Het klimaat verandert snel
Deze keer een blog over een worsteling uit mijn leven van alledag. Als alles goed gaat, word ik binnenkort eigenaar van een appartement (bouwjaar 1980). En wel eentje waarvan de combiketel stuk is en dat nog voorzien is van enkel glas. Dat biedt kansen voor verduurzaming, zou je denken. Dit stuk gaat over de hobbels die ik tegenkom op weg naar verduurzaming van het appartement.
Zou je denken, want in de praktijk valt het met het pakken van die kansen nog niet mee. En dat juist op het moment dat er wordt gesproken over het verbieden van de verkoop van gewone cv-ketels vanaf 2021 en het uitfaseren van de gaswinning in Groningen. Je zou verwachten dat dan relatief makkelijk te ontdekken is wat je moet doen om daar zelf een bijdrage aan te leveren. Helaas is dat (nog) niet het geval.
Er zijn gelukkig wel een soort van stappenplannen te vinden, bijvoorbeeld deze op de site van Milieu Centraal. Maar die voorbeelden gaan dan weer over tussenwoningen, en niet over appartementen. En er staan veel zaken in die meer vragen oproepen dan beantwoorden.
Bijvoorbeeld: een warmtepomp werkt met lage temperatuur verwarming (LTV), en is daarom alleen geschikt voor woningen die goed geïsoleerd zijn. Dat begrijp ik, maar wanneer precies is je huis goed genoeg geïsoleerd? Milieu Centraal zegt dat huizen gebouwd na 2000 goed genoeg geïsoleerd zijn om meteen met een warmtepomp aan de slag te kunnen. Voor woningen gebouwd voor 2000 is het dus zoeken naar wat je precies moet doen zodat je goed tot zeer goed geïsoleerd bent en van het gas af kunt. Want wat je natuurlijk ook weer niet wilt, is dat je woning in de winter niet goed warm wordt.
Nou weet ik uit eigen ervaring dat enkel glas niet echt lekker isoleert, en dat is een understatement. Ik denk dat de houten kozijnen voldoende ruime bieden om er HR++ glas in te plaatsen. Dat is dus geen ingewikkelde ingreep en volgens Milieu Centraal levert het een rendement op dat vergelijkbaar is met een rente van 5 procent op een spaarrekening. Kom daar maar eens om bij een bank.
Maar wat lees in in de stukken van de Vereniging van Eigenaren (VvE)? Kozijnen en glas behoren tot de collectieve delen van het gebouw, en je mag (op eigen kosten en risico) het glas vervangen, maar zodra de VvE besluit om alle glas en/of kozijnen te vervangen, moet je alsnog meebetalen aan de maatregel. Hmmm, dat voelt niet fijn of eerlijk. Maar ik hou er ook niet van om me te laten vangen in een situatie waarin je van anderen afhankelijk bent om te doen wat goed voelt.
Bij nader inzien blijkt er al veel geschreven te zijn over VvE’s als belemmerende factor voor verduurzaming. Zie bijvoorbeeld deze link, en deze. En het gaat niet om een klein probleem, want we hebben het in Nederland over circa 1,2 miljoen appartementen in 125.000 VvE’s!
Het ‘probleem’ met de ramen en kozijnen is niet het enige. Daken en buitenmuren behoren logischerwijs ook tot het collectief. Dus je spouwmuur isoleren kan niet zomaar. En ook om zonnepanelen of warmtepompunits te plaatsen of op te hangen heb je toestemming nodig. En dat is ergens best logisch, want als iedereen mag doen waar hij of zij zin in heeft, wordt het al snel een zooitje. Maar het vormt wel een hobbel. Zeker als je snel tot actie wil overgaan. Gelukkig zijn er dan ook weer sites die VvE’s bijstaan bij verduurzaming en zijn er ook subsidies beschikbaar.
Ondertussen is er ook nog een kans dat de gemeente besluit straten of wijken van het gas af te halen. Dat kan bijvoorbeeld door de aanleg van een warmtenet. Dat is voor buurten met veel flats (hoge woningdichtheid) een zeer geschikte maatregel, zeker als die al over een blokverwarming beschikken, want dan is de aansluiting eenvoudig en goedkoop. Punt is alleen dat ik op internet geen informatie kan vinden over wat de gemeente van plan is. Misschien dat er een verhelderend antwoord komt op mijn mailtje dat ik deze week heb gestuurd.
Waarschijnlijk loopt de planvorming nog, wat goed te begrijpen is, maar wel de onzekerheid en complexiteit verder verhoogt. Want wat als de gemeente over een paar jaar aanklopt met een warmtenet, terwijl ik net 5 tot 7 duizend euro heb geïnvesteerd in een warmtepomp? En overigens heb je voor een Lage Temperatuur Verwarming speciale radiatoren nodig of vloer/wandverwarming, waardoor de kosten verder oplopen.
Ik ben nu ongeveer een week bezig met deze zoektocht, en mijn voorlopige conclusie is:
Ik ga natuurlijk ook nog deskundig advies inwinnen. Daarop vooruitlopend is mijn idee voor een slimme aanpak op dit moment:
Misschien dat er nog een andere aanpak uitrolt, bijvoorbeeld met de inzet van warmtepanelen. Ik hoop het, want het zit me dwars dat ik niet meteen van het gas af kan. Dat ik door gebrek aan informatie, onduidelijkheid over de mate van isolatie en het gebrek aan buitenruimte (voor zonnepanelen, zonnecollector voor een zonneboiler, warmtepompunit) terecht lijk te komen bij een oplossing op… aardgas! Gelukkig kan ik wel al flink wat aan isolatie doen en ook dat is winst voor het klimaat. Overigens denk ik dat veel mensen tegen vergelijkbare hobbels voor verduurzaming aanlopen en tot vergelijkbare oplossingen komen.
En verder ben ik heel benieuwd hoe het met het beruchte tekort aan vaklui zit. Wordt vervolgd 😉
Vandaag zwichtte ING voor het massale maatschappelijke verzet tegen de exorbitante beloningsverhoging voor haar topman. Dat maakt me blij, ook en vooral omdat ik denk dat het een mijlpaal is in het bijsturen van besluiten door burgers.
Aansluitend bij de titel van deze website wil ik zelfs zover gaan om van een nieuw tijdperk van burgerinvloed te spreken. En dat in een tijd dat het raadgevend referendum, mijns inziens terecht, wordt afgeschaft.
