Klimaatemoties –> klimoties

Dit blog gaat over klimaatemoties, omdat je bewust zijn van de werkelijke omvang en de gevolgen van klimaatverandering enorme impact kan hebben. Impact op je eigen gemoed, en daarmee ook op dat van je naasten, vrienden en collega’s. Dat maakt klimaatemoties tot een belangrijk thema.

Besef van sterfelijkheid

Ik geloof dat klimaatverandering, en zeker klimaatontwrichting, ons in essentie confronteert met de eindigheid van ons bestaan. Het inzicht dat met de ontwrichting van het klimaat de diverse life support systemen op onze planeet het vroeger of later zullen begeven, confronteert ons met onze sterfelijkheid en onze angst daarvoor.

Het besef om te zullen sterven overvalt de meesten van ons op enig moment. Het verschil is dat het nu niet wordt getriggerd door ons eigen welbevinden maar door dat van de planeet. En het gegeven dat we het als mensheid zo ingewikkeld vinden om de strijd met de broeikasemisisies aan te gaan, maakt het allemaal ook niet echt beter.

Besef van verlies

Gekoppeld aan dat besef van sterfelijkheid kan zich een gevoel van verlies van personen en zaken die dierbaar zijn ontwikkelen. Voor mijzelf is dat bijvoorbeeld het niet meer onbezorgd kunnen genieten van een mooi landschap. Het landschap is er nog, en het is lastig om te zeggen of het er anders uitziet dan pakweg 10 jaar geleden. Maar omdat ik weet dat flora en fauna het nu al zwaar hebben, en dit nog erger wordt, kijk ik er op een andere manier naar. Afstandelijker, alsof ik mij alvast aan het indekken ben voor het dreigende verlies.

Wisselende emoties

Alsof het besef van sterfelijkheid en verlies al niet zwaar genoeg zijn, roept klimaatverandering en de manier waarop we er (niet) mee omgaan ook nog een hele reeks klimaatemoties op. Emoties die elkaar ook nog eens voortdurend kunnen afwisselen. Bij mijzelf en in de gesprekken die ik hierover voer, komen de volgende emoties regelmatig terug.

Onbegrip en frustratie

Want waarom is het voor zovelen zo ingewikkeld om te zien wat er aan de hand is? Waarom ondernemen politici en ondernemers geen grootschalige actie om de uitstoot te beperken? En waarom kopen ‘we’ zoveel grote auto’s als nooit tevoren en wordt het ene na het andere passagiersrecord in de luchtvaart gebroken? Zijn we dan toch die spreekwoordelijke lemmingen die elkaar volgend van de klif afspringen?

Gespletenheid

Het is soms op z’n zachtst gezegd bevreemdend om mensen hun normale routines te zien volgen terwijl je weet dat er zich op de achtergrond een grote ramp aan het ontwikkelen is. Sterker nog, met praktisch elke routine komt de ramp dichterbij en wordt hij groter. Je wilt keihard ‘stop’ roepen maar weet dat het weinig zal uithalen. En je wilt meestal dat goede gevoel van de anderen niet verstoren. Dat kan behoorlijk gespleten voelen.

Woede en machteloosheid

Soms gaan de emoties over in woede. Woede over zoveel onbegrip en egoïsme in de wereld, woede op degenen die leugens over klimaatverandering verspreiden, woede op jezelf.

Een woede die vaak hand in hand gaat met een gevoel van machteloosheid. Want waarom ben je niet in staat bent het goede knopje te vinden om de wereld de goede kant op te sturen?

Zinloosheid

De vraag die soms onvermijdelijk opkomt als je beseft dat we stapje voor stapje richting de afgrond schuifelen, is die van ‘wat heeft er nog zin?’ En natuurlijk hebben veel dingen nog zin, en zijn veel dingen en contacten nog steeds fijn en mooi en waardevol. Maar die grote wolk aan de horizon maakt dat het vaak toch anders voelt.

Hoop en optimisme

En natuurlijk is er ook hoop en optimisme. Bijvoorbeeld over al die scholieren en studenten die in navolging van de dappere Greta Thunberg zijn gaan staken. Want waarom zouden ze leren voor de toekomst als die toekomst er zo zwart uitziet? Optimistisch over het feit dat veel media nu vaker uitgebreid en uitgesprokener berichten over de ernst en omvang van klimaatverandering. Hoopvol omdat er in een paar jaar tijd in ieder geval een deel van de bevolking anders is gaan denken over vlees eten en over vliegvakanties.

Aan de slag

Ondertussen gaat het leven door. Het is dus zaak om aan de slag te gaan om te voorkomen dat de negatieve emoties de overhand krijgen. Ik denk dat er een aantal strategieën zijn om daar aan te werken. Je kunt er om te beginnen voor kiezen om er zo mindful mogelijk mee om te gaan. Door proberen te accepteren dat de situatie zo is als hij is. En dat je in je eentje niet de hele wereld kan veranderen.

Een tweede strategie is om zelf aan de slag te gaan. Want een actieve houding voelt goed, of het in je eigen leven is of gericht op dat van anderen. In beiden gevallen geeft het extra kracht en energie om het samen met andere te doen. Kat kan bijvoorbeeld via de Klimaatgesprekken. En je kunt ook meelopen in de Klimaatmars op 10 maart om 13:00 uur op de Dam in Amsterdam. Samen voor een eerlijk klimaatbeleid waar we zsm mee aan de slag gaan. Genoeg getreuzeld want het klimaat wacht niet!

En ja, je kunt er tot slot ook over schrijven 😉


Er zijn ook nog andere manieren om met de emotionele stress van klimaatverandering om te gaan. Bijvoorbeeld ontkenning (‘het is niet waar’), agressie (‘en nou moet je echt stoppen met die onzin van je’), fatalisme (‘wat we doen maakt toch niks uit’). Maar ook apathie of juist escapisme door uit de werkelijkheid te vluchten in games of fantasieën (Netflix…).

Leven we in een pre-revolutionaire tijd?

Deze week moest ik er ineens aan denken. Omdat er steeds meer onrust en protest en steeds minder probleemoplossend vermogen lijkt te zijn. Leven we in een pre-revolutionaire tijd? En als dat zo is, wat komt hierna?

Patiënt Aarde


Het wringt op steeds meer fronten

Op dit moment probeert de mensheid te begrijpen dat we in een onmetelijk diepe afgrond van klimaatontwrichting kijken. Een ontwrichting die alles op zijn kop zal zetten. En die vraagt om snel en ingrijpend handelen om het ergste te voorkomen. De vraag is of we op de wereldklimaatconferentie COP24 in Polen erin slagen een fundament daarvoor te leggen. De voortekenen zijn helaas niet gunstig. Niet alleen omdat landen verschillende belangen hebben, maar ook omdat de fossiele industrie voortgang tegenwertkt omdat ze heel goed beseft dat haar toekomst met olie, kolen en gas op het spel staat. Klimaatontkenners als Trump en Poetin helpen daarbij ook al niet echt.

