Hoever gaat de aarde nog opwarmen deze eeuw? Dat is de vraag die The Guardian voorlegde aan de wetenschappers betrokken bij het IPCC. Het antwoord is nogal onthutsend want 77 procent van de respondenten verwacht een stijging van tenminste 2,5 graden. Bijna de helft verwacht dat de opwarming de 3 graden overstijgt. Slechts 6 procent verwacht dat de opwarming beperkt blijft tot de afgesproken 1,5 graden.
Onthutsend is ook de wanhoop die veel wetenschappers voelen. Zij voorzien een toekomst waarin autoriteiten overweldigd worden door het extreme event na het andere en waarin de voedselproductie ernstig wordt verstoord.
Wetenschappers voelen grote zorg en frustratie over het feit dat er zo traag wordt gereageerd op de klimaatcrisis. En dat terwijl we weten wat we moeten doen en alle technologie om de opwarming te beperken beschikbaar is. Het is belangrijk om alles op alles te zetten want iedere fractie van een graad minder opwarming redt levens.
Op dit moment gaan we hard richting de grens van 1,5 graden en nu al zien we overal ter wereld de rampzalige effecten daarvan. Bosbranden, overstromingen en extreme hitte zijn aan de orde van de dag. Dat wij dat (nog) niet zo ervaren in ons deel van de wereld is een onbeschrijfelijk geluk, maar het vertekent onze perceptie van de crisis wel behoorlijk. Hoewel, recentelijk hebben de boeren al aangegeven enorm veel last te hebben van de overvloedige regenval.
Zes vragen en antwoorden naar aanleiding van het nieuwste klimaatrapport
Op 4 april kwam het nieuwe IPCC-rapport uit met als kern: het is ‘nu of nooit’ voor het klimaat. De uitstoot van broeikasgassen moet zo snel mogelijk omlaag, anders is het 1,5-gradendoel definitief uit beeld. ‘Nu of nooit’ is vertaald in een scenario dat de uitstoot vóór 2025 moet pieken om daarna pijlsnel naar beneden te gaan. De verslaafde die moet afkicken mag nog een paar shotjes zetten voordat de hel losbreekt.
Waarom is dat 1,5 gradendoel ook alweer zo belangrijk?
Dat is omdat opwarming van de aarde met maximaal 1,5 graden als nog relatief ‘veilig’ wordt gezien. Maar: we zijn ‘pas’ met 1,1 graden opgewarmd en wereldwijd zien we nu al dramatische gevolgen. Denk aan ongewone droogte, hitte en bosbranden in Australië, het westen van de VS en ook in de poolcirkel. Denk aan meer en sterkere tornado’s, denk aan smeltende toendra’s die extra methaangas laten vrijkomen. Denk aan enorme hoeveelheden neerslag in (wederom) Australië maar ook in Limburg vorig jaar. Denk ook aan droogte en hongersnood in bijv Madagaskar, Kenia, Somalië en Ethiopië. De ontwrichting wordt elk jaar groter. Tenzij we drastisch bijsturen, is de aarde aan het einde van de eeuw 2 à 3 graden opgewarmd.
Maar eigenlijk wisten we dat allemaal al. Dus wat moeten we hier nu mee? Tijd voor een aantal prangende vragen.
Hoe groot is de kans dat de boodschap nu wel wordt opgepikt?
De boodschap is bekend, maar de omzetting in acties gaat vreselijk langzaam. Politici lopen op eieren en willen daarbij liefst niemand voor het hoofd stoten, zo lijkt het. De Russische invasie helpt ook niet echt mee. Internationaal gaat nu alle aandacht naar de oorlog en niet naar het klimaat. Omdat landen zo snel mogelijk van Russisch olie en gas af willen, komen zelfs het schadelijke fracking en de vervuilende kolen opnieuw in beeld. Tegelijkertijd benadrukt de invasie de noodzaak om energie te besparen, als het al niet primair voor het klimaat is, dan toch zeker uit geopolitieke overwegingen en om simpelweg kosten te besparen. Tijd is de bepalende factor. Iedere dag dat de uitstoot nog stijgt, raakt het 1,5-gradendoel verder uit beeld. Omgekeerd helpt elk stukje energiebesparing en elke overstap naar hernieuwbare energie mee om de schade voor het klimaat te beperken.
Heeft waarschuwen nog wel zin?
Rationeel gezien zou je verwachten dat waarschuwingen tot versnelde actie leiden. In de praktijk is er helaas weinig van te merken. Er lijkt een soort leemlaag van weerstand en gezapigheid te zijn die heel hardnekkig is. Deels wellicht vanuit onwennigheid met de nieuwe situatie die bestaande inzichten onbruikbaar maakt. En deels wellicht ook ingegeven door ongeloof: het zal zo’n vaart toch niet lopen? Daarom is het extra belangrijk om de druk er op te houden, zeker bij de besluitvormers.
