Klimaatemoties –> klimoties

Dit blog gaat over klimaatemoties, omdat je bewust zijn van de werkelijke omvang en de gevolgen van klimaatverandering enorme impact kan hebben. Impact op je eigen gemoed, en daarmee ook op dat van je naasten, vrienden en collega’s. Dat maakt klimaatemoties tot een belangrijk thema.

Besef van sterfelijkheid

Ik geloof dat klimaatverandering, en zeker klimaatontwrichting, ons in essentie confronteert met de eindigheid van ons bestaan. Het inzicht dat met de ontwrichting van het klimaat de diverse life support systemen op onze planeet het vroeger of later zullen begeven, confronteert ons met onze sterfelijkheid en onze angst daarvoor.

Het besef om te zullen sterven overvalt de meesten van ons op enig moment. Het verschil is dat het nu niet wordt getriggerd door ons eigen welbevinden maar door dat van de planeet. En het gegeven dat we het als mensheid zo ingewikkeld vinden om de strijd met de broeikasemisisies aan te gaan, maakt het allemaal ook niet echt beter.

Besef van verlies

Gekoppeld aan dat besef van sterfelijkheid kan zich een gevoel van verlies van personen en zaken die dierbaar zijn ontwikkelen. Voor mijzelf is dat bijvoorbeeld het niet meer onbezorgd kunnen genieten van een mooi landschap. Het landschap is er nog, en het is lastig om te zeggen of het er anders uitziet dan pakweg 10 jaar geleden. Maar omdat ik weet dat flora en fauna het nu al zwaar hebben, en dit nog erger wordt, kijk ik er op een andere manier naar. Afstandelijker, alsof ik mij alvast aan het indekken ben voor het dreigende verlies.

Wisselende emoties

Alsof het besef van sterfelijkheid en verlies al niet zwaar genoeg zijn, roept klimaatverandering en de manier waarop we er (niet) mee omgaan ook nog een hele reeks klimaatemoties op. Emoties die elkaar ook nog eens voortdurend kunnen afwisselen. Bij mijzelf en in de gesprekken die ik hierover voer, komen de volgende emoties regelmatig terug.

Onbegrip en frustratie

Want waarom is het voor zovelen zo ingewikkeld om te zien wat er aan de hand is? Waarom ondernemen politici en ondernemers geen grootschalige actie om de uitstoot te beperken? En waarom kopen ‘we’ zoveel grote auto’s als nooit tevoren en wordt het ene na het andere passagiersrecord in de luchtvaart gebroken? Zijn we dan toch die spreekwoordelijke lemmingen die elkaar volgend van de klif afspringen?

Gespletenheid

Het is soms op z’n zachtst gezegd bevreemdend om mensen hun normale routines te zien volgen terwijl je weet dat er zich op de achtergrond een grote ramp aan het ontwikkelen is. Sterker nog, met praktisch elke routine komt de ramp dichterbij en wordt hij groter. Je wilt keihard ‘stop’ roepen maar weet dat het weinig zal uithalen. En je wilt meestal dat goede gevoel van de anderen niet verstoren. Dat kan behoorlijk gespleten voelen.

Woede en machteloosheid

Soms gaan de emoties over in woede. Woede over zoveel onbegrip en egoïsme in de wereld, woede op degenen die leugens over klimaatverandering verspreiden, woede op jezelf.

Een woede die vaak hand in hand gaat met een gevoel van machteloosheid. Want waarom ben je niet in staat bent het goede knopje te vinden om de wereld de goede kant op te sturen?

Zinloosheid

De vraag die soms onvermijdelijk opkomt als je beseft dat we stapje voor stapje richting de afgrond schuifelen, is die van ‘wat heeft er nog zin?’ En natuurlijk hebben veel dingen nog zin, en zijn veel dingen en contacten nog steeds fijn en mooi en waardevol. Maar die grote wolk aan de horizon maakt dat het vaak toch anders voelt.

Hoop en optimisme

En natuurlijk is er ook hoop en optimisme. Bijvoorbeeld over al die scholieren en studenten die in navolging van de dappere Greta Thunberg zijn gaan staken. Want waarom zouden ze leren voor de toekomst als die toekomst er zo zwart uitziet? Optimistisch over het feit dat veel media nu vaker uitgebreid en uitgesprokener berichten over de ernst en omvang van klimaatverandering. Hoopvol omdat er in een paar jaar tijd in ieder geval een deel van de bevolking anders is gaan denken over vlees eten en over vliegvakanties.

Aan de slag

Ondertussen gaat het leven door. Het is dus zaak om aan de slag te gaan om te voorkomen dat de negatieve emoties de overhand krijgen. Ik denk dat er een aantal strategieën zijn om daar aan te werken. Je kunt er om te beginnen voor kiezen om er zo mindful mogelijk mee om te gaan. Door proberen te accepteren dat de situatie zo is als hij is. En dat je in je eentje niet de hele wereld kan veranderen.

Een tweede strategie is om zelf aan de slag te gaan. Want een actieve houding voelt goed, of het in je eigen leven is of gericht op dat van anderen. In beiden gevallen geeft het extra kracht en energie om het samen met andere te doen. Kat kan bijvoorbeeld via de Klimaatgesprekken. En je kunt ook meelopen in de Klimaatmars op 10 maart om 13:00 uur op de Dam in Amsterdam. Samen voor een eerlijk klimaatbeleid waar we zsm mee aan de slag gaan. Genoeg getreuzeld want het klimaat wacht niet!

En ja, je kunt er tot slot ook over schrijven 😉


Er zijn ook nog andere manieren om met de emotionele stress van klimaatverandering om te gaan. Bijvoorbeeld ontkenning (‘het is niet waar’), agressie (‘en nou moet je echt stoppen met die onzin van je’), fatalisme (‘wat we doen maakt toch niks uit’). Maar ook apathie of juist escapisme door uit de werkelijkheid te vluchten in games of fantasieën (Netflix…).

Waarom we onszelf niet redden. Nog niet.

Hoe komt het toch dat we al zo ver gevorderd zijn in de klimaatcrisis en er nog steeds geen stevig klimaatbeleid is? Met als gevolg dat de concentratie broeikasgassen nog steeds toeneemt? Het is een vraag waar ik me al tijden over sufpieker,

Eerder schreef ik al over de wisselwerking tussen kiezers / consumenten en politici / ondernemers. Zolang kiezers / consumenten geen duidelijke signalen afgeven aan de stembus of bij de kassa, veranderen politiek en bedrijven niet. Maar daar zit dus nog een hele neoliberaal geïnspireerde denkwereld achter, en daarover gaat dit blog.

Do you want to save planet earth yes or no

Kenmerken van de huidige politieke consensus

Ik denk dat het allemaal heeft te maken met onze manier van denken. Laten we om te beginnen kijken naar de belangrijkste kenmerken van wat ik maar even noem de actuele westerse politieke consensus. Elementen van deze consensus worden niet alleen door ‘politiek rechts’ gebezigd maar ook in het politieke midden en deels zelfs door linkse partijen. En ook veel burgers geloven er dus in. In ieder geval een meerderheid.

consensus mainstream politiek

Kleine overheid en lage belastingen

Helemaal sinds Ronald Reagan en Margareth Thatcher geldt dat een kleine overheid een legitiem politiek doel is. Want een kleine overheid kost minder geld en op die manier kunnen de belastingen omlaag. Bovendien is een kleine overheid minder in staat om regels te maken waar ‘de markt’ last van heeft. En dat is belangrijk, want die markt moet je zo min mogelijk in de weg leggen.

Om de klimaatcrisis te tackelen hebben we juist een slagvaardige overheid nodig, met voldoende middelen om de transitie vorm te geven. Deze behoefte staat dus op gespannen voet met de consensus.

De markt lost het op

Bedrijven gelden als ‘De Grote Probleemoplosser’. In tegenstelling tot de overheid scheppen ze ‘productieve’ banen. En de markt beschikt over alle creativiteit die nodig is om oplossingen voor problemen te bedenken en uit te voeren.

Het geloof in de markt is zelfs zo groot dat op tal van beleidsterreinen ervoor gekozen is de markt zichzelf te laten reguleren. Bedrijven houden dan toezicht op zichzelf, omdat dat efficiënter en goedkoper is. Het is niet ingewikkeld om zich voor te stellen dat dit toezicht niet heel streng zal zijn. Bovendien zijn ondertussen de inspectiediensten die vroeger toezicht hielden tot op een minimum uitgekleed – vanwege het streven naar een kleinere overheid – en zijn zij dus niet meer in staat toezicht te houden. Veel milieu- en dierenwelzijnsmisstanden komen hieruit voort. Het overtreden van regels loont en overtreders hebben (nagenoeg) vrij spel.

Een ander neveneffect van een kleine overheid is dat de overheid zelf nog maar over weinig kennis beschikt. Wanneer er ingewikkelde problemen moeten worden opgelost, wordt daarom kennis uit de markt ingehuurd. Dat de overheid soms kennis uit de markt nodig heeft, is logisch. Maar dat de overheid op deze manier vooral tot een inhuurbedrijf van kennis is geworden, werkt afhankelijkheid en fragmentatie in de hand. En dat is zorgelijk, omdat de grote problemen van nu vooral om een krachtdadige, integrale aanpak vragen.