Zoals ik eerder schreef in Power to the People ligt de macht in ons land bij de bevolking. Want die bevolking:
- kiest de volksvertegenwoordiging (Tweede Kamer, Provinciale Staten, Gemeenteraad) van waaruit dan een regering wordt gevormd
- betaalt belasting om de overheid en haar uitgaven te financieren
- werkt als ambtenaar bij een overheid
- belegt in staatsobligaties en in aandelen en financiert daarmee overheid en bedrijven
- werkt als werknemer bij bedrijven
- koopt als consument producten en diensten en bedrijven
Er zijn dus een hele hoop manieren om invloed uit te oefenen. Als je klimaatverandering wilt tegengaan, stem dan op partijen die dat ook belangrijk vinden. En koop geen producten meer die slecht zijn voor het klimaat. Je vliegt niet meer, of veel minder. Ook koop je geen aandelen meer van bedrijven die het klimaat weliswaar belangrijk vinden maar er in de praktijk weinig aan doen. En natuurlijk stuur je als ambtenaar of werknemer het beleid binnen je ministerie of bedrijf bij. Door te spreken over je zorgen, door stelling te nemen, door alternatieven aan te dragen en uit te werken.
De volgende figuur illustreert dit:
Het moge duidelijk zijn: op het moment dat de bevolking echt wil dat het anders gaat, gaat het ook anders. Alleen, ‘het volk’ bestaat niet. Er is niet zoiets als een volkswil. Het is een fictie, en populisten likken zich er de vingers bij af. Er zijn altijd meerdere meningen en stromingen. En ook als het gaat over klimaat en klimaatverandering is dat het geval.
Maar het gaat in vorming van de publieke opinie niet altijd om absolute meerderheden. Eerder gaat het om kritische mensen die zich durven uit te spreken. Ook vanuit het idee dat veel mensen niet meteen een mening hebben, of zich niet als eerste durven uit te spreken. En dan is het goed dat er mensen zijn die dat wel doen. Op social media, in de kranten, op straat. Daarmee trekken ze anderen mee. Op die manier ‘dwingt’ een kritische massa besluitvormers om kleur te bekennen. Het feit dat politici maar ook bedrijven steeds minder kunnen rekenen op een vaste achterban van kiezers en consumenten versterkt deze ontwikkeling.
Het voorbeeld van ING dat het voorstel voor de verdubbelde beloning intrekt na 4 dagen van protest springt in het oog. Maar er zijn meer recente voorbeelden. Denk bijvoorbeeld aan het aftreden van VVD-minister Halbe Zijlstra die had gelogen over een anecdote met betrekking tot de Russische leider Poetin. Eerst hoopte hij nog te kunnen aanblijven, daarbij gesteund door de coalitiepartijen. Maar na een storm van protest en hoon vanuit de samenleving trad hij een dag later af.
Een derde voorbeeld is de gang van zaken rond het vliegveld Lelystad dat uitgebreid moet worden om vakantievluchten te kunnen afhandelen en zo het volle Schiphol te ontlasten. Alleen ontdekten tegenstanders van het vliegveld fouten in een belangrijk document. Ook bleek dat er slecht was nagedacht over de aanvlieg- en vertrekroutes naar Lelystad. Om de routes van Schiphol niet te kruisen, voeren die namelijk heel laag over verschillende gemeenten, met ongetwijfeld heel veel overlast als gevolg. Na een storm van protest besloot de minister een jaar extra de tijd te nemen het huiswerk opnieuw te doen.
Als laatste voorbeeld noem ik de invoering van statiegeld op kleine drankflesjes en blikjes. Met een stevige lobby hebben meer dan 400 Vlaamse en Nederlandse organisaties, verenigingen, lokale overheden en bedrijven verenigd in de Statiegeldalliantie de weg gebaand voor invoering van dit statiegeld. Het doel is veel minder zwerfvuil en veel beter hergebruik van schaarse grondstoffen. Het voorstel kan rekeken op grote steun in de bevolking, bijna 80 procent is vóór. Helaas sloot de staatssecretaris een akkoord met de industrie dat veel minder ver gaat. Statiegeld op kleine flesjes komt er vanaf 1 januari 2021 (maar eerst krijgt de industrie nog een keer de kans om er zelf iets van te maken). En over statiegeld op blikjes wordt helemaal niet meer gesproken. Goed voorwerk dus, maar met een vooralsnog teleurstellend resutlaat. Hopelijk stuurt de Tweede Kamer het besluit nog in de goede richting bij.
Het is soms niet gemakkelijk om door de rookgordijnen en het wapengekletter van vandaag heen te kijken om de trends voor morgen te zien. Voor mij zijn die trends duidelijk, namelijk:
Al met al zie ik een duidelijke trend de goede kant op. Meer burgerbetrokkenheid en meer burgerinvloed die leiden tot duurzamere en socialere besluiten. En daarmee ook tot een meer levendige invulling van onze democratie. Ik zie een trend die niet te stoppen is. Maar we zijn er nog lang niet. De basis moet verder worden verbreed. Daarvoor is het nodig dat meer mensen hun schroom laten varen en van zich laten horen. En het tempo moet omhoog. Elke stem telt!
Veel gemeenten hebben als doel om in 2040 klimaatneutraal te zijn. Sommige willen dit doel zelfs eerder bereiken. Maar wat betekent het eigenlijk voor een gemeente om klimaatneutraal te worden? En hoe makkelijk of moeilijk is het om dat doel te bereiken? Lees het in zeven vragen en antwoorden.
Klimaatneutraal betekent dat we geen fossiele brandstoffen meer gebruiken. Dus we verwarmen onze huizen in ieder geval niet meer met gas. Een alternatief is aansluiting van de woning op een warmtenet dat wordt gevoed met een duurzame warmtebron zoals aardwarmte. Voor de aanleg van een warmtenet moet de straat open en worden er nieuwe leidingen gelegd. Is een woning al goed geïsoleerd, of kan ze goed geïsoleerd worden, dan is een warmtepomp wellicht een betere oplossing. Ook infraroodpanelen zijn wellicht een optie. In alle gevallen geldt: hoe beter je huis geïsoleerd is, hoe minder warmte je nodig hebt. Gemeente en bewoners gaan samen op zoek naar de beste oplossingen.
Omdat we van het gas afgaan, koken we voortaan op elektriciteit. Heel eenvoudig, met inductie of keramisch. Het eten dat we koken, komt steeds vaker uit eigen stad of uit de omgeving. Dan zijn er minder vrachtwagens en vrachtschepen nodig om het voedsel te vervoeren.
Auto’s, vrachtwagens, bussen en scooters rijden straks niet meer op fossiele brandstoffen maar elektrisch. Misschien dat waterstof ook een rol gaat spelen als brandstof, maar dat is nog niet met zekerheid te zeggen. Al het vervoer wordt in ieder geval schoon en veel stiller. Dan wordt de lucht die we inademen een stuk frisser!
Het zou goed kunnen dat er veel minder auto’s op straat staan, omdat er beter openbaar vervoer is en mensen dichter bij huis werken. Veel mensen zullen een auto delen met andere bewoners in de straat of de wijk. Op die manier ontstaat er meer ruimte voor bomen, om te spelen en om fietsen te parkeren.