Maar voor burgers lijken waarschuwingen wel zo’n beetje uitgewerkt. Mijn theorie is dat dit mede een gevolg is van jarenlange oefening in het wegkijken van alle ellende en oneerlijke ongelijkheid in de wereld. Het verschil in welvaart en kansen tussen ‘hier’ en ‘daar’ is te groot om te bevatten en als je daar echt iets aan wilt doen betekent dat dat je uit je comfortzone moet stappen. Niet alleen als het gaat om het delen van welvaart, maar ook qua doorbreken van de geldende consensus. Beide doen pijn en mensen zijn groepsdieren, dus de drempel om die stappen te zetten is hoog. Omgekeerd biedt dit ook weer kansen: als maar genoeg mensen klimaatbewust handelen, trekken ze vanzelf anderen mee. De vraag is hoe dit proces kan worden versneld.
Willen burgers dan niks doen voor het klimaat?
Dat valt dus gelukkig mee. Volgens een recent artikel willen burgers wel veranderen, maar wachten ze op de politiek en het bedrijfsleven. “De belangrijkste barrières die klimaatvriendelijk gedrag in de weg staan zijn gebrek aan geld, … gebrek aan kennis en gebrek aan motivatie.”
Neem als voorbeeld de prijs van elektrische auto’s. Die ligt nog een heel stuk hoger dan die van vergelijkbare auto’s die op fossiele brandstoffen rijden. De overheid geeft subsidie op de aanschaf van elektrische auto’s, maar dat neemt het prijsverschil niet weg. Maar de gelukkige bezitters van een elektrische auto zijn zeker bij de huidige brandstofprijzen wel goedkoper uit met de lopende kosten. Zeker als ze ook nog eens kunnen laden met stroom uit eigen zonnepanelen. Dit leidt tot scheve gezichten bij degenen die de aanschafprijs niet kunnen betalen, helemaal omdat zij via de belastingen meebetalen aan de subsidies.
Op de achtergrond speelt hierbij de competitie tussen individuen die onderdeel is van ons systeem. Groot, mooi, duur en snel zijn tekenen van status. En we zijn getraind om er snel bij te zijn bij koopjes, want op = op en jouw geluk kan zomaar ten koste gaan van mijn geluk. Dat elektrische auto’s onbereikbaar zijn voor mensen met lage inkomens gaat op die manier ten koste van het draagvlak voor de energietransitie en heeft een negatief effect op het tempo van de emissiereductie. Hetzelfde geldt bijvoorbeeld voor het gebrek aan goede isolatie en zonnepanelen bij veel huurwoningen.
Burgers kijken volgens de onderzoeker dus vooral naar politiek en bedrijven. Over het getreuzel van de politiek hebben we het al gehad. En helaas voor de mensheid heeft een deel van het bedrijfsleven totaal geen belang bij het stoppen met olie en gas omdat hun complete businessmodel daarop gebaseerd is. Denk aan de olie- en gasindustrie, denk aan de luchtvaart. Zij doen er dan ook alles aan om een mistig beeld te creëren. Ook hier is de politiek leiderschap nodig.
Allemaal goed en wel, hebben we eigenlijk een plan?
Goede vraag, en het eerlijke antwoord is meer ‘nee’ dan ‘ja’. Tenminste, als je bij ‘plan’ aan een actieplan denkt waarmee het doel, namelijk de temperatuurstijging onder 1,5 graden te houden, met redelijke mate van zekerheid kan worden gehaald. Daar zijn verschillende redenen voor.
Om te beginnen heeft Nederland ervoor gekozen om in samenspraak met de o.a. werkgevers en werknemers tot een aanpak te komen. Deze aanpak is vastgelegd in het Klimaatakkoord. Het akkoord gaat echter over reductie van de uitstoot met 49% in 2030 (t.o.v. 1990), en dat is maar een eerste stap om onder de 1,5 graden te blijven. In de uitvoering heeft de overheid een belangrijke rol (geld, kennis, wetten en regels) maar blijven sectoren primair verantwoordelijk. Concrete acties moeten nog verder worden uitgewerkt. Daar komt bij dat de Nederlandse Klimaatwet er op het eerste gezicht indrukwekkend uitziet maar niet matcht met het 1,5 gradendoel.
We hebben dus een situatie met een enorme opgave in zeer korte tijd, en een overheid die met een deels geflatteerde Klimaatwet aan de slag gaat op een manier waarbij de verantwoordelijkheid voor de voortgang over een grote groep actoren is verspreid. Dat is niet wat je zou verwachten in de noodsituatie waarin we zo langzamerhand zijn beland.
Het is natuurlijk vloeken in de neoliberale polderkerk, maar het afwenden van een zo groot gevaar van onze samenleving in een zo beperkte tijd vraagt eerder om een crisis- dan een polderaanpak. Denk bijvoorbeeld aan de enorme inspanning die de VS leverde om een oorlogseconomie op te tuigen waarmee het land de oorlog tegen Japan en Hitler-Duitsland tot een goed einde heeft kunnen brengen.
