We moeten stoppen met ons recht om te vervuilen

Hé, dat is een rare titel. Er bestaat toch helemaal geen recht om het milieu te vervuilen? Nou, ik denk dus van wel, zoals ik zal aantonen, en we hebben het hier ook nog eens over een zéér relevant en superactueel probleem.

Vliegen is slecht voor het klimaat
Vliegen is slecht voor het klimaat

 

Misschien is het zelfs de kern als we het hebben over onze milieuproblemen. We weten namelijk heel goed dat we als mensheid op een fundamenteel verkeerd pad zitten. En we weten ook dat we onze vervuilende activiteiten af moeten bouwen, om te beginnen met de uitstoot van broeikasgassen. En dat we moeten stoppen met het toebrengen van schade aan de biodiversiteit en met het opmaken van niet-hernieuwbare grondstoffen. Zie hiervoor ook mijn vorige blog over de vier transities die nodig zijn.

Maar in de praktijk gaan de daarvoor noodzakelijke veranderingen traag, héél traag. Als we zo doorgaan zelfs te traag om een leefbare aarde over te houden. En die traagheid heeft alles te maken met het vasthouden aan verworven rechten, en daarmee ook aan het ‘recht’ om de planeet te mogen vervuilen.

Intermezzo over rechten en vrijheden

In onze westerse samenleving zijn vrijheden en rechten een groot en belangrijk goed. Gelukkig maar. Zij maken dat we zonder bang te hoeven zijn kunnen zeggen en schrijven wat we willen zeggen, dat we kunnen doen wat we willen, dat we kunnen zijn wie we willen zijn. Onze rechten zijn verankerd in de Grondwet. Maar er zit ook een grens aan de uitoefening van die vrijheden, en die grens ligt daar waar de uitoefeningen van vrijheden door de één ten koste gaan van de vrijheden van de ander. Bij ons is het de onafhankelijke rechter die oordeelt over wanneer grenzen overschreden worden.

Recht om te consumeren = recht om te vervuilen

Een ander ‘recht’ dat hoort bij onze samenleving is het recht om onbeperkt te consumeren. Met andere woorden: consumeren waar je zin in hebt. Soms, als iets heel schadelijk is, stuurt de overheid het vrije consumeren bij met geboden en verboden. Of stelt ze heffingen en subsidies in om consumptie te ontmoedigen of juist te bevorderen. Maar los daarvan mag je in onze samenleving consumeren waar je zin in hebt, in de hoeveelheden die je wenst. Mits je het kan betalen natuurlijk.

Vier keer per jaar met het vliegtuig weg, dan ben je een echte wereldburger. In je eentje in een benzineslurpende SUV naar  werk of sportschool, lekker comfortabel. Hartje zomer de was drogen in de wasdroger, handig en snel klaar. Midden in de winter gezellig chillen op een terras, lekker warm dankzij de terrasverwarmer.

Deze opsomming valt eindeloos uit te breiden, maar de kern is steeds dezelfde. Voor ons plezier en gemak verspillen we energie en grondstoffen en vervuilen we ons milieu. Gewoon omdat het kan, omdat we het kunnen betalen, omdat iedereen het doet en omdat het mag. Want de overheid heeft het niet verboden, en dus mag het. Of de overheid heeft wel regels gesteld, maar handhaaft ze niet. Ziedaar het ‘recht’ om te vervuilen.

Waar hier ‘consumeren’ staat, kun je overigens moeiteloos ook ‘produceren’ invullen. Alleen geldt daarvoor nog eens extra dat je regels die in ons land gelden kunt omzeilen door elders op de wereld te produceren, je kunt lobbyen tegen lastige regels en je belastingafdracht kunt vermijden door winsten boekhoudkundig naar landen te sluizen met lage belastingen. En met de dreiging om jezelf of je winsten te verhuizen, kun je overheden ook nog eens prima onder druk zetten.

Drievoudig falen

Wat we zien is eigenlijk een drievoudig falen, namelijk van markt, politiek en maatschappij. De prikkels om niet de juiste grenzen te stellen aan vervuilende activiteiten zijn kennelijk te groot. Want (bijna) iedereen verdient eraan en heeft er plezier van. In ieder geval in de westerse landen en steeds meer ook in landen als China en India. Ga daar maar eens tegenin. En zo feesten we door met grote beloften en kleine verbeteringen. Erop hopend dat als het echt uit de hand loopt, we nog op tijd kunnen bijsturen.

De meesten van ons weten eigenlijk wel dat dit zorgeloze feestje niet meer lang op deze manier kan doorgaan. Dat onze vrijheid om te consumeren en ons ‘recht’ te vervuilen nu al ten koste gaat van anderen elders op deze planeet. En dat ze zeker weten ten koste zullen gaan van onze kinderen en kleinkinderen.

Onze liberale samenleving blaast hier dus keihard één van haar eigen beginselen op, namelijk dat de vrijheid van de één niet ten koste mag gaan van de vrijheid van de ander.

En toch laten we onze ontplooiing hier en nu evident ten koste gaan van de ontplooiing van anderen elders op deze aarde, en van de kansen op ontplooiing van toekomstige generaties. We weten het, en tòch gaan we ermee door. We laten ons verblinden door reclames voor snelle auto’s en verre vliegvakanties. Laten ons in slaap sussen door beloftes van politici. En houden ons vast aan technologische utopieën. Omdat in de toekomst altijd alles beter wordt, toch?

Tijd om de landing in te zetten

Het wordt na dit consumptiefeestje op grote hoogte dus hoog tijd dat we de landing inzetten. Als we snel zijn wordt het nog een beetje zachte landing. Hoe langer we wachten, hoe harder de landing en hoe groter de kans op een crash. En daarmee zijn we weer bij de vier transities van mijn vorige blog.

In mijn visie ligt de sleutel voor de noodzakelijke verandering bij de bevolking. Bij u, jou en mij dus. Politiek, media en bedrijfsleven hebben namelijk laten zien dat zij niet in staat zijn om het gewenste leiderschap voortvarend op te pakken. Dat is meer dan teleurstellend, wat we hebben hen hard nodig. Maar helaas zie ik deze actoren nog niet 1-2-3 ontsnappen aan de belangen en beperkingen waar zij zich in hebben laten vangen. Daarmee is de bevolking de enige overgebleven bron van noodzakelijke impulsen. Zie ook mijn eerdere blog ‘Power to the people’ over dit thema.

En uiteraard begint dit met kleine groepjes individuen voor wie de behoefte aan verandering zo groot wordt dat zij zich ervoor gaan inspannen. En naarmate die groep groter wordt, volgen politiek, bedrijfsleven en media. Omdat ze eerst de kat uit de boom kijken en geen blauwtje willen lopen.

Wat we nodig hebben zijn grote veranderingen zoals aanpassingen van wetten en sluiten van kolencentrales. Maar het gaat net zo goed om kleine veranderingen. Want veel kleine veranderingen maken één grote verandering. En ze geven bovendien een duidelijk signaal aan maatschappij, politiek en bedrijfsleven.

Wat we zelf kunnen doen

Het goede nieuws is dat we zelf heel veel kunnen doen. Geen of minder vlees eten. Niet of minder vliegen. Meer fietsen en met het openbaar vervoer. Isoleren. Zonnepanelen op het dak. Meer groen en minder stenen in de tuin. Om maar wat te noemen.

En praten, véél praten. Met familie, vrienden, buren, ondernemers en politici. Over wat er aan de hand is, waar je je zorgen over  maakt en wat je zelf eraan doet en wat anderen kunnen doen. En wat we samen kunnen doen. Want wij mensen zijn sociale wezens en vormen onze opvattingen in interactie met onze omgeving. Uit alle inputs die we krijgen uit gesprekken, media en reclame destilleren we onze meningen.

En verder natuurlijk actie voeren en druk uitoefenen op politiek, bedrijfsleven en media. Blijf niet afzijdig, toon burgerschap, laat je zien en horen! Het legertje klimaatactivisten heeft versterking nodig want er moet nog heel veel gebeuren!

Elke bijdrage telt

Een belangrijke vraag die bij veel mensen leeft is: maakt het eigenlijk uit als ik iets doe tegen klimaatverandering? Mijn kleine bijdrage tegenover de grote besluiten die in politiek en bedrijfsleven moeten worden genomen? Volgens mij kun je daar op 3 manieren naar kijken.

  1. De eerste manier is vanuit de paradox dat ieder van ons te klein is om in zijn eentje een zichtbaar verschil te maken, maar dat we samen wel verantwoordelijk zijn voor klimaatverandering, verlies aan biodiversiteit en het opraken van grondstoffen. Samen hebben we dus juist heel veel impact. En veel kleine bijdragen maken één grote bijdrage. Dus…
  2. De tweede manier om ernaar te kijken is dat elke kilogram CO2 telt. Alles wat we nu niet in de lucht blazen, zorgt de komende decennia niet voor verdere opwarming. Zo simpel is het.
  3. De derde manier is dat dat het gewoon goed voelt om dat te doen wat goed is voor de planeet. En dat het juist niet goed voelt om steeds weer dingen te doen waarvan je weet dat je ze eigenlijk niet zou moeten doen.