De stroom die buiten de stad wordt opgewekt, komt niet meer uit gas- of kolencentrales, maar vooral van grote windparken op zee. In de stad verschijnen veel meer zonnepanelen en zonneboilers op de daken. Steeds meer mensen wekken hun eigen elektriciteit op, vaak samen met hun buurtgenoten. Er komen ook meer grote batterijen om duurzaam opgewekte energie op te slaan tot het moment dat hij nodig is. En het zou heel goed kunnen dat de accu’s van elektrische auto’s als buffers gaan dienen (overdag de accu’s opladen met zonnestroom, ’s avonds de energie teruggeven aan het net om op te koken en tv mee te kijken). Belangrijk is dat we met zuinige apparaten en zuinig gedrag de vraag naar elektriciteit terugdringen.
Er moet veel gebeuren in relatief korte tijd, maar technisch is het niet zo ingewikkeld. Alle technologie die we nodig hebben is beschikbaar. Misschien dat er nog wat mooie nieuwe vondsten bijkomen, maar ook met wat we nu hebben, gaat het lukken. Dat wil nadrukkelijk niet zeggen dat het een eenvoudige opgave is.
Klimaatneutraal worden is namelijk wel een kwestie van knopen doorhakken, goed plannen en financiële hobbels opruimen. Want bewoners – of het nou huiseigenaren zijn of huurders – zullen alleen dan meewerken als ze de investering kunnen betalen of financieren via een lening. Bewoners die daartoe niet in staat zijn of de investering niet binnen overzienbare termijn kunnen terugverdienen, zullen die investering dan ook niet (kunnen) doen.
Deze megaoperatie kan alleen maar van de grond komen, als de gemeente haar rol van regisseur en aanjager voortvarend oppakt. Dat betekent dat er flink meer menskracht en geld nodig is om met de planning en uitvoering aan de gang te gaan en om ervoor te zorgen dat huiseigenaren en huurders meedoen.
De gemeente komt hierbij als vanzelf een aantal nog niet opgeloste vraagstukken tegen zoals:
Absoluut! Niet alleen omdat we op die manier onze bijdrage leveren aan het tegengaan van klimaatverandering. Maar ook omdat een klimaatneutrale stad een stuk groener, gezonder en meer ontspannen is dan de stad die we nu kennen.
De uitdaging voor gemeenten is om in dit speelveld:
Met dank aan Femke Sleegers voor het meelezen met eerdere versies
Het is de tijd voor het schrijven van een jaaroverzicht, maar of ik er zin in heb? En ook niet onbelangrijk, heeft een jaaroverzicht zin?
Ik denk dat eigenlijk dat er al genoeg verstandige dingen zijn gezegd over politiek, economie en klimaat in 2017. Ik ga dat niet overdoen. Niet in de traditionele vorm althans. Mijn ‘jaaroverzicht’ ziet er daarom – met een knipoog – zo uit:
En wat gaat 2018 ons dan brengen? Ik denk dat het vooral wachten is op grote doorbraken:
Gaat dat allemaal in 2018 gebeuren? Ik hoop het van harte, maar realistisch is het vrees ik niet. Gelukkig gaat het stap voor stap de geode kant op, maar het gaat wel ontzettend langzaam. Of zoals Ruud Koornstra, de nationale energiecommissaris, het verwoordde: “Er komen ontzettend mooie innovaties aan, maar of we nog op tijd zijn voor het klimaat, dat is de spannende vraag.”
Sommigen zeggen tegen mij: wees nou blij met wat er goed gaat. Ik zeg dan: “Dat ben ik ook, maar het gaat allemaal veel te langzaam. Het klimaat wacht niet op ons.” En dan zie ik mensen soms radeloos, soms geschokt kijken, en dan haat ik mezelf even dat ik het wéér gezegd heb. Maar al het andere zou oneerlijk zijn. En als iedereen zegt dat het prima gaat, terwijl dat niet zo is, dan gaan we zeker weten niet op zoek naar hoe het sneller kan.
De vraag is dus hoe we de status quo, de apathie, de ontkenning kunnen doorbreken. Aan mensen laten zien dat het anders kan en dat zij daar ook zelf aan bij kunnen (moeten!) dragen. En ondertussen strategisch uitstelgedrag en leugens in politiek en bedrijfsleven ontmaskeren.
Ik geloof ondertussen niet meer zo in het schrijven van nog een stukje. Ook al ben ik dat nu wel aan het doen 😉 Want al die stukjes hebben de afgelopen jaren niet zoveel vooruitgang opgeleverd. Daarmee wil ik overigens niet zeggen dat de media moeten stoppen met stukjes schrijven en items maken. Ze hebben dat juist veel te lang niet voldoende gedaan en zijn nu bezig met een voorzichtige inhaalslag. Ga vooral zo door.
Maar ik denk dat ‘activisten’, mensen die iets willen veranderen, andere wegen moeten bewandelen, en gelukkig worden er tal van wegen bewandeld. Van ‘klimaatgesprekken’ via ‘Fossielvrij Onderwijs’ tot ‘Code Rood’. En niet te vergeten al die mensen die in kleiner of groter verband zelf aan de slag zijn met isolatie, zonnepanelen, windmolens, deelauto’s en nog veel meer. Ik denk dat we we ook andere manieren moeten verkennen. Ik ben al een tijdje op zoek naar andere vormen om de boodschap dat we heel hard aan de slag moeten voor het klimaat over te brengen. Omdat het zo verdraaid lastig is mensen buiten de klimaatbubble aan te spreken, laat staan mee te krijgen. Denk bijvoorbeeld aan literatuur, cabaret, beeldende kunst, zoiets.
Er komt een moment dat al die initiatieven één groot momentum krijgen, en dan zal het razendsnel gaan met de transitie naar een samenleving zonder fossiele brandstoffen. De vraag is wanneer het gaat gebeuren en hoe het er precies uit gaat zien, maar dat het gaat gebeuren daar twijfel ik niet aan.
De energietransitie zal nog veel veel beroering geven. Denk aan de grote en machtige olieconcerns, die al honderden miljoenen hebben geinvesteeerd in leugens en desinformatie over klimaatverandering. Denk bijvoorbeeld ook aan een land als Rusland. Wanneer de export van olie en gas opdroogt, valt de belangrijkste inkomstenbron weg, en het is maar zeer de vraag of dat land zich daar stilletjes bij zal neerleggen.
En ondertussen staat de wereld niet stil en blijken we op meer vlakken in een transitie te zitten. Er zijn deskundigen die stellen dat nieuwe technologieën zoals de blockchaintechnologie tot een kaalslag zullen leiden in administratieve banen. En in Duitsland wordt steeds duidelijker dat door de overschakeling van de productie van benzine- en dieselauto’s op elektrische auto’s honderdduizenden werknemers overtollig zullen worden. Een elektrische auto telt immers veel minder onderdelen die bovendien ook nog eens minder hard slijten waardoor er veel minder onderhoud nodig is.
