Met alleen de energietransitie gaan we het niet redden

Energietransitie gaat te langzaam

Het is even schrikken voor diegenen die dachten dat we goed bezig zijn met onze energietransitie. Je weet wel, de energietransitie is die grote overstap die we moeten maken van fossiele brandstoffen naar duurzame energiebronnen. Zodat we op die manier het klimaat nog een beetje kunnen redden. En daarmee de toekomst van onze planeet kunnen veiligstellen.

Zoals ik al in mijn vorige blog schreef, is de ambitie van het nieuwe kabinet te laag en duurt de energietransitie in het huidige tempo te lang.

Met bruinkool gestookte elektriciteitscentrale van RWE in Duitsland
Met bruinkool gestookte elektriciteitscentrale van RWE in Duitsland

 

Snel met meer transities aan de slag

Het heeft even geduurd, maar nu is het ook mij duidelijk. Met alleen de energietransitie komen we er niet. Er zijn meer grote problemen die we moeten aanpakken. Alsof één transitie nog niet moeilijk genoeg is, moeten we met meer transities aan de slag. En snel ook.

Het ‘grappige’ is dat ik enkele maanden nog dacht dat we eerst met de energietransitie aan de slag moeten voordat we aan die andere transities kunnen beginnen. Dit omdat we anders onze politici – en onze samenleving – compleet overvragen. Maar ik geef toe: ik zat er compleet naast. We kunnen niet wachten totdat de energietransitie een eind op streek is, we kunnen de transities niet één-voor-één doen. We zullen ze tegelijk en parallel moeten uitvoeren. En we hebben geen tijd te verliezen.

 Eindeloos genieten…

We zijn met zijn allen verslaafd geraakt aan eindeloos genieten. Méér van alles. Méér lekker eten, méér leuke kleding, vaker en verder op vakantie. En dat steeds mooier, beter, lekkerder en goedkoper. Uitgekiende reclames maken ons die boodschap elke dag opnieuw wijs. Zodat we denken dat het normaal is en we niet meer zonder kunnen. En voor degenen die te weinig geld hebben om hun wensen te vervullen, is er de hoop cq. belofte dat die ooit wèl binnen handbereik komen.

… en keihard over grenzen heengaan

Maar inmiddels dringt de keerzijde van onze consumptie steeds harder onze levens binnen. Want om al die producten en diensten goedkoop te kunnen produceren, plegen we op grote schaal roofbouw op onze aarde. Hoewel de marketingafdelingen hun best doen de beelden van ons consumenten weg te houden, kennen we de gevolgen maar al te goed. Vervuilde lucht, bodem en water, afvalbergen, gekapte oerwouden, leeggeviste oceanen, uitgebuite productiewerkers, mishandelde dieren in de bio-industrie.

We zien het aan de klimaatverandering die nu al leidt tot extreem weer en enorme schade. Denk aan de landen rond de Middellandse Zee met enorme zomerse droogte, bosbranden en verschrompelde oogsten. Denk ook aan de VS met zijn bosbranden en wervelstormen, en aan de Alpenlanden waar zelfs bergen instabiel worden.

We zien aan het sterven van de insecten. Uit tellingen in Duitsland blijkt een afname met 76% sinds 1976. Met de insecten verdwijnen de vogels, en boeren zitten met de handen in het haar omdat de bijen verdwijnen die nodig zijn om de gewassen te bestuiven. We zien het aan het op veel plaatsen in de wereld opraken van de zoetwatervoorraden. En aan de destabiliserende werking van klimaatverandering op landen en regio’s die toch al fragiel zijn. Aan de conflicten die hieruit ontstaan en aan de vluchtelingen die onze veilige havens proberen te bereiken.

En ondertussen groeit de wereldbevolking nog steeds en willen al deze mensen ons consumptiepatroon overnemen. Dat leidt dus onherroepelijk tot een nòg hogere belasting van onze planeet, tenzij we…

Grenzen (her)stellen

Wat we dringend nodig hebben zijn aanpassingen in ons productie- en consumptiepatroon zodanig dat we het leven op aarde respecteren. Dat klinkt een beetje zweverig, maar het gaat erom planten, dieren en natuurlijke processen de ruimte te geven die ze nodig hebben. En natuurlijke hulpbronnen zoals bodem en water alleen op die manier in te zetten zodanig dat deze zichzelf weer kunnen herstellen en aanvullen. Dat betekent dus dat we ons als mensen veel terughoudender moeten opstellen. Dat we weer in balans moeten leren leven met onze leefomgeving in plaats van haar onbeperkt te gebruiken en naar onze hand te zetten.

Herstel van biodiversiteit

Concreet betekent dit dat we snel moeten beginnen met het herstellen van de biodiversiteit. Van het vergroenen van versteende tuintjes, straten en plantsoenen in de streden tot het opnieuw introduceren van heggen en struikgewassen op het platteland. Het betekent ook het zaaien van bloemen en het stoppen met landbouwgif dat insecten en ander leven doodt. Maar het betekent bijvoorbeeld ook het instellen van meer kraamkamers op zee waar niet mag worden gevist zodat vissen en andere levende wezens zich kunnen herstellen.