Alles of niets

Om de goede dingen te doen hoef je heus geen kluizenaar te worden die zich alle luxe ontzegt. Laat je niet vangen in een ‘alles of niets’-tegenstelling! Dat je denkt dat als je niet al datgene kunt of wilt doen dat goed is voor de planeet, het dan toch allemaal geen zin heeft. Doen wat binnen je mogelijkheden ligt, is al een belangrijke bijdrage. Dat zouden we allemaal moeten doen. Vergelijk het met roken. Als stoppen met roken niet meteen lukt, hoeft dat niet te betekenen dat je zoveel moet blijven roken als je deed. Minder roken is ook gewoon goed voor je gezondheid (en je portemonnee).

Ons energie- en grondstoffengebruik matigen en de biodiversiteit een boost geven, daarmee tijd kopen en ondertussen grote veranderingen afdwingen, dat is de strategie waarmee we de planeet inclusief onszelf helpen overleven.

Beïnvloedingsstrategieën

Maar hoe krijgen we onszelf – en elkaar – dan zover dat we de goede dingen gaan doen? Er zijn meerdere strategieën en daar is ook discussie over. Veel deskundigen en activisten zeggen dat je mensen niet moet confronteren en hen geen angst moet aanjagen maar ze moet verleiden. Met goede voorbeelden dus die mensen kunnen volgen, en door veranderen makkelijk en aantrekkelijk te maken.

Ik denk dat deze strategie absoluut een hele waardevolle is, maar dat deze er vanuit gaat dat we nog veel tijd hebben, en dat veranderen altijd ‘leuk’ kan zijn. Maar zoveel tijd hebben we niet, en veranderen is niet altijd alleen maar leuk.

Ik denk daarom dat we naast de verleidingsstrategie ook meer confronterend te werk moeten gaan. Mensen confronteren met hun onduurzame gedrag. De aandacht trekken, misschien met een knipoog, maar toch. De gevoelde spanning vergroten tussen wat men doet en wat men zou moeten doen. Zo werkt reclame immers ook. En het mag ook best een beetje schuren. Het gaat immers om onze toekomst!

Ik vind het spannend om met de tweede strategie te experimenteren. Het eerste resultaat daarvan heb ik als figuur bij dit blog gevoegd. Voel je vrij om hem te delen. Er zit geen copyright op 😉 En ik ben benieuwd wat je ervan vindt. Feedback is welkom!

Met alleen de energietransitie gaan we het niet redden

Energietransitie gaat te langzaam

Het is even schrikken voor diegenen die dachten dat we goed bezig zijn met onze energietransitie. Je weet wel, de energietransitie is die grote overstap die we moeten maken van fossiele brandstoffen naar duurzame energiebronnen. Zodat we op die manier het klimaat nog een beetje kunnen redden. En daarmee de toekomst van onze planeet kunnen veiligstellen.

Zoals ik al in mijn vorige blog schreef, is de ambitie van het nieuwe kabinet te laag en duurt de energietransitie in het huidige tempo te lang.

Met bruinkool gestookte elektriciteitscentrale van RWE in Duitsland
Met bruinkool gestookte elektriciteitscentrale van RWE in Duitsland

 

Snel met meer transities aan de slag

Het heeft even geduurd, maar nu is het ook mij duidelijk. Met alleen de energietransitie komen we er niet. Er zijn meer grote problemen die we moeten aanpakken. Alsof één transitie nog niet moeilijk genoeg is, moeten we met meer transities aan de slag. En snel ook.

Het ‘grappige’ is dat ik enkele maanden nog dacht dat we eerst met de energietransitie aan de slag moeten voordat we aan die andere transities kunnen beginnen. Dit omdat we anders onze politici – en onze samenleving – compleet overvragen. Maar ik geef toe: ik zat er compleet naast. We kunnen niet wachten totdat de energietransitie een eind op streek is, we kunnen de transities niet één-voor-één doen. We zullen ze tegelijk en parallel moeten uitvoeren. En we hebben geen tijd te verliezen.

 Eindeloos genieten…

We zijn met zijn allen verslaafd geraakt aan eindeloos genieten. Méér van alles. Méér lekker eten, méér leuke kleding, vaker en verder op vakantie. En dat steeds mooier, beter, lekkerder en goedkoper. Uitgekiende reclames maken ons die boodschap elke dag opnieuw wijs. Zodat we denken dat het normaal is en we niet meer zonder kunnen. En voor degenen die te weinig geld hebben om hun wensen te vervullen, is er de hoop cq. belofte dat die ooit wèl binnen handbereik komen.

… en keihard over grenzen heengaan

Maar inmiddels dringt de keerzijde van onze consumptie steeds harder onze levens binnen. Want om al die producten en diensten goedkoop te kunnen produceren, plegen we op grote schaal roofbouw op onze aarde. Hoewel de marketingafdelingen hun best doen de beelden van ons consumenten weg te houden, kennen we de gevolgen maar al te goed. Vervuilde lucht, bodem en water, afvalbergen, gekapte oerwouden, leeggeviste oceanen, uitgebuite productiewerkers, mishandelde dieren in de bio-industrie.

We zien het aan de klimaatverandering die nu al leidt tot extreem weer en enorme schade. Denk aan de landen rond de Middellandse Zee met enorme zomerse droogte, bosbranden en verschrompelde oogsten. Denk ook aan de VS met zijn bosbranden en wervelstormen, en aan de Alpenlanden waar zelfs bergen instabiel worden.

We zien aan het sterven van de insecten. Uit tellingen in Duitsland blijkt een afname met 76% sinds 1976. Met de insecten verdwijnen de vogels, en boeren zitten met de handen in het haar omdat de bijen verdwijnen die nodig zijn om de gewassen te bestuiven. We zien het aan het op veel plaatsen in de wereld opraken van de zoetwatervoorraden. En aan de destabiliserende werking van klimaatverandering op landen en regio’s die toch al fragiel zijn. Aan de conflicten die hieruit ontstaan en aan de vluchtelingen die onze veilige havens proberen te bereiken.

En ondertussen groeit de wereldbevolking nog steeds en willen al deze mensen ons consumptiepatroon overnemen. Dat leidt dus onherroepelijk tot een nòg hogere belasting van onze planeet, tenzij we…

Grenzen (her)stellen

Wat we dringend nodig hebben zijn aanpassingen in ons productie- en consumptiepatroon zodanig dat we het leven op aarde respecteren. Dat klinkt een beetje zweverig, maar het gaat erom planten, dieren en natuurlijke processen de ruimte te geven die ze nodig hebben. En natuurlijke hulpbronnen zoals bodem en water alleen op die manier in te zetten zodanig dat deze zichzelf weer kunnen herstellen en aanvullen. Dat betekent dus dat we ons als mensen veel terughoudender moeten opstellen. Dat we weer in balans moeten leren leven met onze leefomgeving in plaats van haar onbeperkt te gebruiken en naar onze hand te zetten.

Herstel van biodiversiteit

Concreet betekent dit dat we snel moeten beginnen met het herstellen van de biodiversiteit. Van het vergroenen van versteende tuintjes, straten en plantsoenen in de streden tot het opnieuw introduceren van heggen en struikgewassen op het platteland. Het betekent ook het zaaien van bloemen en het stoppen met landbouwgif dat insecten en ander leven doodt. Maar het betekent bijvoorbeeld ook het instellen van meer kraamkamers op zee waar niet mag worden gevist zodat vissen en andere levende wezens zich kunnen herstellen.

Sluiten van kringlopen

Ook betekent dit dat we snel onze kringlopen moeten sluiten. Op energiegebied – dat we voortaan alleen nog maar hernieuwbare energie gebruiken – maar ook als het gaat om al het tastbare om ons heen. We moeten ervoor zorgen dat we onze consumptie van nieuwe grondstoffen tot een minimum beperken en onze hoeveelheid afval praktisch tot nul terugbrengen. Waar het nu nog normaal is dat we meer dan de helft van ons afval weggooien en verbranden, wordt hergebruik de nieuwe norm.

Is dat lastig? Dat is maar hoe je het bekijkt. Neem nou de zakken waarin chips worden verpakt. De glimmende zakken bestaan uit meerdere materialen die onlosmakelijk met elkaar zijn verbonden. Handig voor de fabrikant, maar met de zak kun je vervolgens nog maar twee dingen: weggooien en verbranden. Andere materialen die wel gerecycled kunnen worden zijn beschikbaar, maar de fabrikanten voelen nu geen druk om deze te gebruiken. Denk ook aan statiegeld op kleine flesjes en blikjes. Omdat Nederland anders dan bijvoorbeeld Duitsland geen statiegeld hiervoor kent, belanden deze verpakkingen veelvuldig op straat en in de natuur, en worden ze niet hergebruikt. Heel erg jammer en een gemiste kans.