Arm versus rijk

Een belangrijke onderliggende vraag is of rijke landen eindelijk eens echt solidair gaan zijn met armere landen. De grote veroorzakers van klimaatverandering zouden dat kunnen doen door zelf minder uit te stoten. En door armere landen te helpen met duurzame technologie. Al is het maar omdat de rijke landen anders ook zelf hun welvaart kwijtraken. Omdat we nou eenmaal samen in hetzelfde ruimteschip zitten.

Maar ook binnen landen speelt de tegenstelling arm-rijk steeds sterker. Tegenover een kleine en enorm rijke bovenlaag staat een groeiende ‘onderlaag’ met steeds minder zekerheden en inkomen. Het ongenoegen kwam tot ontploffing in het protest van de gele hesjes in Frankrijk. De aanleiding, een verhoging van de accijns op brandstoffen om het klimaat te sparen, laat zien hoezeer ongelijkheid en klimaat vervlochten zijn. Althans, op de manier waarop we er nu in onze neoliberale consensus mee omgaan. Een consensus die bestaat uit lage belastingen, een kleine overheid en een grenzeloos vertrouwen in de markt, voorkomt dat we het klimaatprobleem effectief te lijf gaan. En zorgt ervoor dat de rijken rijker worden terwijl de zekerheden van de rest worden afgebouwd.

Toekomstperspectief valt weg

Voor steeds meer mensen wordt duidelijk dat het een welvarend en onbezorgd toekomstperspectief aan het wegvallen is. Klimaatontwrichting zal leiden tot extreem weer, zeespiegelstijging, water- en voedselschaarste, oorlog en migratie. Dat is niet de toekomst die ons beloofd was, want die zou steeds mooier en welvarender worden. Nu dat perspectief wegvalt, zijn mensen niet langer bereid om offers te brengen terwijl de rijken belasting ontwijken en de grote vervuilers vrijuit gaan.

Ook jongeren zien een onbezorgde toekomst in rook opgaan. Het is niet voor niets dat de klimaatstaking van Greta Thunberg in steeds meer landen navolging vindt. “Waarom zou ik op school leren voor een toekomst, als er straks geen toekomst meer is?”

Migratie jaagt spanningen aan

Migratie van mensen uit landen waarin zij mede door klimaatverandering en oorlogen geen perspectief meer zien, is een andere bron van spanning. Politici en anderen met een rechtse agenda zien hun kans schoon om angsten aan te wakkeren voor een invasie van havelozen. Onderliggend is de angst voor veranderingen op wereldschaal die voor een individu nauwelijks nog te overzien zijn. En voor verlies van controle op de eigen leefomgeving en verlies van zekerheid en welvaart. En aan het einde van dat spectrum van bezordheid staan mensen die openlijk rechtsextreem en/of racistisch zijn. Schokkende voorbeelden hiervan hebben we gezien bij de recente protesten rond ‘zwarte piet’. 

Wat kan de politiek nog?

De grote vraag is of de politiek in staat is om al deze onzekerheiden en spanningen te kanaliseren. En of ze tot oplossingen kan besluiten die de onzekerheden en spanningen verkleinen.

Zowel in Nederland als binnen Europa en op wereldschaal heeft de politiek het daar moeilijk mee. Dat komt deels omdat partijen worstelen met het einde van het neoliberale tijdperk dat aantoonbaar geen oplossingen meer heeft voor de grote problemen van deze tijd. Denk bijvoorbeeld aan klimaatontwrichting, dramatisch verlies aan biodiversiteit en  onrechtvaardige ongelijkheid. Maar ook omdat populistische polarisatie loont en een constructief debat zoveel moeilijker maakt. 

Spanningen in coalitie op scherp

De strategie die lange tijd heeft gewerkt is om maatregelen voor de toekomst af te spreken, zodat de politiek er in het hier en nu weinig last van heeft. En ondertussen te hopen dat in die toekomst betere technologie ervoor zorgt dat de problemen tegen minder offers kunnen worden opgelost. Dat is ook precies wat het ‘groenste kabinet ooit’ heeft gedaan.

Nu het acute klimaatprobleem niet meer te ontkennen valt (IPCC, Urgendavonnis), moet de politiek wel in actie komen. Alle onderliggende spanningen over o.a. sociale rechtvaardigheid, aanpassing van industrie, landbouw en luchtvaart en invoering van een een CO2-belasting kunnen  niet langer worden genegeerd. Ik verwacht dan ook dat de politieke spanningen snel verder zullen oplopen.

‘Opstand’ tegen overheid en politiek?

Het is wachten op het moment dat maar genoeg burgers beseffen dat de beloofde onbezorgde toekomst op deze manier steeds verder uit beeld raakt. In het Verenigd Koninkrijk is een groep burgers onder de naam Extinction Rebellion al een opstand begonnen tegen politiek en overheid. Zij zeggen dat de overheid het maatschappelijk contract heeft vergebroken door niet meer te zorgen voor het (toekomstig) welzijn van haar burgers. Met burgerlijke ongehoorzaamheidsacties willen ze de overheid dwingen het klimaatprobleem toe te geven en eindelijk in actie te komen. Duizenden mensne hebben de bruggen van Londen geblokkeerd en het verkeer praktisch stilgelegd.

Terwijl het protest van Extinction Rebellion gedisciplineerd en bijna ‘lief’ verloopt, kon dat niet gezegd worden van de rellen die volgden uit de protesten van de gele hesjes in Frankrijk. Daar was het doel o.a. het aftreden van de regering Macron.

Waar zijn de wervende toekomstvisies?

Ik zie niet meteen hoe dit allemaal tot een succesvolle opstand kan leiden, laat staan wat dan het breed gedragen alternatief zou zijn. Maar ik vrees wel dat we pas aan het begin staan van nog veel meer maatschappelijke onrust.

We hebben dringend behoefte aan wervende visies op de toekomst die ons helpen een weg te vinden in deze chaotische tijd. Visies waarmee burgers en politici het gesprek kunnen aangaan over wat een wenselijke toekomst is voor ons allemaal. En waarmee we de grote problemen kunnen oplossen. En wat we daarvoor moeten doen… en laten.

De ingrediënten zijn duidelijk: geen fossiele brandstoffen meer, een stop op milieuvervuiling. herstel van bossen en biodiversiteit. Kortom, de planeet centraal. En industrie en rijken betalen daar aan mee. Maar hoe ziet dat eruit, hoe voelt dat? Dat is wat we willen weten. Dat is wat we nodig hebben om de voglende stappen te zetten.


Herman Wijffels: “Planet first”

Op 15 september 2018 vond in Amsterdam de eerste Donut-D-Day plaats, een inspiratiedag over milieu, monetaire hervorming en basisinkomen. Aan het eind sprak Herman Wijffels over het tijdperk waarin we leven en over de toekomst.

