politiek, bedrijfsleven en media het gevoel heerst dat we voortvarend aan de slag moeten. De uitstoot van CO2 moet zo snel mogelijk naar 0, en problemen op de weg daarnaartoe worden daadkrachtig opgelost. Een laag urgentiegevoel betekent dat er vooral veel wordt gepraat en weinig wordt gedaan. Er is veel aandacht voor mensen of bedrijven die in de transitie naar een samenleving zonder fossiele brandstoffen duurder uit zijn of er op achteruit gaan, en dat probleem wordt niet echt opgelost. Daardoor durft de overheid de regels en belastingen niet aan te passen, blijven vernieuwingen hangen en treedt er veel vertraging op.
Internationale samenwerking
Op de horizontale as staat de internationale samenwerking. Die is erg belangrijk omdat landen veel minder bereid zullen zijn flink te investeren in een economie zonder fossiele brandstoffen als andere landen dat niet ook doen. Dat betekent dat die andere landen immers wel de lusten hebben, maar niet de lasten. Internationale samenwerking is ook belangrijk omdat de minder rijke landen aangewezen zijn op hulp uit de rijkere landen. Zonder die hulp zijn de nieuwste technologieën waarmee fossiele brandstoffen overbodig worden niet te betalen.
Zoals ook uit het schema blijkt, kan klimaatverandering leiden tot economische achteruitgang, werkloosheid, klimaatvluchtelingen en conflicten. Dit soort problemen leidt ertoe dat regeringen en samenlevingen vooral met die problemen in het ‘hier en nu’ bezig zullen zijn en veel minder met internationale samenwerking en hulp aan armere landen. Het aanpakken van klimaatverandering loopt dan forse vertraging op.
Drie scenario’s voor klimaatverandering
De combinatie van deze twee assen levert drie scenario’s op, zoals hierboven is te zien in de figuur. (De combinatie van een hoog urgentiegevoel en een lage internationale samenwerking vind ik niet echt echt een geloofwaardig scenario.) Hierna zal ik de scenario’s in het kort typeren.
‘Business as usual’
Dit scenario lijkt een beetje op de wereld waarin we nu leven. De intenties zijn goed, zie bijvoorbeeld het huidige Energie-akkoord en het Verdrag van Parijs. Maar op de een of andere manier ‘winnen’ problemen als de betaalbaarheid van de zorg, de pensioenen en ‘de nationale identiteit’ het steeds weer van het klimaat. Journalisten vragen er niet naar, en de meeste politici beginnen er niet over. De aanpak van de klimaatverandering staat vaak op doorbreken, maar we hikken er met zijn allen gigantisch tegenaan en dat duurt nog een hele tijd voort. Voor veel mensen geldt dat het prettiger is hun belevingswereld zolang mogelijk te houden zoals hij nu is.
En voor de bedrijven die in fossiele brandstoffen doen of ervan afhankelijk zijn is het winstgevend om de transitie uit te stellen. Het kan bijvoorbeeld niet anders of de luchtvaart, die veel CO2 uitstoot, zal flink krimpen door strengere regels, belastingen en dus duurdere tickets. Hun lobby is erg succesvol.
Naarmate de tijd voortschrijdt, wordt steeds duidelijker dat het halen van het 2-gradendoel verder uit beeld raakt. Stap voor stap wordt het doel naar boven bijgesteld, maar nooit gehaald. Hoewel de gevolgen van de klimaatverandering steeds zichtbaarder worden, treedt er een soort van moeheid op bij het grote publiek. Een beetje vergelijkbaar met hoe we nu omgaan met armoede en ongelijkheid in de derde wereld.
‘Nieuw elan’
Hoe anders is dat in dit scenario. Na een lange aanloop ontstaat er een ware CO2-reductiewedloop. Ineens is iedereen ‘om’, nou ja, bijna iedereen dan. Maar een overgrote meerderheid van de bevolking ziet de noodzaak van een transitie in. Het feit dat er heel veel technologieën en innovatieve producten klaar op de plank liggen, helpt daarbij enorm.
Er ontstaan veel nieuwe banen door het op grote schaal isoleren van huizen en het aanleggen van warmtenetten. Voor huiseigenaren die de verplichte isolatie niet kunnen betalen, worden financieringsconstructies bedacht. Sommige van de armere landen gaan er dankzij de duurzame energiesystemen flink op vooruit. Stroom en internet op het platteland leiden op het gebied van innovatie, economie en emancipatie tot flinke stappen vooruit. Een golf van optimisme gaat de wereld over.
Dat neemt niet weg dat er veel schade optreedt door de opwarming van de aarde. Maar dankzij wereldwijde solidariteit wordt de ellende redelijk opgevangen. Belangrijker is dat het er op lijkt dat de opwarming tot staan kan worden gebracht.
‘Ieder voor zich’
Dit is in vergelijking met de beide andere scenario’s het meest duistere. De urgentie om te handelen ontbreekt net als in ‘Business as usual’, maar bovendien valt de internationale samenwerking langzaam maar zeker uit elkaar. Landen die – steeds heftiger – met klimaatverandering worden geconfronteerd, zijn niet langer bereid constructief mee te werken aan CO2-reductie. In ieder geval niet totdat de rijke landen, de grootste veroorzakers van het probleem die ook nog eens het minst getroffen worden, op grote schaal hun verantwoordelijkheid nemen. Maar die zijn daar ondanks de nodige beloften niet toe bereid. Dat wordt door de getroffen landen als heel oneerlijk en niet-solidair gezien.
Door de afnemende landbouwproductie wordt voedsel wereldwijd een steeds schaarser goed en de prijzen stijgen enorm. De rijke landen schroeven hun noodhulp dan ook steeds verder terug. De strijd om schaars water en voedsel leidt tot een serie van kleine en grote conflicten in Azië en Afrika. Een langdurige wereldwijde recessie is het gevolg.
Uit pure noodzaak om niet overspoeld te raken, beschermen rijke landen zich met muren en prikkeldraad tegen vluchtelingenstromen. Zelfs Europa valt uiteen in een relatief rijk en ongeschonden noordelijk en een arm en door droogte en hitte geteisterd zuidelijk deel. Gevolg van dit alles is dat de aarde steeds verder en onherstelbaar opwarmt. Het laat zich raden wat dit met de psyche van mensen en samenlevingen doet.
Dit is mijn derde blog. Laat je me weten wat het bij je losmaakt, en wat je mist?!