Grotere rol van de overheid

Het zijn uiteraard maar twee voorbeelden. Maar het interessante is dat we nu al veel verbeteringen kunnen doorvoeren, als we het maar willen. Maar om die veranderingen in gang te zetten moeten we wel bestaande gewoontes en belangen doorbreken. Denk aan de voorbeelden van de chipszakken en het statiegeld. De fabrikanten die zich nu nog verzetten, zullen moeten worden ‘aangemoedigd’ om over te stappen op duurzame alternatieven. Sommige producten zullen hierdoor duurder worden, waardoor hun consumptie af zal nemen. Blijkbaar is de prijs van deze producten nu dus te laag in vergelijking met wat de aarde aankan. Sommige producten zullen helemaal verdwijnen, terwijl er ook nieuwe producten zullen ontstaan.

Om deze veranderingen in gang te zetten is een grotere rol van de overheid onvermijdelijk. Dat betekent een trendbreuk met het huidige neoliberale denken waarin de markt vooral als oplossing wordt gezien en de overheid als bron van problemen. Het betekent dat de overheid een hoogwaardige partner moet worden die kennis over de grenzen van deze planeet vertaalt in grenzen waarbinnen bedrijven mogen opereren. Het betekent ook een enorme inspanning om met alle andere landen op één lijn te komen en dezelfde grenzen te stellen.

Grotere rol van burgers

De komende decennia zullen dus veel dingen (moeten) veranderen. Dat vraagt veel van burgers (bewoners, mensen), op verschillende vlakken. Om te beginnen als aanjager en ondersteuner van veranderingen. Want zonder draagvlak bij de bevolking kunnen politici en overheden de veranderingen waar we het over hebben niet doorvoeren. Sterker nog: zonder druk vanuit de voorlopers in de bevolking zullen veel politici deze stappen niet eens aandurven. Een volgende blog zal dan ook gaan over wat burgers zelf kunnen doen. Spoiler: ik zal het daarbij zeker gaan hebben over verantwoordelijkheid nemen en weerstand bieden aan verleidingen die slecht zijn voor de toekomst van onze planeet 😉

Maar het betekent ook meer betrokkenheid en solidariteit met de andere mensen op deze planeet die ook met deze veranderingen worden geconfronteerd. Dat kan alleen als we de veranderingen met elkaar invoeren, in plaats van te concurreren met elkaar. En eigenlijk is dat heel mooi, want uiteindelijk vormen burgers, mensen dus zoals jij en ik, het levend organisme van iedere samenleving. Of het nou om een wijk, een stad, een land of om de planeet gaat.

Meer sociale rechtvaardigheid

Dat brengt mij bij een vierde transitie die sterk verweven is met de andere transities. Het gaat daarbij namelijk om het introduceren van meer sociale rechtvaardigheid in onze samenleving, nationaal maar zeker ook in internationaal verband. Het is onvoorstelbaar dat de rijkste acht mensen (allemaal mannen) evenveel bezitten als de armste helft van de wereldbevolking.

De grote uitdaging is om, juist ook tegen de achtergrond van alle veranderingen die plaatsvinden en nog zullen moeten plaatsvinden, iedereen een redelijk bestaan te gunnen. En dan bedoel ik met ‘gunnen’ dat we daarvoor ook actief de voorwaarden scheppen. We kunnen ons namelijk simpelweg niet veroorloven de kloof in welvaart zo groot te laten of nog verder te laten groeien. Die kloof is om te beginnen in moreel opzicht niet te verantwoorden. Maar bovendien zet de kloof de samenwerking tussen ‘arm’ en ‘rijk’ onder druk, terwijl we juist alle krachten moeten bundelen om de transities tot een goed einde te kunnen brengen.

Bijgaande TEDx-video van Kate Raworth geeft een mooie inkleuring van het bovenstaande. En en passant maakt zij de mainstream economische wetenschap fijntjes met de grond gelijk. Kate was afgelopen zondag nog te gast in Buitenhof. Kijken dus!

 

Het nieuwe regeerakkoord: is het glas halfvol, of halfleeg?

Zeven maanden na de verkiezingen was het afgelopen week zover. Daar was het dan: het nieuwe regeerakkoord! En dat roept natuurlijk de vraag op wat ‘we’ er nou van vinden. In deze bijdrage zet ik mijn gedachten daarover op een rijtje, in het bijzonder op het gebied van het klimaat.

‘Groenste regeerakkoord ooit’

Eerst maar eens met een positieve bril naar het akkoord kijken. Volgens de partijen die deelnemen aan de coalitie is dit het groenste regeerakkoord ooit. En inderdaad, er staan een hoop goede duurzame doelen, voornemens en maatregelen in. Ik noem er enkele:

  • 49% minder CO2 in 2030 (ten opzichte van 1990)
  • alle kolencentrales gaan dicht (uiterlijk 2030)
  • meer wind op zee
  • de aansluitplicht op het aardgasnet wordt voor nieuwbouwwoningen afgeschaft
  • er komt een impuls voor het van het gas afhalen van bestaande woningen
  • in 2030 rijden er alleen nog emissieloze auto’s.

Dat zijn zonder meer belangrijke stappen die de transitie naar een koolstofarme economie vooruit helpen. Het is ook een duidelijke boodschap voor bewoners en bedrijven: hou er maar rekening mee, de energietransitie komt er nu echt aan. En ik moet toegeven, met VVD en CDA aan tafel had ik op (veel) minder gerekend.

Tea Mäkipää & Halldór Úlfarsson, Atlantis, Museum Schloss Moyland
Tea Mäkipää & Halldór Úlfarsson, Atlantis, Museum Schloss Moyland

Maar een regeerakkoord is nog geen realiteit

Daarmee is nog niet alles gezegd. Want doelen, voornemens en maatregelen in een regeerakkoord moeten eerst nog worden omgezet in beleid. Of moeten in Europees verband worden afgesproken. En daarna worden uitgevoerd. Dan zal blijken hoe groot de maatschappelijke weerstand zal zijn, evenals de politieke weerstand, ook van partijen als de VVD en het CDA.

Het regeerakkoord biedt dus legio kansen voor uitstel of afstel. Daar komt bij dat de grote klimaatklappers vrijwel allemaal voorzien zijn in de jaren na deze kabinetsperiode. Nu kun je redeneren dat dat logisch is. Een energietransitie regel je nou eenmaal niet binnen vier jaar. Maar je kunt de komende vier jaar wel gebruiken om in beleid en wetten de basis ervoor te leggen. Positief is dat dit ook precies is wat het nieuwe kabinet lijkt te willen gaan doen.

Bovendien: het regeerakkoord is niet duurzaam genoeg

Maar je kunt het akkoord ook op een andere manier bekijken. Niet vanuit de invalshoek van politiek realisme van wat er aan de onderhandelingstafel mogelijk was, maar vanuit de invalshoek van de harde noodzaak. Concreet: wat moet er gebeuren om de opwarming van de aarde onder de 1,5 graden te houden?

Wanneer je het akkoord op die manier tegen het licht houdt, moet je constateren dat het niet genoeg is. Zelfs op papier niet, nog los van alle concretisering en uitvoering die nog moet plaatsvinden.

Jelmer Mommers, de klimaatjournalist van De Correspondent verwoordt het in zijn analyse van het regeerakkoord als volgt:

Rutte III wil dat de CO2-uitstoot in 2030 – over 13 jaar – 49 procent lager ligt dan in 1990. Dat is ambitieus. Maar het probleem is dat je het doel van Parijs – maximaal 2 graden Celsius opwarming, streven naar 1,5 – hiermee niet haalt. Voor 2 graden is volgens het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) een reductie van 55 procent in 2030 nodig. En om uit te komen op 1,5 graad is een reductie van 60 procent noodzakelijk. Daar komt Nederland zo bij lange na niet.

Verder gokt het nieuwe kabinet op het onder de grond stoppen van CO2

En dan hebben we het nog niet gehad over de dure en onzekere maatregel om CO2 af te vangen en op te slaan. Begrijp me niet verkeerd, ik denk dat we zeker met deze maatregel aan de slag moeten gaan. Ik denk dat we niet de luxe hebben om te roepen dat je hiermee de fossiele industrie uitstel geeft. Ik denk dat we niet zonder het opbergen van CO2 kunnen, willen we het klimaat nog een beetje leefbaar houden. Maar dat we ondertussen alles in het werk stellen om de uitstoot zo snel mogelijk tot 0 terug te dringen.

Het probleem met de maatregel in het regeerakkoord is de enorme omvang van de reductie (18 Megaton) die het kabinet op deze manier wil bereiken in 2030. En dat terwijl tot op heden nog helemaal geen CO2 op deze manier in ons land is opgeslagen. Daarmee neemt het kabinet een enorme gok en wordt het behalen van de reductie van 49% in 2030 bij voorbaat hoogst onzeker. En die reductie was al te weinig om de 2 graden doelstelling te halen.

Conclusie: meer zit er dus niet in, voor nu?