Helaas is gebleken dat de markt veel problemen juist niet uit zichzelf oplost, integendeel. Zonder regelgeving en toezicht is het vvor bedrijven aantrekkelijk om kosten af te wentelen op milieu en klimaat. Duurzame koplopers vragen daarom vaak om overheidsregulering die voor alle bedrijven geldt zodat duurzame processen en producten een eerlijke kans krijgen.

Technologie lost het op

Er is in deze consensus een bijna onbegrensd geloof in technologie en innovatie. Innovatie betekent namelijk economische groei. De veronderstelling is dat technologie ook zal helpen om maatschappelijke problemen, zoals klimaatverandering maar ook dat er te weinig mensen zijn om straks onze ouderen te verzorgen, op te lossen. En omdat we zo verwend zijn met alle consumentenelektronica die we nauwelijks bij kunnen houden, geloven wij deze belofte meteen.

Maar dan moet die technologie wel op de juiste manier worden ingezet. Al jarenlang hangt de belofte van grootschalige introductie van het afvangen en opslaan van CO2 ‘boven de markt’. Deze technologie is – op papier – zelfs een onmisbare bouwsteen in de aanpak die het klimaat moet redden. Dat deze technologie nog perperduur is en slechts marginaal wordt toegepast, speelt daarbij kennelijk geen rol. Ondertussen worden beschikbare technologieën voor energiebesparing niet op grote schaal toegepast. Bizar.

Meer in het algemeen is de aanname dat technologie op grote schaal zal worden toegepast zodra deze rendabel is. Een goed voorbeeld daarvan zijn zonnepanelen. Wat vaak wordt ‘vergeten’ is dat de overheid aan de knoppen zit waarmee de kansen en de rentabiliteit van een technologie kunnen worden beïnvloed. Bij zonnepanelen is dat bijvoorbeeld de salderingsregeling en bij elektrische auto’s zijn dat het fiscaal regime, het beleid om oplaadplekken aan te leggen en milieuzones. Maar stimulerend beleid wordt vaak gezien als onwenselijk omdat het geld kost en ingrijpt in ‘de markt’.

Technologie kan inderdaad een aantal problemen helpen oplossen of verminderen, maar daarvoor moet de politiek wel de juiste keuzes durven maken. Instrumenten om toepassing te bevorderen zijn regelgeving, toezicht op de naleving van de regels en financiële prikkels.

Focus op economische indicatoren

De economische manier van denken en de focus op ‘de markt’ als probleemoplosser zijn het debat gaan domineren. Feitelijk worden alle plannen impliciet of expliciet beoordeeld op hun effect op economische groei, werkgelegenheid en lastendruk.

En dat is raar om meerdere redenen. Om te beginnen geeft de manier van meten van economische groei een compleet verstoord signaal af. Een olietanker die heelhuids de haven haalt, levert in die systematiek een kleinere bijdrage aan de economische groei dan een tanker die op de klippen slaat. Want in het tweede geval tellen het bergen en repareren van de tanker en het opruimen van de olie mee als economische activiteit. Op die manier zal de economische groei na de bosbranden in Californië ook flink aantrekken. Tot… het moment komt dat mensen de wederopbouw niet meer kunnen betalen of veiligere oorden opzoeken.

Een tweede reden waarom deze manier denken en meten raar is, heeft te maken met onze verouderende beroepsbevolking. Voor steeds meer vacatures (pensionering) zijn steeds minder mensen beschikbaar. In dat geval is het scheppen van extra banen misschien wel eerder een bijdrage aan het scheppen van een probleem dan van een oplossing. Toch praten politici nog steeds vooralin termen van ‘extra werkgelegenheid’.

Om meer balans in het debat te krijgen, hebben we naast indicatoren als economische groei, werkgelegenheid en lastendruk dringend behoefte aan indicatoren die de toestand van biodiversiteit, natuurlijke hulpbronnen en klimaat weergeven. Denk bijvoorbeeld aan indicatoren als een groen BBP die ook de milieukosten van productie en consumptie meeneemt.

Toekomstoptimisme

“In de toekomst wordt alles beter, onze beste tijd moet nog komen”. Dat is een breed verankerd geloof en is – na WOII – in grote delen van de wereld ook waar gebleken. Maar de grenzen van wat de planeet kan hebben, zijn inmiddels bereikt en zonder hard bijsturen gaan we het als soort niet redden.

Het vooruitgangsoptimisme zorgt er voor dat we niet kunnen of willen accepteren dat we met duizelingwekkende snelheid op de afgrond afrazen en het roer moeten omgooien. De nu in het westen levende generaties kennen alleen de vooruitgang in termen van de consumptiemaatschappij: méér, mooier, lekkerder, makkelijker, sneller, verder, goedkoper. We hebben dringend een alternatieve toekomsvisie nodig.

Einde van de levenscyclus

Het ‘goede’ nieuws is dat dit neoliberaal geïnspireerde wereldbeeld zoals hierboven beschreven, het einde van zijn levenscyclus heeft bereikt. Het begint steeds meer te wringen, op steeds meer vlakken. Denk bijvoorbeeld aan de vele schandalen rond belastingontduiking op grote schaal, het meer dan bizarre debat over de afschaffing van de dividendbelasting en recentelijk ook het faillissement van ziekenhuizen.

Het beschreven wereldbeeld biedt niet het denkkader om de grote problemen van deze tijd aan te pakken. Klimaatontwrichting, verlies aan biodiversiteit en onrechtvaardige ongelijkheid vragen om een andere benadering. Meer zorg voor in plaats van roofbouw op de planeet, meer ‘ons’ in plaats van ‘ik’, meer samenwerking en minder concurrentie, meer maat houden in plaats van verkwisten.

Volgens Herman Wijffels bevinden we ons in een tijdperk dat hij de ‘hoogbloei van het laatkapiltalisme’ noemt. Het kapiltalisme heeft zijn werk gedaan en een ongekende economische groei mogelijk gemaakt. Maar nu is het natuurlijk kapitaal uitgeput en is het tijd voor een systeem waarin de planeet centraal staat. We zullen een ontwikkeling moeten doormaken van masculiene naar feminiene waarden. ‘Zorg voor het leven’ in de meest ruime zin zal centraal komen te staan. Best wel spannend eigenlijk.

Herman Wijffels: “Planet first”

Op 15 september 2018 vond in Amsterdam de eerste Donut-D-Day plaats, een inspiratiedag over milieu, monetaire hervorming en basisinkomen. Aan het eind sprak Herman Wijffels over het tijdperk waarin we leven en over de toekomst.

De donut van Kate Raworth

Niet helemaal verrassend gezien de naam van deze dag, vormde de ‘donuttheorie’ van Kate Raworth het vertrekpunt. De donut is een model waarin zowel de doelen van de menselijke ontwikkeling als de grenzen die de planeet ons stelt aan bod komen. Doelen zijn bijvoorbeeld voldoende voedsel, vrede en veiligheid en onderwijs voor alle mensen. Raworth onderscheidt 12 doelen cq. behoeften. DIt is de binnenste donkergroene begrenzing van de donut. Planetaire grenzen zijn bijvoorbeeld klimaatverandering en verlies aan biodiversiteit. Het model kent 9 planetaire grenzen (de buitenste begrenzing van de donut). Zie de volgende figuur:

 

Het donutmodel van Kate Raworth
Het donutmodel van Kate Raworth (bron: Kate Raworth, A Doughnut for the Anthropocene: humanity’s compass in the 21st century, website The Lancet)

 

Veel werk aan de winkel

De uitdaging is om zo met de beschikbare hulpbronnen om te gaan dat de sociale behoeften worden vervuld zonder dat de planetaire  grenzen worden overschreden. Duurzame ontwikkeling – economisch, ecologisch en sociaal – vindt binnen de begrenzing van de groene ring – de donut – plaats. In de figuur is duidelijk te zien dat de meeste behoeften nu niet voor alle mensen worden vervuld, terwijl een aantal planetaire grenzen al fors wordt overschreden. Veel werk aan de winkel dus voor ons allemaal. Meer uitleg van Kate zelf vindt je in deze TEDx talk op YouTube (16 minuten).

Reflectie van Herman Wijffels

Aan het eind van de dag reflecteerde Herman Wijffels op de verschillende bijdragen en op de tijd waarin we leven. Dat vond ik zo indrukwekkend dat ik zijn bijdrage hier graag samenvat. Herman Wijffels was onder meer topman bij de Rabobank, voorzitter van de SER en voorzitter van Natuurmonumenten.

Het einde van een tijdperk

Volgens Wijffels leven we in een tijd die hij de ‘hoogbloei van het laatkapitalisme’ noemt. Dit systeem heeft zijn werk gedaan, het heeft namelijk de groei gefaciliteerd van het niveau van de middeleeuwen naar het niveau van nu. Aanleiding voor de verlichting was het ontstaan van het idee dat niet alleen het hiernamaals telde maar dat ook het leven op aarde ‘gezellig’ mocht zijn. Grensverleggende uitvindingen maakten een enorme economische groei mogelijk. Belangrijk is dat er stap voor stap een financieel systeem ontstond dat deze groei faciliteerde. Maar deze manier van doen is niet langer houdbaar. Het natuurlijk kapitaal is helemaal of zo goed als uitgeput en omgezet in financieel kapitaal. Anders gezegd: we leven aan het einde van een tijdperk. En als je goed kijkt, zie je steeds meer scheuren in het oude systeem ontstaan.

