Wat vaker eerlijk zijn in 2024

Eindelijk, de Arbeidsinspectie is er uit: werknemers op Schiphol worden wel degelijk blootgesteld aan kankerverwekkende stoffen in de uitstoot van vliegtuigmotoren. Schiphol moet die blootstelling nu zoveel mogelijk terugdringen. “De luchthaven neemt de conclusie “uiterst serieus”.”

Wel weer jammer is dat Schiphol en KLM tot het laatst tegenstribbelden: “zij stelden dat niet kan worden gezegd dat kerosinemotoremissie kankerverwekkend is.” Want ja, je zal maar aansprakelijkheid erkennen voor je door jouw nalatigheid ziek geworden en overleden werknemers. En bovendien: extra maatregelen kosten ook weer bakken met geld en dat gaat ten koste van de winst.

Laten we wat vaker eerlijk zijn

Dit mechanisme is precies een belangrijke reden waardoor het vertrouwen in de politiek en andere instituties zo afneemt. Evidente causaliteiten worden ontkend omdat de consequenties daarvan niet bevallen. En dus wordt er zo lang mogelijk een schijnwerkelijkheid opgeworpen. En als je dan geen krachtige lobby of diepe zakken hebt, ben je het haasje. Zoals dus de werknemers op de platforms, waar nu hopelijk snel verandering in komt. Maar het geldt bijv ook voor de natuur in Nederland, de kinderen in Gaza en het klimaat wereldwijd.

De vraag aan ons allemaal, ook voor alle professionals bij bedrijven en de overheid, is of we mee willen blijven doen aan dit mechanisme. Misschien een goed voornemen voor 2024: wat vaker eerlijk zijn.

Versterkt de vertrouwenscrisis de klimaatcrisis?

Denk je ook wel eens: hoe komen we in hemelsnaam uit deze klimaatcrisis? En op wie kunnen we dan vertrouwen om daarin een belangrijke rol te spelen? En dat je er dan niet goed uitkomt? Dan ben je niet de enige, blijkt uit onderzoek van Edelman, een communicatie-adviesbureau. Er lijkt sprake van een heuse vertrouwenscrisis. Versterkt de vertrouwenscrisis de klimaatcrisis?

Weinig vertrouwen in instituties

Edelman publiceerde onlangs de 2020 Edelman Trust Barometer, voor meer informatie klik hier. Ik bespreek 2 onderwerpen uit dat onderzoek.

Uit het onderzoek in 28 landen – waaronder ook Nederland – blijkt dat veel mensen zich zorgen maken over:

  • de toekomst, en hun plaats daarin;
  • de toenemende ongelijkheid;
  • de economie (in antwoord op de stelling: ‘over 5 jaar gaat het mij of mijn familie beter dan nu’).

Ook is er weinig vertrouwen in instituties. Vertrouwen definieert Edelman als volgt:

“Trust is built on competence and ethics”

De respondenten is gevraagd hoe zij aankijken tegen NGO’s, government, media en business. Het blijkt dat respondenten NGO’s als enige een positieve ethische waarde toekennen. Business wordt als enige als competent beoordeeld (competent: ‘de institutie is goed in wat zij doet’). Government scoort het slechtst op beide aspecten. Zie ook de volgende figuur:

Bron: 2020 Edelman Trust Barometer

Opvallend en tegelijkertijd zorgwekkend is het lage vertrouwen in government. Zelfs in een land als Duitsland is het vertrouwen in de overheid onder de 50 procent gezakt.

Bron: 2020 Edelman Trust Barometer

Overigens scoort Nederland van de onderzochte landen bovengemiddeld op vertrouwen in instituties. De percentages vertrouwen in government, media en business zijn respectievelijk: 59, 58 en 62 procent. Alleen op vertrouwen in NGO’s scoort Nederland lager dan gemiddeld: 50 procent.

Problematisch kapitalisme

Een andere opmerkelijke uitkomst betreft het antwoord op de vraag of men vertrouwen heeft in het huidige kapitalistische systeem. Een meerderheid van 56 procent is het eens met de stelling ‘kapitalisme zoals we dat nu kennen doet meer kwaad dan goed’. In Nederland is zelfs 59 procent het daarmee eens.

Bron: 2020 Edelman Trust Barometer

Vertrouwenscrisis als belemmering

Wat voor conclusies kunnen we hier nu uit trekken? Om te beginnen moet worden opgemerkt dat de klimaatcrisis niet expliciet in het onderzoek aan de orde is gesteld. Dus wanneer ik hier de link met de klimaatcrisis leg, dan is dat geheel voor mijn rekening.