De vraag is nu wat te doen met deze inzichten. Mijn conclusie is dat we geen genoegen kunnen nemen met een conclusie ‘meer zat er dus deze keer niet in’. Ik geloof meteen dat het met partijen als VVD en CDA aan tafel lastig onderhandelen is op het gebied van klimaat. Maar het gaat hier wel om de toekomst van onze planeet. Hoe kunnen we nou andere landen aanspreken op hun verplichting om hun CO2-uitstoot terug te brengen als wij als rijk land al niet doen wat nodig is? En dat terwijl ons land met zijn ligging onder zeeniveau ook nog eens een extra groot belang heeft bij het zo veel mogelijk beperken van de klimaatverandering en daarmee ook de zeespiegelstijging?

Nee, het valt niet te accepteren dat we 4 jaar lang aan deze afspraken zijn geketend. Ook al gaan de doelen, voornemens en maatregelen verder dan alles wat eerder is vastgelegd, het is gewoon onvoldoende. Het gekozen motto ‘Vertrouwen in de toekomst’ levert in dat perspectief zelfs een beetje cynische bijsmaak op.

Ik vrees dat de kans klein is dat de vier partijen het regeerakkoord openbreken en dit moeilijk bevochten compromis aanscherpen. Maar politiek realisme kan en mag niet voorkomen dat het denken stopt. Het is te hopen dat mede door dit regeerakkoord snel veel meer mensen zich bewust worden van de overlevingsstrijd waar we in terecht zijn gekomen. En dat ze besluiten er zelf naar te handelen, en de politiek met hun bezorgdheid onder druk te zetten. Het wordt een spannende tijd, met een keiharde strijd. Maar de inzet is dan ook hoog, voor ons als mensheid. Hoger kan niet.

 

Het nieuwe regeerakkoord kunt u hier downloaden.

 

Hoe olie- en gasbedrijven aan kindermarketing mogen doen

Graag deel ik dit uitstekend artikel van Jelmer Mommers in De Correspondent, waar ik buikpijn van krijg. Het gaat over de manier waarop de fossiele energiesector kinderen op school een verkeerde voorstelling van zaken mag geven over het klimaatprobleem en de oplossingen ervoor. Het gaat dus met name over de NAM (aardgas, Groningen, aardbevingen) en Shell (olie, aardgas, voor de helft eigenaar van de NAM). En het gaat ook over politiek en maatschappij die dit soort kindermarketing toelaten.

De kern van het artikel

Jelmer Mommers van De Correspondent verwoordt het zo:

“Veel lesmateriaal is op het eerste gezicht neutraal. ‘Hoe wordt aardgas gewonnen?’ is dan bijvoorbeeld de vraag, of ‘hoe is het om te leven op een boorplatform?’ Maar in al deze lespakketten schemert de visie van de gasbedrijven door. Samenvattend is de boodschap:

– Gas is een noodzakelijk onderdeel van de energiemix; het is ‘normaal,’ ‘hoort erbij,’ en ‘bron van onze welvaart.’
– De overgang naar een klimaatneutrale economie is belangrijk, maar het is onrealistisch te denken dat die snel kan gaan.
– Oplossingen die de gasindustrie al jarenlang promoot, verdienen de voorkeur. Denk aan waterstofauto’s en de ondergrondse opslag van CO2 waar Shell op inzet.

Je kunt honderd keer lesgeven met dit lesmateriaal; dan nog zal een leerling niet het gevoel hebben dat het energiesysteem dat we nu hebben dringend moet veranderen omdat er iets grondig mis is met het klimaat. Omdat dat er simpelweg niet in staat.”

Buikpijn

Maar waarom krijg ik hier nou buikpijn van? Omdat deze bedrijven alle mogelijkheden inzetten om hun omzet veilig te stellen en te vergroten? Inclusief slinkse beïnvloeding tot en met in het klaslokaal? Mja, misschien. Maar waar ik echt buikpijn van krijg is de manier waarop we daar in Nederland en in Den Haag mee omgaan. Die houding van ‘eigen verantwoordelijkheid’ (van de docent en de ouders) en ‘er zitten toch ook goede kanten aan’. ‘Moet kunnen, toch’? ‘Wat gaat er nou echt mis’?

Nou wat er echt mis gaat is dat je kinderen een verkeerd beeld voorschotelt over de toestand van de wereld en wat er moet gebeuren. Daarmee ontneem je deze kinderen de kans een bijdrage te leveren aan een toekomst die bij benadering net zo prettig zal zijn als de onze. Want wat kinderen op jonge leeftijd met gezag wordt bijgebracht, blijft lang hangen. Dat weten we allemaal.

Argumenten en moreel leiderschap

Het gaat in politiek en maatschappij om argumenten en steun voor die argumenten. Daarom schrijf ik dit stukje. In de hoop dat het eraan bijdraagt dat deze praktijken zsm gaan stoppen. Dat de overheid haar verantwoordelijkheid neemt en een flinke stok steekt voor het beïnvloeden van kinderen, nota bene op hun eigen school. Deze kindermarketing onmogelijk maakt.

En dat de bedrijven die in fossiele energie doen en veel te weinig doen voor een schone en veilige toekomst ook als zodanig worden aangesproken en niet ook nog een subsidie voor een kinderfestival ‘Generation Discover’ krijgen om hun boodschap verder te verspreiden, met medewerking van de overheid.

Het gaat dus om argumenten en om moreel leiderschap. Tegen een machtig bedrijf als Shell ‘nee’ te durven zeggen. Dat vergt lef, zeker van lokale politici. Ik durf de stelling aan dat dit soort negerend en vergoelijkend gedrag ertoe leidt dat het gezag van de politiek (verder) erodeert.

Schaamteloos cynisme

De hele strategie van de olie- en gassector is om de aandacht van hun eigen gebrek aan handelen af te leiden. In die zin is het briljant om samen met een partner als Defensie een zogenaamd technologiefestival ‘Generation Discover’ te organiseren. Zelfverklaard doel is kinderen meer voor technologie te interesseren. Omdat er al zo weinig technici in ons land zijn. Een argument waar ook de gemeente Den Haag voor valt en daarom een ton subsidie geeft.

Kinderen mogen een overstromingsramp oplossen
Kinderen mogen een overstromingsramp oplossen

Even briljant als schaamteloos cynisch is het om kinderen tijdens dat festival ‘Generation Discover’ een overstromingsramp in de Randstad te laten oplossen. Zie ook bijgevoegde foto. Vast zonder erbij te vertellen dat Shell met zijn invalshoek ‘maar de maatschappij wil toch graag dat wij fossiele brandstoffen leveren?’ zeespiegelstijging bevordert. Door 99% van menskracht en financiële middelen NIET in duurzame oplossingen te investeren. En daarmee een overstromingsramp dichterbij brengt.

Soms moet je om van je eigen falen af te leiden, gewoon frontaal in de aanval gaan. Iets gewoon als een gegeven brengen in plaats van als iets waar je zelf medeschuldig aan bent. Anderen aan het werk zetten in plaats van zelf aan de slag te gaan. Hoe eenvoudig eigenlijk.

Links

https://decorrespondent.nl/7409/zo-beinvloeden-olie-en-gasbedrijven-het-nederlandse-onderwijs/1673827928982-23939b55

https://decorrespondent.nl/6082/de-pr-praatjes-van-shell-zijn-een-stuk-groener-dan-de-investeringen/193184141238-5f06e808

Energietransitie: hoe sla je groene stroom op?

Hobbel in de energietransitie

Een belangrijke hobbel in de energietransitie is tot nu toe het opslaan van duurzaam geproduceerde stroom. Immers, als het hard waait of als de zon hard schijnt wordt er veel groene stroom geproduceerd, maar de piekvraag kan wel eens op een heel ander moment liggen. Dat betekent bijvoorbeeld dat in Duitsland windturbines worden uitgezet op het moment dat er minder vraag naar stroom is dan aanbod. Zou men de turbines laten doordraaien, dan is de kans groot dat de onbalans ervoor zorgt dat het net ‘uit elkaar knalt’. En op grote schaal groene stroom opslaan is lange tijd erg lastig geweest.
 
Van fossiel naar fossil free
Van fossiel naar fossil free
En dat is heel erg zonde, want op die manier gaat er veel potentie aan duurzame energie verloren. En het betekent ook dat we aangewezen blijven op centrales gestookt op kolen, gas of kernenergie om op de momenten dat er een tekort aan groene stroom is bij te springen met vieze grijze stroom. Daarom wordt er op vele plekken hard gewerkt aan oplossingen. Ik noem er vier.

Smart grids

Een manier om vraag en aanbod op het stroomnet te balanceren zijn zogenaamde smart grids. Slimme stroomnetten dus. Zo’n slim net zorgt er bijvoorbeeld voor dat de aangesloten wasmachines gaan draaien op het moment dat de wind hard waait. Met deze smart grids wordt op verschillende plekken geëxperimenteerd maar ze bestaan nog niet op grote schaal.

Grote batterijen voor thuisgebruik

Maar er wordt ook hard gewerkt aan manieren om duurzame stroom op te slaan. Zo zijn er nu grote batterijen te koop die je thuis kunt installeren en waarmee je de zonnestroom van je dak kunt opslaan totdat je hem nodig hebt. Zie bijvoorbeeld de Powerwall van Tesla, maar ook Ikea gaat in het VK zoiets aanbieden. Het fijne hiervan is dat je dit zelf thuis kunt installeren en daarmee ook iets onafhankelijker wordt van het stroomnet.