Dit alles betekent bestaansonzekerheid voor heel veel mensen zonder dat er ook nog maar een begin van een plan is hoe dit op te vangen. Omscholing zou een manier kunnen zijn. Er zullen immers een hoop huizen geisoleerd moeten worden. En in de zorg komen we nu al veel handen tekort. Een basisinkomen zou een andere manier kunnen zijn de gevolgen op te vangen. Maar in de politiek blijft het akelig stil. Het gaat nu toch prima met de economie en de arbeidsmarkt?
Ik zie onder de oppervlakte een toename van onzekerheid en onvrede in onze samenleving. Onvrede over inkomensverhoudingen die scheef zijn gegroeid bijvoorbeeld en over het grote verschill tussen vaste en flexibele contracten. Over belastingtarieven die grote bedrijven en veelverdieners bevoordelen. Over belastingontwijking die door overheden wordt gefaciliteerd. En over kansen op de woningmarkt bijvoorbeeld.
Dat gevoegd bij de toenemende macht en invloed van de sociale media maar ook de trend dat ‘sterke leiders’ veel volgers trekkers èn hun eigen nieuwsaanbod (inclusief fakenews) genereren, zorgt voor een explosieve cocktail. Het feit dat klimaatverandering zal leiden tot nieuwe vluchtelingenstromen naar en binnen Europa, speelt deze nieuwe ‘leiders’ in de kaart. Mense voelen dat er van alles gist en borrelt, maar kunnen er nog geen vinger op leggen. En het is voor mij zeer de vraag of dit systeem, of misschien beter gezegd het huidige type politici, de komende turbulenties in goede banen kunnen leiden.
Wat kunnen we dan doen? Behalve dapper doorgaan natuurlijk? Behalve minder vlees eten, minder vliegen etc? En ons laten horen? Ik denk dan vooral aan verbinding zoeken op lokaal niveau. Met vrienden, met buren. Want samen weet en kun je méér en krijg je dingen voor elkaar die in je eentje een stuk lastiger zijn. En samen ben je ook weerbaarder als het er op aan komt. Dus investeren in verbinding is wat mij betreft een mooi motto voor het nieuwe jaar.
Dat gezegd hebbend, wens ik u een gezond en gelukkig 2018 toe!
Hé, dat is een rare titel. Er bestaat toch helemaal geen recht om het milieu te vervuilen? Nou, ik denk dus van wel, zoals ik zal aantonen, en we hebben het hier ook nog eens over een zéér relevant en superactueel probleem.
Misschien is het zelfs de kern als we het hebben over onze milieuproblemen. We weten namelijk heel goed dat we als mensheid op een fundamenteel verkeerd pad zitten. En we weten ook dat we onze vervuilende activiteiten af moeten bouwen, om te beginnen met de uitstoot van broeikasgassen. En dat we moeten stoppen met het toebrengen van schade aan de biodiversiteit en met het opmaken van niet-hernieuwbare grondstoffen. Zie hiervoor ook mijn vorige blog over de vier transities die nodig zijn.
Maar in de praktijk gaan de daarvoor noodzakelijke veranderingen traag, héél traag. Als we zo doorgaan zelfs te traag om een leefbare aarde over te houden. En die traagheid heeft alles te maken met het vasthouden aan verworven rechten, en daarmee ook aan het ‘recht’ om de planeet te mogen vervuilen.
In onze westerse samenleving zijn vrijheden en rechten een groot en belangrijk goed. Gelukkig maar. Zij maken dat we zonder bang te hoeven zijn kunnen zeggen en schrijven wat we willen zeggen, dat we kunnen doen wat we willen, dat we kunnen zijn wie we willen zijn. Onze rechten zijn verankerd in de Grondwet. Maar er zit ook een grens aan de uitoefening van die vrijheden, en die grens ligt daar waar de uitoefeningen van vrijheden door de één ten koste gaan van de vrijheden van de ander. Bij ons is het de onafhankelijke rechter die oordeelt over wanneer grenzen overschreden worden.
Een ander ‘recht’ dat hoort bij onze samenleving is het recht om onbeperkt te consumeren. Met andere woorden: consumeren waar je zin in hebt. Soms, als iets heel schadelijk is, stuurt de overheid het vrije consumeren bij met geboden en verboden. Of stelt ze heffingen en subsidies in om consumptie te ontmoedigen of juist te bevorderen. Maar los daarvan mag je in onze samenleving consumeren waar je zin in hebt, in de hoeveelheden die je wenst. Mits je het kan betalen natuurlijk.
Vier keer per jaar met het vliegtuig weg, dan ben je een echte wereldburger. In je eentje in een benzineslurpende SUV naar werk of sportschool, lekker comfortabel. Hartje zomer de was drogen in de wasdroger, handig en snel klaar. Midden in de winter gezellig chillen op een terras, lekker warm dankzij de terrasverwarmer.
Deze opsomming valt eindeloos uit te breiden, maar de kern is steeds dezelfde. Voor ons plezier en gemak verspillen we energie en grondstoffen en vervuilen we ons milieu. Gewoon omdat het kan, omdat we het kunnen betalen, omdat iedereen het doet en omdat het mag. Want de overheid heeft het niet verboden, en dus mag het. Of de overheid heeft wel regels gesteld, maar handhaaft ze niet. Ziedaar het ‘recht’ om te vervuilen.
Waar hier ‘consumeren’ staat, kun je overigens moeiteloos ook ‘produceren’ invullen. Alleen geldt daarvoor nog eens extra dat je regels die in ons land gelden kunt omzeilen door elders op de wereld te produceren, je kunt lobbyen tegen lastige regels en je belastingafdracht kunt vermijden door winsten boekhoudkundig naar landen te sluizen met lage belastingen. En met de dreiging om jezelf of je winsten te verhuizen, kun je overheden ook nog eens prima onder druk zetten.
Wat we zien is eigenlijk een drievoudig falen, namelijk van markt, politiek en maatschappij. De prikkels om niet de juiste grenzen te stellen aan vervuilende activiteiten zijn kennelijk te groot. Want (bijna) iedereen verdient eraan en heeft er plezier van. In ieder geval in de westerse landen en steeds meer ook in landen als China en India. Ga daar maar eens tegenin. En zo feesten we door met grote beloften en kleine verbeteringen. Erop hopend dat als het echt uit de hand loopt, we nog op tijd kunnen bijsturen.