Nieuwe orde: planet first

Wat we nu nodig hebben is een nieuwe economische en maatschappelijke orde waarin de planeet centraal staat. Het donutmodel biedt daarvoor veel aanknopingspunten, enn ook een basisinkomen hoort daarbij. Wijffels sprak over een tocht op weg naar het beloofde land. Maar net als in bijbel gaat die tocht wel eerst door de woestijn. En we kunnen alleen maar hopen dat de overgang van de oude naar de nieuwe orde harmonisch zal zijn. Maar zeker is dat niet. Hoe dan ook, het gaat er om voorbereid te zijn op moment dat de oude orde omvalt. En alles wat we nu al uitvinden van wat past bij die nieuwe orde, is mooi meegenomen. Daarom is het uitwisselen van kennis over wat wel en niet werkt ook zo belangrijk.

Van masculiene naar feminiene waarden

In die nieuwe orde gaat het er om individualiteit te verbinden met de gemeenschap. Dat geldt bijvoorbeeld voor onze manier van eten, vervoeren en kleden. We kunnen niet doorgaan met een manier van leven die ten koste gaan van de aarde. We zullen een ontwikkeling moeten doormaken van masculiene naar feminiene waarden. ‘Zorg voor het leven’ in de meest ruime zin zal centraal staan.

‘Software herschrijven’

Het gaat over ‘heel maken’. Van hoofd en hart, en van de aarde. Dat betekent ook werken aan onszelf. Want als we niet in balans zijn met onszelf gaat die grotere opgave ook niet lukken. We moeten onze software herschrijven. Dat is een enorm grote opgave maar toch is Wijffels optimistisch dat dit zal gaan lukken. Hij baseert dit op het veel hogere opleidingsniveau van de wereldbevolking nu in het vergelijking met het verleden. Ik hoop zeer dat hij gelijk heeft.

Het klimaat en ons voedsel

Het klimaat verandert snel

Het klimaat verandert, en het verandert snel. Zoveel is nu wel duidelijk. Volgens dit NOS-artikel zullen we deze hete en droge zomer van 2018 in de toekomst zelfs een koele zoemer noemen. Tijd om voorzichtig vooruit te kijken naar wat dit betekent voor onze toekomst.

"Deze zomer zullen we in de toekomst een koele zoemer noemen"
“Deze zomer zullen we in de toekomst een koele zoemer noemen”

 

Het klimaat en ons voedsel

Een thema dat ik nog maar zelden langs zie komen betreft de gevolgen van de klimaatverandering voor onze voedselvoorziening. Zou de NOS al een artikel in de maak hebben over de gevolgen van hete & droge zomers (en straks ook weer hagel en wolkbreuken) voor onze  voedselvoorziening?

Voedsel relevant thema

Dat lijkt me namelijk een meer dan relevant thema. Nu oogsten flinke schade oplopen en boeren voedsel moeten bijkopen voor hun vee omdat er te weinig hooi is, kunnen consequenties niet uitblijven. Sommige producten vallen kleiner uit (denk aan de’ te kleine’ pruimen uit Zeeland die AH niet wilde verkopen), of er is gewoon veel minder van. De prijs van die producten zal dan logischerwijs flink omhoog gaan. Ook in veel andere landen hebben de gewassen immers last hebben van de hitte en droogte.

Graan en mais duurder

Natuurlijk zullen er ook gewassen zijn met hogere opbrengsten, maar overall zullen de opbrengsten in de EU afnemen. Graan en mais zijn daar voorbeelden van. De vraag is nu hoe het met de oogsten in de rest van de wereld zal gaan. In die zin is de belofte van de EU om meer soja uit de VS in te voeren in ruil voor minder handelsoorlog nog niet zo gek. Soja kan immers ook dienen als voer voor het vee. En laat daar door de droogte en hitte nou net veel minder van zijn.

Minder vlees

Doordat boeren meer voedsel voor het vee moeten inkopen, zal de prijs van vlees stijgen. Tenzij… de overheid subsidies gaat geven natuurlijk. Laten we hopen dat dit niet gaat gebeuren. De prijs van vlees is gezien de milieu-effecten nu immers veel te laag. Duurder vlees zou gezien de lage prijzen dan ook een zegen zijn. De vraag naar vlees zal dan afnemen en dat is goed nieuws voor de planeet. Ons dieet zal plantaardiger worden.

Alternatieve productiemethoden

Ik verwacht dat deze hete en droge zomer aanleiding zal zijn om op zoek te gaan naar productiemethoden van voedsel die minder weersafhankelijk zijn. De technieken daarvoor zijn inmiddels al lang beschikbaar, bijvoorbeeld in kassen of leegstaande gebouwen. Maar het probleem lijkt mij vooral dat juist die gewassen die buiten op het veld op grote schaal worden aangebouwd, te weinig opbrengen om binnen onder beschermde condities te verbouwen. Denk juist aan mail en graan. Bovendien is het bijkans onmogelijk om dergelijke grote hoeveelheden binnen te verbouwen.

Schaarste en sociale onrust

Het is voor ons in Europa nauwelijks voor te stellen dat voedsel schaars zou kunnen worden. Dat frietjes duurder worden omdat de aardappeloogst een keertje tegenvalt, oké. Maar structurele schaarste? Europa is vooralsnog rijk genoeg om hogere prijzen op de wereldmarkt te betalen, dus zo’n vaart zal het niet snel lopen. Die hogere prijs zal primair ten koste gaan van mensen in armere landen die gewoon te weinig geld hebben. Toch zullen hogere voedselprijzen ook in ons land tot onrust kunnen leiden, tenzij de regering besluit koopkrachtverlies te compenseren.

Hobbels voor verduurzaming

Deze keer een blog over een worsteling uit mijn leven van alledag. Als alles goed gaat, word ik binnenkort eigenaar van een appartement (bouwjaar 1980). En wel eentje waarvan de combiketel stuk is en dat nog voorzien is van enkel glas. Dat biedt kansen voor verduurzaming, zou je denken. Dit stuk gaat over de hobbels die ik tegenkom op weg naar verduurzaming van het appartement.

Flat met zonnepanelen
Flat met zonnepanelen (NB dit is niet mijn nieuwe flat 😉 )

Hobbels voor verduurzaming

Zou je denken, want in de praktijk valt het met het pakken van die kansen nog niet mee. En dat juist op het moment dat er wordt gesproken over het verbieden van de verkoop van gewone cv-ketels vanaf 2021 en het uitfaseren van de gaswinning in Groningen. Je zou verwachten dat dan relatief makkelijk te ontdekken is wat je moet doen om daar zelf een bijdrage aan te leveren. Helaas is dat (nog) niet het geval.

Er zijn gelukkig wel een soort van stappenplannen te vinden, bijvoorbeeld deze op de site van Milieu Centraal. Maar die voorbeelden gaan dan weer over tussenwoningen, en niet over appartementen. En er staan veel zaken in die meer vragen oproepen dan beantwoorden.

Bijvoorbeeld: een warmtepomp werkt met lage temperatuur verwarming (LTV), en is daarom alleen geschikt voor woningen die goed geïsoleerd zijn. Dat begrijp ik, maar wanneer precies is je huis goed genoeg geïsoleerd? Milieu Centraal zegt dat huizen gebouwd na 2000 goed genoeg geïsoleerd zijn om meteen met een warmtepomp aan de slag te kunnen. Voor woningen gebouwd voor 2000 is het dus zoeken naar wat je precies moet doen zodat je goed tot zeer goed geïsoleerd bent en van het gas af kunt. Want wat je natuurlijk ook weer niet wilt, is dat je woning in de winter niet goed warm wordt.

Van enkel glas naar HR++ glas

Nou weet ik uit eigen ervaring dat enkel glas niet echt lekker isoleert, en dat is een understatement. Ik denk dat de houten kozijnen voldoende ruime bieden om er HR++ glas in te plaatsen. Dat is dus geen ingewikkelde ingreep en volgens Milieu Centraal levert het een rendement op dat vergelijkbaar is met een rente van 5 procent op een spaarrekening. Kom daar maar eens om bij een bank.

Maar wat lees in in de stukken van de Vereniging van Eigenaren (VvE)? Kozijnen en glas behoren tot de collectieve delen van het gebouw, en je mag (op eigen kosten en risico) het glas vervangen, maar zodra de VvE besluit om alle glas en/of kozijnen te vervangen, moet je alsnog meebetalen aan de maatregel. Hmmm, dat voelt niet fijn of eerlijk. Maar ik hou er ook niet van om me te laten vangen in een situatie waarin je van anderen afhankelijk bent om te doen wat goed voelt.

VvE’s als hobbel voor het verduurzaming

Bij nader inzien blijkt er al veel geschreven te zijn over VvE’s als belemmerende factor voor verduurzaming. Zie bijvoorbeeld deze link, en deze. En het gaat niet om een klein probleem, want we hebben het in Nederland over circa 1,2 miljoen appartementen in 125.000 VvE’s!

Het ‘probleem’ met de ramen en kozijnen is niet het enige. Daken en buitenmuren behoren logischerwijs ook tot het collectief. Dus je spouwmuur isoleren kan niet zomaar. En ook om zonnepanelen of warmtepompunits te plaatsen of op te hangen heb je toestemming nodig. En dat is ergens best logisch, want als iedereen mag doen waar hij of zij zin in heeft, wordt het al snel een zooitje. Maar het vormt wel een hobbel. Zeker als je snel tot actie wil overgaan. Gelukkig zijn er dan ook weer sites die VvE’s bijstaan bij verduurzaming en zijn er ook subsidies beschikbaar.

Wat wil de gemeente?