Elektrische auto’s als mobiele batterijen

Een andere manier is om elektrische auto’s te gebruiken als mobiele batterij. Zodra zo’n auto aangesloten is op het stroomnet, kun je hem via een smart grid laden als er veel duurzame stroom beschikbaar is, en de stroom onttrekken op het moment dat er meer stroom wordt gevraagd dan er duurzaam wordt geproduceerd. Deze techniek wordt inmiddels getest op meerdere locaties.

Groene stroom omzetten in waterstofgas

Een derde manier is om het overschot aan duurzame stroom om te zetten in waterstofgas. Op die manier hoeven de windturbines dus niet te worden uitgezet als er een overschot is. De Duitse lokale energiebedrijven (‘Stadtwerke’) hebben net een proef van 3 jaar met zo’n installatie afgerond en zijn er enthousiast over. Zie deze link. Het rendement van de installatie is 77% en de verwachting is dat dit verder kan worden verbeterd. Ter vergelijking: het rendement van een kolencentrale is 30% en van een gascentrale zo’n 60%.
Het waterstofgas kan worden opgeslagen en later naar behoefte weer worden omgezet in elektriciteit. Dat levert dan echter wel een verlies aan rendement op. Het gas kan ook worden bijgemengd in het aardgasnet (tot een aandeel van 10%) dat op die manier wordt vergroend. Of het kan via een tankstation worden getankt door voertuigen die op waterstof rijden.

Hoe nu verder

Het is spannend om te zien hoe snel de ontwikkelingen gaan. Het zal er op aankomen welke keuzes de overheden, netbeheerders, bedrijven en consumenten nu gaan maken.
 
– Met dank aan Emiel Spanier voor het bereidwillige poseren op de foto.

Power to the people

Power to the people

Op 24 juni was ik bij de demonstratie van Code Rood in het Amsterdamse havengebied. Terwijl ruim 300 actievoerders een kolenoverslag blokkeerden, liep ik mee in de ondersteunende demonstratie. Het was gezellig. Ik had leuke gesprekken, maakte mooie foto’s, … en werd gegrepen door dit aanstekelijke lied(je).

Power to the people
Power to the people!
’cause the people got the power
Tell me: can you hear it?
It’s getting louder every hour

Power! Power! Poooweeeer
to the people!
’cause the people got the power
Tell me: can you hear it?
’cause we’re singing even louder

Power! Power! Poooweeeer
to the people
’cause the people got the power
Tell me: can you feel it?
We’re getting stronger by the hour

Power! Power! Power!

Hoe zit dat nou met die power?

Ik kreeg het liedje dagenlang niet meer uit mijn hoofd. En het zette me aan het denken, Want hoe zit dat nou precies met die ‘macht aan de mensen’? Of ‘macht aan het volk’? Dat is toch eigenlijk al zo? Of toch niet?

Met wat puzzelen ontstond de volgende figuur.

Bevolking - macht en invloed
Bevolking – macht en invloed

[Tip: om het schema uit te vergroten, klik op het schema en selecteer ‘view image’ of ‘afbeelding bekijken’ en vergroot het plaatje.]

Wat je ziet is eigenlijk heel simpel. De macht ligt inderdaad bij de bevolking, want die bevolking:

  • kiest de volksvertegenwoordiging (Tweede Kamer, Provinciale Staten, Gemeenteraad) van waaruit dan een regering wordt gevormd
  • betaalt belasting om de overheid en haar uitgaven te financieren
  • werkt als ambtenaar bij een overheid
  • belegt in staatsobligaties en in aandelen en financieren daarmee overheid en bedrijven
  • werkt als werknemers bij bedrijven
  • kopen als consumenten producten en diensten en bedrijven

Er zijn dus een hele hoop manieren om invloed uit te oefenen. Als je klimaatverandering wilt tegengaan, stem je op partijen die dat ook belangrijk vinden. Je koopt geen producten meer die slecht zijn voor het klimaat. Je koopt geen aandelen meer van bedrijven die het klimaat weliswaar belangrijk vinden maar er in de praktijk weinig aan doen. En natuurlijk stuur je als ambtenaar of werknemer het beleid binnen je ministerie of bedrijf bij. Door te spreken over je zorgen, door stelling te nemen, door alternatieven aan te dragen en uit te werken.

Maar ‘het volk’ bestaat niet

Het moge duidelijk zijn: op het moment dat de bevolking – of anders vertaald het volk – echt wil dat het anders gaat, gaat het ook anders. Geen twijfel over mogelijk. Kijk maar naar de beïnvloedingsmogelijkheden in het schema.

Alleen: ‘het volk’ bestaat niet. Het volk is niet eensgezind. Er is niet zoiets als een volkswil. Het is een mooie fictie, en populisten likken zich er de vingers bij af. Maar er zijn altijd meerdere meningen en stromingen. En ook als het gaat over klimaat en klimaatveranderingen is dat duidelijk het geval. Helaas, zou ik bijna zeggen. En de groep die zich grote zorgen maakt en zich er ook over uitspreekt dat het roer snel om moet, is helaas nog sterk in de minderheid.

Hoe vergroot je als minderheid je macht en invloed?

Wat betekent dat inzicht nou in de praktijk? Moeten we dan maar bij de pakken neerzitten tot we een meerderheid hebben? Nee, dat hoeft helemaal niet. Want de volgende figuur geeft nuttige inzichten over hoe besluitvorming in de praktijk in zijn werk gaat.

Macht en invloed in de praktijk
Macht en invloed in de praktijk

[Tip: om het schema uit te vergroten, klik op het schema en selecteer ‘view image’ of ‘afbeelding bekijken’ en vergroot het plaatje.]

Het gaat om trends

Wat uit het schema naar voren komt is dat zowel in de politiek als in het bedrijfsleven trends heel belangrijk zijn. Trends in voorkeuren van kiezers en consumenten. Wat vinden zijn belangrijk, en waarom? En is er een trend waarneembaar in het aantal mensen dat een issue belangrijk vindt?

Welnu, als we het hebben over klimaat en klimaatverandering, is het duidelijk dat de trend maar één kant op zal gaan. Namelijk dat meer mensen zich daar steeds grotere zorgen over maken. En dat zij van politiek en bedrijfsleven eisen dat zij het ‘oplossen’. Die trend en die richting zijn naar mijn mening onontkoombaar. Helaas, zeg ik erbij. Want zolang we in grote hoeveelheden CO2 blijven produceren zal het klimaat verder verslechteren. En die verslechtering zal steeds duidelijker worden. Nu al is duidelijk te zien dat steeds meer media hierover berichten. Bovendien: mensen zijn niet dom. Ze zijn misschien naïef, hardleers en zelfzuchtig, maar ze zijn niet dom. Mensen zullen op een gegeven moment overstag gaan en maatregelen eisen. Puur omdat het ook om hun toekomst gaat. En die van hun kinderen.

Versnellen, versnellen, versnellen

Waar het dus om gaat is de trend van de toename van het aantal mensen dat zich zorgen maakt én zich uitspreekt, te versnellen. En dan komt het toch aan op praten en discussiëren, ook in je eigen bubbel. En op actie voeren.

Wat dat laatste betreft denk ik dat de klimaatbeweging lange tijd te lief is geweest. Door vooral positief te communiceren over klimaatverandering. Want grofweg zijn er twee communicatiestrategieën om mensen in beweging te krijgen:

  1. Wijzen op de enorme, nare consequenties als we niet snel handelen
  2. Positieve voorbeelden laten zien van wat er al gebeurt en van wat mensen nu al zelf kunnen doen.

En hiermee zijn we weer terug bij mijn eerste blogpost van februari dit jaar.

Uit de kramp van alleen maar positief communiceren

Ik denk dat het gezien de urgentie tijd is om te stoppen met alleen maar positieve communicatie. Laatst las ik een interessante bijdrage op dit punt van Renee Lerzman. Zij pleit voor een èn-èn-benadering.

“Yes, things are very bad, and yes, things are likely to get worse; and yes, many people are working on mind-blowing innovative solutions; and yes, humans have tremendous capacities; and yes, it’s also really hard and frustrating; and yes, you yourself as a citizen and an individual have a vital role to play in this unfolding mess. And yes, you may feel pretty bummed out at times. If climate change feels hopeless, that’s a natural feeling to have. All the more reason to come join us. You matter.”

Renee Lerzman, How can we talk about global warming, 19 juli 2017

Ik denk dat dit een goede benadering is. En dat deze insteek ook helpt om de kramp kwijt te raken die in ieder ik voel bij het (alleen maar) positief communiceren. Omdat ik dan mijn zorgen en emoties niet mag laten zien. En omdat ik denk dat een positieve boodschap toch niet genoeg impact zal hebben om de meeste mensen in beweging te krijgen. Met de èn-èn-benadering lukt dit hopelijk een stuk beter. Laten we het snel proberen!

– Dankjewel voor het lezen van mijn blog. Feedback en tips zijn welkom!

