Versterkt de vertrouwenscrisis de klimaatcrisis?

Denk je ook wel eens: hoe komen we in hemelsnaam uit deze klimaatcrisis? En op wie kunnen we dan vertrouwen om daarin een belangrijke rol te spelen? En dat je er dan niet goed uitkomt? Dan ben je niet de enige, blijkt uit onderzoek van Edelman, een communicatie-adviesbureau. Er lijkt sprake van een heuse vertrouwenscrisis. Versterkt de vertrouwenscrisis de klimaatcrisis?

Weinig vertrouwen in instituties

Edelman publiceerde onlangs de 2020 Edelman Trust Barometer, voor meer informatie klik hier. Ik bespreek 2 onderwerpen uit dat onderzoek.

Uit het onderzoek in 28 landen – waaronder ook Nederland – blijkt dat veel mensen zich zorgen maken over:

  • de toekomst, en hun plaats daarin;
  • de toenemende ongelijkheid;
  • de economie (in antwoord op de stelling: ‘over 5 jaar gaat het mij of mijn familie beter dan nu’).

Ook is er weinig vertrouwen in instituties. Vertrouwen definieert Edelman als volgt:

“Trust is built on competence and ethics”

De respondenten is gevraagd hoe zij aankijken tegen NGO’s, government, media en business. Het blijkt dat respondenten NGO’s als enige een positieve ethische waarde toekennen. Business wordt als enige als competent beoordeeld (competent: ‘de institutie is goed in wat zij doet’). Government scoort het slechtst op beide aspecten. Zie ook de volgende figuur:

Bron: 2020 Edelman Trust Barometer

Opvallend en tegelijkertijd zorgwekkend is het lage vertrouwen in government. Zelfs in een land als Duitsland is het vertrouwen in de overheid onder de 50 procent gezakt.

Bron: 2020 Edelman Trust Barometer

Overigens scoort Nederland van de onderzochte landen bovengemiddeld op vertrouwen in instituties. De percentages vertrouwen in government, media en business zijn respectievelijk: 59, 58 en 62 procent. Alleen op vertrouwen in NGO’s scoort Nederland lager dan gemiddeld: 50 procent.

Problematisch kapitalisme

Een andere opmerkelijke uitkomst betreft het antwoord op de vraag of men vertrouwen heeft in het huidige kapitalistische systeem. Een meerderheid van 56 procent is het eens met de stelling ‘kapitalisme zoals we dat nu kennen doet meer kwaad dan goed’. In Nederland is zelfs 59 procent het daarmee eens.

Bron: 2020 Edelman Trust Barometer

Vertrouwenscrisis als belemmering

Wat voor conclusies kunnen we hier nu uit trekken? Om te beginnen moet worden opgemerkt dat de klimaatcrisis niet expliciet in het onderzoek aan de orde is gesteld. Dus wanneer ik hier de link met de klimaatcrisis leg, dan is dat geheel voor mijn rekening.

Dat gezegd hebbend, durf ik wel de conclusie aan dat de instituties zoals we de nu kennen niet als een grote hulp worden gezien bij het te lijf gaan van de klimaatcrisis. Plus van alle andere crises waar we mee worstelen, denk bijvoorbeeld aan de afname van biodiversiteit en de toenemende ongelijkheid.

Mensen zien instituties als weinig competent en als weinig ethisch gedreven. Beide competenties hebben we echter hard nodig om een effectieve aanpak te ontwikkelen en daar draagvlak voor te creëren. Dat geldt helemaal voor de overheid die moeilijke knopen moet doorhakken, bijvoorbeeld over een rechtvaardige verdeling van de lasten van de energietransitie. Op het moment dat er weinig vertrouwen is in deze en andere instituties, staat de strijd tegen de klimaatcrisis eigenlijk al met 1-0 achter. Dat is geen goed nieuws. Versterkt de vertrouwenscrisis de klimaatcrisis?

Vertrouwenscrisis als kans

Positief geredeneerd betekent de vertrouwenscrisis dat er grote behoefte is aan verandering. En hoe meer mensen behoefte hebben aan verandering, hoe groter de kans dat die er ook komt. Veranderen is immers mensenwerk en ook instituties worden bevolkt door mensen. Mensen kunnen al samenwerkend van onderop vertrouwen herstellen en verandering tot stand brengen.

In die zin is ook de onvrede over het huidige kapitalistische systeem hoopvol. Kennelijk is er behoefte aan een flinke aanpassing. Laten we hopen dat dit een systeem oplevert dat leidt tot minder vervuiling, verlies aan biodiversiteit, klimaatverandering en ongelijkheid. Op die manier kan de vertrouwenscrisis iets moois opleveren.

