Klimaatdoel anderhalve graad niet meer haalbaar

Al een tijdje zat ik te puzzelen op hoe dat nou precies zit met die klimaatdoelen. Ik had het gevoel dat er iets niet klopte, dus ik ben er eens goed voor gaan zitten. Wat ik ontdekte, vond ik best wel schokkend: onze klimaatdoelen kloppen niet.

Afgesproken doelen

De zoektocht begint in 2015 met het klimaatakkoord van Parijs. Bij die klimaatconferentie is afgesproken dat de temperatuur ten opzichte van het pre-industriële tijdperk niet meer dan 2 graden Celsius mag stijgen. Bovendien is het streven om de opwarming beperkt te houden tot 1,5 graden. Dit in de hoop en verwachting dat hiermee een leefbare toekomst veilig kan worden gesteld.

Om dit doel te halen hebben EU-lidstaten met elkaar afgesproken dat de EU in 2030 minimaal 40% minder moet uitstoten. Ondertussen heeft Nederland een Klimaatwet aangenomen.

“De Klimaatwet stelt vast met hoeveel procent ons land de CO2-uitstoot moet terugdringen. De Klimaatwet moet burgers en bedrijven zekerheid geven over de klimaatdoelen:
49% minder CO2-uitstoot in 2030 ten opzichte van 1990.
95% minder CO2-uitstoot in 2050 ten opzichte van 1990.

Bron: https://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/klimaatverandering/klimaatbeleid

Het komt er dus op neer dat we in 2050 klimaatneutraal willen zijn. Dat wil zeggen, dat we dan nauwelijks nog CO2 uitstoten. Dat klinkt vootvarend, en het is een enorme opgave, maar gelukkig is er al veel technologie beschikbaar. En gaandeweg komen er vast en zeker nieuwe oplossingen beschikbaar.

Carbon budget

De vraag waar alles om draait is: hoeveel CO2 en andere broeikasgassen kunnen we nog uitstoten voor we over die 1,5 resp. 2 graden heen gaan? Voor deze vraag is het zogenaamde carbon budget relevant. Je zou deze term kunnen vertalen met koolstofbudget.

De optelsom van alle broeikasgassen in de atmosfeer zorgt ervoor dat steeds meer warmte wordt vastgehouden. Hierdoor warmt de aarde op. Op dit moment zijn we al een graad opgewarmd. Wetenschappers hebben uitgerekend hoeveel we nog kunnen uitstoten voordat de hoeveelheid broeikasgassen zover is toegenomen dat we over de grens van 1,5 en 2 graden heen gaan.

In de tabel staan de actuele koolstofbudgetten (bron). De percentages van 50 en 66 procent geven de kans aan dat we met dat budget inderdaad onder die temperatuurgrens blijven. De budgetten zijn uitgedrukt in gigatonnen, met ingang van 2020.

Het actuele koolstofbudget (december 2020), bron: http://constrain-eu.org

Om een kans van 50 procent te hebben om niet meer dan 1,5 graad op te warmen, mogen we vanaf 1 januari 2020 dus nog maar 395 gigaton uitstoten. Belangrijk om te weten is dat de wereldwijde uitstoot in 2019 ongeveer 43 Gt bedraagt. En dat ook na het verdrag van Parijs de jaarlijkse uitstoot nog steeds licht toeneemt.

Het 1,5-gradendoel ligt al buiten bereik

Wanneer we er even van uitgaan dat de uitstoot voorlopig 43 Gt per jaar blijft, dan betekent dit dus dat ons 1,5-gradenbudget begin 2029 op is. En dan is er nog maar een fifty-fifty kans dat we niet verder dan 1,5 graad opwarmen. Willen we meer zekerheid, 66 procent, is ons budget met de huidige uitstoot al over 5,5 jaar op. Daarna zou de uitstoot 0 moeten zijn.

Wanneer je kijkt naar waarmee we nu allemaal broeikasgassen uitstoten – wonen, eten, reizen – dan is het totaal niet realistisch om aan te nemen dat we binnen 9 resp 5,5 jaar geheel zonder broeikasgassen kunnen. De conclusie is dan ook dat het 1,5-gradendoel hiermee feitelijk al buiten bereik ligt. Ik vraag me dan ook af waarom hier niet openlijk op die manier over wordt gesproken.

En het 2-gradendoel dan?

En hoe zit het dan met het 2-gradendoel? Wanneer we met 66 procent zekerheid rekenen, kunnen we nog 23 jaar doorgaan met 43 Gt per jaar uit te stoten. Dus als we erin slagen zo snel mogelijk het roer echt om te gooien en de uitstoot te verminderen op weg naar 0 uitstoot in 2050, dan ligt het 2-gradendoel misschien nog binnen bereik.

Hierbij gelden echter 3 belangrijke kanttekeningen:

  1. Naarmate de uitstoot de komende jaren zoals nu het geval is nog verder toeneemt, is het koolstofbudget eerder op.
  2. Naarmate er meer broeikasgassen vrijkomen door bosbranden of smeltende toendra’s, betekent dit dat ons budget krimpt.
  3. De prognoses van het energieverbruik en hoe die energie wordt opgewekt, geven weinig reden om te verwachten dat de CO2-uitstoot snel zal afnemen. Het Internationaal Energie Agentschap verwacht zelfs dat de vraag naar fossiele brandstoffen nog verder toeneemt tot 2040. Tenzij er krachtig overheidsbeleid komt natuurlijk.