De meesten van ons weten eigenlijk wel dat dit zorgeloze feestje niet meer lang op deze manier kan doorgaan. Dat onze vrijheid om te consumeren en ons ‘recht’ te vervuilen nu al ten koste gaat van anderen elders op deze planeet. En dat ze zeker weten ten koste zullen gaan van onze kinderen en kleinkinderen.
Onze liberale samenleving blaast hier dus keihard één van haar eigen beginselen op, namelijk dat de vrijheid van de één niet ten koste mag gaan van de vrijheid van de ander.
En toch laten we onze ontplooiing hier en nu evident ten koste gaan van de ontplooiing van anderen elders op deze aarde, en van de kansen op ontplooiing van toekomstige generaties. We weten het, en tòch gaan we ermee door. We laten ons verblinden door reclames voor snelle auto’s en verre vliegvakanties. Laten ons in slaap sussen door beloftes van politici. En houden ons vast aan technologische utopieën. Omdat in de toekomst altijd alles beter wordt, toch?
Het wordt na dit consumptiefeestje op grote hoogte dus hoog tijd dat we de landing inzetten. Als we snel zijn wordt het nog een beetje zachte landing. Hoe langer we wachten, hoe harder de landing en hoe groter de kans op een crash. En daarmee zijn we weer bij de vier transities van mijn vorige blog.
In mijn visie ligt de sleutel voor de noodzakelijke verandering bij de bevolking. Bij u, jou en mij dus. Politiek, media en bedrijfsleven hebben namelijk laten zien dat zij niet in staat zijn om het gewenste leiderschap voortvarend op te pakken. Dat is meer dan teleurstellend, wat we hebben hen hard nodig. Maar helaas zie ik deze actoren nog niet 1-2-3 ontsnappen aan de belangen en beperkingen waar zij zich in hebben laten vangen. Daarmee is de bevolking de enige overgebleven bron van noodzakelijke impulsen. Zie ook mijn eerdere blog ‘Power to the people’ over dit thema.
En uiteraard begint dit met kleine groepjes individuen voor wie de behoefte aan verandering zo groot wordt dat zij zich ervoor gaan inspannen. En naarmate die groep groter wordt, volgen politiek, bedrijfsleven en media. Omdat ze eerst de kat uit de boom kijken en geen blauwtje willen lopen.
Wat we nodig hebben zijn grote veranderingen zoals aanpassingen van wetten en sluiten van kolencentrales. Maar het gaat net zo goed om kleine veranderingen. Want veel kleine veranderingen maken één grote verandering. En ze geven bovendien een duidelijk signaal aan maatschappij, politiek en bedrijfsleven.
Het goede nieuws is dat we zelf heel veel kunnen doen. Geen of minder vlees eten. Niet of minder vliegen. Meer fietsen en met het openbaar vervoer. Isoleren. Zonnepanelen op het dak. Meer groen en minder stenen in de tuin. Om maar wat te noemen.
En praten, véél praten. Met familie, vrienden, buren, ondernemers en politici. Over wat er aan de hand is, waar je je zorgen over maakt en wat je zelf eraan doet en wat anderen kunnen doen. En wat we samen kunnen doen. Want wij mensen zijn sociale wezens en vormen onze opvattingen in interactie met onze omgeving. Uit alle inputs die we krijgen uit gesprekken, media en reclame destilleren we onze meningen.
En verder natuurlijk actie voeren en druk uitoefenen op politiek, bedrijfsleven en media. Blijf niet afzijdig, toon burgerschap, laat je zien en horen! Het legertje klimaatactivisten heeft versterking nodig want er moet nog heel veel gebeuren!
Een belangrijke vraag die bij veel mensen leeft is: maakt het eigenlijk uit als ik iets doe tegen klimaatverandering? Mijn kleine bijdrage tegenover de grote besluiten die in politiek en bedrijfsleven moeten worden genomen? Volgens mij kun je daar op 3 manieren naar kijken.
Om de goede dingen te doen hoef je heus geen kluizenaar te worden die zich alle luxe ontzegt. Laat je niet vangen in een ‘alles of niets’-tegenstelling! Dat je denkt dat als je niet al datgene kunt of wilt doen dat goed is voor de planeet, het dan toch allemaal geen zin heeft. Doen wat binnen je mogelijkheden ligt, is al een belangrijke bijdrage. Dat zouden we allemaal moeten doen. Vergelijk het met roken. Als stoppen met roken niet meteen lukt, hoeft dat niet te betekenen dat je zoveel moet blijven roken als je deed. Minder roken is ook gewoon goed voor je gezondheid (en je portemonnee).
Ons energie- en grondstoffengebruik matigen en de biodiversiteit een boost geven, daarmee tijd kopen en ondertussen grote veranderingen afdwingen, dat is de strategie waarmee we de planeet inclusief onszelf helpen overleven.
Maar hoe krijgen we onszelf – en elkaar – dan zover dat we de goede dingen gaan doen? Er zijn meerdere strategieën en daar is ook discussie over. Veel deskundigen en activisten zeggen dat je mensen niet moet confronteren en hen geen angst moet aanjagen maar ze moet verleiden. Met goede voorbeelden dus die mensen kunnen volgen, en door veranderen makkelijk en aantrekkelijk te maken.
Ik denk dat deze strategie absoluut een hele waardevolle is, maar dat deze er vanuit gaat dat we nog veel tijd hebben, en dat veranderen altijd ‘leuk’ kan zijn. Maar zoveel tijd hebben we niet, en veranderen is niet altijd alleen maar leuk.
Ik denk daarom dat we naast de verleidingsstrategie ook meer confronterend te werk moeten gaan. Mensen confronteren met hun onduurzame gedrag. De aandacht trekken, misschien met een knipoog, maar toch. De gevoelde spanning vergroten tussen wat men doet en wat men zou moeten doen. Zo werkt reclame immers ook. En het mag ook best een beetje schuren. Het gaat immers om onze toekomst!
Ik vind het spannend om met de tweede strategie te experimenteren. Het eerste resultaat daarvan heb ik als figuur bij dit blog gevoegd. Voel je vrij om hem te delen. Er zit geen copyright op 😉 En ik ben benieuwd wat je ervan vindt. Feedback is welkom!
Het is even schrikken voor diegenen die dachten dat we goed bezig zijn met onze energietransitie. Je weet wel, de energietransitie is die grote overstap die we moeten maken van fossiele brandstoffen naar duurzame energiebronnen. Zodat we op die manier het klimaat nog een beetje kunnen redden. En daarmee de toekomst van onze planeet kunnen veiligstellen.
Zoals ik al in mijn vorige blog schreef, is de ambitie van het nieuwe kabinet te laag en duurt de energietransitie in het huidige tempo te lang.
Het heeft even geduurd, maar nu is het ook mij duidelijk. Met alleen de energietransitie komen we er niet. Er zijn meer grote problemen die we moeten aanpakken. Alsof één transitie nog niet moeilijk genoeg is, moeten we met meer transities aan de slag. En snel ook.