Naar een duurzaam systeem

Van onduurzaam naar duurzaam

Het is duidelijk dat ons huidige systeem van produceren en consumeren niet duurzaam is. Behalve over het economische systeem hebben we het dan ook over ons politiek-maatschappelijke systeem. De verschillende deelsystemen zijn namelijk nauw met elkaar verweven.

Zolang we bijvoorbeeld vliegen bevoordelen door er geen belasting op te heffen, is het niet vreemd dat mensen blijven vallen voor de verleiding van veel te goedkope tickets. En zolang we geen statiegeld heffen op kleine PET-flesjes en drankblikjes, zullen veel van die verpakkingen in de natuur belanden en niet worden hergebruikt.

Daarom moeten we ons systeem op zo’n manier veranderen dat duurzaam produceren, consumeren en handelen de standaard wordt.

Vragen over een duurzaam systeem

Maar hoe een systeem dat wel duurzaam is er in de praktijk uit ziet, is nog niet echt duidelijk. En kunnen we daar komen door ons huidige systeem om te vormen? Of is een radicale breuk met ons huidige systeem de enige weg om een duurzaam systeem te kunnen creëren? En hoeveel keuzevrijheid hebben producenten en consumenten in zo’n duurzaam systeem?

The future is NOW

De antwoorden op deze vragen zouden veel mensen kunnen helpen om versneld duurzame stappen te zetten. Het is immers makkelijker zekerheden los te laten als je weet wat je er voor terugkrijgt. Denk ook aan het bekende spreekwoord over het inruilen van oude voor nieuwe schoenen.

In dit blog verken ik de antwoorden op deze vragen.

Een krachtige overheid

Een eerste voorwaarde voor een duurzaam systeem lijkt mij dat er draagvlak voor is bij de bevolking. Een tweede voorwaarde is vervolgens een krachtige overheid die in staat is om te sturen. Een derde voorwaarde is dat een groot aantal landen samenwerken, omdat bedrijven anders teveel kansen hebben om elders verder te vervuilen. Bovendien zijn veel grote milieuproblemen grensoverschrijdend.

Donuttheorie als uitganspunt

Het lijkt mij dat de donuttheorie van Kate Raworth kan dienen als blauwdruk voor een duurzaam systeem. Kate laat zien dat we zodanig met de beschikbare hulpbronnen moeten omgaan dat we de sociale behoeften van de mensen vervullen zonder dat we de grenzen die de planeet ons stelt, overschrijden. Daarmee stellen we niet langer de economie centraal, maar de menselijke behoeften binnen de grenzen van de planeet. Meer hierover kun je lezen in mijn eerdere blog.

Kiezen en sturen

Maar hoe creëren we nou een duurzaam systeem? Ik denk dat het antwoord eigenlijk simpel is, namelijk door (1) er echt voor te kiezen en (2) er consequent op te sturen. Voor die sturing kunnen we een aantal krachtige instrumenten inzetten waar we al over beschikken:

  • belastingtarieven, heffingen, accijnzen, subsidies;
  • wetten en regelgeving;
  • toezicht en handhaving;
  • vergaande internationale samenwerking.

Resultaten

Duurzaam kiezen en sturen levert het volgende op:

  • producenten en consumenten maken duurzame keuzes want
    • vervuilende producten en diensten zijn peperduur of bestaan niet meer;
    • producten worden zo gemaakt dat ze energiezuinig zijn, lang meegaan en maximaal kunnen worden hergebruikt;
    • ecocide wordt strafbaar: ondernemers die het milieu vervuilen, worden persoonlijk vervolgd;
    • aandeelhouders in bedrijven die het milieu vervuilen, zijn persoonlijk aansprakelijk voor de schade (nu kunnen aandeelhouders maximaal de waarde van hun aandelen verliezen).
  • alle energie- en milieubesparende technologieën en werkwijzen worden overal in de samenleving toegepast;
  • de biodiversiteit wordt hersteld;
  • het dierenwelzijn wordt sterk verbeterd;
  • de inkomensverdeling wordt veel rechtvaardiger, omdat de sterkste schouders echt de zwaarste lasten dragen. Belastingontwijking is niet meer mogelijk;
  • de rechten van toekomstige generaties op een gelijk aandeel in natuurlijke rijkdommen worden wettelijk beschermd.

Keuzevrijheid

Maar hoeveel keuzevrijheid hebben producenten en consumenten in zo’n duurzaam systeem? Dat is een belangrijke vraag, want sommigen vrezen dat in een duurzame toekomst de overheid veel zaken voor ons bepaalt. Mensen die van grote woorden houden, spreken zelfs van een ecodictatuur.