Ondertussen is er ook nog een kans dat de gemeente besluit straten of wijken van het gas af te halen. Dat kan bijvoorbeeld door de aanleg van een warmtenet. Dat is voor buurten met veel flats (hoge woningdichtheid) een zeer geschikte maatregel, zeker als die al over een blokverwarming beschikken, want dan is de aansluiting eenvoudig en goedkoop. Punt is alleen dat ik op internet geen informatie kan vinden over wat de gemeente van plan is. Misschien dat er een verhelderend antwoord komt op mijn mailtje dat ik deze week heb gestuurd.

Waarschijnlijk loopt de planvorming nog, wat goed te begrijpen is, maar wel de onzekerheid en complexiteit verder verhoogt. Want wat als de gemeente over een paar jaar aanklopt met een warmtenet, terwijl ik net 5 tot 7 duizend euro heb geïnvesteerd in een warmtepomp? En overigens heb je voor een Lage Temperatuur Verwarming speciale radiatoren nodig of vloer/wandverwarming, waardoor de kosten verder oplopen.

Voorlopige conclusie

Ik ben nu ongeveer een week bezig met deze zoektocht, en mijn voorlopige conclusie is:

  • Je moet echt wel behoorlijk gemotiveerd zijn om je weg te vinden in de beschikbare informatie op internet. En om vervolgens te bepalen wat in jouw geval slimme stappen zijn. Bijna niemand is immers expert op dit terrein.
  • Je moet ook redelijk wat geld te besteden hebben, of kunnen lenen. En iedere situatie is weer anders dus de aangegeven kosten, opbrengsten en terugverdientijden zijn grof indicatief.
  • Hier valt dus nog veel winst te behalen in de communicatie naar huiseigenaren en bewoners toe, met betrouwbare en voor iedereen duidelijke informatie en stappenplannen.

Hoe verder? Een eerste stappenplan

Ik ga natuurlijk ook nog deskundig advies inwinnen. Daarop vooruitlopend is mijn idee voor een slimme aanpak op dit moment:

  1. Eerst met isolatie aan de slag. Dat is ook wat Milieu Centraal adviseert. Het glas van de ramen vervangen door HR++ en onderzoeken hoe het met de isolatie van de muren en het dak staat en deze indien nodig en mogelijk verbeteren.
  2. Daarna in de winter kijken hoe het met het warmtecomfort en het verbruik staat, en of je kunt spreken van een goed tot zeer goed geïsoleerde woning.
  3. Ondertussen onderzoeken hoe de animo in de VvE is en wat de gemeente van plan is.
  4. In de tussentijd een zuinige combiketel op gas huren die ik na een jaar op elk gewenst moment kan inruilen voor een ander apparaat.

Misschien dat er nog een andere aanpak uitrolt, bijvoorbeeld met de inzet van warmtepanelen. Ik hoop het, want het zit me dwars dat ik niet meteen van het gas af kan. Dat ik door gebrek aan informatie, onduidelijkheid over de mate van isolatie en het gebrek aan buitenruimte (voor zonnepanelen, zonnecollector voor een zonneboiler, warmtepompunit) terecht lijk te komen bij een oplossing op… aardgas! Gelukkig kan ik wel al flink wat aan isolatie doen en ook dat is winst voor het klimaat. Overigens denk ik dat veel mensen tegen vergelijkbare hobbels voor verduurzaming aanlopen en tot vergelijkbare oplossingen komen.

En verder ben ik heel benieuwd hoe het met het beruchte tekort aan vaklui zit. Wordt vervolgd 😉

Een nieuw tijdperk van burgerinvloed

Vandaag zwichtte ING voor het massale maatschappelijke verzet tegen de exorbitante beloningsverhoging voor haar topman. Dat maakt me blij, ook en vooral omdat ik denk dat het een mijlpaal is in het bijsturen van besluiten door burgers.

Massaal protest tegen ING-beloning
Massaal protest tegen ING-beloning

Een nieuw tijdperk

Aansluitend bij de titel van deze website wil ik zelfs zover gaan om van een nieuw tijdperk van burgerinvloed te spreken. En dat in een tijd dat het raadgevend referendum, mijns inziens terecht, wordt afgeschaft.

Zoals ik eerder schreef in Power to the People ligt de macht in ons land bij de bevolking. Want die bevolking:

  • kiest de volksvertegenwoordiging (Tweede Kamer, Provinciale Staten, Gemeenteraad) van waaruit dan een regering wordt gevormd
  • betaalt belasting om de overheid en haar uitgaven te financieren
  • werkt als ambtenaar bij een overheid
  • belegt in staatsobligaties en in aandelen en financiert daarmee overheid en bedrijven
  • werkt als werknemer bij bedrijven
  • koopt als consument producten en diensten en bedrijven

Er zijn dus een hele hoop manieren om invloed uit te oefenen. Als je klimaatverandering wilt tegengaan, stem dan op partijen die dat ook belangrijk vinden. En koop geen producten meer die slecht zijn voor het klimaat. Je vliegt niet meer, of veel minder. Ook koop je geen aandelen meer van bedrijven die het klimaat weliswaar belangrijk vinden maar er in de praktijk weinig aan doen. En natuurlijk stuur je als ambtenaar of werknemer het beleid binnen je ministerie of bedrijf bij. Door te spreken over je zorgen, door stelling te nemen, door alternatieven aan te dragen en uit te werken.

 

De volgende figuur illustreert dit:

Bevolking - macht en invloed
Bevolking – macht en invloed

Kritische massa telt

Het moge duidelijk zijn: op het moment dat de bevolking echt wil dat het anders gaat, gaat het ook anders. Alleen, ‘het volk’ bestaat niet. Er is niet zoiets als een volkswil. Het is een fictie, en populisten likken zich er de vingers bij af. Er zijn altijd meerdere meningen en stromingen. En ook als het gaat over klimaat en klimaatverandering is dat het geval.

Maar het gaat in vorming van de publieke opinie niet altijd om absolute meerderheden. Eerder gaat het om kritische mensen die zich durven uit te spreken. Ook vanuit het idee dat veel mensen niet meteen een mening hebben, of zich niet als eerste durven uit te spreken. En dan is het goed dat er mensen zijn die dat wel doen. Op social media, in de kranten, op straat. Daarmee trekken ze anderen mee. Op die manier ‘dwingt’ een kritische massa besluitvormers om kleur te bekennen. Het feit dat politici maar ook bedrijven steeds minder kunnen rekenen op een vaste achterban van kiezers en consumenten versterkt deze ontwikkeling.

ING staat niet op zichzelf

Het voorbeeld van ING dat het voorstel voor de verdubbelde beloning intrekt na 4 dagen van protest springt in het oog. Maar er zijn meer recente voorbeelden. Denk bijvoorbeeld aan het aftreden van VVD-minister Halbe Zijlstra die had gelogen over een anecdote met betrekking tot de Russische leider Poetin. Eerst hoopte hij nog te kunnen aanblijven, daarbij gesteund door de coalitiepartijen. Maar na een storm van protest en hoon vanuit de samenleving trad hij een dag later af.

Een derde voorbeeld is de gang van zaken rond het vliegveld Lelystad dat uitgebreid moet worden om vakantievluchten te kunnen afhandelen en zo het volle Schiphol te ontlasten. Alleen ontdekten tegenstanders van het vliegveld fouten in een belangrijk document. Ook bleek dat er slecht was nagedacht over de aanvlieg- en vertrekroutes naar Lelystad. Om de routes van Schiphol niet te kruisen, voeren die namelijk heel laag over verschillende gemeenten, met ongetwijfeld heel veel overlast als gevolg. Na een storm van protest besloot de minister een jaar extra de tijd te nemen het huiswerk opnieuw te doen.

Statiegeld, dat kan beter

Als laatste voorbeeld noem ik de invoering van statiegeld op kleine drankflesjes en blikjes. Met een stevige lobby hebben meer dan 400 Vlaamse en Nederlandse organisaties, verenigingen, lokale overheden en bedrijven verenigd in de Statiegeldalliantie de weg gebaand voor invoering van dit statiegeld. Het doel is veel minder zwerfvuil en veel beter hergebruik van schaarse grondstoffen. Het voorstel kan rekeken op grote steun in de bevolking, bijna 80 procent is vóór. Helaas sloot de staatssecretaris een akkoord met de industrie dat veel minder ver gaat. Statiegeld op kleine flesjes komt er vanaf 1 januari 2021 (maar eerst krijgt de industrie nog een keer de kans om er zelf iets van te maken). En over statiegeld op blikjes wordt helemaal niet meer gesproken. Goed voorwerk dus, maar met een vooralsnog teleurstellend resutlaat. Hopelijk stuurt de Tweede Kamer het besluit nog in de goede richting bij.

Perspectief

Het is soms niet gemakkelijk om door de rookgordijnen en het wapengekletter van vandaag heen te kijken om de trends voor morgen te zien. Voor mij zijn die trends duidelijk, namelijk:

  • een toenemende betrokkenheid van burgers (kiezers, consumenten), mede gedreven door toenemende zorgen over milieu- en klimaatproblemen en sociale onrechtvaardigheid;
  • een toenemende hevigheid van de reacties op slechte voorstellen; slecht onderbouwde besluiten worden steeds minder gepikt;
  • een toenemende gevoeligheid van bestuurders in politiek en bedrijfsleven voor die reacties;
  • langzaam maar zeker een steeds duurzamer en socialere koers in de besluitvorming in politiek en bedrijfsleven.