Het ‘grappige’ is dat ik enkele maanden nog dacht dat we eerst met de energietransitie aan de slag moeten voordat we aan die andere transities kunnen beginnen. Dit omdat we anders onze politici – en onze samenleving – compleet overvragen. Maar ik geef toe: ik zat er compleet naast. We kunnen niet wachten totdat de energietransitie een eind op streek is, we kunnen de transities niet één-voor-één doen. We zullen ze tegelijk en parallel moeten uitvoeren. En we hebben geen tijd te verliezen.
We zijn met zijn allen verslaafd geraakt aan eindeloos genieten. Méér van alles. Méér lekker eten, méér leuke kleding, vaker en verder op vakantie. En dat steeds mooier, beter, lekkerder en goedkoper. Uitgekiende reclames maken ons die boodschap elke dag opnieuw wijs. Zodat we denken dat het normaal is en we niet meer zonder kunnen. En voor degenen die te weinig geld hebben om hun wensen te vervullen, is er de hoop cq. belofte dat die ooit wèl binnen handbereik komen.
Maar inmiddels dringt de keerzijde van onze consumptie steeds harder onze levens binnen. Want om al die producten en diensten goedkoop te kunnen produceren, plegen we op grote schaal roofbouw op onze aarde. Hoewel de marketingafdelingen hun best doen de beelden van ons consumenten weg te houden, kennen we de gevolgen maar al te goed. Vervuilde lucht, bodem en water, afvalbergen, gekapte oerwouden, leeggeviste oceanen, uitgebuite productiewerkers, mishandelde dieren in de bio-industrie.
We zien het aan de klimaatverandering die nu al leidt tot extreem weer en enorme schade. Denk aan de landen rond de Middellandse Zee met enorme zomerse droogte, bosbranden en verschrompelde oogsten. Denk ook aan de VS met zijn bosbranden en wervelstormen, en aan de Alpenlanden waar zelfs bergen instabiel worden.
We zien aan het sterven van de insecten. Uit tellingen in Duitsland blijkt een afname met 76% sinds 1976. Met de insecten verdwijnen de vogels, en boeren zitten met de handen in het haar omdat de bijen verdwijnen die nodig zijn om de gewassen te bestuiven. We zien het aan het op veel plaatsen in de wereld opraken van de zoetwatervoorraden. En aan de destabiliserende werking van klimaatverandering op landen en regio’s die toch al fragiel zijn. Aan de conflicten die hieruit ontstaan en aan de vluchtelingen die onze veilige havens proberen te bereiken.
En ondertussen groeit de wereldbevolking nog steeds en willen al deze mensen ons consumptiepatroon overnemen. Dat leidt dus onherroepelijk tot een nòg hogere belasting van onze planeet, tenzij we…
Wat we dringend nodig hebben zijn aanpassingen in ons productie- en consumptiepatroon zodanig dat we het leven op aarde respecteren. Dat klinkt een beetje zweverig, maar het gaat erom planten, dieren en natuurlijke processen de ruimte te geven die ze nodig hebben. En natuurlijke hulpbronnen zoals bodem en water alleen op die manier in te zetten zodanig dat deze zichzelf weer kunnen herstellen en aanvullen. Dat betekent dus dat we ons als mensen veel terughoudender moeten opstellen. Dat we weer in balans moeten leren leven met onze leefomgeving in plaats van haar onbeperkt te gebruiken en naar onze hand te zetten.
Concreet betekent dit dat we snel moeten beginnen met het herstellen van de biodiversiteit. Van het vergroenen van versteende tuintjes, straten en plantsoenen in de streden tot het opnieuw introduceren van heggen en struikgewassen op het platteland. Het betekent ook het zaaien van bloemen en het stoppen met landbouwgif dat insecten en ander leven doodt. Maar het betekent bijvoorbeeld ook het instellen van meer kraamkamers op zee waar niet mag worden gevist zodat vissen en andere levende wezens zich kunnen herstellen.
Ook betekent dit dat we snel onze kringlopen moeten sluiten. Op energiegebied – dat we voortaan alleen nog maar hernieuwbare energie gebruiken – maar ook als het gaat om al het tastbare om ons heen. We moeten ervoor zorgen dat we onze consumptie van nieuwe grondstoffen tot een minimum beperken en onze hoeveelheid afval praktisch tot nul terugbrengen. Waar het nu nog normaal is dat we meer dan de helft van ons afval weggooien en verbranden, wordt hergebruik de nieuwe norm.
Is dat lastig? Dat is maar hoe je het bekijkt. Neem nou de zakken waarin chips worden verpakt. De glimmende zakken bestaan uit meerdere materialen die onlosmakelijk met elkaar zijn verbonden. Handig voor de fabrikant, maar met de zak kun je vervolgens nog maar twee dingen: weggooien en verbranden. Andere materialen die wel gerecycled kunnen worden zijn beschikbaar, maar de fabrikanten voelen nu geen druk om deze te gebruiken. Denk ook aan statiegeld op kleine flesjes en blikjes. Omdat Nederland anders dan bijvoorbeeld Duitsland geen statiegeld hiervoor kent, belanden deze verpakkingen veelvuldig op straat en in de natuur, en worden ze niet hergebruikt. Heel erg jammer en een gemiste kans.
Het zijn uiteraard maar twee voorbeelden. Maar het interessante is dat we nu al veel verbeteringen kunnen doorvoeren, als we het maar willen. Maar om die veranderingen in gang te zetten moeten we wel bestaande gewoontes en belangen doorbreken. Denk aan de voorbeelden van de chipszakken en het statiegeld. De fabrikanten die zich nu nog verzetten, zullen moeten worden ‘aangemoedigd’ om over te stappen op duurzame alternatieven. Sommige producten zullen hierdoor duurder worden, waardoor hun consumptie af zal nemen. Blijkbaar is de prijs van deze producten nu dus te laag in vergelijking met wat de aarde aankan. Sommige producten zullen helemaal verdwijnen, terwijl er ook nieuwe producten zullen ontstaan.
Om deze veranderingen in gang te zetten is een grotere rol van de overheid onvermijdelijk. Dat betekent een trendbreuk met het huidige neoliberale denken waarin de markt vooral als oplossing wordt gezien en de overheid als bron van problemen. Het betekent dat de overheid een hoogwaardige partner moet worden die kennis over de grenzen van deze planeet vertaalt in grenzen waarbinnen bedrijven mogen opereren. Het betekent ook een enorme inspanning om met alle andere landen op één lijn te komen en dezelfde grenzen te stellen.