Het bovenstaande ging over de situatie in Nederland. In de meeste andere landen is het echter niet beter geregeld en op wereldniveau is het helemaal bar en boos. Er is niemand die ‘in charge’ om deze grootste bedreiging van de mensheid af te wenden. Landen zijn zelf verantwoordelijk voor hun eigen acties of beter gezegd: het gebrek eraan. En zij rapporteren daar over aan de volgende klimaatconferentie, maar die conferentie beschikt niet over sancties. Typerend is ook dat de rijke landen hun toezeggingen om de arme landen financieel te helpen met de energietransitie en de aanpassing aan het veranderend klimaat continu niet nakomen.
Het is ‘nu of nooit voor het klimaat, wat als het ‘nooit’ is?
Gezien het ontbreken van een mobiliserend urgentiegevoel en een adequaat actieplan, in Nederland en daarbuiten, zou het meer geluk dan iets anders zijn als we de opwarming onder de 1,5 graden zouden kunnen houden.
De meesten van ons hebben geen idee wat de klimaatcrisis gaat betekenen. We kunnen het ons gewoon niet voorstellen en dat is ook niet zo gek, want we hebben dit nog niet meegemaakt. Niemand heeft dit ooit meegemaakt. Dit is de eerste keer dat het ons overkomt, en waarschijnlijk meteen ook de laatste keer.
Maar het helpt natuurlijk wel om je er in die gevolgen te verdiepen, en er is behoorlijk wat over geschreven. Niet alleen door het IPCC, maar bijvoorbeeld ook door Gwynne Dyer (Climate wars) en Mark Lynas (Six degrees).
Oké, de kans is dus op zijn minst aanwezig dat we niet onder die 1,5 graden blijven. Betekent dit dat we nu alles uit handen kunnen laten vallen en er op los kunnen leven? Dat zeker niet, want we hebben te maken met een glijdende schaal, het kan dus altijd erger. Elke tiende graad meer of minder maakt verschil voor de schade waar we mee worden geconfronteerd. Fysiek, en psychisch. Want hoe gaan mensen reageren als duidelijk wordt dat het voorgespiegelde Zwitserlevengevoel er niet meer gaat komen? Dat de toekomst, althans in fysieke en economische zin, er niet beter maar slechter op wordt? In wat voor samenleving komen we dan terecht?
De prangende vraag is of we de veerkracht en de solidariteit kunnen ontwikkelen om een positieve draai aan dit verhaal te geven. En om als de wiedeweerga te stoppen met fossiele brandstoffen.
Websites store cookies to enhance functionality and personalise your experience. You can manage your preferences, but blocking some cookies may impact site performance and services.
Essential cookies enable basic functions and are necessary for the proper function of the website.
Name
Description
Duration
Cookie Preferences
This cookie is used to store the user's cookie consent preferences.
30 days
These cookies are needed for adding comments on this website.
Name
Description
Duration
comment_author
Used to track the user across multiple sessions.
Session
comment_author_email
Used to track the user across multiple sessions.
Session
comment_author_url
Used to track the user across multiple sessions.
Session
These cookies are used for managing login functionality on this website.
Name
Description
Duration
wordpress_logged_in
Used to store logged-in users.
Persistent
wordpress_sec
Used to track the user across multiple sessions.
15 days
wordpress_test_cookie
Used to determine if cookies are enabled.
Session
Statistics cookies collect information anonymously. This information helps us understand how visitors use our website.
Google Analytics is a powerful tool that tracks and analyzes website traffic for informed marketing decisions.
Contains information related to marketing campaigns of the user. These are shared with Google AdWords / Google Ads when the Google Ads and Google Analytics accounts are linked together.
90 days
__utma
ID used to identify users and sessions
2 years after last activity
__utmt
Used to monitor number of Google Analytics server requests
10 minutes
__utmb
Used to distinguish new sessions and visits. This cookie is set when the GA.js javascript library is loaded and there is no existing __utmb cookie. The cookie is updated every time data is sent to the Google Analytics server.
30 minutes after last activity
__utmc
Used only with old Urchin versions of Google Analytics and not with GA.js. Was used to distinguish between new sessions and visits at the end of a session.
End of session (browser)
__utmz
Contains information about the traffic source or campaign that directed user to the website. The cookie is set when the GA.js javascript is loaded and updated when data is sent to the Google Anaytics server
6 months after last activity
__utmv
Contains custom information set by the web developer via the _setCustomVar method in Google Analytics. This cookie is updated every time new data is sent to the Google Analytics server.
2 years after last activity
__utmx
Used to determine whether a user is included in an A / B or Multivariate test.
18 months
_ga
ID used to identify users
2 years
_gali
Used by Google Analytics to determine which links on a page are being clicked
30 seconds
_ga_
ID used to identify users
2 years
_gid
ID used to identify users for 24 hours after last activity
24 hours
_gat
Used to monitor number of Google Analytics server requests when using Google Tag Manager