Dat het wel goed zou komen was een kwaadaardige leugen, op zijn best een fatale inschattingsfout
In 2009 schreef ik een boek over klimaatverandering en schrok ik me wezenloos. De situatie was toen al ernstig en de vooruitzichten waren belabberd. Om er een positieve draai aan te geven voegde ik er tips aan toe wat een ieder kan doen om de crisis af te wenden. Duurzaam consumeren, duurzaam bankieren, duurzaam stemmen, dat soort dingen. Optimistisch noemde ik het boek “Korte metten met de klimaatcrisis”.
Het heeft niet mogen baten. Het lijkt alsof we in een klassieke rampenfilm zitten, met een heel lange aanloop naar de daadwerkelijke ramp. Wetenschappers die decennia lang waarschuwen, slechteriken die met onjuiste informatie twijfel zaaien, politici die om de hete brij heen draaien, burgers die het allemaal maar verwarrend en ongemakkelijk vinden. Met een Secretaris-Generaal van de VN die bijna wanhopig waarschuwt dat “We are coming to a point of no return”.
Je ziet het pas als je het ziet
Voor wie het wil zien: er is steeds meer opwarming in ons land en wereldwijd, steeds meer afsmelting van ijskappen en gletsjers, steeds meer droogte, steeds meer extreem weer, steeds meer enorme bosbranden. Afgelopen week werden temperatuurrecords in Canada verpulverd (49,6 graden Celsius). Het dorpje waar het record werd gevestigd werd even later vernietigd door een bosbrand. In de bijbehorende hittegolf zijn honderden doden gevallen. Mensen zoeken verkoeling in koelcentra en ondergrondse parkeergarages. In Zuid-Limburg, België en Duitsland kwamen straten blank te staan door wolkbreuken.
De jaren 2020 en 2016 zijn wereldwijd de tot nu toe warmste jaren ooit gemeten. De periode 2011 – 2020 is het warmste decennium ooit gemeten.
Jarenlang is ons voorgehouden dat we de klimaatcrisis kunnen afwenden met economische en technologische innovaties. Dat er nog tijd genoeg was, met als ondertiteling: leef, stem, consumeer rustig door, het komt wel goed. Het blijkt een kwaadaardige leugen te zijn geweest, op zijn best een fatale inschattingsfout.
De klimaatcrisis is er al, en is aan het versnellen. De schade aan mensen, dieren, natuur en economie treedt nu al op en zal verder toenemen. Zelfs als we vandaag zouden stoppen met het uitstoten van broeikasgassen – waartoe we overduidelijk niet in staat zijn – gaat de opwarming nog decennia door. Dat komt door de enorme hoeveelheden broeikasgassen in de atmosfeer die daar nog een hele tijd blijven zitten. Het ijs op de poolkappen smelt nu al massaal waardoor minder energie van de zon wordt teruggekaatst en de aarde verder opwarmt. Net als de permafrost nu al aan het smelten is waardoor grote hoeveelheden methaan vrijkomen, óók een krachtig broeikasgas. We zijn op weg naar 2 à 3 graden opwarming en misschien nog wel meer.
Het is een moeilijk te bevatten en te verteren boodschap. We hadden dit kunnen voorkomen, maar we hebben het verprutst.
Alle ballen op de politiek
Maar dat betekent niet dat we nu lijdend, rouwend en fatalistisch achterover kunnen hangen. De eerste opgave is en blijft om zo snel mogelijk de kraan van de broeikasgassen dicht te draaien. We moeten redden wat er te redden valt en elke tiende graad opwarming meer of minder telt. De tweede opgave is om ons voor te bereiden op voortgaande klimaatontwrichting. Klimaatadaptatie heeft nu nog vooral betrekking op het aanpassen van onze fysieke leefomgeving aan overvloedige hitte en neerslag en het beschermen tegen overstromingen. Maar de klimaatcrisis raakt veel meer facetten van onze samenleving, in feite zo’n beetje alle facetten, maar daarover een volgende keer meer. Het probleem negeren is geen optie meer. We moeten nu echt aan de slag. Ook al klinkt dat een beetje grijsgedraaid.
Ik spreek steeds meer mensen die ook wel zien dat het snel de verkeerde kant op gaat. Volgens het CBS maakt drie kwart van de bevolking zich zorgen over de gevolgen van klimaatverandering voor toekomstige generaties (voorjaar 2020). Het is niet voor niks dat steeds meer bedrijven hun reclame voorzien van een – vaak bijzonder creatief – groen sausje. Consumenten vragen steeds meer om producten en diensten met zo min mogelijk milieuschade. Maar om echt een deuk in een pakje boter te slaan moet de politiek in beweging komen. De grote klappers kunnen alleen met systeemveranderingen worden bereikt. En die kunnen alleen door de politiek worden besloten. Onder meer Urgenda en de Social Tipping Point Coalitie hebben er alvast concrete voorstellen voor uitgewerkt.
Het wachten is nu op het moment dat kinderen, jongeren, ouders, ooms, tantes en grootouders massaal de straat op gaan om van Den Haag actie te eisen voor nog een beetje leefbare toekomst. Gaat niet gebeuren, zegt u? Ik denk dat dat moment steeds dichter bij komt. Want dringend nodig is het. Alles staat nu op het spel.
Onlangs veroordeelde de rechtbank Shell tot het onmiddellijk nemen van maatregelen om zijn uitstoot van CO2 terug te brengen. In 2030 moet er sprake zijn van een netto reductie van 45 procent ten opzichte van 2019. Bijna een halvering dus in minder dan 10 jaar tijd.