Conclusie

Al met al zie ik een duidelijke trend de goede kant op. Meer burgerbetrokkenheid en meer burgerinvloed die leiden tot duurzamere en socialere besluiten. En daarmee ook tot een meer levendige invulling van onze democratie. Ik zie een trend die niet te stoppen is. Maar we zijn er nog lang niet. De basis moet verder worden verbreed. Daarvoor is het nodig dat meer mensen hun schroom laten varen en van zich laten horen. En het tempo moet omhoog. Elke stem telt!

Als gemeente klimaatneutraal worden in 7 vragen en antwoorden

Veel gemeenten hebben als doel om in 2040 klimaatneutraal te zijn. Sommige willen dit doel zelfs eerder bereiken. Maar wat betekent het eigenlijk voor een gemeente om klimaatneutraal te worden? En hoe makkelijk of moeilijk is het om dat doel te bereiken? Lees het in zeven vragen en antwoorden.

Klimaatneutraal worden roept vraagtekens op
Klimaatneutraal worden roept vraagtekens op

Hoe verwarmen we onze huizen en kantoren in een klimaatneutrale stad?

Klimaatneutraal betekent dat we geen fossiele brandstoffen meer gebruiken. Dus we verwarmen onze huizen in ieder geval niet meer met gas. Een alternatief is aansluiting van de woning op een warmtenet dat wordt gevoed met een duurzame warmtebron zoals aardwarmte. Voor de aanleg van een warmtenet moet de straat open en worden er nieuwe leidingen gelegd. Is een woning al goed geïsoleerd, of kan ze goed geïsoleerd worden, dan is een warmtepomp wellicht een betere oplossing. Ook infraroodpanelen zijn wellicht een optie. In alle gevallen geldt: hoe beter je huis geïsoleerd is, hoe minder warmte je nodig hebt. Gemeente en bewoners gaan samen op zoek naar de beste oplossingen.

Hoe koken we in een klimaatneutrale stad?

Omdat we van het gas afgaan, koken we voortaan op elektriciteit. Heel eenvoudig, met inductie of keramisch. Het eten dat we koken, komt steeds vaker uit eigen stad of uit de omgeving. Dan zijn er minder vrachtwagens en vrachtschepen nodig om het voedsel te vervoeren.

Hoe verplaatsen we ons in een klimaatneutrale stad?

Auto’s, vrachtwagens, bussen en scooters rijden straks niet meer op fossiele brandstoffen maar elektrisch. Misschien dat waterstof ook een rol gaat spelen als brandstof, maar dat is nog niet met zekerheid te zeggen. Al het vervoer wordt in ieder geval schoon en veel stiller. Dan wordt de lucht die we inademen een stuk frisser!

Het zou goed kunnen dat er veel minder auto’s op straat staan, omdat er beter openbaar vervoer is en mensen dichter bij huis werken. Veel mensen zullen een auto delen met andere bewoners in de straat of de wijk. Op die manier ontstaat er meer ruimte voor bomen, om te spelen en om fietsen te parkeren.

Hoe komen we aan stroom in een klimaatneutrale stad?

De stroom die buiten de stad wordt opgewekt, komt niet meer uit gas- of kolencentrales, maar vooral van grote windparken op zee. In de stad verschijnen veel meer zonnepanelen en zonneboilers op de daken. Steeds meer mensen wekken hun eigen elektriciteit op, vaak samen met hun buurtgenoten. Er komen ook meer grote batterijen om duurzaam opgewekte energie op te slaan tot het moment dat hij nodig is. En het zou heel goed kunnen dat de accu’s van elektrische auto’s als buffers gaan dienen (overdag de accu’s opladen met zonnestroom, ’s avonds de energie teruggeven aan het net om op te koken en tv mee te kijken). Belangrijk is dat we met zuinige apparaten en zuinig gedrag de vraag naar elektriciteit terugdringen.

Hoe makkelijk of moeilijk is het om ‘klimaatneutraal’ te worden?

Er moet veel gebeuren in relatief korte tijd, maar technisch is het niet zo ingewikkeld. Alle technologie die we nodig hebben is beschikbaar. Misschien dat er nog wat mooie nieuwe vondsten bijkomen, maar ook met wat we nu hebben, gaat het lukken. Dat wil nadrukkelijk niet zeggen dat het een eenvoudige opgave is.

Klimaatneutraal worden is namelijk wel een kwestie van knopen doorhakken, goed plannen en financiële hobbels opruimen. Want bewoners – of het nou huiseigenaren zijn of huurders – zullen alleen dan meewerken als ze de investering kunnen betalen of financieren via een lening. Bewoners die daartoe niet in staat zijn of de investering niet binnen overzienbare termijn kunnen terugverdienen, zullen die investering dan ook niet (kunnen) doen.

Wat is de rol van de gemeente?

Deze megaoperatie kan alleen maar van de grond komen, als de gemeente haar rol van regisseur en aanjager voortvarend oppakt. Dat betekent dat er flink meer menskracht en geld nodig is om met de planning en uitvoering aan de gang te gaan en om ervoor te zorgen dat huiseigenaren en huurders meedoen.

De gemeente komt hierbij als vanzelf een aantal nog niet opgeloste vraagstukken tegen zoals:

  • Omdat een wettelijke verplichting om huizen klimaatneutraal te maken er (vooralsnog ) niet is, kan de gemeente bewoners niet dwingen mee te werken. De gemeente moet dus vooral verleiden. Dat kan misschien zelfs leiden tot betere oplossingen, maar het kost in ieder geval meer tijd en… geld. Maar de middelen van de gemeente zijn wel beperkt.
  • Welke rol gaat het Rijk op zich nemen, en wanneer? Komt het Rijk met een wettelijke verplichting? En komt het Rijk met subsidies om bewoners te verleiden klimaatneutraal te worden, en komt er een financieel vangnet die de overstap echt niet zelf kunnen betalen of financieren?
  • In de aanloop naar een evt wettelijke verplichting is de vraag: waar ligt de grens van wat je van bewoners mag verwachten als het gaat om het investeren in klimaatneutrale huizen en woningen? En wanneer springt de overheid bij, al is het maar omdat anders de transitie niet van de grond komt?
  • Onzekerheden over een wettelijke verplichting en over financiële tegemoetkomingen kunnen leiden tot (strategisch) uitstelgedrag bij bewoners. Bewoners zullen in de tussentijd vooral die maatregelen nemen die makkelijk te realiseren zijn en snel terug te verdienen. Dat betekent dat een grote meerderheid van de woningen niet binnen afzienbare termijn op eigen initiatief volledig klimaatneutraal zal worden. Het goede nieuws is dat bewoners wel op grote schaal energiebesparende maatregelen zullen nemen en investeringen zullen doen in het opwekken van duurzame energie.

Is het resultaat de moeite waard?

Absoluut! Niet alleen omdat we op die manier onze bijdrage leveren aan het tegengaan van klimaatverandering. Maar ook omdat een klimaatneutrale stad een stuk groener, gezonder en meer ontspannen is dan de stad die we nu kennen.

Conclusie

De uitdaging voor gemeenten is om in dit speelveld:

  1. een strategie te ontwikkelen die zoveel mogelijk bewoners verleidt om zelf te investeren in de energietransitie,
  2. te zorgen dat de maatregelen die bewoners nu zelf nemen goed aansluiten op maatregelen die de gemeente nu neemt en op maatregelen die later nog zullen volgen om volledig klimaatneutraal te worden,
  3. zelf de juiste randvoorwaarden te scheppen en investeringen te doen die hoe dan ook noodzakelijk zijn, ongeacht de besluiten die het Rijk later neemt. Daarbij kan het bijvoorbeeld gaan om het tot stand (helpen) brengen van warmtenetten,
  4. en ondertussen krachtig te lobbyen bij het Rijk om snel een duidelijke routekaart voor het klimaatneutraal maken van Nederland te ontwerpen en daarin duidelijkheid te bieden over de vragen en dillemma’s die hierboven zijn beschreven.

 

Met dank aan Femke Sleegers voor het meelezen met eerdere versies

Byebye 2017. Een alternatief jaaroverzicht

Het is de tijd voor het schrijven van een jaaroverzicht, maar of ik er zin in heb? En ook niet onbelangrijk, heeft een jaaroverzicht zin?

Een alternatief jaaroverzicht

Ik denk dat eigenlijk dat er al genoeg verstandige dingen zijn gezegd over politiek, economie en klimaat in 2017. Ik ga dat niet overdoen. Niet in de traditionele vorm althans. Mijn ‘jaaroverzicht’ ziet er daarom – met een knipoog – zo uit:

Klimaat, jaaroverzicht 2017
2017

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

2018 en verder: wachten op doorbraken

En wat gaat 2018 ons dan brengen? Ik denk dat het vooral wachten is op grote doorbraken:

  • Dat al die burgers die nu vooral bezig zijn met hun eigen wereldje zich druk gaan maken over het klimaat en zelf in actie komen  en die ook eisen van politiek en bedrijfsleven.
  • Dat bij de politiek eindelijk het besef doordringt dat er snel grote stappen moeten worden gezet. Dat er geen tijd meer is om te mikken op 2030, 2040 of 2050. Dat ‘economie’ niet langer altijd het primaat kan hebben maar hand in hand moet gaan met de draagkracht van de planeet. En dat we – dus – dingen anders moeten gaan doen.
  • En dat grote klimaatvriendelijke innovaties eindelijk doorbreken omdat ze echt concurrerend zijn geworden. Denk aan elektrisch rijden, denk aan betaalbare isolatieconcepten voor de diverse typen woningen, denk aan decentrale energieproductie- en opslag.