De donut van Kate Raworth

Niet helemaal verrassend gezien de naam van deze dag, vormde de ‘donuttheorie’ van Kate Raworth het vertrekpunt. De donut is een model waarin zowel de doelen van de menselijke ontwikkeling als de grenzen die de planeet ons stelt aan bod komen. Doelen zijn bijvoorbeeld voldoende voedsel, vrede en veiligheid en onderwijs voor alle mensen. Raworth onderscheidt 12 doelen cq. behoeften. DIt is de binnenste donkergroene begrenzing van de donut. Planetaire grenzen zijn bijvoorbeeld klimaatverandering en verlies aan biodiversiteit. Het model kent 9 planetaire grenzen (de buitenste begrenzing van de donut). Zie de volgende figuur:

 

Het donutmodel van Kate Raworth
Het donutmodel van Kate Raworth (bron: Kate Raworth, A Doughnut for the Anthropocene: humanity’s compass in the 21st century, website The Lancet)

 

Veel werk aan de winkel

De uitdaging is om zo met de beschikbare hulpbronnen om te gaan dat de sociale behoeften worden vervuld zonder dat de planetaire  grenzen worden overschreden. Duurzame ontwikkeling – economisch, ecologisch en sociaal – vindt binnen de begrenzing van de groene ring – de donut – plaats. In de figuur is duidelijk te zien dat de meeste behoeften nu niet voor alle mensen worden vervuld, terwijl een aantal planetaire grenzen al fors wordt overschreden. Veel werk aan de winkel dus voor ons allemaal. Meer uitleg van Kate zelf vindt je in deze TEDx talk op YouTube (16 minuten).

Reflectie van Herman Wijffels

Aan het eind van de dag reflecteerde Herman Wijffels op de verschillende bijdragen en op de tijd waarin we leven. Dat vond ik zo indrukwekkend dat ik zijn bijdrage hier graag samenvat. Herman Wijffels was onder meer topman bij de Rabobank, voorzitter van de SER en voorzitter van Natuurmonumenten.

Het einde van een tijdperk

Volgens Wijffels leven we in een tijd die hij de ‘hoogbloei van het laatkapitalisme’ noemt. Dit systeem heeft zijn werk gedaan, het heeft namelijk de groei gefaciliteerd van het niveau van de middeleeuwen naar het niveau van nu. Aanleiding voor de verlichting was het ontstaan van het idee dat niet alleen het hiernamaals telde maar dat ook het leven op aarde ‘gezellig’ mocht zijn. Grensverleggende uitvindingen maakten een enorme economische groei mogelijk. Belangrijk is dat er stap voor stap een financieel systeem ontstond dat deze groei faciliteerde. Maar deze manier van doen is niet langer houdbaar. Het natuurlijk kapitaal is helemaal of zo goed als uitgeput en omgezet in financieel kapitaal. Anders gezegd: we leven aan het einde van een tijdperk. En als je goed kijkt, zie je steeds meer scheuren in het oude systeem ontstaan.

Nieuwe orde: planet first

Wat we nu nodig hebben is een nieuwe economische en maatschappelijke orde waarin de planeet centraal staat. Het donutmodel biedt daarvoor veel aanknopingspunten, enn ook een basisinkomen hoort daarbij. Wijffels sprak over een tocht op weg naar het beloofde land. Maar net als in bijbel gaat die tocht wel eerst door de woestijn. En we kunnen alleen maar hopen dat de overgang van de oude naar de nieuwe orde harmonisch zal zijn. Maar zeker is dat niet. Hoe dan ook, het gaat er om voorbereid te zijn op moment dat de oude orde omvalt. En alles wat we nu al uitvinden van wat past bij die nieuwe orde, is mooi meegenomen. Daarom is het uitwisselen van kennis over wat wel en niet werkt ook zo belangrijk.

Van masculiene naar feminiene waarden

In die nieuwe orde gaat het er om individualiteit te verbinden met de gemeenschap. Dat geldt bijvoorbeeld voor onze manier van eten, vervoeren en kleden. We kunnen niet doorgaan met een manier van leven die ten koste gaan van de aarde. We zullen een ontwikkeling moeten doormaken van masculiene naar feminiene waarden. ‘Zorg voor het leven’ in de meest ruime zin zal centraal staan.

‘Software herschrijven’

Het gaat over ‘heel maken’. Van hoofd en hart, en van de aarde. Dat betekent ook werken aan onszelf. Want als we niet in balans zijn met onszelf gaat die grotere opgave ook niet lukken. We moeten onze software herschrijven. Dat is een enorm grote opgave maar toch is Wijffels optimistisch dat dit zal gaan lukken. Hij baseert dit op het veel hogere opleidingsniveau van de wereldbevolking nu in het vergelijking met het verleden. Ik hoop zeer dat hij gelijk heeft.

Het klimaat en ons voedsel

Het klimaat verandert snel

Het klimaat verandert, en het verandert snel. Zoveel is nu wel duidelijk. Volgens dit NOS-artikel zullen we deze hete en droge zomer van 2018 in de toekomst zelfs een koele zoemer noemen. Tijd om voorzichtig vooruit te kijken naar wat dit betekent voor onze toekomst.

"Deze zomer zullen we in de toekomst een koele zoemer noemen"
“Deze zomer zullen we in de toekomst een koele zoemer noemen”

 

Het klimaat en ons voedsel

Een thema dat ik nog maar zelden langs zie komen betreft de gevolgen van de klimaatverandering voor onze voedselvoorziening. Zou de NOS al een artikel in de maak hebben over de gevolgen van hete & droge zomers (en straks ook weer hagel en wolkbreuken) voor onze  voedselvoorziening?

Voedsel relevant thema

Dat lijkt me namelijk een meer dan relevant thema. Nu oogsten flinke schade oplopen en boeren voedsel moeten bijkopen voor hun vee omdat er te weinig hooi is, kunnen consequenties niet uitblijven. Sommige producten vallen kleiner uit (denk aan de’ te kleine’ pruimen uit Zeeland die AH niet wilde verkopen), of er is gewoon veel minder van. De prijs van die producten zal dan logischerwijs flink omhoog gaan. Ook in veel andere landen hebben de gewassen immers last hebben van de hitte en droogte.

Graan en mais duurder

Natuurlijk zullen er ook gewassen zijn met hogere opbrengsten, maar overall zullen de opbrengsten in de EU afnemen. Graan en mais zijn daar voorbeelden van. De vraag is nu hoe het met de oogsten in de rest van de wereld zal gaan. In die zin is de belofte van de EU om meer soja uit de VS in te voeren in ruil voor minder handelsoorlog nog niet zo gek. Soja kan immers ook dienen als voer voor het vee. En laat daar door de droogte en hitte nou net veel minder van zijn.

Minder vlees

Doordat boeren meer voedsel voor het vee moeten inkopen, zal de prijs van vlees stijgen. Tenzij… de overheid subsidies gaat geven natuurlijk. Laten we hopen dat dit niet gaat gebeuren. De prijs van vlees is gezien de milieu-effecten nu immers veel te laag. Duurder vlees zou gezien de lage prijzen dan ook een zegen zijn. De vraag naar vlees zal dan afnemen en dat is goed nieuws voor de planeet. Ons dieet zal plantaardiger worden.