Hoe klimaatverandering onze gezondheid beïnvloedt (ook nu al)

Klimaatverandering heeft invloed op onze gezondheid. Veel mensen denken dat klimaatverandering iets is van ‘daar en straks’, en niet van ‘hier en nu’. Een onlangs gepubliceerd rapport van The Medical Society Consortium on Climate & Health laat zien dat dit beeld niet klopt. Ook nu al heeft klimaatverandering impact op onze gezondheid.

Het is – in ieder geval voor mij – het eerste rapport dat ik ken dat hier op inzoomt. Het rapport gaat over de situatie in de VS, maar kan volgens mij bijna 1-op-1 worden vertaald naar de Nederlandse situatie.

Klimaat beïnvloedt gezondheid
Klimaat beïnvloedt onze gezondheid

 

Effecten van klimaatverandering op de gezondheid

Kort en krachtig bespreekt het rapport acht thema’s. Ik loop ze in het kort langs.

Extreme hitte

Klimaatverandering leidt tot meer hete dagen en langere en heftigere hittegolven. Dat is gevaarlijk voor kinderen, ouderen en zieken, maar bijvoorbeeld ook voor mensen die veel buiten werken en sporten. Zo worden in de VS elk jaar 9000 high school sporters behandeld voor hittegerelateerde ziekten.

Extreem weer

Klimaatverandering leidt tot extremer weer zoals stormen, heftige regenval, overstromingen maar ook droogte. Hierdoor kunnen voorzieningen uitvallen, of moeten mensen hun huizen verlaten en een veilige locatie opzoeken. Al deze gebeurtenissen kunnen leiden tot letsel en zelfs de dood. Kinderen, ouderen, arme mensen en gehandicapten zijn extra kwetsbaar. De VS heeft de afgelopen jaren diverse van dit soort rampen en/of evacuaties meegemaakt.

Luchtverontreiniging

Klimaatverandering beïnvloedt luchtkwaliteit door meer smog, rook van bosbranden en meer pollen in de lucht. Dit laatste komt doordat de planten die de pollen produceren, beter groeien door klimaatverandering. Allergieën en astma komen daardoor vaker voor, en worden ernstiger.

Teken en muskieten

Het veranderende klimaat maakt het voor ziektedragers zoals teken, muskieten en vlooien makkelijker zich te vermenigvuldigen en zich te verspreiden naar gebieden waar ze eerst niet kwamen. Hierdoor rukken ziektes als Lyme, het West Nijl Virus en dengue koorts op. Zelfs malaria kan in de VS opnieuw zijn intrede doen.

Besmet water

Door heftige regenval en overstromingen kan oppervlaktewater verontreinigd raken, met giftige stoffen of bijvoorbeeld mest. Door hogere temperaturen groeien algen, parasieten en virussen makkelijker en kunnen mensen en dieren ziek maken die er in zwemmen of er van drinken.

Besmet voedsel

Ook gewassen op het land kunnen worden aangetast door ziekten die zich door klimaatverandering makkelijker verspreiden. In reactie hierop gebruiken boeren extra pesticiden die op hun beurt het voedsel niet gezonder maken.

Geestelijke gezondheid

Mensen die extreme weersomstandigheden meemaken en die bijvoorbeeld voor hun levensonderhoud afhankelijk zijn van landbouw en natuur kunnen door klimaatverandering stress ervaren en klachten als depressie, angst en posttraumatische stress ontwikkelen. Ik denk zelf dat er meer aan de hand kan zijn dan dit, zie hiervoor ook verder in dit blog.

Voedselproductie

Meer CO2 in de lucht leidt tot minder voedingswaarde in voedselgewassen. Bovendien zullen meer planten worden beschadigd door droogte of juist extreme regenval, overstromingen, storm en hagel en ziekten. Minder voedselproductie kan leiden tot voedseltekorten en daarmee tot gezondheidsschade.

Stoppen met fossiele brandstoffen

Deze inventarisatie is heftige materie om te lezen. Om erger te voorkomen, moeten we dan ook zo snel mogelijk stoppen met het verbranden van fossiele brandstoffen, aldus het rapport.

Wil je meer lezen? Het rapport kun je hier downloaden (pdf).

Effecten op de geestelijke gezondheid

Wat mij opvalt is dat het rapport bij de effecten op de geestelijk gezondheid alleen spreekt over gebeurtenissen als gevolg van extreme weersomstandigheden. Misschien is dat logisch, kijkend naar de heftige gebeurtenissen in de VS, maar het lijkt me een te beperkte benadering.

Zo ervaren veel klimaatwetenschappers en -activisten klachten als gevolg van hun werk. Elke dag bezig zijn met een zo heftige ontwikkeling als klimaatverandering, terwijl de reactie vanuit maatschappij, bedrijfsleven en politiek daarop zo teleurstellend laks en traag is, kan ziekmakend zijn. Het roept ook de vraag op: kan of moet ik meer doen om de boodschap en de urgentie te laten doordringen?

Ook verwacht ik dat naarmate de klimaatverandering voortschrijdt meer mensen klachten zullen ervaren door het gebrek aan toekomstperspectief. Hoe reageer je op steeds nieuwe klimaatrampen en vluchtelingenstromen? En wat doet het met je psyche als de kansen om je te ontplooien verslechteren in plaats van te verbeteren?

Symposium Klimaatstemming

Wat dat betreft is het bijzonder dat op 9 juni 2017 in Leiden een symposium wordt georganiseerd over de effecten van klimaatverandering op de geestelijke gezondheid. Het is de eerste keer dat ik een evenement over dit thema zie langskomen.

De internetpagina van het symposium zegt er het volgende over. Op dit symposium staan we stil bij de effecten van klimaatverandering op het menselijk gemoed. Hoe reageren we op deze veranderingen en dreigingen? Hoe gaan we om met reacties als ontkenning, apathie, angst, depressie en dreigende paniek? Wie vangt wie op in de toekomst, wie zorgt er voor wie, en op welke manier?

Het zou me niets verbazen als we hier in de nabije toekomst meer over gaan horen.

Geef Rotterdam Airport niet meer ruimte om te groeien

De toekomst van Rotterdam Airport

De Provinciale Staten van Zuid-Holland beraden zich momenteel over een conceptadvies aan de minister van Infrastructuur en Milieu. Onderwerp is de toekomst van Rotterdam The Hague Airport. In dat conceptadvies staat dat het goed zou zijn om het maatschappelijk helikopterverkeer – politie- en reddingshelikopter – te verplaatsen. Op die manier komt er ‘geluidsruimte’ vrij zodat de luchthaven extra passagiersvluchten kan gaan uitvoeren. Men hoopt en verwacht dat dit goed is voor de economie van de regio.

In het hele traject is – terecht – veel aandacht voor geluidsoverlast voor omwonenden, maar praktisch geen aandacht voor het klimaat. Dat is in deze tijd echt niet langer acceptabel. Meer vluchten betekenen immers meer uitstoot van CO2. Reden dus om in actie te komen.

Vliegen boven Holland
Vliegen boven Holland

Hoorzitting en inspreektekst

Vandaag had de Commissie Verkeer en Milieu een hoorzitting over de kwestie georganiseerd. Heel toepasselijk op Rotterdam The Hague Airport (RTHA) zelf. Hierna volgt de tekst zoals ik die tijdens de hoorzitting heb uitgesproken (voor dit blog voorzien van tussenkopjes). Ik hoop van harte dat de dames en heren politici er iets mee doen.

Introductie

Geachte voorzitter, geachte leden van de commissie,

Dank voor de gelegenheid hier te kunnen inspreken.

Mijn naam is Tobias Dander en ik woon in Den Haag, en ik ben hier als burger.

Ik kom hier niet inspreken omdat ik persoonlijk overlast ervaar door Rotterdam The Hague Airport. Niet nu en naar verwachting ook niet als het advies door de minister zou worden overgenomen.

En het is ook niet zo dat ik denk dat het conceptadvies onlogisch in elkaar zit. Als je vindt dat het aantal vliegtuigbewegingen op de luchthaven moet kunnen groeien binnen de huidige geluidsruimte, dan ligt uitplaatsing van het maatschappelijk helikopterverkeer voor de hand.

Niet meer van deze tijd

Ik kom hier inspreken omdat ik vind dat dit voorstel niet meer in deze tijd past.

Het is typisch een voorstel uit een tijd waarin we plannen en beleid maakten alsof klimaatverandering niet bestaat.

Maar de tijden zijn veranderd. Zeker na het verdrag van Parijs weten we dat we toe moeten naar nul uitstoot van CO2 en andere broeikasgassen. En dat dat een enorme opgave is.

Er is berekend dat om de temperatuurstijging met 66% zekerheid onder de 2 graden Celsius te houden, het doel van Parijs dus, we nog 19 jaar hebben. Dan is het koolstofbudget dat bij die 2 graden hoort op, en gaan we door naar 3 graden, en verder.

Met alle gevolgen van dien. Voedsel- en watertekorten, onleefbare gebieden door droogte, bosbranden of juist overstromingen, conflicten om hulpbronnen, mensen op de vlucht, ook naar en binnen Europa.

