De klimaatconferentie COP27 is afgelopen en de meningen over het resultaat zijn nogal verdeeld. Kort samengevat: goed dat er overeenstemming is bereikt over een schadefonds voor de door de klimaatcrisis meest getroffen landen en goed dat de klimaatdoelen niet zijn afgezwakt. En tragisch dat er geen vooruitgang is geboekt over hoe het 1,5 gradendoel beter binnen bereik kan worden gebracht en over het uitfaseren van fossiele brandstoffen.
Schadefonds is dweilen met de kraan open
Ik zou graag iets positiefs willen zeggen, maar zelf vind ik het resultaat meer dan teleurstellend. Om te beginnen dat schadefonds: er is overeenstemming over dat het er moet komen het hoe en waarom en de vulling ervan moet nog verder worden uitgewerkt. En dat terwijl de rijke landen eerder al hebben beloofd 100 miljard dollar per jaar aan de arme landen te betalen voor financiering van klimaatbeleid (en dat bedrag tot nu toe niet halen). En dat is terecht, want het zijn de rijke landen die de meeste schade hebben veroorzaakt (en nog steeds veroorzaken) terwijl de arme landen het meest worden getroffen. Maar het cynische van een schadefonds is eigenlijk dat zolang de CO2-kraan en daarmee de opwarmingskraan open blijft staan, de schade alleen maar verder toeneemt. Je kunt schade compenseren wat je wilt, maar als volgend jaar weer alles verdroogt, affikt of onderloopt, is wederopbouw een weinig zinvolle strategie. En precies over die CO2-kraan zijn dus geen afspraken gemaakt. De kans dat we binnen dat 1,5 gradendoel blijven is sowieso nog maar een theoretische. Dat wil niet zeggen dat we niet ons stinkende best moeten doen, elke fractie van een graad minder opwarming is relevant.
In hetzelfde schuitje
Al met al leven we in een rare tijd dat we collectief weten dat we in hetzelfde schuitje zitten, dat we dringend samen aan de slag moeten om dat schuitje te redden (en daarmee onszelf), maar het eigenbelang ons ervan weerhoudt om dat ook effectief te doen. Voor wie denkt dat het zo’n vaart niet zal lopen: het is niet de eerste keer dat samenlevingen schipbreuk hebben geleden. Wat dit betreft kan ik het boek Collapse : How Societies Choose to Fail or Survive van Jared Diamond van harte aanbevelen.
“We are on a highway to climate hell, with our foot still on the accelerator.” Een sterke metafoor, en zo’n beetje de sterkst mogelijke waarschuwing die de Secretaris-Generaal van De Verenigde Naties kan uitspreken. Hij deed dit bij aanvang van de klimaatconferentie COP27.
Het valt nog te bezien of zijn waarschuwing effect sorteert. Ik heb er helaas een hard hoofd in: de track record van regeringsleiders is wat dit betreft niet best. De afronding van de conferentie staat gepland op 18 november, dus binnenkort weten we meer.
Drie oplossingsrichtingen om de weg terug naar een daadkrachtige overheid te vinden
Het was een topweek voor wie van klimaatnieuws houdt. Plakkende activisten maakten de tongen los, de thermometers tikten nieuwe records aan en nieuwe klimaatrapporten zagen het licht. Ondertussen hollen we van crisis naar crisis. Hoe komen we daar uit?
Wat de activisten zeggen
De activisten wezen er met hun acties volkomen terecht op dat de zaak gierend uit de hand loopt terwijl de overheid fossiele brandstoffen met zo’n 17 miljard euro per jaar subsidieert. En dat terwijl fossiele bedrijven zoals Shell recordwinsten behalen. Bovendien staat de overheid toe dat er steeds maar nieuwe olie- en gasvelden worden aangeboord, terwijl de verbranding van de reeds aangeboorde voorraad ons sowieso al ver boven de 1,5 graden katapulteert. Keep it in the ground, dus.