De komende decennia zullen dus veel dingen (moeten) veranderen. Dat vraagt veel van burgers (bewoners, mensen), op verschillende vlakken. Om te beginnen als aanjager en ondersteuner van veranderingen. Want zonder draagvlak bij de bevolking kunnen politici en overheden de veranderingen waar we het over hebben niet doorvoeren. Sterker nog: zonder druk vanuit de voorlopers in de bevolking zullen veel politici deze stappen niet eens aandurven. Een volgende blog zal dan ook gaan over wat burgers zelf kunnen doen. Spoiler: ik zal het daarbij zeker gaan hebben over verantwoordelijkheid nemen en weerstand bieden aan verleidingen die slecht zijn voor de toekomst van onze planeet 😉
Maar het betekent ook meer betrokkenheid en solidariteit met de andere mensen op deze planeet die ook met deze veranderingen worden geconfronteerd. Dat kan alleen als we de veranderingen met elkaar invoeren, in plaats van te concurreren met elkaar. En eigenlijk is dat heel mooi, want uiteindelijk vormen burgers, mensen dus zoals jij en ik, het levend organisme van iedere samenleving. Of het nou om een wijk, een stad, een land of om de planeet gaat.
Dat brengt mij bij een vierde transitie die sterk verweven is met de andere transities. Het gaat daarbij namelijk om het introduceren van meer sociale rechtvaardigheid in onze samenleving, nationaal maar zeker ook in internationaal verband. Het is onvoorstelbaar dat de rijkste acht mensen (allemaal mannen) evenveel bezitten als de armste helft van de wereldbevolking.
De grote uitdaging is om, juist ook tegen de achtergrond van alle veranderingen die plaatsvinden en nog zullen moeten plaatsvinden, iedereen een redelijk bestaan te gunnen. En dan bedoel ik met ‘gunnen’ dat we daarvoor ook actief de voorwaarden scheppen. We kunnen ons namelijk simpelweg niet veroorloven de kloof in welvaart zo groot te laten of nog verder te laten groeien. Die kloof is om te beginnen in moreel opzicht niet te verantwoorden. Maar bovendien zet de kloof de samenwerking tussen ‘arm’ en ‘rijk’ onder druk, terwijl we juist alle krachten moeten bundelen om de transities tot een goed einde te kunnen brengen.
Bijgaande TEDx-video van Kate Raworth geeft een mooie inkleuring van het bovenstaande. En en passant maakt zij de mainstream economische wetenschap fijntjes met de grond gelijk. Kate was afgelopen zondag nog te gast in Buitenhof. Kijken dus!
Zeven maanden na de verkiezingen was het afgelopen week zover. Daar was het dan: het nieuwe regeerakkoord! En dat roept natuurlijk de vraag op wat ‘we’ er nou van vinden. In deze bijdrage zet ik mijn gedachten daarover op een rijtje, in het bijzonder op het gebied van het klimaat.
Eerst maar eens met een positieve bril naar het akkoord kijken. Volgens de partijen die deelnemen aan de coalitie is dit het groenste regeerakkoord ooit. En inderdaad, er staan een hoop goede duurzame doelen, voornemens en maatregelen in. Ik noem er enkele:
Dat zijn zonder meer belangrijke stappen die de transitie naar een koolstofarme economie vooruit helpen. Het is ook een duidelijke boodschap voor bewoners en bedrijven: hou er maar rekening mee, de energietransitie komt er nu echt aan. En ik moet toegeven, met VVD en CDA aan tafel had ik op (veel) minder gerekend.
Daarmee is nog niet alles gezegd. Want doelen, voornemens en maatregelen in een regeerakkoord moeten eerst nog worden omgezet in beleid. Of moeten in Europees verband worden afgesproken. En daarna worden uitgevoerd. Dan zal blijken hoe groot de maatschappelijke weerstand zal zijn, evenals de politieke weerstand, ook van partijen als de VVD en het CDA.
Het regeerakkoord biedt dus legio kansen voor uitstel of afstel. Daar komt bij dat de grote klimaatklappers vrijwel allemaal voorzien zijn in de jaren na deze kabinetsperiode. Nu kun je redeneren dat dat logisch is. Een energietransitie regel je nou eenmaal niet binnen vier jaar. Maar je kunt de komende vier jaar wel gebruiken om in beleid en wetten de basis ervoor te leggen. Positief is dat dit ook precies is wat het nieuwe kabinet lijkt te willen gaan doen.
Maar je kunt het akkoord ook op een andere manier bekijken. Niet vanuit de invalshoek van politiek realisme van wat er aan de onderhandelingstafel mogelijk was, maar vanuit de invalshoek van de harde noodzaak. Concreet: wat moet er gebeuren om de opwarming van de aarde onder de 1,5 graden te houden?
Wanneer je het akkoord op die manier tegen het licht houdt, moet je constateren dat het niet genoeg is. Zelfs op papier niet, nog los van alle concretisering en uitvoering die nog moet plaatsvinden.
Jelmer Mommers, de klimaatjournalist van De Correspondent verwoordt het in zijn analyse van het regeerakkoord als volgt:
Rutte III wil dat de CO2-uitstoot in 2030 – over 13 jaar – 49 procent lager ligt dan in 1990. Dat is ambitieus. Maar het probleem is dat je het doel van Parijs – maximaal 2 graden Celsius opwarming, streven naar 1,5 – hiermee niet haalt. Voor 2 graden is volgens het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) een reductie van 55 procent in 2030 nodig. En om uit te komen op 1,5 graad is een reductie van 60 procent noodzakelijk. Daar komt Nederland zo bij lange na niet.
En dan hebben we het nog niet gehad over de dure en onzekere maatregel om CO2 af te vangen en op te slaan. Begrijp me niet verkeerd, ik denk dat we zeker met deze maatregel aan de slag moeten gaan. Ik denk dat we niet de luxe hebben om te roepen dat je hiermee de fossiele industrie uitstel geeft. Ik denk dat we niet zonder het opbergen van CO2 kunnen, willen we het klimaat nog een beetje leefbaar houden. Maar dat we ondertussen alles in het werk stellen om de uitstoot zo snel mogelijk tot 0 terug te dringen.
Het probleem met de maatregel in het regeerakkoord is de enorme omvang van de reductie (18 Megaton) die het kabinet op deze manier wil bereiken in 2030. En dat terwijl tot op heden nog helemaal geen CO2 op deze manier in ons land is opgeslagen. Daarmee neemt het kabinet een enorme gok en wordt het behalen van de reductie van 49% in 2030 bij voorbaat hoogst onzeker. En die reductie was al te weinig om de 2 graden doelstelling te halen.