Gaat dat allemaal in 2018 gebeuren? Ik hoop het van harte, maar realistisch is het vrees ik niet. Gelukkig gaat het stap voor stap de geode kant op, maar het gaat wel ontzettend langzaam. Of zoals Ruud Koornstra, de nationale energiecommissaris, het verwoordde: “Er komen ontzettend mooie innovaties aan, maar of we nog op tijd zijn voor het klimaat, dat is de spannende vraag.”

Sommigen zeggen tegen mij: wees nou blij met wat er goed gaat. Ik zeg dan: “Dat ben ik ook, maar het gaat allemaal veel te langzaam. Het klimaat wacht niet op ons.” En dan zie ik mensen soms radeloos, soms geschokt kijken, en dan haat ik mezelf even dat ik het wéér gezegd heb. Maar al het andere zou oneerlijk zijn. En als iedereen zegt dat het prima gaat, terwijl dat niet zo is, dan gaan we zeker weten niet op zoek naar hoe het sneller kan.

Zoeken naar versnelling

De vraag is dus hoe we de status quo, de apathie, de ontkenning kunnen doorbreken. Aan mensen laten zien dat het anders kan en dat zij daar ook zelf aan bij kunnen (moeten!) dragen. En ondertussen strategisch uitstelgedrag en leugens in politiek en bedrijfsleven ontmaskeren.

Ik geloof ondertussen niet meer zo in het schrijven van nog een stukje. Ook al ben ik dat nu wel aan het doen 😉 Want al die stukjes hebben de afgelopen jaren niet zoveel vooruitgang opgeleverd. Daarmee wil ik overigens niet zeggen dat de media moeten stoppen met stukjes schrijven en items maken. Ze hebben dat juist veel te lang niet voldoende gedaan en zijn nu bezig met een voorzichtige inhaalslag. Ga vooral zo door.

Maar ik denk dat ‘activisten’, mensen die iets willen veranderen, andere wegen moeten bewandelen, en gelukkig worden er tal van wegen bewandeld. Van ‘klimaatgesprekken’ via ‘Fossielvrij Onderwijs’ tot ‘Code Rood’. En niet te vergeten al die mensen die in kleiner of groter verband zelf aan de slag zijn met isolatie, zonnepanelen, windmolens, deelauto’s en nog veel meer. Ik denk dat we we ook andere manieren moeten verkennen. Ik ben al een tijdje op zoek naar andere vormen om de boodschap dat we heel hard aan de slag moeten voor het klimaat over te brengen. Omdat het zo verdraaid lastig is mensen buiten de klimaatbubble aan te spreken, laat staan mee te krijgen. Denk bijvoorbeeld aan literatuur, cabaret, beeldende kunst, zoiets.

Transities en turbulentie

Er komt een moment dat al die initiatieven één groot momentum krijgen, en dan zal het razendsnel gaan met de transitie naar een samenleving zonder fossiele brandstoffen. De vraag is wanneer het gaat gebeuren en hoe het er precies uit gaat zien, maar dat het gaat gebeuren daar twijfel ik niet aan.

De energietransitie zal nog veel veel beroering geven. Denk aan de grote en machtige olieconcerns, die al honderden miljoenen hebben geinvesteeerd in leugens en desinformatie over klimaatverandering. Denk bijvoorbeeld ook aan een land als Rusland. Wanneer de export van olie en gas opdroogt, valt de belangrijkste inkomstenbron weg, en het is maar zeer de vraag of dat land zich daar stilletjes bij zal neerleggen.

Nog meer turbulentie

En ondertussen staat de wereld niet stil en blijken we op meer vlakken in een transitie te zitten. Er zijn deskundigen die stellen dat nieuwe technologieën zoals de blockchaintechnologie tot een kaalslag zullen leiden in administratieve banen. En in Duitsland wordt steeds duidelijker dat door de overschakeling van de productie van benzine- en dieselauto’s op elektrische auto’s honderdduizenden werknemers overtollig zullen worden. Een elektrische auto telt immers veel minder onderdelen die bovendien ook nog eens minder hard slijten waardoor er veel minder onderhoud nodig is.

Dit alles betekent bestaansonzekerheid voor heel veel mensen zonder dat er ook nog maar een begin van een plan is hoe dit op te vangen. Omscholing zou een manier kunnen zijn. Er zullen immers een hoop huizen geisoleerd moeten worden. En in de zorg komen we nu al veel handen tekort. Een basisinkomen zou een andere manier kunnen zijn de gevolgen op te vangen. Maar in de politiek blijft het akelig stil. Het gaat nu toch prima met de economie en de arbeidsmarkt?

Latente onzekerheid en onvrede

Ik zie onder de oppervlakte een toename van onzekerheid en onvrede in onze samenleving. Onvrede over inkomensverhoudingen die scheef zijn gegroeid bijvoorbeeld en over het grote verschill tussen vaste en flexibele contracten. Over belastingtarieven die grote bedrijven en veelverdieners bevoordelen. Over belastingontwijking die door overheden wordt gefaciliteerd. En over kansen op de woningmarkt bijvoorbeeld.

Dat gevoegd bij de toenemende macht en invloed van de sociale media maar ook de trend dat ‘sterke leiders’ veel volgers trekkers èn hun eigen nieuwsaanbod (inclusief fakenews) genereren, zorgt voor een explosieve cocktail. Het feit dat klimaatverandering zal leiden tot nieuwe vluchtelingenstromen naar en binnen Europa, speelt deze nieuwe ‘leiders’ in de kaart. Mense voelen dat er van alles gist en borrelt, maar kunnen er nog geen vinger op leggen. En het is voor mij zeer de vraag of dit systeem, of misschien beter gezegd het huidige type politici, de komende turbulenties in goede banen kunnen leiden.

Investeren in verbinding op lokaal niveau

Wat kunnen we dan doen? Behalve dapper doorgaan natuurlijk? Behalve minder vlees eten, minder vliegen etc? En ons laten horen? Ik denk dan vooral aan verbinding zoeken op lokaal niveau. Met vrienden, met buren. Want samen weet en kun je méér en krijg je dingen voor elkaar die in je eentje een stuk lastiger zijn. En samen ben je ook weerbaarder als het er op aan komt. Dus investeren in verbinding is wat mij betreft een mooi motto voor het nieuwe jaar.

Dat gezegd hebbend, wens ik u een gezond en gelukkig 2018 toe!

 

We moeten stoppen met ons recht om te vervuilen

Hé, dat is een rare titel. Er bestaat toch helemaal geen recht om het milieu te vervuilen? Nou, ik denk dus van wel, zoals ik zal aantonen, en we hebben het hier ook nog eens over een zéér relevant en superactueel probleem.

Vliegen is slecht voor het klimaat
Vliegen is slecht voor het klimaat

 

Misschien is het zelfs de kern als we het hebben over onze milieuproblemen. We weten namelijk heel goed dat we als mensheid op een fundamenteel verkeerd pad zitten. En we weten ook dat we onze vervuilende activiteiten af moeten bouwen, om te beginnen met de uitstoot van broeikasgassen. En dat we moeten stoppen met het toebrengen van schade aan de biodiversiteit en met het opmaken van niet-hernieuwbare grondstoffen. Zie hiervoor ook mijn vorige blog over de vier transities die nodig zijn.

Maar in de praktijk gaan de daarvoor noodzakelijke veranderingen traag, héél traag. Als we zo doorgaan zelfs te traag om een leefbare aarde over te houden. En die traagheid heeft alles te maken met het vasthouden aan verworven rechten, en daarmee ook aan het ‘recht’ om de planeet te mogen vervuilen.

Intermezzo over rechten en vrijheden

In onze westerse samenleving zijn vrijheden en rechten een groot en belangrijk goed. Gelukkig maar. Zij maken dat we zonder bang te hoeven zijn kunnen zeggen en schrijven wat we willen zeggen, dat we kunnen doen wat we willen, dat we kunnen zijn wie we willen zijn. Onze rechten zijn verankerd in de Grondwet. Maar er zit ook een grens aan de uitoefening van die vrijheden, en die grens ligt daar waar de uitoefeningen van vrijheden door de één ten koste gaan van de vrijheden van de ander. Bij ons is het de onafhankelijke rechter die oordeelt over wanneer grenzen overschreden worden.

Recht om te consumeren = recht om te vervuilen

Een ander ‘recht’ dat hoort bij onze samenleving is het recht om onbeperkt te consumeren. Met andere woorden: consumeren waar je zin in hebt. Soms, als iets heel schadelijk is, stuurt de overheid het vrije consumeren bij met geboden en verboden. Of stelt ze heffingen en subsidies in om consumptie te ontmoedigen of juist te bevorderen. Maar los daarvan mag je in onze samenleving consumeren waar je zin in hebt, in de hoeveelheden die je wenst. Mits je het kan betalen natuurlijk.

Vier keer per jaar met het vliegtuig weg, dan ben je een echte wereldburger. In je eentje in een benzineslurpende SUV naar  werk of sportschool, lekker comfortabel. Hartje zomer de was drogen in de wasdroger, handig en snel klaar. Midden in de winter gezellig chillen op een terras, lekker warm dankzij de terrasverwarmer.