Elke kilo CO2 die we vandaag uitstoten, beperkt onze mogelijkheden over 10, 20, 30 jaar en verder. Er is dus geen tijd te verliezen met de energietransitie, en gelukkig zijn er veel kansen om te verzilveren.

Luchtvaartsector sterk vervuilend

De sector waar we het vandaag over hebben, de luchtvaart, is een sector die sterk bijdraagt aan klimaatverandering en die dat met brandstof zonder accijns en zonder BTW op tickets mag doen. En die fors blijft groeien.

Luchtvaart is nu verantwoordelijk voor ruim 2 procent van de mondiale CO2-uitstoot. Zonder maatregelen groeit dat aandeel in 2050 naar rond de 20 procent, door de enorme groei, en reductie in andere sectoren.

Als we het klimaat niet nog completer willen laten ontsporen, zal de luchtvaart haar bijdrage moeten leveren aan het terugbrengen van de uitstoot van CO2. En snel ook.

En omdat landen het niet eens kunnen worden over de toerekening van de emissies (want moet je deze toerekenen aan het land van herkomst of bestemming, het land waar de maatschappij is gevestigd of naar degene die er het meest baat bij heeft?), is er tot nu toe geen internationaal klimaatbeleid voor de luchtvaartsector. Net als trouwens voor de zeescheepvaart.

Zelfregulering helpt onvoldoende

Het is een illusie dat dit met zelfregulering wordt opgelost. De sector zelf zet daartoe in op zuinigere vliegtuigen, biobrandstoffen en compensatie.

Maar vliegtuigen gaan lang mee, met een retrofit langer dan 30 jaar. Dus vlootvernieuwing gaat heel langzaam. De hoeveelheid verstookte brandstof is te groot om compleet door biobrandstof op frituurvet of algen te vervangen. Bovendien zullen er meer sectoren zijn die om die brandstoffen concurreren. De plannen van de sector (Montreal, 2016) voor compensatie van uitstoot kenmerken zich door vrijwillige deelname, invoering alleen voor internationale vluchten (60% van het totaal), en het ontberen van garanties voor de kwaliteit van compensatieprojecten. De vraag is daarbij ook of compensatie moreel te rechtvaardigen is.

[En elektrische vliegtuigen die qua prestatie vergelijkbaar zijn met toestellen op kerosine zijn binnen afzienbare termijn niet te verwachten. Dan lijkt een vervoerssysteem als de hyperloop van Elon Musk al eerder binnen bereik te komen. ]

[De CO2-uitstoot van de luchtvaart moet dus fors en snel omlaag. Er zal dus een moment (moeten) komen dat de ticketprijs flink omhoog gaat, er strengere technische eisen komen en misschien wel volumerestricties.]

Afrondend: neem verantwoordelijkheid!

Voor ieder van ons komt er een moment waarop het besef van de klimaatverandering echt doordringt, en daarmee het besef dat dit een ander handelen vraagt dan dat we gewend waren. Dat kan zijn: zonnepanelen op het dak, vaker fietsen, minder vlees, een elektrische auto, minder vaak of niet meer met het vliegtuig. Voor mij is dit o.a. dat ik mij hier nu uitspreek. Voor u kan dit betekenen: nu een ander besluit nemen, het advies een andere kant op sturen.

Daarom vraag ik u, kijk naar onze toekomst, houd rekening met het klimaat, en maak nu geen verdere groei van de luchtvaart in Zuid-Holland mogelijk.

Ik dank u voor uw aandacht.

Deze gamechanger moet je kennen

Gamechanger

Tijdens de verkiezingen werd dit woord ineens hip. Een gamechanger is een gebeurtenis of een ontwikkeling die de wereld er anders uit laat zien. Wat eerst zeker leek, is ineens onzeker. Maar een gamechanger zorgt niet alleen voor onzekerheid en verandering, maar ook voor kansen. Het is dus de kunst hoe je met de gamechanger omgaat. Of om hem te voorkomen, natuurlijk.

Inspelen op de gamechanger
Inspelen op een gamechanger

 

Disruptie

Een vergelijkbaar modewoord is disruptie, afgeleid van het Engelse disruption, en klinkt wat dramatischer dan gamechanger. De uitkomst van de verandering is hier immers al duidelijk, het is een disruptie, een ontwrichting. Ik ken het woord vooral in de samenstelling ‘business disruption‘. Op BNR Nieuwsradio gaat het er vaak over, meestal in relatie tot de digitale revolutie. Wanneer je als ondernemer even niet oppast, hebben je concurrenten met behulp van internet je business opnieuw gedefinieerd. En lig je misschien wel hopeloos achter. Voorbeelden van disrupties zijn digitaal bankieren, Airbnb en Uber.

Een ander voorbeeld van een disruptieve ontwikkeling is de enorme groei van duurzame technologieën, denk bijvoorbeeld aan de dankzij dalende kostprijzen onstuitbare opmars van energie geproduceerd uit zon en wind. Lees bijvoorbeeld dit artikel ‘Wind and solar are crushing fossil Fuels’ van Tom Randall op de site van Bloomberg. Denk ook aan de enorme opmars van de fabrikant van elektrische voertuigen Tesla.

Klimaatverandering als disruptieve gamechanger

Klimaatverandering kom ik nog niet vaak tegen als gamechanger, laat staan als disruptie. Ondernemers doen weliswaar een steeds indringender beroep op de politiek om klimaatverandering te keren, zie bijvoorbeeld dit artikel ‘Ondernemers willen Deltaplan voor energie en klimaat’ van Renée Postma in NRC. Maar of de ondernemers doorhebben hoe precair de situatie echt is, word mij niet duidelijk.

Want hoe precair is de situatie eigenlijk? Om die vraag te beantwoorden maak ik onderscheid in:

  • algemene ontwikkelingen
  • sectorspecifieke kansen en bedreigingen.

Algemene ontwikkelingen

Uit mijn eerdere blogs over oorzaken en gevolgen van klimaatverandering en over de drie scenario’s wordt duidelijk dat klimaatverandering leidt tot hittegolven, droogte, bosbranden, stormen, overstromingen en zeespiegelstijging. Dit leidt tot gebrek aan drinkwater, afnemende oogsten, honger en dorst, verwoeste huizen en onleefbare (kust)gebieden. Delen van Afrika, Azië, Noord-Amerika maar ook Zuid-Europa krijgen hiermee te maken.

Dit alles zorgt voor economische schade en werkloosheid, gewapende conflicten en stromen van vluchtelingen.

Het moge duidelijk zijn dat dit geen goede omstandigheden zijn voor zaken doen:

  • afnemend vertrouwen in de economie zorgt voor minder bestedingen door consumenten en minder investeringen door bedrijven
  • wegvallende markten zorgen voor afnemende winsten en voor koersverliezen op de beurzen
  • oninbare leningen brengen sommige banken in de problemen
  • dit alles leidt tot een aaneenschakeling van recessies.

De vraag is hoe snel de geschetste ontwikkelingen zullen gaan, maar de richting is duidelijk. Het tempo hangt af van de snelheid waarmee de wereld de CO2-uitstoot terug weet te brengen en hoeveel daarbij wordt samengewerkt.

Sectorspecifieke kansen en bedreigingen

Hiervoor hebben we de algemene ontwikkelingen verkend. Maar hoe ziet het er per sector uit? Duidelijk wordt dat er dan winners en verliezers zullen zijn.

Hierbij hangt het tempo af van het scenario waarin we terecht komen. Wanneer de wereld voortgaat op het huidige pad (‘Business as usual’) zullen ontwikkelingen geleidelijker gaan dan wanneer wordt besloten tot voortvarend klimaatbeleid (‘Nieuw elan’). Wanneer er geen noemenswaardig klimaatbeleid ontstaat (‘Ieder voor zich’) zal er ook weinig effect zijn.

Sectoren die krimpen:

  • Olie-, gas- en steenkoolindustrie (vanwege een forse prijs op CO2 en alle maatregelen gericht op de transitie naar duurzame energie)
  • Luchtvaart (vanwege een forse prijs op CO2 en misschien wel vanwege volumebeperkingen)
  • Internationale reisindustrie (omdat vliegen flink duurder wordt en veel bestemmingen onprettig en onveilig worden)
  • Autoherstel (omdat elektrische auto’s veel minder onderdelen hebben die ook nog eens minder slijten)

Sectoren die groeien:

  • Bouw en installatiebedrijven (vanwege forse investeringen in isolatie, energiebesparing, stadsverwarming, zonnepanelen etc)
  • Watermanagement (om in binnen- en buitenland steden en infrastructuur te beschermen tegen heftig weer)
  • Politie, leger, private beveiligingsdiensten (vanwege toenemende spanningen in buiten- en binnenland)
  • Recreatie in eigen land (als tegenhanger van bestemmingen ver weg die onprettig of onveilig worden)
  • Voedingsindustrie (voor de productie van lekkere vleesvervangers en groenten in weersonafhankelijke kassen)

 

Uiteraard is dit maar een beknopte vooruitblik naar hoe de toekomst eruit zou kunnen komen te zien. Ik ben benieuwd of er eerder studies naar dit onderwerp zijn uitgevoerd. Tips en andere feedback zijn zeer welkom!