Klimaatrapporten
De WMO meldde dat er nooit eerder zo hoge concentraties broeikasgassen in de lucht hingen als afgelopen jaar. En de UNEP berekende tot hoe hoog de temperatuur gaat oplopen aan het einde van deze eeuw. Met het huidige klimaatbeleid komt de opwarming uit op 2,8 graden. Als alle beloofde klimaatmaatregelen worden meegeteld komt de opwarming nog steeds uit op tussen de 2,4 en 2,6 graden. Er is momenteel geen zicht op een geloofwaardig pad om onder de nog enigszins veilig geachte 1,5 graden te blijven. Want om zicht te houden op de 1,5 graden zouden de emissies tot 2030 met de helft moeten afnemen. Je hoeft geen deskundige te zijn om te snappen dat dit niet te doen is in 8 jaar tijd. Tenzij je echt draconisch te werk gaat natuurlijk, maar er is niets dat er op wijst dat dit gaat gebeuren.
Crisis op crisis
Nou is het sowieso al een tijd van crisis op crisis, met een opeenstapeling van slecht klimaatnieuws. Hitte, droogte, branden, overstromingen, smeltend ijs, slechte oogsten, stervende mensen, stervende natuur. Met oorlog in Europa, stijgende prijzen van energie en voedsel. Mensen die massaal in de financiële problemen dreigen te komen. Vogelgriep. Een naderende recessie. En een overheid die het allemaal teveel wordt en achter de crises aanholt en zelfs de eigenhandig veroorzaakte problemen niet meer kan oplossen.
De oorzaak zit in een politiek systeem dat in meerderheid weigert naar de echte oorzaken van problemen (want lastiglastig) te kijken en liever stuurt op verkoopbare uitkomsten waardoor de problemen niet worden aangepakt. Of zoals Mathieu Segers het in De Groene Amsterdammer omschreef: een politiek van gevolgen. Beeldvorming en populariteit zijn belangrijker dan het daadwerkelijk oplossen van de problemen. Want het moet allemaal natuurlijk wel haalbaar en betaalbaar blijven en we moeten ook kunnen blijven bbq-en, want de volgende verkiezingen komen er alweer aan.
Patronen doorbreken
Wat er aan de hand is, weten we inmiddels dus wel. De vraag is wat er aan te doen. Met het doel van een meer daadkrachtige overheid die problemen daadwerkelijk te lijf gaat voor ogen, zie ik drie oplossingsrichtingen.
Onlangs waarschuwde de WRR dat de overheid te vaak in kortetermijndenken vervalt en daarbij ook nog eens te vaak hoopt dat alles wel weer goed komt. Beter zou zijn om in scenario’s te denken (ja, ook de minder positieve) en daar in het beleid op in te spelen. En om bovendien beter te communiceren over risico’s zodat burgers en bedrijven zich beter kunnen voorbereiden op een crisis.
Dit gaat dus om een andere werkwijze, die alleen kans van slagen heeft als de ambtelijke professionaliteit en cultuur hiermee uit de voeten kan. Na vele jaren waarin de politiek wenselijke uitkomst voorop staat, vraagt dit dus ook om een cultuuromslag in de politieke top. En daarmee ook in het parlement. Wat nodig is, is dat politici de burger uiteindelijk weer serieus nemen en niet langer naar de mond praten.
Die burger zal tot slot ook zelf in beweging moeten komen. Eerder schreef ik al dat teveel burgers zich vooral concentreren op het optimaliseren van hun eigen leven. Daarmee laten ze de grote ontwikkelingen over aan ondernemers (en multinationals) die te vaak vooral financiële doelen hebben, aan ambtenaren die slecht worden aangestuurd en aan politici die te vaak hun eigen carrière willen veiligstellen in plaats van de grote problemen echt willen oplossen. Groepsdruk voortkomend uit regeerakkoord en fractiediscipline houdt eventuele moedige nieuwkomers in toom.