Sluiten van kringlopen

Ook betekent dit dat we snel onze kringlopen moeten sluiten. Op energiegebied – dat we voortaan alleen nog maar hernieuwbare energie gebruiken – maar ook als het gaat om al het tastbare om ons heen. We moeten ervoor zorgen dat we onze consumptie van nieuwe grondstoffen tot een minimum beperken en onze hoeveelheid afval praktisch tot nul terugbrengen. Waar het nu nog normaal is dat we meer dan de helft van ons afval weggooien en verbranden, wordt hergebruik de nieuwe norm.

Is dat lastig? Dat is maar hoe je het bekijkt. Neem nou de zakken waarin chips worden verpakt. De glimmende zakken bestaan uit meerdere materialen die onlosmakelijk met elkaar zijn verbonden. Handig voor de fabrikant, maar met de zak kun je vervolgens nog maar twee dingen: weggooien en verbranden. Andere materialen die wel gerecycled kunnen worden zijn beschikbaar, maar de fabrikanten voelen nu geen druk om deze te gebruiken. Denk ook aan statiegeld op kleine flesjes en blikjes. Omdat Nederland anders dan bijvoorbeeld Duitsland geen statiegeld hiervoor kent, belanden deze verpakkingen veelvuldig op straat en in de natuur, en worden ze niet hergebruikt. Heel erg jammer en een gemiste kans.

Grotere rol van de overheid

Het zijn uiteraard maar twee voorbeelden. Maar het interessante is dat we nu al veel verbeteringen kunnen doorvoeren, als we het maar willen. Maar om die veranderingen in gang te zetten moeten we wel bestaande gewoontes en belangen doorbreken. Denk aan de voorbeelden van de chipszakken en het statiegeld. De fabrikanten die zich nu nog verzetten, zullen moeten worden ‘aangemoedigd’ om over te stappen op duurzame alternatieven. Sommige producten zullen hierdoor duurder worden, waardoor hun consumptie af zal nemen. Blijkbaar is de prijs van deze producten nu dus te laag in vergelijking met wat de aarde aankan. Sommige producten zullen helemaal verdwijnen, terwijl er ook nieuwe producten zullen ontstaan.

Om deze veranderingen in gang te zetten is een grotere rol van de overheid onvermijdelijk. Dat betekent een trendbreuk met het huidige neoliberale denken waarin de markt vooral als oplossing wordt gezien en de overheid als bron van problemen. Het betekent dat de overheid een hoogwaardige partner moet worden die kennis over de grenzen van deze planeet vertaalt in grenzen waarbinnen bedrijven mogen opereren. Het betekent ook een enorme inspanning om met alle andere landen op één lijn te komen en dezelfde grenzen te stellen.

Grotere rol van burgers

De komende decennia zullen dus veel dingen (moeten) veranderen. Dat vraagt veel van burgers (bewoners, mensen), op verschillende vlakken. Om te beginnen als aanjager en ondersteuner van veranderingen. Want zonder draagvlak bij de bevolking kunnen politici en overheden de veranderingen waar we het over hebben niet doorvoeren. Sterker nog: zonder druk vanuit de voorlopers in de bevolking zullen veel politici deze stappen niet eens aandurven. Een volgende blog zal dan ook gaan over wat burgers zelf kunnen doen. Spoiler: ik zal het daarbij zeker gaan hebben over verantwoordelijkheid nemen en weerstand bieden aan verleidingen die slecht zijn voor de toekomst van onze planeet 😉

Maar het betekent ook meer betrokkenheid en solidariteit met de andere mensen op deze planeet die ook met deze veranderingen worden geconfronteerd. Dat kan alleen als we de veranderingen met elkaar invoeren, in plaats van te concurreren met elkaar. En eigenlijk is dat heel mooi, want uiteindelijk vormen burgers, mensen dus zoals jij en ik, het levend organisme van iedere samenleving. Of het nou om een wijk, een stad, een land of om de planeet gaat.

Meer sociale rechtvaardigheid

Dat brengt mij bij een vierde transitie die sterk verweven is met de andere transities. Het gaat daarbij namelijk om het introduceren van meer sociale rechtvaardigheid in onze samenleving, nationaal maar zeker ook in internationaal verband. Het is onvoorstelbaar dat de rijkste acht mensen (allemaal mannen) evenveel bezitten als de armste helft van de wereldbevolking.

De grote uitdaging is om, juist ook tegen de achtergrond van alle veranderingen die plaatsvinden en nog zullen moeten plaatsvinden, iedereen een redelijk bestaan te gunnen. En dan bedoel ik met ‘gunnen’ dat we daarvoor ook actief de voorwaarden scheppen. We kunnen ons namelijk simpelweg niet veroorloven de kloof in welvaart zo groot te laten of nog verder te laten groeien. Die kloof is om te beginnen in moreel opzicht niet te verantwoorden. Maar bovendien zet de kloof de samenwerking tussen ‘arm’ en ‘rijk’ onder druk, terwijl we juist alle krachten moeten bundelen om de transities tot een goed einde te kunnen brengen.

Bijgaande TEDx-video van Kate Raworth geeft een mooie inkleuring van het bovenstaande. En en passant maakt zij de mainstream economische wetenschap fijntjes met de grond gelijk. Kate was afgelopen zondag nog te gast in Buitenhof. Kijken dus!