 

 

 

Vijf dilemma’s voor een nieuw kabinet

De verkiezingen zijn achter de rug, en de zoektocht naar een nieuw kabinet is in volle gang. Inmiddels is duidelijk dat VVD, CDA, D66 en GroenLinks verder gaan onderhandelen. Een combinatie met potentie, maar nog geen gemakkelijke klus, zeker niet wanneer we kijken naar het af te spreken klimaatbeleid. Ik zie vijf serieuze dilemma’s.

Aan de onderhandelingstafel

 

1. Durven VVD en CDA kleur te bekennen?

Als we kans willen maken de klimaatverandering nog een beetje beheersbaar te houden, moeten VVD en CDA echt werk willen maken van het halen van de Parijs-doelen. Tijdens de campagne zeiden ze dat ze dat willen, maar het ‘hoe’ blijkt helaas niet uit hun programma’s. Dat betekent dus kleur bekennen over de rol van de overheid, burgers en ondernemers. En over hoeveel geld je ervoor wilt beschikbaar wilt stellen. D66 en GroenLinks hebben daar in hun programma’s wel duidelijke uitspraken over gedaan en er geld voor gereserveerd.

De partijleiders van VVD en CDA zullen hun achterbannen moeten overtuigen van het feit dat het halen van de Parijs-doelen niet alleen noodzakelijk is maar ook nog eens hoogst urgent. En dat komt bovenop het verdedigen van een keuze voor GroenLinks als coalitiepartner, ervan uitgaande dat deze combinatie het redt. Niet een partij waar VVD- en CDA-ers heel warme gevoelens voor koesteren.

Overigens is mijn inschatting dat de meeste kiezers een keuze vóór het klimaat goed zouden snappen. Nu ook de NOS steeds indringender bericht over klimaatverandering, valt aan de logica daarvan ook nauwelijks meer te ontkomen. De pijn zit hem meer in wat zo’n keuze precies betekent.

2. De doelen van Parijs – wat betekent dat eigenlijk?

In het Akkoord van Parijs is afgesproken om in 2100 de opwarming ruim beneden de 2 graden te houden, en zo mogelijk zelfs te beperken tot 1,5 graad Celsius. Een nog best ambitieus (en riskant) doel, maar wat dat doel concreet betekent, is nog niet afgesproken. Want wie moet op welk moment zijn CO2-uitstoot met hoeveel procent terugbrengen om het 2-gradendoel nog te kunnen halen? Dat is nog niet duidelijk en moet verder worden uitgewerkt. In 2018 worden de nieuwe plannen voor CO2-reductie van alle landen besproken. Mij lijkt dat we snel toe moeten naar een concrete en eenduidige afspraak zodat iedereen precies weet waar hij of zij aan toe is.

Een beetje vergelijkbaar met de afspraak binnen de EU om in 2030 40 procent minder CO2 uit te stoten (ten opzichte van 1990). Maar eerlijk is eerlijk – het is toch gek dat we voor de CO2-reductie nog geen operationeel doel hebben? Dan is het eigenlijk ook niet zo verwonderlijk dat politieke partijen nog een beetje (veel) zwemmen als het gaat over klimaatbeleid?

Gelukkig wordt wel nagedacht over een hanteerbare duidelijke klimaatafspraak. Afgelopen week kwamen wetenschappers met een concrete ‘roadmap’ daarvoor. Het voorstel houdt in dat we:

  • elke 10 jaar onze CO2-uitstoot halveren;
  • de CO2-uitstoot die gepaard gaat met ons landgebruik (bijvoorbeeld ontbossing) in 2050 naar 0 hebben teruggebracht en
  • dat we op grote schaal CO2 uit de lucht gaan halen.

Het is absoluut een ambitieus plan. Maar wel lekker concreet en uitdagend. Als we dit met elkaar afspreken, plus een controlemechanisme, dan kan iedereen aan de slag omdat we weten wat ons te doen staat.

3. Markt of overheid? Of allebei?

Het derde dilemma gaat over de vraag hoe de klimaatdoelen kunnen worden bereikt. Voor VVD, CDA en ook D66 zijn innovaties in het bedrijfsleven daarvoor een belangrijk middel. GroenLinks leunt bij het halen van de klimaatdoelen wat zwaarder op de overheid. D66 en GroenLinks willen dat er een klimaatwet komt, iets waar VVD en CDA geen heil in zien. Zo’n klimaatwet geeft  ondernemers en burgers duidelijkheid over wanneer bepaalde klimaatdoelen moeten worden gehaald. Wel zo handig om de neuzen dezelfde kant op te krijgen.

Waar sommige politici een dilemma zien – markt of overheid – zie ik vooral de noodzaak om de middelen van beiden te mobiliseren. We hebben eenvoudigweg een te grote opgave voor de kiezen om ideologisch fijn te slijpen. We zullen alle middelen moeten inzetten die ons ter beschikking staan.

En soms kan de overheid juist belemmeringen wegnemen waardoor de kracht van de markt beter tot zijn recht komt. Dat kan bijvoorbeeld door eigen vermogen in te brengen en/of een garantstelling af te geven voor het risico dat banken of bedrijven lopen wanneer zij andere ondernemers of burgers leningen verstrekken waarmee deze duurzame investeringen financieren. Dit is bijvoorbeeld het geval bij het project ‘Woningabonnement’ waarbij woningeigenaren hun huis laten verduurzamen en de kosten worden betaald uit de bespaarde energiekosten in de toekomst.

4. Vrijwillig of met (zachte) dwang?

In onze samenleving worden de macht en de bevoegdheden van de overheid geregeld in wetten. En aan (bijna) elke beperking van de vrijheid van burgers en ondernemers gaat een stevige discussie in parlement en samenleving vooraf. En dat is ook goed zo.

In de neoliberale benadering van beleid die ook in ons land nog steeds geldt, is het zo dat er veel vertrouwen is in de kracht van de markt om oplossingen te bedenken en welvaart te creëren. Om die kracht van de markt ruimte te geven moet de overheid zo min mogelijk regels maken en zo weinig mogelijk belasting heffen. Verder zijn we in Nederland niet zo van de geboden en verboden. Wij vertrouwen eerder op convenanten omdat de deelnemers daaraan zelf aan de slag gaan met de afspraken van het convenant. Althans dat hopen we dan. Handhaven is trouwens ook niet echt onze sterke kant.

Je kunt hele (waardevolle) discussies hebben over wat wel en niet wenselijk is – en werkt – in onze samenleving. Maar feit is dat als we het doel van emissiereductie niet halen we een levensgroot probleem hebben. Mij lijkt dat we gegeven deze situatie duidelijke keuzes moeten durven maken. Hoe duidelijker we nu zijn, hoe beter ondernemers en burgers daarop in kunnen spelen met hun beslissingen en met het bedenken van nieuwe werkwijzen en producten. En soms zullen we ook wat meer dwingend moeten worden, ook al zal niet iedereen dat leuk vinden.

Dat is ook waar veel ondernemers om vragen: ‘geef ons duidelijke doelen en regels en zorg ervoor dat ook de concurrent zich er aan houdt. En geef ons ruimte voor innovatie. Dan kunnen wij ons ding doen.’

Die duidelijkheid helpt iedereen vooruit. Als je weet dat rijden op diesel en benzine steeds duurder wordt en uiteindelijk zal stoppen, dan is de kans groot dat je volgende auto een elektrische wordt. Het is onvermijdelijk dat alle woningen binnen 1 à 2 decennia goed geïsoleerd worden en dat we overgaan op koken en verwarmen zonder aardgas. Als je weet dat we gaan stoppen met aardgas, ga je waarschijnlijk geen nieuw gasfornuis meer kopen.De vraag is of we bij dat isoleren kunnen vertrouwen op eigen kracht en verantwoordelijkheid, of dat er meer nodig is. Wat doe je met mensen die niet willen isoleren, of die het niet kunnen betalen? Ook hier zijn duidelijke doelen en regels nodig, en oplossingen voor de problemen van bijvoorbeeld betaalbaarheid.

5. Kosteneffectieve maatregelen – of gewoon doen wat werkt?

Een vijfde dilemma lijkt mij de huidige focus op kosteneffectief beleid. Het is natuurlijk goed om te kijken naar de kosten in relatie tot de effecten van maatregelen. En het is ook zeker slim om eerst die maatregelen uit te voeren die het meeste effect bereiken tegen de laagste kosten.

Dus een snelle toets op kosteneffectiviteit is absoluut prima. Maar je kunt heel veel rekenen en nog meer discussiëren over de aannames achter de berekeningen. Dat is vooral handig als je nog geen besluit durft te nemen. Mij lijkt dat we gezien de vaart die we moeten maken met het reduceren van de uitstoot van CO2 en het vergroten van de productie van duurzame energie we wat minder gaan rekenen en wat meer besluiten nemen. We moeten gaan doen wat werkt.

Dit is mijn vierde blog. Laat je me weten wat je ervan vindt? Tips zijn ook welkom. Dankjewel!