Alternatieve productiemethoden

Ik verwacht dat deze hete en droge zomer aanleiding zal zijn om op zoek te gaan naar productiemethoden van voedsel die minder weersafhankelijk zijn. De technieken daarvoor zijn inmiddels al lang beschikbaar, bijvoorbeeld in kassen of leegstaande gebouwen. Maar het probleem lijkt mij vooral dat juist die gewassen die buiten op het veld op grote schaal worden aangebouwd, te weinig opbrengen om binnen onder beschermde condities te verbouwen. Denk juist aan mail en graan. Bovendien is het bijkans onmogelijk om dergelijke grote hoeveelheden binnen te verbouwen.

Schaarste en sociale onrust

Het is voor ons in Europa nauwelijks voor te stellen dat voedsel schaars zou kunnen worden. Dat frietjes duurder worden omdat de aardappeloogst een keertje tegenvalt, oké. Maar structurele schaarste? Europa is vooralsnog rijk genoeg om hogere prijzen op de wereldmarkt te betalen, dus zo’n vaart zal het niet snel lopen. Die hogere prijs zal primair ten koste gaan van mensen in armere landen die gewoon te weinig geld hebben. Toch zullen hogere voedselprijzen ook in ons land tot onrust kunnen leiden, tenzij de regering besluit koopkrachtverlies te compenseren.

Aankondiging Klimaatmonologen

Je bewust zijn van de werkelijke omvang en impact van klimaatverandering kan enorme impact hebben. Impact op je eigen gemoed, en daarmee ook op dat van je naasten, vrienden en collega’s.

Klimaatverandering heeft een grote impact op het gemoed

Emoties en gemoedstoestanden

De confrontatie met de eindigheid van ons bestaan is één ding. Maar wat ik zelf misschien nog wel het lastigst vind, zijn de emoties en gemoedstoestanden die daarbij om de hoek komen kijken. En dan bedoel ik zowel het aantal emoties en gemoedstoestanden als de voortdurende afwisseling daarvan.

Ik vermoed dat eenieder een eigen beleving heeft hiervan, plus een eigen manier om ermee om te gaan. Maar ik vermoed dat er ook terugkerende elementen inzitten. In de gesprekken die ik hierover voer, komen verschillende elementen in ieder geval regelmatig terug.

Aankondiging Klimaatmonologen

Vandaar dat ik het plan heb opgevat om de verschillende emoties en gemoestoestanden afzonderlijk bij de kop te vatten en te onderzoeken. Om er voor mezelf wat meer lijn in te brengen maar ook om anderen misschien een helpende hand te bieden.

Ik wil dat doen in de vorm van ‘Klimaatmonologen’. Wat ik me daarbij voorstel is een persoon die vanuit de betreffende emotie of gemoedstoestand vertelt over zijn of haar visie op ons leven in tijden van klimaatverandering. Emoties om gemoedstoestanden waar ik aan denk zijn angst, woede, frustratie, ontkenning, perspectiefloosheid, fatalisme maar zeker ook hoop en optimisme.

Binnenkort meer via dit kanaal. En… aanvullingen of suggesties zijn welkom!

Hobbels voor verduurzaming

Deze keer een blog over een worsteling uit mijn leven van alledag. Als alles goed gaat, word ik binnenkort eigenaar van een appartement (bouwjaar 1980). En wel eentje waarvan de combiketel stuk is en dat nog voorzien is van enkel glas. Dat biedt kansen voor verduurzaming, zou je denken. Dit stuk gaat over de hobbels die ik tegenkom op weg naar verduurzaming van het appartement.

Flat met zonnepanelen
Flat met zonnepanelen (NB dit is niet mijn nieuwe flat 😉 )

Hobbels voor verduurzaming

Zou je denken, want in de praktijk valt het met het pakken van die kansen nog niet mee. En dat juist op het moment dat er wordt gesproken over het verbieden van de verkoop van gewone cv-ketels vanaf 2021 en het uitfaseren van de gaswinning in Groningen. Je zou verwachten dat dan relatief makkelijk te ontdekken is wat je moet doen om daar zelf een bijdrage aan te leveren. Helaas is dat (nog) niet het geval.

Er zijn gelukkig wel een soort van stappenplannen te vinden, bijvoorbeeld deze op de site van Milieu Centraal. Maar die voorbeelden gaan dan weer over tussenwoningen, en niet over appartementen. En er staan veel zaken in die meer vragen oproepen dan beantwoorden.

Bijvoorbeeld: een warmtepomp werkt met lage temperatuur verwarming (LTV), en is daarom alleen geschikt voor woningen die goed geïsoleerd zijn. Dat begrijp ik, maar wanneer precies is je huis goed genoeg geïsoleerd? Milieu Centraal zegt dat huizen gebouwd na 2000 goed genoeg geïsoleerd zijn om meteen met een warmtepomp aan de slag te kunnen. Voor woningen gebouwd voor 2000 is het dus zoeken naar wat je precies moet doen zodat je goed tot zeer goed geïsoleerd bent en van het gas af kunt. Want wat je natuurlijk ook weer niet wilt, is dat je woning in de winter niet goed warm wordt.

Van enkel glas naar HR++ glas

Nou weet ik uit eigen ervaring dat enkel glas niet echt lekker isoleert, en dat is een understatement. Ik denk dat de houten kozijnen voldoende ruime bieden om er HR++ glas in te plaatsen. Dat is dus geen ingewikkelde ingreep en volgens Milieu Centraal levert het een rendement op dat vergelijkbaar is met een rente van 5 procent op een spaarrekening. Kom daar maar eens om bij een bank.

Maar wat lees in in de stukken van de Vereniging van Eigenaren (VvE)? Kozijnen en glas behoren tot de collectieve delen van het gebouw, en je mag (op eigen kosten en risico) het glas vervangen, maar zodra de VvE besluit om alle glas en/of kozijnen te vervangen, moet je alsnog meebetalen aan de maatregel. Hmmm, dat voelt niet fijn of eerlijk. Maar ik hou er ook niet van om me te laten vangen in een situatie waarin je van anderen afhankelijk bent om te doen wat goed voelt.

VvE’s als hobbel voor het verduurzaming

Bij nader inzien blijkt er al veel geschreven te zijn over VvE’s als belemmerende factor voor verduurzaming. Zie bijvoorbeeld deze link, en deze. En het gaat niet om een klein probleem, want we hebben het in Nederland over circa 1,2 miljoen appartementen in 125.000 VvE’s!

Het ‘probleem’ met de ramen en kozijnen is niet het enige. Daken en buitenmuren behoren logischerwijs ook tot het collectief. Dus je spouwmuur isoleren kan niet zomaar. En ook om zonnepanelen of warmtepompunits te plaatsen of op te hangen heb je toestemming nodig. En dat is ergens best logisch, want als iedereen mag doen waar hij of zij zin in heeft, wordt het al snel een zooitje. Maar het vormt wel een hobbel. Zeker als je snel tot actie wil overgaan. Gelukkig zijn er dan ook weer sites die VvE’s bijstaan bij verduurzaming en zijn er ook subsidies beschikbaar.