Burgers hebben de sleutel in handen
Ondernemers, ambtenaren en politici hebben dus een schop onder de kont nodig. Dat betekent dat meer burgers uit hun comfortzone moeten komen en invloed moeten gaan uitoefenen. Want met privilege komt verantwoordelijkheid. En een leefbare toekomst is dat offer meer dan waard, toch?
Deze week presenteerde het CBS een analyse waaruit blijkt dat het aandeel hoogopgeleiden de afgelopen 40 jaar is verdrievoudigd. Dat is goed nieuws voor de economie en bijv de gezondheidszorg. Zonder al die hoogopgeleiden zou een complexe samenleving als de onze immers niet kunnen draaien.
Maar even uitzoomend: waar heeft ons dit gebracht? Ondanks alle innovaties staan we op het hellend vlak van een zich voor onze ogen voltrekkende ecologische ramp. De biodiversiteit kachelt steeds verder achteruit en het klimaat staat definitief op ontploffen.
En nu de link met de hoogopgeleiden. Je zou verwachten dat naarmate mensen door hun opleiding beter het grote geheel kunnen begrijpen en welke invloed ze daarop (kunnen) hebben, ze daar ook meer naar gaan handelen. Concreet: dat ze zich inzetten voor een betere samenleving en een duurzamere toekomst. Dat is bij veel hoogopgeleiden echter niet het geval. Ze zijn drukdrukdruk en zetten hun kennis en kunde in voor de zaak, de carrière, het gezin, de hypotheek, de vakantie, noem maar op. Ze optimaliseren op die manier vooral hun eigen leven. Daar schiet de planeet en de toekomst niks mee op.
Sterker nog: mensen met hoge inkomens vervuilen gemiddeld meer dan mensen met lage inkomens. Denk aan grotere huizen, meer consumptieve aankopen, meer en grotere auto’s, meer vliegreizen.
Dat moet veranderen, op deze manier keert de wal het schip, en snel ook. Hoogopgeleiden hebben daarin een rol te nemen. Met privilege komt verantwoordelijkheid.
Alweer een Prinsjesdag, alweer een Troonrede. Dit jaar sprong wat mij betreft deze zin er uit als mini-meevaller: “Onze huidige manier van leven stuit op economische, sociale en ecologische grenzen.”
Alleen hoeveel mensen zouden beseffen wat dit ècht betekent? En hoe urgent deze veranderopgave is? Wat dat betreft is deze passage helaas veelzeggend: “Toch mogen we houvast ontlenen aan de manier waarop ons land in het verleden stapsgewijs grote veranderingen heeft doorgemaakt. Die geleidelijkheid is wezenlijk. Niet alles kan en hoeft tegelijk, ook niet in het hier en nu.”
Verderop in de tekst staat gelukkig nog een alinea over de urgentie van de klimaataanpak en de energietransitie. Toch heb ik nog niet de indruk dat het kwartje gevallen. Echte urgentie ziet er anders uit.
Deze week een superinteressant interview in NRC over het jongste advies van de WRR die waarschuwt dat de overheid te vaak in kortetermijndenken vervalt en ook daarbij nog eens te vaak hoopt dat alles wel weer goed komt.
Beter zou zijn om in scenario’s te denken (ja, ook de minder positieve) en daar in het beleid op in te spelen. En om bovendien beter te communiceren over risico’s zodat burgers en bedrijven zich beter kunnen voorbereiden op een crisis. Dat geldt voor een groot aantal crises zoals op de terreinen van energie, klimaat, voedsel, water en ziekten.
Dit advies zou eigenlijk een open deur moeten zijn, maar is het helaas niet. Nu maar hopen dat politici en ambtenaren dit in hun oren knopen en ook de ongewenste toekomsten durven te verkennen.
Scenario’s
Eerder heb ik een cursus gevolgd over het ‘bouwen’ van scenario’s, leuk en leerzaam en absoluut een aanrader! Alweer 5 jaar geleden schreef ik een blog over 3 scenario’s voor klimaatverandering. En vorig jaar een stuk over dat het kabinet er goed aan doet om klimaatscenario’s op te stellen.