Deze opsomming valt eindeloos uit te breiden, maar de kern is steeds dezelfde. Voor ons plezier en gemak verspillen we energie en grondstoffen en vervuilen we ons milieu. Gewoon omdat het kan, omdat we het kunnen betalen, omdat iedereen het doet en omdat het mag. Want de overheid heeft het niet verboden, en dus mag het. Of de overheid heeft wel regels gesteld, maar handhaaft ze niet. Ziedaar het ‘recht’ om te vervuilen.

Waar hier ‘consumeren’ staat, kun je overigens moeiteloos ook ‘produceren’ invullen. Alleen geldt daarvoor nog eens extra dat je regels die in ons land gelden kunt omzeilen door elders op de wereld te produceren, je kunt lobbyen tegen lastige regels en je belastingafdracht kunt vermijden door winsten boekhoudkundig naar landen te sluizen met lage belastingen. En met de dreiging om jezelf of je winsten te verhuizen, kun je overheden ook nog eens prima onder druk zetten.

Drievoudig falen

Wat we zien is eigenlijk een drievoudig falen, namelijk van markt, politiek en maatschappij. De prikkels om niet de juiste grenzen te stellen aan vervuilende activiteiten zijn kennelijk te groot. Want (bijna) iedereen verdient eraan en heeft er plezier van. In ieder geval in de westerse landen en steeds meer ook in landen als China en India. Ga daar maar eens tegenin. En zo feesten we door met grote beloften en kleine verbeteringen. Erop hopend dat als het echt uit de hand loopt, we nog op tijd kunnen bijsturen.

De meesten van ons weten eigenlijk wel dat dit zorgeloze feestje niet meer lang op deze manier kan doorgaan. Dat onze vrijheid om te consumeren en ons ‘recht’ te vervuilen nu al ten koste gaat van anderen elders op deze planeet. En dat ze zeker weten ten koste zullen gaan van onze kinderen en kleinkinderen.

Onze liberale samenleving blaast hier dus keihard één van haar eigen beginselen op, namelijk dat de vrijheid van de één niet ten koste mag gaan van de vrijheid van de ander.

En toch laten we onze ontplooiing hier en nu evident ten koste gaan van de ontplooiing van anderen elders op deze aarde, en van de kansen op ontplooiing van toekomstige generaties. We weten het, en tòch gaan we ermee door. We laten ons verblinden door reclames voor snelle auto’s en verre vliegvakanties. Laten ons in slaap sussen door beloftes van politici. En houden ons vast aan technologische utopieën. Omdat in de toekomst altijd alles beter wordt, toch?

Tijd om de landing in te zetten

Het wordt na dit consumptiefeestje op grote hoogte dus hoog tijd dat we de landing inzetten. Als we snel zijn wordt het nog een beetje zachte landing. Hoe langer we wachten, hoe harder de landing en hoe groter de kans op een crash. En daarmee zijn we weer bij de vier transities van mijn vorige blog.

In mijn visie ligt de sleutel voor de noodzakelijke verandering bij de bevolking. Bij u, jou en mij dus. Politiek, media en bedrijfsleven hebben namelijk laten zien dat zij niet in staat zijn om het gewenste leiderschap voortvarend op te pakken. Dat is meer dan teleurstellend, wat we hebben hen hard nodig. Maar helaas zie ik deze actoren nog niet 1-2-3 ontsnappen aan de belangen en beperkingen waar zij zich in hebben laten vangen. Daarmee is de bevolking de enige overgebleven bron van noodzakelijke impulsen. Zie ook mijn eerdere blog ‘Power to the people’ over dit thema.

En uiteraard begint dit met kleine groepjes individuen voor wie de behoefte aan verandering zo groot wordt dat zij zich ervoor gaan inspannen. En naarmate die groep groter wordt, volgen politiek, bedrijfsleven en media. Omdat ze eerst de kat uit de boom kijken en geen blauwtje willen lopen.

Wat we nodig hebben zijn grote veranderingen zoals aanpassingen van wetten en sluiten van kolencentrales. Maar het gaat net zo goed om kleine veranderingen. Want veel kleine veranderingen maken één grote verandering. En ze geven bovendien een duidelijk signaal aan maatschappij, politiek en bedrijfsleven.

Wat we zelf kunnen doen

Het goede nieuws is dat we zelf heel veel kunnen doen. Geen of minder vlees eten. Niet of minder vliegen. Meer fietsen en met het openbaar vervoer. Isoleren. Zonnepanelen op het dak. Meer groen en minder stenen in de tuin. Om maar wat te noemen.

En praten, véél praten. Met familie, vrienden, buren, ondernemers en politici. Over wat er aan de hand is, waar je je zorgen over  maakt en wat je zelf eraan doet en wat anderen kunnen doen. En wat we samen kunnen doen. Want wij mensen zijn sociale wezens en vormen onze opvattingen in interactie met onze omgeving. Uit alle inputs die we krijgen uit gesprekken, media en reclame destilleren we onze meningen.

En verder natuurlijk actie voeren en druk uitoefenen op politiek, bedrijfsleven en media. Blijf niet afzijdig, toon burgerschap, laat je zien en horen! Het legertje klimaatactivisten heeft versterking nodig want er moet nog heel veel gebeuren!

Elke bijdrage telt

Een belangrijke vraag die bij veel mensen leeft is: maakt het eigenlijk uit als ik iets doe tegen klimaatverandering? Mijn kleine bijdrage tegenover de grote besluiten die in politiek en bedrijfsleven moeten worden genomen? Volgens mij kun je daar op 3 manieren naar kijken.

  1. De eerste manier is vanuit de paradox dat ieder van ons te klein is om in zijn eentje een zichtbaar verschil te maken, maar dat we samen wel verantwoordelijk zijn voor klimaatverandering, verlies aan biodiversiteit en het opraken van grondstoffen. Samen hebben we dus juist heel veel impact. En veel kleine bijdragen maken één grote bijdrage. Dus…
  2. De tweede manier om ernaar te kijken is dat elke kilogram CO2 telt. Alles wat we nu niet in de lucht blazen, zorgt de komende decennia niet voor verdere opwarming. Zo simpel is het.
  3. De derde manier is dat dat het gewoon goed voelt om dat te doen wat goed is voor de planeet. En dat het juist niet goed voelt om steeds weer dingen te doen waarvan je weet dat je ze eigenlijk niet zou moeten doen.

Alles of niets

Om de goede dingen te doen hoef je heus geen kluizenaar te worden die zich alle luxe ontzegt. Laat je niet vangen in een ‘alles of niets’-tegenstelling! Dat je denkt dat als je niet al datgene kunt of wilt doen dat goed is voor de planeet, het dan toch allemaal geen zin heeft. Doen wat binnen je mogelijkheden ligt, is al een belangrijke bijdrage. Dat zouden we allemaal moeten doen. Vergelijk het met roken. Als stoppen met roken niet meteen lukt, hoeft dat niet te betekenen dat je zoveel moet blijven roken als je deed. Minder roken is ook gewoon goed voor je gezondheid (en je portemonnee).

Ons energie- en grondstoffengebruik matigen en de biodiversiteit een boost geven, daarmee tijd kopen en ondertussen grote veranderingen afdwingen, dat is de strategie waarmee we de planeet inclusief onszelf helpen overleven.

Beïnvloedingsstrategieën

Maar hoe krijgen we onszelf – en elkaar – dan zover dat we de goede dingen gaan doen? Er zijn meerdere strategieën en daar is ook discussie over. Veel deskundigen en activisten zeggen dat je mensen niet moet confronteren en hen geen angst moet aanjagen maar ze moet verleiden. Met goede voorbeelden dus die mensen kunnen volgen, en door veranderen makkelijk en aantrekkelijk te maken.

Ik denk dat deze strategie absoluut een hele waardevolle is, maar dat deze er vanuit gaat dat we nog veel tijd hebben, en dat veranderen altijd ‘leuk’ kan zijn. Maar zoveel tijd hebben we niet, en veranderen is niet altijd alleen maar leuk.

Ik denk daarom dat we naast de verleidingsstrategie ook meer confronterend te werk moeten gaan. Mensen confronteren met hun onduurzame gedrag. De aandacht trekken, misschien met een knipoog, maar toch. De gevoelde spanning vergroten tussen wat men doet en wat men zou moeten doen. Zo werkt reclame immers ook. En het mag ook best een beetje schuren. Het gaat immers om onze toekomst!

Ik vind het spannend om met de tweede strategie te experimenteren. Het eerste resultaat daarvan heb ik als figuur bij dit blog gevoegd. Voel je vrij om hem te delen. Er zit geen copyright op 😉 En ik ben benieuwd wat je ervan vindt. Feedback is welkom!

Met alleen de energietransitie gaan we het niet redden

Energietransitie gaat te langzaam

Het is even schrikken voor diegenen die dachten dat we goed bezig zijn met onze energietransitie. Je weet wel, de energietransitie is die grote overstap die we moeten maken van fossiele brandstoffen naar duurzame energiebronnen. Zodat we op die manier het klimaat nog een beetje kunnen redden. En daarmee de toekomst van onze planeet kunnen veiligstellen.

Zoals ik al in mijn vorige blog schreef, is de ambitie van het nieuwe kabinet te laag en duurt de energietransitie in het huidige tempo te lang.

Met bruinkool gestookte elektriciteitscentrale van RWE in Duitsland
Met bruinkool gestookte elektriciteitscentrale van RWE in Duitsland

 

Snel met meer transities aan de slag

Het heeft even geduurd, maar nu is het ook mij duidelijk. Met alleen de energietransitie komen we er niet. Er zijn meer grote problemen die we moeten aanpakken. Alsof één transitie nog niet moeilijk genoeg is, moeten we met meer transities aan de slag. En snel ook.