Wat wil de gemeente?

Ondertussen is er ook nog een kans dat de gemeente besluit straten of wijken van het gas af te halen. Dat kan bijvoorbeeld door de aanleg van een warmtenet. Dat is voor buurten met veel flats (hoge woningdichtheid) een zeer geschikte maatregel, zeker als die al over een blokverwarming beschikken, want dan is de aansluiting eenvoudig en goedkoop. Punt is alleen dat ik op internet geen informatie kan vinden over wat de gemeente van plan is. Misschien dat er een verhelderend antwoord komt op mijn mailtje dat ik deze week heb gestuurd.

Waarschijnlijk loopt de planvorming nog, wat goed te begrijpen is, maar wel de onzekerheid en complexiteit verder verhoogt. Want wat als de gemeente over een paar jaar aanklopt met een warmtenet, terwijl ik net 5 tot 7 duizend euro heb geïnvesteerd in een warmtepomp? En overigens heb je voor een Lage Temperatuur Verwarming speciale radiatoren nodig of vloer/wandverwarming, waardoor de kosten verder oplopen.

Voorlopige conclusie

Ik ben nu ongeveer een week bezig met deze zoektocht, en mijn voorlopige conclusie is:

  • Je moet echt wel behoorlijk gemotiveerd zijn om je weg te vinden in de beschikbare informatie op internet. En om vervolgens te bepalen wat in jouw geval slimme stappen zijn. Bijna niemand is immers expert op dit terrein.
  • Je moet ook redelijk wat geld te besteden hebben, of kunnen lenen. En iedere situatie is weer anders dus de aangegeven kosten, opbrengsten en terugverdientijden zijn grof indicatief.
  • Hier valt dus nog veel winst te behalen in de communicatie naar huiseigenaren en bewoners toe, met betrouwbare en voor iedereen duidelijke informatie en stappenplannen.

Hoe verder? Een eerste stappenplan

Ik ga natuurlijk ook nog deskundig advies inwinnen. Daarop vooruitlopend is mijn idee voor een slimme aanpak op dit moment:

  1. Eerst met isolatie aan de slag. Dat is ook wat Milieu Centraal adviseert. Het glas van de ramen vervangen door HR++ en onderzoeken hoe het met de isolatie van de muren en het dak staat en deze indien nodig en mogelijk verbeteren.
  2. Daarna in de winter kijken hoe het met het warmtecomfort en het verbruik staat, en of je kunt spreken van een goed tot zeer goed geïsoleerde woning.
  3. Ondertussen onderzoeken hoe de animo in de VvE is en wat de gemeente van plan is.
  4. In de tussentijd een zuinige combiketel op gas huren die ik na een jaar op elk gewenst moment kan inruilen voor een ander apparaat.

Misschien dat er nog een andere aanpak uitrolt, bijvoorbeeld met de inzet van warmtepanelen. Ik hoop het, want het zit me dwars dat ik niet meteen van het gas af kan. Dat ik door gebrek aan informatie, onduidelijkheid over de mate van isolatie en het gebrek aan buitenruimte (voor zonnepanelen, zonnecollector voor een zonneboiler, warmtepompunit) terecht lijk te komen bij een oplossing op… aardgas! Gelukkig kan ik wel al flink wat aan isolatie doen en ook dat is winst voor het klimaat. Overigens denk ik dat veel mensen tegen vergelijkbare hobbels voor verduurzaming aanlopen en tot vergelijkbare oplossingen komen.

En verder ben ik heel benieuwd hoe het met het beruchte tekort aan vaklui zit. Wordt vervolgd 😉

Als gemeente klimaatneutraal worden in 7 vragen en antwoorden

Veel gemeenten hebben als doel om in 2040 klimaatneutraal te zijn. Sommige willen dit doel zelfs eerder bereiken. Maar wat betekent het eigenlijk voor een gemeente om klimaatneutraal te worden? En hoe makkelijk of moeilijk is het om dat doel te bereiken? Lees het in zeven vragen en antwoorden.

Klimaatneutraal worden roept vraagtekens op
Klimaatneutraal worden roept vraagtekens op

Hoe verwarmen we onze huizen en kantoren in een klimaatneutrale stad?

Klimaatneutraal betekent dat we geen fossiele brandstoffen meer gebruiken. Dus we verwarmen onze huizen in ieder geval niet meer met gas. Een alternatief is aansluiting van de woning op een warmtenet dat wordt gevoed met een duurzame warmtebron zoals aardwarmte. Voor de aanleg van een warmtenet moet de straat open en worden er nieuwe leidingen gelegd. Is een woning al goed geïsoleerd, of kan ze goed geïsoleerd worden, dan is een warmtepomp wellicht een betere oplossing. Ook infraroodpanelen zijn wellicht een optie. In alle gevallen geldt: hoe beter je huis geïsoleerd is, hoe minder warmte je nodig hebt. Gemeente en bewoners gaan samen op zoek naar de beste oplossingen.

Hoe koken we in een klimaatneutrale stad?

Omdat we van het gas afgaan, koken we voortaan op elektriciteit. Heel eenvoudig, met inductie of keramisch. Het eten dat we koken, komt steeds vaker uit eigen stad of uit de omgeving. Dan zijn er minder vrachtwagens en vrachtschepen nodig om het voedsel te vervoeren.

Hoe verplaatsen we ons in een klimaatneutrale stad?

Auto’s, vrachtwagens, bussen en scooters rijden straks niet meer op fossiele brandstoffen maar elektrisch. Misschien dat waterstof ook een rol gaat spelen als brandstof, maar dat is nog niet met zekerheid te zeggen. Al het vervoer wordt in ieder geval schoon en veel stiller. Dan wordt de lucht die we inademen een stuk frisser!

Het zou goed kunnen dat er veel minder auto’s op straat staan, omdat er beter openbaar vervoer is en mensen dichter bij huis werken. Veel mensen zullen een auto delen met andere bewoners in de straat of de wijk. Op die manier ontstaat er meer ruimte voor bomen, om te spelen en om fietsen te parkeren.

Hoe komen we aan stroom in een klimaatneutrale stad?

De stroom die buiten de stad wordt opgewekt, komt niet meer uit gas- of kolencentrales, maar vooral van grote windparken op zee. In de stad verschijnen veel meer zonnepanelen en zonneboilers op de daken. Steeds meer mensen wekken hun eigen elektriciteit op, vaak samen met hun buurtgenoten. Er komen ook meer grote batterijen om duurzaam opgewekte energie op te slaan tot het moment dat hij nodig is. En het zou heel goed kunnen dat de accu’s van elektrische auto’s als buffers gaan dienen (overdag de accu’s opladen met zonnestroom, ’s avonds de energie teruggeven aan het net om op te koken en tv mee te kijken). Belangrijk is dat we met zuinige apparaten en zuinig gedrag de vraag naar elektriciteit terugdringen.