De vraag is nu wat te doen met deze inzichten. Mijn conclusie is dat we geen genoegen kunnen nemen met een conclusie ‘meer zat er dus deze keer niet in’. Ik geloof meteen dat het met partijen als VVD en CDA aan tafel lastig onderhandelen is op het gebied van klimaat. Maar het gaat hier wel om de toekomst van onze planeet. Hoe kunnen we nou andere landen aanspreken op hun verplichting om hun CO2-uitstoot terug te brengen als wij als rijk land al niet doen wat nodig is? En dat terwijl ons land met zijn ligging onder zeeniveau ook nog eens een extra groot belang heeft bij het zo veel mogelijk beperken van de klimaatverandering en daarmee ook de zeespiegelstijging?
Nee, het valt niet te accepteren dat we 4 jaar lang aan deze afspraken zijn geketend. Ook al gaan de doelen, voornemens en maatregelen verder dan alles wat eerder is vastgelegd, het is gewoon onvoldoende. Het gekozen motto ‘Vertrouwen in de toekomst’ levert in dat perspectief zelfs een beetje cynische bijsmaak op.
Ik vrees dat de kans klein is dat de vier partijen het regeerakkoord openbreken en dit moeilijk bevochten compromis aanscherpen. Maar politiek realisme kan en mag niet voorkomen dat het denken stopt. Het is te hopen dat mede door dit regeerakkoord snel veel meer mensen zich bewust worden van de overlevingsstrijd waar we in terecht zijn gekomen. En dat ze besluiten er zelf naar te handelen, en de politiek met hun bezorgdheid onder druk te zetten. Het wordt een spannende tijd, met een keiharde strijd. Maar de inzet is dan ook hoog, voor ons als mensheid. Hoger kan niet.
Het nieuwe regeerakkoord kunt u hier downloaden.
Graag deel ik dit uitstekend artikel van Jelmer Mommers in De Correspondent, waar ik buikpijn van krijg. Het gaat over de manier waarop de fossiele energiesector kinderen op school een verkeerde voorstelling van zaken mag geven over het klimaatprobleem en de oplossingen ervoor. Het gaat dus met name over de NAM (aardgas, Groningen, aardbevingen) en Shell (olie, aardgas, voor de helft eigenaar van de NAM). En het gaat ook over politiek en maatschappij die dit soort kindermarketing toelaten.
Jelmer Mommers van De Correspondent verwoordt het zo:
“Veel lesmateriaal is op het eerste gezicht neutraal. ‘Hoe wordt aardgas gewonnen?’ is dan bijvoorbeeld de vraag, of ‘hoe is het om te leven op een boorplatform?’ Maar in al deze lespakketten schemert de visie van de gasbedrijven door. Samenvattend is de boodschap:
– Gas is een noodzakelijk onderdeel van de energiemix; het is ‘normaal,’ ‘hoort erbij,’ en ‘bron van onze welvaart.’
– De overgang naar een klimaatneutrale economie is belangrijk, maar het is onrealistisch te denken dat die snel kan gaan.
– Oplossingen die de gasindustrie al jarenlang promoot, verdienen de voorkeur. Denk aan waterstofauto’s en de ondergrondse opslag van CO2 waar Shell op inzet.Je kunt honderd keer lesgeven met dit lesmateriaal; dan nog zal een leerling niet het gevoel hebben dat het energiesysteem dat we nu hebben dringend moet veranderen omdat er iets grondig mis is met het klimaat. Omdat dat er simpelweg niet in staat.”
Maar waarom krijg ik hier nou buikpijn van? Omdat deze bedrijven alle mogelijkheden inzetten om hun omzet veilig te stellen en te vergroten? Inclusief slinkse beïnvloeding tot en met in het klaslokaal? Mja, misschien. Maar waar ik echt buikpijn van krijg is de manier waarop we daar in Nederland en in Den Haag mee omgaan. Die houding van ‘eigen verantwoordelijkheid’ (van de docent en de ouders) en ‘er zitten toch ook goede kanten aan’. ‘Moet kunnen, toch’? ‘Wat gaat er nou echt mis’?
Nou wat er echt mis gaat is dat je kinderen een verkeerd beeld voorschotelt over de toestand van de wereld en wat er moet gebeuren. Daarmee ontneem je deze kinderen de kans een bijdrage te leveren aan een toekomst die bij benadering net zo prettig zal zijn als de onze. Want wat kinderen op jonge leeftijd met gezag wordt bijgebracht, blijft lang hangen. Dat weten we allemaal.
Het gaat in politiek en maatschappij om argumenten en steun voor die argumenten. Daarom schrijf ik dit stukje. In de hoop dat het eraan bijdraagt dat deze praktijken zsm gaan stoppen. Dat de overheid haar verantwoordelijkheid neemt en een flinke stok steekt voor het beïnvloeden van kinderen, nota bene op hun eigen school. Deze kindermarketing onmogelijk maakt.
En dat de bedrijven die in fossiele energie doen en veel te weinig doen voor een schone en veilige toekomst ook als zodanig worden aangesproken en niet ook nog een subsidie voor een kinderfestival ‘Generation Discover’ krijgen om hun boodschap verder te verspreiden, met medewerking van de overheid.
Het gaat dus om argumenten en om moreel leiderschap. Tegen een machtig bedrijf als Shell ‘nee’ te durven zeggen. Dat vergt lef, zeker van lokale politici. Ik durf de stelling aan dat dit soort negerend en vergoelijkend gedrag ertoe leidt dat het gezag van de politiek (verder) erodeert.
De hele strategie van de olie- en gassector is om de aandacht van hun eigen gebrek aan handelen af te leiden. In die zin is het briljant om samen met een partner als Defensie een zogenaamd technologiefestival ‘Generation Discover’ te organiseren. Zelfverklaard doel is kinderen meer voor technologie te interesseren. Omdat er al zo weinig technici in ons land zijn. Een argument waar ook de gemeente Den Haag voor valt en daarom een ton subsidie geeft.
Even briljant als schaamteloos cynisch is het om kinderen tijdens dat festival ‘Generation Discover’ een overstromingsramp in de Randstad te laten oplossen. Zie ook bijgevoegde foto. Vast zonder erbij te vertellen dat Shell met zijn invalshoek ‘maar de maatschappij wil toch graag dat wij fossiele brandstoffen leveren?’ zeespiegelstijging bevordert. Door 99% van menskracht en financiële middelen NIET in duurzame oplossingen te investeren. En daarmee een overstromingsramp dichterbij brengt.
Soms moet je om van je eigen falen af te leiden, gewoon frontaal in de aanval gaan. Iets gewoon als een gegeven brengen in plaats van als iets waar je zelf medeschuldig aan bent. Anderen aan het werk zetten in plaats van zelf aan de slag te gaan. Hoe eenvoudig eigenlijk.
https://decorrespondent.nl/7409/zo-beinvloeden-olie-en-gasbedrijven-het-nederlandse-onderwijs/1673827928982-23939b55
https://decorrespondent.nl/6082/de-pr-praatjes-van-shell-zijn-een-stuk-groener-dan-de-investeringen/193184141238-5f06e808