Het ‘grappige’ is dat ik enkele maanden nog dacht dat we eerst met de energietransitie aan de slag moeten voordat we aan die andere transities kunnen beginnen. Dit omdat we anders onze politici – en onze samenleving – compleet overvragen. Maar ik geef toe: ik zat er compleet naast. We kunnen niet wachten totdat de energietransitie een eind op streek is, we kunnen de transities niet één-voor-één doen. We zullen ze tegelijk en parallel moeten uitvoeren. En we hebben geen tijd te verliezen.

 Eindeloos genieten…

We zijn met zijn allen verslaafd geraakt aan eindeloos genieten. Méér van alles. Méér lekker eten, méér leuke kleding, vaker en verder op vakantie. En dat steeds mooier, beter, lekkerder en goedkoper. Uitgekiende reclames maken ons die boodschap elke dag opnieuw wijs. Zodat we denken dat het normaal is en we niet meer zonder kunnen. En voor degenen die te weinig geld hebben om hun wensen te vervullen, is er de hoop cq. belofte dat die ooit wèl binnen handbereik komen.

… en keihard over grenzen heengaan

Maar inmiddels dringt de keerzijde van onze consumptie steeds harder onze levens binnen. Want om al die producten en diensten goedkoop te kunnen produceren, plegen we op grote schaal roofbouw op onze aarde. Hoewel de marketingafdelingen hun best doen de beelden van ons consumenten weg te houden, kennen we de gevolgen maar al te goed. Vervuilde lucht, bodem en water, afvalbergen, gekapte oerwouden, leeggeviste oceanen, uitgebuite productiewerkers, mishandelde dieren in de bio-industrie.

We zien het aan de klimaatverandering die nu al leidt tot extreem weer en enorme schade. Denk aan de landen rond de Middellandse Zee met enorme zomerse droogte, bosbranden en verschrompelde oogsten. Denk ook aan de VS met zijn bosbranden en wervelstormen, en aan de Alpenlanden waar zelfs bergen instabiel worden.

We zien aan het sterven van de insecten. Uit tellingen in Duitsland blijkt een afname met 76% sinds 1976. Met de insecten verdwijnen de vogels, en boeren zitten met de handen in het haar omdat de bijen verdwijnen die nodig zijn om de gewassen te bestuiven. We zien het aan het op veel plaatsen in de wereld opraken van de zoetwatervoorraden. En aan de destabiliserende werking van klimaatverandering op landen en regio’s die toch al fragiel zijn. Aan de conflicten die hieruit ontstaan en aan de vluchtelingen die onze veilige havens proberen te bereiken.

En ondertussen groeit de wereldbevolking nog steeds en willen al deze mensen ons consumptiepatroon overnemen. Dat leidt dus onherroepelijk tot een nòg hogere belasting van onze planeet, tenzij we…

Grenzen (her)stellen

Wat we dringend nodig hebben zijn aanpassingen in ons productie- en consumptiepatroon zodanig dat we het leven op aarde respecteren. Dat klinkt een beetje zweverig, maar het gaat erom planten, dieren en natuurlijke processen de ruimte te geven die ze nodig hebben. En natuurlijke hulpbronnen zoals bodem en water alleen op die manier in te zetten zodanig dat deze zichzelf weer kunnen herstellen en aanvullen. Dat betekent dus dat we ons als mensen veel terughoudender moeten opstellen. Dat we weer in balans moeten leren leven met onze leefomgeving in plaats van haar onbeperkt te gebruiken en naar onze hand te zetten.

Herstel van biodiversiteit

Concreet betekent dit dat we snel moeten beginnen met het herstellen van de biodiversiteit. Van het vergroenen van versteende tuintjes, straten en plantsoenen in de streden tot het opnieuw introduceren van heggen en struikgewassen op het platteland. Het betekent ook het zaaien van bloemen en het stoppen met landbouwgif dat insecten en ander leven doodt. Maar het betekent bijvoorbeeld ook het instellen van meer kraamkamers op zee waar niet mag worden gevist zodat vissen en andere levende wezens zich kunnen herstellen.

Sluiten van kringlopen

Ook betekent dit dat we snel onze kringlopen moeten sluiten. Op energiegebied – dat we voortaan alleen nog maar hernieuwbare energie gebruiken – maar ook als het gaat om al het tastbare om ons heen. We moeten ervoor zorgen dat we onze consumptie van nieuwe grondstoffen tot een minimum beperken en onze hoeveelheid afval praktisch tot nul terugbrengen. Waar het nu nog normaal is dat we meer dan de helft van ons afval weggooien en verbranden, wordt hergebruik de nieuwe norm.

Is dat lastig? Dat is maar hoe je het bekijkt. Neem nou de zakken waarin chips worden verpakt. De glimmende zakken bestaan uit meerdere materialen die onlosmakelijk met elkaar zijn verbonden. Handig voor de fabrikant, maar met de zak kun je vervolgens nog maar twee dingen: weggooien en verbranden. Andere materialen die wel gerecycled kunnen worden zijn beschikbaar, maar de fabrikanten voelen nu geen druk om deze te gebruiken. Denk ook aan statiegeld op kleine flesjes en blikjes. Omdat Nederland anders dan bijvoorbeeld Duitsland geen statiegeld hiervoor kent, belanden deze verpakkingen veelvuldig op straat en in de natuur, en worden ze niet hergebruikt. Heel erg jammer en een gemiste kans.

Grotere rol van de overheid

Het zijn uiteraard maar twee voorbeelden. Maar het interessante is dat we nu al veel verbeteringen kunnen doorvoeren, als we het maar willen. Maar om die veranderingen in gang te zetten moeten we wel bestaande gewoontes en belangen doorbreken. Denk aan de voorbeelden van de chipszakken en het statiegeld. De fabrikanten die zich nu nog verzetten, zullen moeten worden ‘aangemoedigd’ om over te stappen op duurzame alternatieven. Sommige producten zullen hierdoor duurder worden, waardoor hun consumptie af zal nemen. Blijkbaar is de prijs van deze producten nu dus te laag in vergelijking met wat de aarde aankan. Sommige producten zullen helemaal verdwijnen, terwijl er ook nieuwe producten zullen ontstaan.

Om deze veranderingen in gang te zetten is een grotere rol van de overheid onvermijdelijk. Dat betekent een trendbreuk met het huidige neoliberale denken waarin de markt vooral als oplossing wordt gezien en de overheid als bron van problemen. Het betekent dat de overheid een hoogwaardige partner moet worden die kennis over de grenzen van deze planeet vertaalt in grenzen waarbinnen bedrijven mogen opereren. Het betekent ook een enorme inspanning om met alle andere landen op één lijn te komen en dezelfde grenzen te stellen.

Grotere rol van burgers

De komende decennia zullen dus veel dingen (moeten) veranderen. Dat vraagt veel van burgers (bewoners, mensen), op verschillende vlakken. Om te beginnen als aanjager en ondersteuner van veranderingen. Want zonder draagvlak bij de bevolking kunnen politici en overheden de veranderingen waar we het over hebben niet doorvoeren. Sterker nog: zonder druk vanuit de voorlopers in de bevolking zullen veel politici deze stappen niet eens aandurven. Een volgende blog zal dan ook gaan over wat burgers zelf kunnen doen. Spoiler: ik zal het daarbij zeker gaan hebben over verantwoordelijkheid nemen en weerstand bieden aan verleidingen die slecht zijn voor de toekomst van onze planeet 😉

Maar het betekent ook meer betrokkenheid en solidariteit met de andere mensen op deze planeet die ook met deze veranderingen worden geconfronteerd. Dat kan alleen als we de veranderingen met elkaar invoeren, in plaats van te concurreren met elkaar. En eigenlijk is dat heel mooi, want uiteindelijk vormen burgers, mensen dus zoals jij en ik, het levend organisme van iedere samenleving. Of het nou om een wijk, een stad, een land of om de planeet gaat.

Meer sociale rechtvaardigheid

Dat brengt mij bij een vierde transitie die sterk verweven is met de andere transities. Het gaat daarbij namelijk om het introduceren van meer sociale rechtvaardigheid in onze samenleving, nationaal maar zeker ook in internationaal verband. Het is onvoorstelbaar dat de rijkste acht mensen (allemaal mannen) evenveel bezitten als de armste helft van de wereldbevolking.

De grote uitdaging is om, juist ook tegen de achtergrond van alle veranderingen die plaatsvinden en nog zullen moeten plaatsvinden, iedereen een redelijk bestaan te gunnen. En dan bedoel ik met ‘gunnen’ dat we daarvoor ook actief de voorwaarden scheppen. We kunnen ons namelijk simpelweg niet veroorloven de kloof in welvaart zo groot te laten of nog verder te laten groeien. Die kloof is om te beginnen in moreel opzicht niet te verantwoorden. Maar bovendien zet de kloof de samenwerking tussen ‘arm’ en ‘rijk’ onder druk, terwijl we juist alle krachten moeten bundelen om de transities tot een goed einde te kunnen brengen.

Bijgaande TEDx-video van Kate Raworth geeft een mooie inkleuring van het bovenstaande. En en passant maakt zij de mainstream economische wetenschap fijntjes met de grond gelijk. Kate was afgelopen zondag nog te gast in Buitenhof. Kijken dus!