Hoe makkelijk of moeilijk is het om ‘klimaatneutraal’ te worden?

Er moet veel gebeuren in relatief korte tijd, maar technisch is het niet zo ingewikkeld. Alle technologie die we nodig hebben is beschikbaar. Misschien dat er nog wat mooie nieuwe vondsten bijkomen, maar ook met wat we nu hebben, gaat het lukken. Dat wil nadrukkelijk niet zeggen dat het een eenvoudige opgave is.

Klimaatneutraal worden is namelijk wel een kwestie van knopen doorhakken, goed plannen en financiële hobbels opruimen. Want bewoners – of het nou huiseigenaren zijn of huurders – zullen alleen dan meewerken als ze de investering kunnen betalen of financieren via een lening. Bewoners die daartoe niet in staat zijn of de investering niet binnen overzienbare termijn kunnen terugverdienen, zullen die investering dan ook niet (kunnen) doen.

Wat is de rol van de gemeente?

Deze megaoperatie kan alleen maar van de grond komen, als de gemeente haar rol van regisseur en aanjager voortvarend oppakt. Dat betekent dat er flink meer menskracht en geld nodig is om met de planning en uitvoering aan de gang te gaan en om ervoor te zorgen dat huiseigenaren en huurders meedoen.

De gemeente komt hierbij als vanzelf een aantal nog niet opgeloste vraagstukken tegen zoals:

  • Omdat een wettelijke verplichting om huizen klimaatneutraal te maken er (vooralsnog ) niet is, kan de gemeente bewoners niet dwingen mee te werken. De gemeente moet dus vooral verleiden. Dat kan misschien zelfs leiden tot betere oplossingen, maar het kost in ieder geval meer tijd en… geld. Maar de middelen van de gemeente zijn wel beperkt.
  • Welke rol gaat het Rijk op zich nemen, en wanneer? Komt het Rijk met een wettelijke verplichting? En komt het Rijk met subsidies om bewoners te verleiden klimaatneutraal te worden, en komt er een financieel vangnet die de overstap echt niet zelf kunnen betalen of financieren?
  • In de aanloop naar een evt wettelijke verplichting is de vraag: waar ligt de grens van wat je van bewoners mag verwachten als het gaat om het investeren in klimaatneutrale huizen en woningen? En wanneer springt de overheid bij, al is het maar omdat anders de transitie niet van de grond komt?
  • Onzekerheden over een wettelijke verplichting en over financiële tegemoetkomingen kunnen leiden tot (strategisch) uitstelgedrag bij bewoners. Bewoners zullen in de tussentijd vooral die maatregelen nemen die makkelijk te realiseren zijn en snel terug te verdienen. Dat betekent dat een grote meerderheid van de woningen niet binnen afzienbare termijn op eigen initiatief volledig klimaatneutraal zal worden. Het goede nieuws is dat bewoners wel op grote schaal energiebesparende maatregelen zullen nemen en investeringen zullen doen in het opwekken van duurzame energie.

Is het resultaat de moeite waard?

Absoluut! Niet alleen omdat we op die manier onze bijdrage leveren aan het tegengaan van klimaatverandering. Maar ook omdat een klimaatneutrale stad een stuk groener, gezonder en meer ontspannen is dan de stad die we nu kennen.

Conclusie

De uitdaging voor gemeenten is om in dit speelveld:

  1. een strategie te ontwikkelen die zoveel mogelijk bewoners verleidt om zelf te investeren in de energietransitie,
  2. te zorgen dat de maatregelen die bewoners nu zelf nemen goed aansluiten op maatregelen die de gemeente nu neemt en op maatregelen die later nog zullen volgen om volledig klimaatneutraal te worden,
  3. zelf de juiste randvoorwaarden te scheppen en investeringen te doen die hoe dan ook noodzakelijk zijn, ongeacht de besluiten die het Rijk later neemt. Daarbij kan het bijvoorbeeld gaan om het tot stand (helpen) brengen van warmtenetten,
  4. en ondertussen krachtig te lobbyen bij het Rijk om snel een duidelijke routekaart voor het klimaatneutraal maken van Nederland te ontwerpen en daarin duidelijkheid te bieden over de vragen en dillemma’s die hierboven zijn beschreven.

 

Met dank aan Femke Sleegers voor het meelezen met eerdere versies

Ruimteschip Moeder Aarde

In mijn zoektocht naar andere manieren om de klimaatproblematiek onder de aandacht te brengen, hierbij een tweede gedicht. Mijn eerste gedicht heb ik als onderdeel van mijn vorige post gepubliceerd.

Dit gedicht gaat over de koers van de mensheid in relatie tot klimaatverandering.

 

Ruimteschip Moeder Aarde

 

Met alleen de energietransitie gaan we het niet redden

Energietransitie gaat te langzaam

Het is even schrikken voor diegenen die dachten dat we goed bezig zijn met onze energietransitie. Je weet wel, de energietransitie is die grote overstap die we moeten maken van fossiele brandstoffen naar duurzame energiebronnen. Zodat we op die manier het klimaat nog een beetje kunnen redden. En daarmee de toekomst van onze planeet kunnen veiligstellen.

Zoals ik al in mijn vorige blog schreef, is de ambitie van het nieuwe kabinet te laag en duurt de energietransitie in het huidige tempo te lang.

Met bruinkool gestookte elektriciteitscentrale van RWE in Duitsland
Met bruinkool gestookte elektriciteitscentrale van RWE in Duitsland

 

Snel met meer transities aan de slag

Het heeft even geduurd, maar nu is het ook mij duidelijk. Met alleen de energietransitie komen we er niet. Er zijn meer grote problemen die we moeten aanpakken. Alsof één transitie nog niet moeilijk genoeg is, moeten we met meer transities aan de slag. En snel ook.

Het ‘grappige’ is dat ik enkele maanden nog dacht dat we eerst met de energietransitie aan de slag moeten voordat we aan die andere transities kunnen beginnen. Dit omdat we anders onze politici – en onze samenleving – compleet overvragen. Maar ik geef toe: ik zat er compleet naast. We kunnen niet wachten totdat de energietransitie een eind op streek is, we kunnen de transities niet één-voor-één doen. We zullen ze tegelijk en parallel moeten uitvoeren. En we hebben geen tijd te verliezen.

 Eindeloos genieten…

We zijn met zijn allen verslaafd geraakt aan eindeloos genieten. Méér van alles. Méér lekker eten, méér leuke kleding, vaker en verder op vakantie. En dat steeds mooier, beter, lekkerder en goedkoper. Uitgekiende reclames maken ons die boodschap elke dag opnieuw wijs. Zodat we denken dat het normaal is en we niet meer zonder kunnen. En voor degenen die te weinig geld hebben om hun wensen te vervullen, is er de hoop cq. belofte dat die ooit wèl binnen handbereik komen.