Om te beginnen is het goed om te beseffen dat we een nieuwe richting moeten inslaan omdat we met ons huidige systeem geen schijn van kans maken om te overleven. Het neoliberalisme heeft laten zien geen oplossingen te hebben voor milieu, klimaat en ongelijkheid. Daarom denk ik dat we er niet aan ontkomen een deel van onze (neoliberale) vrijheid, namellijk het recht om te vervuilen, op te geven. Mensen met een vervuilende levensstijl zullen dit inderdaad als bedreigend ervaren. En dat geldt ook voor mensen die hechten aan een kleine overheid, lage belastingen en weinig regels. De samenleving zal zich ontwikkelen in de richting van meer feminiene waarden. Meer met en voor elkaar (en de planeet) in plaats van tegen elkaar.

Maar een duurzame samenleving komt er niet zomaar. Een voorwaarde voor een duurzame samenleving is namelijk draagvlak onder de bevolking. Want zonder draagvlak gaat zo’n transformatie helemaal niet werken. Binnen het raamwerk van duurzame regels heeft een ieder het recht om zelf zijn of haar leven in te richten en producten te kopen. Dat geldt ook voor ondernemers.

Draagvlak versus weerstand

Vanwege het benodigde draagvlak zal de transformatie waarschijnlijk niet in één klap plaatsvinden maar geleidelijk gaan. Omdat mensen zich vaak snel aan nieuwe omstandigheden aanpassen, geeft een stapsgewijze transformatie tijd om te wennen aan de veranderingen. Om bijvoorbeeld af te kicken van onze op fossiele brandstoffen gebaseerde economie in overdrive. Daarbij verwacht ik dat zo’n duurzame samenleving veel aantrekkelijke kanten zal hebben omdat ze veel socialer, groener en schoner zal zijn.

De grote vraag is echter of de bestaande belangen zullen toestaan dat de aanpassing op tijd plaatsvindt. Dus nog voordat de verschillene natuurlijke systemen het begeven en daarmee ook onze economieën en samenlevingen.

Er zijn immers velen die belang hebben bij het voortzetten van de status quo. Bijvoorbeeld omdat ze veel geld verdienen met fossiele brandstoffen of met andere milieuvervuilende activiteiten. Of omdat ze bang zijn zich teveel te moeten aanpassen in een op duurzaamheid gerichte samenleving. Of omdat ze per definitie tegen verandering zijn.

Op dit moment is het politieke debat zeer gepolariseerd waardoor er nauwelijks vooruitgang in het klimaatbeleid is. Ik vind het dan ook moeilijk om optimistisch te zijn over een stapsgewijze aanpassing van ons systeem. In het huidige tempo is de kans levensgroot dat we niet op tijd zijn om het verschil te maken.

Big bang?

Het alternatief voor een stapsgewijze transformatie is een ‘big bang’. Dat klinkt misschien verlokkend, maar ik zie niet zo goed hoe dit in praktijk zou kunnen. Ook omdat een ‘big bang’ voor het milieu en klimaat alleen zoden aan de dijk zet als zo’n verandering in veel landen tegelijk plaatsvindt.

Het meest voorstelbare scenario voor een ‘big bang’ is misschien nog wel een enorme klimaatramp die de mensen wakker schudt. Dat zou dan wel een ramp moeten zijn die de samenleving ook weer niet te veel raakt, want we weten niet hoe de samenleving onder stress reageert. Maar ook in een ‘big bang’-scenario zullen wetten en regels moeten worden veranderd, en ook dat zal tijd kosten. Alleen zal dat in een ‘oorlogseconomie’ wellicht sneller gaan dan in het stapsgewijze scenario.

Er is ook hoop

Waar ik wel positief over ben is dat de roep om verandering op veel plaatsen steeds groter wordt. Denk bijvoorbeeld aan de honderdduizenden jongeren die onder de vlag vanFridays for Future wereldwijd staken voor een duurzame toekomst. Denk ook aan de eveneens wereldwijde beweging Extinction Rebellion die met burgerlijke ongehoorzaamheid en geweldvrij protest aandacht vraagt voor dreigende uitsterven van veel diersoorten, waaronder de mens.

En heel recentelijk is er in Duitsland een publiek debat losgebarsten over het gebrek aan betaalbare woonruimte in de steden. Er wordt nu zelfs gedabatteerd over het (tegen schadeloosstelling) onteigenen van tienduizenden goedkope woningen die eerder zijn verkocht aan investeerders en nu voor enorme bedragen worden verhuurd.

Al dit leidt ertoe dat veel politici en opinieleiders zichtbaar worstelen met hoe ze hierop moeten reageren. Mijn verwachting is dat deze oproepen tot verandering steeds verder aan kracht zullen winnen. We staan aan het begin van een turbulente tijd, en een gigantische transformatie. We kunnen niet anders.

Herman Wijffels: “Planet first”

Op 15 september 2018 vond in Amsterdam de eerste Donut-D-Day plaats, een inspiratiedag over milieu, monetaire hervorming en basisinkomen. Aan het eind sprak Herman Wijffels over het tijdperk waarin we leven en over de toekomst.