De Volkskrant publiceerde begin december een artikel over de klimaattop COP25 in Madrid met daarin deze figuur. Ook de krant is van mening dat we minimaal op een stijging van 2,3 graden uitkomen in 2100. In het slechtste geval kan de temperatuur oplopen met 4,3 graden.

Conclusies

Onze klimaatdoelen kloppen niet. Zo ligt het klimaatdoel van maximaal 1,5 graad opwarming feitelijk al buiten bereik. Eenieder die dit doel nog als serieuze optie noemt, begrijpt niet goed hoe het zit of wil mensen – op foutieve gronden – geruststellen.

De vraag is of het 2-graden doel nog binnen bereik ligt. Met het huidige doel om in 2050 klimaatneutraal te zijn gaan we dat doel in ieder geval zeker niet halen. Temeer omdat de energievraag nog verder toeneemt en het aandeel fossiele brandstoffen daarin ook. Het antwoord op de vraag is dus ‘nee’, tenzij op korte termijn het roer omgaat. En dat betekent op grote schaal energie besparen, fossiele brandstoffen afbouwen en het massief investeren in hernieuwbare energiebronnen.

Het gegeven dat net de klimaatconferentie COP25 in Madrid zonder resultaten is afgelopen, biedt wat die ommezwaai op korte termijn betreft weinig hoop. Het recept dat overblijft is om de druk op politiek en bedrijfsleven verder te verhogen en zelf actie te ondernemen.

Verder lezen

Lees hier meer over het verschil tussen een opwarming met 1,5 en 2 en 4 graden Celsius.

Lees hier meer over het Verdrag van Parijs en zijn weeffouten (Wikipedia)

Het verschil tussen 1,5 en 2 graden opwarming

In het klimaatakkoord van Parijs is afgesproken dat de temperatuur ten opzichte van het pre-industriële tijdperk met niet meer dan 2 graden Celsius mag stijgen. Bovendien is het streven om de opwarming beperkt te houden tot 1,5 graden. Een logische vraag is dan ook: wat is het verschil tussen een wereld met 1,5 en 2 graden opwarming?

Een wereld met 1,5 en 2 graden opwarming

Wat is het verschil tussen een wereld met 1,5 en 2 graden opwarming? In dit artikel op de website Vox.com wordt het verschil samengevat met deze figuur:

Op het eerste gezicht lijkt het verschil tussen een wereld van 1,5 en 2 graden misschien niet zo heel groot. Ik bedoel, of in 2100 de zeespiegel 40 of 50 cm hoger staat, moeten we daar nu echt wakker van liggen?

Het antwoord is ja. Een 10 cm hogere zeespiegel wordt bij een storm namelijk opgestuwd tot een nog veel hogere watermassa. Langere en heftigere hittegolven kunnen net het verschil maken tussen overleven of niet. En de afname aan ‘freshwater’ in het Middellandsezeegebied verdubbelt bijna in een wereld met 2 graden opwarming.

Daarbij is het goed te bedenken dat het complex is om de effecten precies te voorspellen, ook in hun onderlinge samenhang. Bovendien gaat het om gemiddelde temperaturen over de hele wereld. Op de polen en boven land kan de toename al snel het dubbele zijn.

Nu al zien we de enorme impact die klimaatverandering heeft, bijvoorbeeld bij de grote branden in Californië, Australië en Siberië. En dat terwijl de gemiddelde temperatuur nog maar 1 graad is gestegen.

Een wereld met 4 graden opwarming

Maximaal 2 graden opwarming is dus het doel, maar voorlopig neemt de uitstoot nog steeds toe. Volgens deskundigen is de aarde dan ook eerder op weg naar een opwarming van 3 of 4 of misschien zelfs wel 5 graden in 2100. Wat weten we over zo’n wereld?

Logischerwijs is zo’n wereld nog moeilijker te voorspellen dan een 2 gradenwereld. Toch geeft dit artikel in The Guardian van mei 2019 alvast een aantal huiveringwekkende details prijs.

Zo zal de zeespiegel in 2100 met 2 meter en meer stijgen omdat al het ijs aan het smelten is. Laag gelegen gebieden zullen onderlopen en mensen zullen op zoek moeten naar nieuwe leefgebieden. Alleen al in Bangladesh gaat eenderde van het land verloren. Door de droogte en hitte zullen grote delen van Zuid-Europa verwoestijnen. Rivieren als de Rijn en de Donau zullen fors minder water meevoeren. Overal zullen diersoorten uitsterven omdat ze zich niet snel genoeg kunnen aanpassen aan de veranderende omstandigheden.

Het produceren van genoeg voedsel voor iedereen wordt een uitdaging (understatement) omdat veel landbouwgrond onbruikbbaar wordt en de opbrengsten afnemen. De beschikbaarheid van drinkwater zal op veel plaatsen een probleem zijn. In totaal zullen er zo’n 2 miljard vluchtelingen zijn. Dit alles zal onherroepelijk tot grote spanningen en conflicten leiden. Een oplossing hiervoor is om echt over de landsgrenzen heen te gaan samenwerken en om eerlijk te delen.

Meer inzicht biedt de studie Turn Down the Heat: Why a 4°C Warmer World Must be Avoided die de Wereldbank in 2012 heeft laten uitvoeren.