Dat gezegd hebbend, durf ik wel de conclusie aan dat de instituties zoals we de nu kennen niet als een grote hulp worden gezien bij het te lijf gaan van de klimaatcrisis. Plus van alle andere crises waar we mee worstelen, denk bijvoorbeeld aan de afname van biodiversiteit en de toenemende ongelijkheid.

Mensen zien instituties als weinig competent en als weinig ethisch gedreven. Beide competenties hebben we echter hard nodig om een effectieve aanpak te ontwikkelen en daar draagvlak voor te creëren. Dat geldt helemaal voor de overheid die moeilijke knopen moet doorhakken, bijvoorbeeld over een rechtvaardige verdeling van de lasten van de energietransitie. Op het moment dat er weinig vertrouwen is in deze en andere instituties, staat de strijd tegen de klimaatcrisis eigenlijk al met 1-0 achter. Dat is geen goed nieuws. Versterkt de vertrouwenscrisis de klimaatcrisis?

Vertrouwenscrisis als kans

Positief geredeneerd betekent de vertrouwenscrisis dat er grote behoefte is aan verandering. En hoe meer mensen behoefte hebben aan verandering, hoe groter de kans dat die er ook komt. Veranderen is immers mensenwerk en ook instituties worden bevolkt door mensen. Mensen kunnen al samenwerkend van onderop vertrouwen herstellen en verandering tot stand brengen.

In die zin is ook de onvrede over het huidige kapitalistische systeem hoopvol. Kennelijk is er behoefte aan een flinke aanpassing. Laten we hopen dat dit een systeem oplevert dat leidt tot minder vervuiling, verlies aan biodiversiteit, klimaatverandering en ongelijkheid. Op die manier kan de vertrouwenscrisis iets moois opleveren.

Leven we in een pre-revolutionaire tijd?

Deze week moest ik er ineens aan denken. Omdat er steeds meer onrust en protest en steeds minder probleemoplossend vermogen lijkt te zijn. Leven we in een pre-revolutionaire tijd? En als dat zo is, wat komt hierna?

Patiënt Aarde


Het wringt op steeds meer fronten

Op dit moment probeert de mensheid te begrijpen dat we in een onmetelijk diepe afgrond van klimaatontwrichting kijken. Een ontwrichting die alles op zijn kop zal zetten. En die vraagt om snel en ingrijpend handelen om het ergste te voorkomen. De vraag is of we op de wereldklimaatconferentie COP24 in Polen erin slagen een fundament daarvoor te leggen. De voortekenen zijn helaas niet gunstig. Niet alleen omdat landen verschillende belangen hebben, maar ook omdat de fossiele industrie voortgang tegenwertkt omdat ze heel goed beseft dat haar toekomst met olie, kolen en gas op het spel staat. Klimaatontkenners als Trump en Poetin helpen daarbij ook al niet echt.

Arm versus rijk

Een belangrijke onderliggende vraag is of rijke landen eindelijk eens echt solidair gaan zijn met armere landen. De grote veroorzakers van klimaatverandering zouden dat kunnen doen door zelf minder uit te stoten. En door armere landen te helpen met duurzame technologie. Al is het maar omdat de rijke landen anders ook zelf hun welvaart kwijtraken. Omdat we nou eenmaal samen in hetzelfde ruimteschip zitten.

Maar ook binnen landen speelt de tegenstelling arm-rijk steeds sterker. Tegenover een kleine en enorm rijke bovenlaag staat een groeiende ‘onderlaag’ met steeds minder zekerheden en inkomen. Het ongenoegen kwam tot ontploffing in het protest van de gele hesjes in Frankrijk. De aanleiding, een verhoging van de accijns op brandstoffen om het klimaat te sparen, laat zien hoezeer ongelijkheid en klimaat vervlochten zijn. Althans, op de manier waarop we er nu in onze neoliberale consensus mee omgaan. Een consensus die bestaat uit lage belastingen, een kleine overheid en een grenzeloos vertrouwen in de markt, voorkomt dat we het klimaatprobleem effectief te lijf gaan. En zorgt ervoor dat de rijken rijker worden terwijl de zekerheden van de rest worden afgebouwd.

Toekomstperspectief valt weg

Voor steeds meer mensen wordt duidelijk dat het een welvarend en onbezorgd toekomstperspectief aan het wegvallen is. Klimaatontwrichting zal leiden tot extreem weer, zeespiegelstijging, water- en voedselschaarste, oorlog en migratie. Dat is niet de toekomst die ons beloofd was, want die zou steeds mooier en welvarender worden. Nu dat perspectief wegvalt, zijn mensen niet langer bereid om offers te brengen terwijl de rijken belasting ontwijken en de grote vervuilers vrijuit gaan.