De donut van Kate Raworth

Niet helemaal verrassend gezien de naam van deze dag, vormde de ‘donuttheorie’ van Kate Raworth het vertrekpunt. De donut is een model waarin zowel de doelen van de menselijke ontwikkeling als de grenzen die de planeet ons stelt aan bod komen. Doelen zijn bijvoorbeeld voldoende voedsel, vrede en veiligheid en onderwijs voor alle mensen. Raworth onderscheidt 12 doelen cq. behoeften. DIt is de binnenste donkergroene begrenzing van de donut. Planetaire grenzen zijn bijvoorbeeld klimaatverandering en verlies aan biodiversiteit. Het model kent 9 planetaire grenzen (de buitenste begrenzing van de donut). Zie de volgende figuur:

 

Het donutmodel van Kate Raworth
Het donutmodel van Kate Raworth (bron: Kate Raworth, A Doughnut for the Anthropocene: humanity’s compass in the 21st century, website The Lancet)

 

Veel werk aan de winkel

De uitdaging is om zo met de beschikbare hulpbronnen om te gaan dat de sociale behoeften worden vervuld zonder dat de planetaire  grenzen worden overschreden. Duurzame ontwikkeling – economisch, ecologisch en sociaal – vindt binnen de begrenzing van de groene ring – de donut – plaats. In de figuur is duidelijk te zien dat de meeste behoeften nu niet voor alle mensen worden vervuld, terwijl een aantal planetaire grenzen al fors wordt overschreden. Veel werk aan de winkel dus voor ons allemaal. Meer uitleg van Kate zelf vindt je in deze TEDx talk op YouTube (16 minuten).

Reflectie van Herman Wijffels

Aan het eind van de dag reflecteerde Herman Wijffels op de verschillende bijdragen en op de tijd waarin we leven. Dat vond ik zo indrukwekkend dat ik zijn bijdrage hier graag samenvat. Herman Wijffels was onder meer topman bij de Rabobank, voorzitter van de SER en voorzitter van Natuurmonumenten.

Het einde van een tijdperk

Volgens Wijffels leven we in een tijd die hij de ‘hoogbloei van het laatkapitalisme’ noemt. Dit systeem heeft zijn werk gedaan, het heeft namelijk de groei gefaciliteerd van het niveau van de middeleeuwen naar het niveau van nu. Aanleiding voor de verlichting was het ontstaan van het idee dat niet alleen het hiernamaals telde maar dat ook het leven op aarde ‘gezellig’ mocht zijn. Grensverleggende uitvindingen maakten een enorme economische groei mogelijk. Belangrijk is dat er stap voor stap een financieel systeem ontstond dat deze groei faciliteerde. Maar deze manier van doen is niet langer houdbaar. Het natuurlijk kapitaal is helemaal of zo goed als uitgeput en omgezet in financieel kapitaal. Anders gezegd: we leven aan het einde van een tijdperk. En als je goed kijkt, zie je steeds meer scheuren in het oude systeem ontstaan.

Nieuwe orde: planet first

Wat we nu nodig hebben is een nieuwe economische en maatschappelijke orde waarin de planeet centraal staat. Het donutmodel biedt daarvoor veel aanknopingspunten, enn ook een basisinkomen hoort daarbij. Wijffels sprak over een tocht op weg naar het beloofde land. Maar net als in bijbel gaat die tocht wel eerst door de woestijn. En we kunnen alleen maar hopen dat de overgang van de oude naar de nieuwe orde harmonisch zal zijn. Maar zeker is dat niet. Hoe dan ook, het gaat er om voorbereid te zijn op moment dat de oude orde omvalt. En alles wat we nu al uitvinden van wat past bij die nieuwe orde, is mooi meegenomen. Daarom is het uitwisselen van kennis over wat wel en niet werkt ook zo belangrijk.

Van masculiene naar feminiene waarden

In die nieuwe orde gaat het er om individualiteit te verbinden met de gemeenschap. Dat geldt bijvoorbeeld voor onze manier van eten, vervoeren en kleden. We kunnen niet doorgaan met een manier van leven die ten koste gaan van de aarde. We zullen een ontwikkeling moeten doormaken van masculiene naar feminiene waarden. ‘Zorg voor het leven’ in de meest ruime zin zal centraal staan.

‘Software herschrijven’

Het gaat over ‘heel maken’. Van hoofd en hart, en van de aarde. Dat betekent ook werken aan onszelf. Want als we niet in balans zijn met onszelf gaat die grotere opgave ook niet lukken. We moeten onze software herschrijven. Dat is een enorm grote opgave maar toch is Wijffels optimistisch dat dit zal gaan lukken. Hij baseert dit op het veel hogere opleidingsniveau van de wereldbevolking nu in het vergelijking met het verleden. Ik hoop zeer dat hij gelijk heeft.