Naar aanleiding van dit artikel in NRC over de actuele opeenstapeling van crises – polycrisis – heb ik mijn schema uit 2017 een update gegeven.
[Tip: om het schema uit te vergroten, klik op het schema en selecteer ‘view image’ en vergroot het plaatje.]
Het schema gaat over oorzaken en gevolgen van klimaatverandering en over belemmeringen in de aanpak daarvan. Uiteraard is het een vereenvoudiging van de werkelijkheid.
Een drietal conclusies in vogelvlucht
Klimaatverandering leidt door de veroorzaakte schade uiteindelijk tot destabilisering van maatschappijen en regeringen (ook de onze).
Die destabilisering zorgt voor een focus op de aanpak van acute problemen waardoor klimaatverandering niet genoeg wordt aangepakt en problemen verergeren.
De sleutel voor een effectieve aanpak zit bij burgers die echter door diverse redenen (nog) niet uit de startblokken komen. In het schema is dat het blok linksonder.
Poetin overschaduwt klimaatverandering
Een vierde conclusie zou kunnen zijn dat de inval van Poetin in Oekraïne en de gevolgen daarvan voor het buitenlands beleid, energiemarkt en de inflatie compleet de gevolgen van de klimaatverandering vooralsnog overschaduwen. Regeringen staan onder druk om alternatieven voor Russisch gas te organiseren en burgers te beschermen tegen de stijgende prijzen.
Effecten van klimaatverandering zijn deze zomer tastbaar in de vorm van recordhitte en -droogte en aantasting van de landbouwproductie. Toch lijkt dit vooralsnog niet tot snellere klimaatactie te leiden. Een vergelijking met de spreekwoordelijke kikker die niet uit een kookpan springt die langzaam wordt verhit, dringt zich op. De aantasting van de landbouwopbrengsten in grote delen van de wereld kan echter wel degelijk leiden tot krapte van voedselaanbod. Tot op heden heb ik nog geen optelsom van de gevolgen voor de verschillende oogsten voorbij zien komen.
Wat een held! Viervoudig wereldkampioen Sebastian Vettel stopt mede vanwege de klimaatcrisis met racen en spreekt vrijuit over zijn zorgen daarover en over het dilemma waar hij mee worstelt namelijk dat F1 bijzonder slecht is voor het klimaat.
Mooi ook hoe hij spreekt over de ommezwaai die hij heeft gemaakt, na al die jaren begon de verspilling en de vervuiling steeds meer te knagen. Daarmee kan hij een voorbeeld zijn voor velen onder ons. Het is geen schande toe te geven dat omstandigheden veranderen en dat je daarom je opvattingen aanpast.
Nu wel graag nog iets meer tempo en actie, want dat straalt hij nog niet uit (althans niet in dit interview op de NOS-site).
Het gaat niet goed met de kwaliteit van onze wateren en dat gaan we steeds meer merken omdat bijv bouwactiviteiten geen doorgang kunnen vinden. Drie dingen vielen mij bij het lezen van dit artikel in NRC op.
De meest ingrijpende (en effectieve) maatregelen zoals m.b.t. stikstof zijn steeds op de lange baan geschoven, het ministerie van I&W put zich uit in relativerende bewoordingen en er is een duidelijke samenhang met de klimaatcrisis want hogere temperaturen en drogere zomers schaden de waterkwaliteit.
En zo zijn we dus hard op weg naar de volgende crisis. Kan er nog wel bij, zullen we maar zeggen.
Wie het klimaat wil helpen, moet meer praten. Dat klinkt tegenstrijdig, want is er niet veel te veel genoeg gepraat? Nee, zegt Katherine Hayhoe in dit interview van RTL Nieuws. Want hoe kun je samen in actie komen als je er niet over praat?