Ook jongeren zien een onbezorgde toekomst in rook opgaan. Het is niet voor niets dat de klimaatstaking van Greta Thunberg in steeds meer landen navolging vindt. “Waarom zou ik op school leren voor een toekomst, als er straks geen toekomst meer is?”

Migratie jaagt spanningen aan

Migratie van mensen uit landen waarin zij mede door klimaatverandering en oorlogen geen perspectief meer zien, is een andere bron van spanning. Politici en anderen met een rechtse agenda zien hun kans schoon om angsten aan te wakkeren voor een invasie van havelozen. Onderliggend is de angst voor veranderingen op wereldschaal die voor een individu nauwelijks nog te overzien zijn. En voor verlies van controle op de eigen leefomgeving en verlies van zekerheid en welvaart. En aan het einde van dat spectrum van bezordheid staan mensen die openlijk rechtsextreem en/of racistisch zijn. Schokkende voorbeelden hiervan hebben we gezien bij de recente protesten rond ‘zwarte piet’. 

Wat kan de politiek nog?

De grote vraag is of de politiek in staat is om al deze onzekerheiden en spanningen te kanaliseren. En of ze tot oplossingen kan besluiten die de onzekerheden en spanningen verkleinen.

Zowel in Nederland als binnen Europa en op wereldschaal heeft de politiek het daar moeilijk mee. Dat komt deels omdat partijen worstelen met het einde van het neoliberale tijdperk dat aantoonbaar geen oplossingen meer heeft voor de grote problemen van deze tijd. Denk bijvoorbeeld aan klimaatontwrichting, dramatisch verlies aan biodiversiteit en  onrechtvaardige ongelijkheid. Maar ook omdat populistische polarisatie loont en een constructief debat zoveel moeilijker maakt. 

Spanningen in coalitie op scherp

De strategie die lange tijd heeft gewerkt is om maatregelen voor de toekomst af te spreken, zodat de politiek er in het hier en nu weinig last van heeft. En ondertussen te hopen dat in die toekomst betere technologie ervoor zorgt dat de problemen tegen minder offers kunnen worden opgelost. Dat is ook precies wat het ‘groenste kabinet ooit’ heeft gedaan.

Nu het acute klimaatprobleem niet meer te ontkennen valt (IPCC, Urgendavonnis), moet de politiek wel in actie komen. Alle onderliggende spanningen over o.a. sociale rechtvaardigheid, aanpassing van industrie, landbouw en luchtvaart en invoering van een een CO2-belasting kunnen  niet langer worden genegeerd. Ik verwacht dan ook dat de politieke spanningen snel verder zullen oplopen.

‘Opstand’ tegen overheid en politiek?

Het is wachten op het moment dat maar genoeg burgers beseffen dat de beloofde onbezorgde toekomst op deze manier steeds verder uit beeld raakt. In het Verenigd Koninkrijk is een groep burgers onder de naam Extinction Rebellion al een opstand begonnen tegen politiek en overheid. Zij zeggen dat de overheid het maatschappelijk contract heeft vergebroken door niet meer te zorgen voor het (toekomstig) welzijn van haar burgers. Met burgerlijke ongehoorzaamheidsacties willen ze de overheid dwingen het klimaatprobleem toe te geven en eindelijk in actie te komen. Duizenden mensne hebben de bruggen van Londen geblokkeerd en het verkeer praktisch stilgelegd.

Terwijl het protest van Extinction Rebellion gedisciplineerd en bijna ‘lief’ verloopt, kon dat niet gezegd worden van de rellen die volgden uit de protesten van de gele hesjes in Frankrijk. Daar was het doel o.a. het aftreden van de regering Macron.

Waar zijn de wervende toekomstvisies?

Ik zie niet meteen hoe dit allemaal tot een succesvolle opstand kan leiden, laat staan wat dan het breed gedragen alternatief zou zijn. Maar ik vrees wel dat we pas aan het begin staan van nog veel meer maatschappelijke onrust.

We hebben dringend behoefte aan wervende visies op de toekomst die ons helpen een weg te vinden in deze chaotische tijd. Visies waarmee burgers en politici het gesprek kunnen aangaan over wat een wenselijke toekomst is voor ons allemaal. En waarmee we de grote problemen kunnen oplossen. En wat we daarvoor moeten doen… en laten.

De ingrediënten zijn duidelijk: geen fossiele brandstoffen meer, een stop op milieuvervuiling. herstel van bossen en biodiversiteit. Kortom, de planeet centraal. En industrie en rijken betalen daar aan mee. Maar hoe ziet dat eruit, hoe voelt dat? Dat is wat we willen weten. Dat is wat we nodig hebben om de voglende stappen te zetten.