… en keihard over grenzen heengaan

Maar inmiddels dringt de keerzijde van onze consumptie steeds harder onze levens binnen. Want om al die producten en diensten goedkoop te kunnen produceren, plegen we op grote schaal roofbouw op onze aarde. Hoewel de marketingafdelingen hun best doen de beelden van ons consumenten weg te houden, kennen we de gevolgen maar al te goed. Vervuilde lucht, bodem en water, afvalbergen, gekapte oerwouden, leeggeviste oceanen, uitgebuite productiewerkers, mishandelde dieren in de bio-industrie.

We zien het aan de klimaatverandering die nu al leidt tot extreem weer en enorme schade. Denk aan de landen rond de Middellandse Zee met enorme zomerse droogte, bosbranden en verschrompelde oogsten. Denk ook aan de VS met zijn bosbranden en wervelstormen, en aan de Alpenlanden waar zelfs bergen instabiel worden.

We zien aan het sterven van de insecten. Uit tellingen in Duitsland blijkt een afname met 76% sinds 1976. Met de insecten verdwijnen de vogels, en boeren zitten met de handen in het haar omdat de bijen verdwijnen die nodig zijn om de gewassen te bestuiven. We zien het aan het op veel plaatsen in de wereld opraken van de zoetwatervoorraden. En aan de destabiliserende werking van klimaatverandering op landen en regio’s die toch al fragiel zijn. Aan de conflicten die hieruit ontstaan en aan de vluchtelingen die onze veilige havens proberen te bereiken.

En ondertussen groeit de wereldbevolking nog steeds en willen al deze mensen ons consumptiepatroon overnemen. Dat leidt dus onherroepelijk tot een nòg hogere belasting van onze planeet, tenzij we…

Grenzen (her)stellen

Wat we dringend nodig hebben zijn aanpassingen in ons productie- en consumptiepatroon zodanig dat we het leven op aarde respecteren. Dat klinkt een beetje zweverig, maar het gaat erom planten, dieren en natuurlijke processen de ruimte te geven die ze nodig hebben. En natuurlijke hulpbronnen zoals bodem en water alleen op die manier in te zetten zodanig dat deze zichzelf weer kunnen herstellen en aanvullen. Dat betekent dus dat we ons als mensen veel terughoudender moeten opstellen. Dat we weer in balans moeten leren leven met onze leefomgeving in plaats van haar onbeperkt te gebruiken en naar onze hand te zetten.

Herstel van biodiversiteit

Concreet betekent dit dat we snel moeten beginnen met het herstellen van de biodiversiteit. Van het vergroenen van versteende tuintjes, straten en plantsoenen in de streden tot het opnieuw introduceren van heggen en struikgewassen op het platteland. Het betekent ook het zaaien van bloemen en het stoppen met landbouwgif dat insecten en ander leven doodt. Maar het betekent bijvoorbeeld ook het instellen van meer kraamkamers op zee waar niet mag worden gevist zodat vissen en andere levende wezens zich kunnen herstellen.

Sluiten van kringlopen

Ook betekent dit dat we snel onze kringlopen moeten sluiten. Op energiegebied – dat we voortaan alleen nog maar hernieuwbare energie gebruiken – maar ook als het gaat om al het tastbare om ons heen. We moeten ervoor zorgen dat we onze consumptie van nieuwe grondstoffen tot een minimum beperken en onze hoeveelheid afval praktisch tot nul terugbrengen. Waar het nu nog normaal is dat we meer dan de helft van ons afval weggooien en verbranden, wordt hergebruik de nieuwe norm.

Is dat lastig? Dat is maar hoe je het bekijkt. Neem nou de zakken waarin chips worden verpakt. De glimmende zakken bestaan uit meerdere materialen die onlosmakelijk met elkaar zijn verbonden. Handig voor de fabrikant, maar met de zak kun je vervolgens nog maar twee dingen: weggooien en verbranden. Andere materialen die wel gerecycled kunnen worden zijn beschikbaar, maar de fabrikanten voelen nu geen druk om deze te gebruiken. Denk ook aan statiegeld op kleine flesjes en blikjes. Omdat Nederland anders dan bijvoorbeeld Duitsland geen statiegeld hiervoor kent, belanden deze verpakkingen veelvuldig op straat en in de natuur, en worden ze niet hergebruikt. Heel erg jammer en een gemiste kans.

Grotere rol van de overheid

Het zijn uiteraard maar twee voorbeelden. Maar het interessante is dat we nu al veel verbeteringen kunnen doorvoeren, als we het maar willen. Maar om die veranderingen in gang te zetten moeten we wel bestaande gewoontes en belangen doorbreken. Denk aan de voorbeelden van de chipszakken en het statiegeld. De fabrikanten die zich nu nog verzetten, zullen moeten worden ‘aangemoedigd’ om over te stappen op duurzame alternatieven. Sommige producten zullen hierdoor duurder worden, waardoor hun consumptie af zal nemen. Blijkbaar is de prijs van deze producten nu dus te laag in vergelijking met wat de aarde aankan. Sommige producten zullen helemaal verdwijnen, terwijl er ook nieuwe producten zullen ontstaan.

Om deze veranderingen in gang te zetten is een grotere rol van de overheid onvermijdelijk. Dat betekent een trendbreuk met het huidige neoliberale denken waarin de markt vooral als oplossing wordt gezien en de overheid als bron van problemen. Het betekent dat de overheid een hoogwaardige partner moet worden die kennis over de grenzen van deze planeet vertaalt in grenzen waarbinnen bedrijven mogen opereren. Het betekent ook een enorme inspanning om met alle andere landen op één lijn te komen en dezelfde grenzen te stellen.

Grotere rol van burgers

De komende decennia zullen dus veel dingen (moeten) veranderen. Dat vraagt veel van burgers (bewoners, mensen), op verschillende vlakken. Om te beginnen als aanjager en ondersteuner van veranderingen. Want zonder draagvlak bij de bevolking kunnen politici en overheden de veranderingen waar we het over hebben niet doorvoeren. Sterker nog: zonder druk vanuit de voorlopers in de bevolking zullen veel politici deze stappen niet eens aandurven. Een volgende blog zal dan ook gaan over wat burgers zelf kunnen doen. Spoiler: ik zal het daarbij zeker gaan hebben over verantwoordelijkheid nemen en weerstand bieden aan verleidingen die slecht zijn voor de toekomst van onze planeet 😉

Maar het betekent ook meer betrokkenheid en solidariteit met de andere mensen op deze planeet die ook met deze veranderingen worden geconfronteerd. Dat kan alleen als we de veranderingen met elkaar invoeren, in plaats van te concurreren met elkaar. En eigenlijk is dat heel mooi, want uiteindelijk vormen burgers, mensen dus zoals jij en ik, het levend organisme van iedere samenleving. Of het nou om een wijk, een stad, een land of om de planeet gaat.

Meer sociale rechtvaardigheid

Dat brengt mij bij een vierde transitie die sterk verweven is met de andere transities. Het gaat daarbij namelijk om het introduceren van meer sociale rechtvaardigheid in onze samenleving, nationaal maar zeker ook in internationaal verband. Het is onvoorstelbaar dat de rijkste acht mensen (allemaal mannen) evenveel bezitten als de armste helft van de wereldbevolking.

De grote uitdaging is om, juist ook tegen de achtergrond van alle veranderingen die plaatsvinden en nog zullen moeten plaatsvinden, iedereen een redelijk bestaan te gunnen. En dan bedoel ik met ‘gunnen’ dat we daarvoor ook actief de voorwaarden scheppen. We kunnen ons namelijk simpelweg niet veroorloven de kloof in welvaart zo groot te laten of nog verder te laten groeien. Die kloof is om te beginnen in moreel opzicht niet te verantwoorden. Maar bovendien zet de kloof de samenwerking tussen ‘arm’ en ‘rijk’ onder druk, terwijl we juist alle krachten moeten bundelen om de transities tot een goed einde te kunnen brengen.

Bijgaande TEDx-video van Kate Raworth geeft een mooie inkleuring van het bovenstaande. En en passant maakt zij de mainstream economische wetenschap fijntjes met de grond gelijk. Kate was afgelopen zondag nog te gast in Buitenhof. Kijken dus!

 

Hoe olie- en gasbedrijven aan kindermarketing mogen doen

Graag deel ik dit uitstekend artikel van Jelmer Mommers in De Correspondent, waar ik buikpijn van krijg. Het gaat over de manier waarop de fossiele energiesector kinderen op school een verkeerde voorstelling van zaken mag geven over het klimaatprobleem en de oplossingen ervoor. Het gaat dus met name over de NAM (aardgas, Groningen, aardbevingen) en Shell (olie, aardgas, voor de helft eigenaar van de NAM). En het gaat ook over politiek en maatschappij die dit soort kindermarketing toelaten.

De kern van het artikel

Jelmer Mommers van De Correspondent verwoordt het zo:

“Veel lesmateriaal is op het eerste gezicht neutraal. ‘Hoe wordt aardgas gewonnen?’ is dan bijvoorbeeld de vraag, of ‘hoe is het om te leven op een boorplatform?’ Maar in al deze lespakketten schemert de visie van de gasbedrijven door. Samenvattend is de boodschap:

– Gas is een noodzakelijk onderdeel van de energiemix; het is ‘normaal,’ ‘hoort erbij,’ en ‘bron van onze welvaart.’
– De overgang naar een klimaatneutrale economie is belangrijk, maar het is onrealistisch te denken dat die snel kan gaan.
– Oplossingen die de gasindustrie al jarenlang promoot, verdienen de voorkeur. Denk aan waterstofauto’s en de ondergrondse opslag van CO2 waar Shell op inzet.

Je kunt honderd keer lesgeven met dit lesmateriaal; dan nog zal een leerling niet het gevoel hebben dat het energiesysteem dat we nu hebben dringend moet veranderen omdat er iets grondig mis is met het klimaat. Omdat dat er simpelweg niet in staat.”

Buikpijn

Maar waarom krijg ik hier nou buikpijn van? Omdat deze bedrijven alle mogelijkheden inzetten om hun omzet veilig te stellen en te vergroten? Inclusief slinkse beïnvloeding tot en met in het klaslokaal? Mja, misschien. Maar waar ik echt buikpijn van krijg is de manier waarop we daar in Nederland en in Den Haag mee omgaan. Die houding van ‘eigen verantwoordelijkheid’ (van de docent en de ouders) en ‘er zitten toch ook goede kanten aan’. ‘Moet kunnen, toch’? ‘Wat gaat er nou echt mis’?

Nou wat er echt mis gaat is dat je kinderen een verkeerd beeld voorschotelt over de toestand van de wereld en wat er moet gebeuren. Daarmee ontneem je deze kinderen de kans een bijdrage te leveren aan een toekomst die bij benadering net zo prettig zal zijn als de onze. Want wat kinderen op jonge leeftijd met gezag wordt bijgebracht, blijft lang hangen. Dat weten we allemaal.

Argumenten en moreel leiderschap

Het gaat in politiek en maatschappij om argumenten en steun voor die argumenten. Daarom schrijf ik dit stukje. In de hoop dat het eraan bijdraagt dat deze praktijken zsm gaan stoppen. Dat de overheid haar verantwoordelijkheid neemt en een flinke stok steekt voor het beïnvloeden van kinderen, nota bene op hun eigen school. Deze kindermarketing onmogelijk maakt.

En dat de bedrijven die in fossiele energie doen en veel te weinig doen voor een schone en veilige toekomst ook als zodanig worden aangesproken en niet ook nog een subsidie voor een kinderfestival ‘Generation Discover’ krijgen om hun boodschap verder te verspreiden, met medewerking van de overheid.

Het gaat dus om argumenten en om moreel leiderschap. Tegen een machtig bedrijf als Shell ‘nee’ te durven zeggen. Dat vergt lef, zeker van lokale politici. Ik durf de stelling aan dat dit soort negerend en vergoelijkend gedrag ertoe leidt dat het gezag van de politiek (verder) erodeert.

Schaamteloos cynisme

De hele strategie van de olie- en gassector is om de aandacht van hun eigen gebrek aan handelen af te leiden. In die zin is het briljant om samen met een partner als Defensie een zogenaamd technologiefestival ‘Generation Discover’ te organiseren. Zelfverklaard doel is kinderen meer voor technologie te interesseren. Omdat er al zo weinig technici in ons land zijn. Een argument waar ook de gemeente Den Haag voor valt en daarom een ton subsidie geeft.

Kinderen mogen een overstromingsramp oplossen
Kinderen mogen een overstromingsramp oplossen

Even briljant als schaamteloos cynisch is het om kinderen tijdens dat festival ‘Generation Discover’ een overstromingsramp in de Randstad te laten oplossen. Zie ook bijgevoegde foto. Vast zonder erbij te vertellen dat Shell met zijn invalshoek ‘maar de maatschappij wil toch graag dat wij fossiele brandstoffen leveren?’ zeespiegelstijging bevordert. Door 99% van menskracht en financiële middelen NIET in duurzame oplossingen te investeren. En daarmee een overstromingsramp dichterbij brengt.

Soms moet je om van je eigen falen af te leiden, gewoon frontaal in de aanval gaan. Iets gewoon als een gegeven brengen in plaats van als iets waar je zelf medeschuldig aan bent. Anderen aan het werk zetten in plaats van zelf aan de slag te gaan. Hoe eenvoudig eigenlijk.

Links

https://decorrespondent.nl/7409/zo-beinvloeden-olie-en-gasbedrijven-het-nederlandse-onderwijs/1673827928982-23939b55

https://decorrespondent.nl/6082/de-pr-praatjes-van-shell-zijn-een-stuk-groener-dan-de-investeringen/193184141238-5f06e808