Steeds meer mensen zich zorgen maken over de klimaatcrisis, maar noemenswaardige reductie van de broeikasgassen bleef tot nu toe uit. Zowel aan de kant van de overheid, als aan de kant van de bedrijven. Want de economie moet wel doordraaien en burgers en bedrijven vragen nog steeds om fossiele brandstoffen, toch?
Vonnis staat niet op zichzelf
In deze ontmoedigende situatie is de afgelopen weken een flinke verandering gekomen. Bovendien staat het vonnis tegen Shell niet op zichzelf.
Eind april oordeelde het Constitutioneel Hof in Duitsland dat de Duitse regering de hete aardappel van het aanpakken van de klimaatcrisis niet langer mag doorschuiven naar na 2030. Het hof zegt dat de regering op dit moment het grondwettelijke recht op vrijheid in de vorm van een leefbare toekomst van de jongere generatie schendt. De Duitse regering moet daarom haar klimaatwet aanscherpen.
Eind mei oordeelde een rechter in Australië dat de minister van milieu de plicht heeft om jonge mensen tegen de gevolgen van klimaatverandering te beschermen. Aanleiding voor de klacht was een verzoek van een kolenmijn om uit te mogen breiden.
Focus op mensenrechten
De rode draad door deze vonnissen is de focus op het beschermen van mensenrechten. Meer concreet gaat het om het recht op leven. Dit recht is zo ook in de artikelen 2 en 8 het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens gewaarborgd.
NRC schreef hierover: “De opwarming van de aarde is een directe bedreiging voor de mensenrechten in Nederland, inclusief de Wadden (de Waddenvereniging was een van de klagers), oordeelt de rechtbank. Shell draagt daaraan bij met zijn mondiale uitstoot en moet daarom in het héle concern actie ondernemen.” In een klimaatcrisis komen de mogelijkheden om gezond te blijven en je te ontplooien zoals je dat wil ernstig in gevaar.
Urgendavonnis
In 2015 oordeelde de rechter in het Urgendavonnis dat de staat een zorgplicht heeft en daarom zijn burgers moet beschermen. Het niet nakomen van die plicht werd gezien als een zogenaamde onrechtmatige daad. Een onrechtmatige daad betreft een handelen of een nalaten waarmee iemand op onwettige of onbehoorlijke wijze een ander schade toebrengt. Overigens gaf de rechter toen al aan dat er ook een beroep kan worden gedaan op het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM).
Economisch belang
In artikel 8 van het EVRM staat dat er een uitzondering bij het recht op leven gemaakt kan worden vanwege o.a. ‘economic well-being of the country’. Dit zal door velen gezien worden als een ontsnappingsroute om te ontkomen aan dit vonnis. Zowel door de olie en gassector als door politici die het economisch belang op 1 zetten.
Het is echter zeer de vraag of dit een argument is dat voor de rechter kan slagen. Veel studies laten immers zien dat de kosten van de klimaatschade veel hoger zijn dan de kosten van nu ingrijpen om nog meer schade te voorkomen. De noodzaak van een transitie naar een koolstofvrije economie is onder deskundigen eigenlijk onomstreden. Er komt een moment om die transitie daadwerkelijk in gang te zetten en dat moment lijkt nu gekomen. Gelukkig.
Vorige week oordeelde het Duitse Constitutioneel Hof dat de regering de hete aardappel van het aanpakken van de klimaatcrisis niet langer mag doorschuiven naar na 2030. Het hof zegt dat de regering op dit moment het grondwettelijke recht op vrijheid van de jongere generatie schendt. Ook jongeren hebben recht op een leefbare toekomst. De Duitse regering moet daarom haar klimaatwet aanscherpen.
De zaak was aangespannen door 9 jonge klimaatactivisten en werd ondersteund door o.a. Fridays for Future. De uitspraak wordt gezien als een enorme overwinning.
In september zijn er in Duitsland parlementsverkiezingen.
Met dit klimaatdoel weten we zeker dat we niet onder de 2 graden uitkomen
Sinds 2019 heeft Nederland een Klimaatwet. In de wet staat dat de CO2-uitstoot in 2050 95% lager moet zijn dan in 1990. Ook is er een tussendoel van 49% minder uitstoot in 2030 en moet de elektriciteitsproductie in 2050 volledig CO2-neutraal zijn. Nederland wil op deze manier aan het Verdrag van Parijs voldoen
Dit klinkt op het eerste oog allemaal heel logisch, maar hoe kan het dat andere landen en organisaties tot een compleet andere invulling van het Verdrag van Parijs komen? Zo wil China in 2060 klimaatneutraal zijn, wil de EU in 2050 voor 100% klimaatneutraal zijn, stelt de Partij voor de Dieren in haar Klimaatwet 1.5 voor om in 2030 klimaatneutraal te zijn en zegt Extinction Rebellion dat dit al in 2025 noodzakelijk is. Hoe kan dat en hoe zit dat nou precies? Ik ging op onderzoek uit.
Verdrag van Parijs: 1,5 of 2 graden?
Een deel van de verklaring is meteen al in artikel 2 van Verdrag van Parijs te vinden. Daar staat dat het doel is om de gemiddelde temperatuurstijging “ruim onder de 2 graden Celsius te houden en inspanningen te leveren om de stijging tot 1,5 graden te beperken”. Dus eigenlijk is iedere stijging ‘ruim onder 2 graden’ prima. Maar wat betekent ‘ruim’? Landen mogen zelf kiezen of ze gaan voor 1,5 of toch meer richting 2 graden. Deze keuze bepaalt hoeveel CO2 het land nog mag uitstoten.
In een tabel van klimaatwetenschappers kun je opzoeken hoeveel CO2 we nog mogen uitstoten voor een bepaalde temperatuurstijging en hoeveel kans er dan is om onder die limiet te blijven. Hoe lager de temperatuurstijging en hoe hoger de kans die je daarbij nastreeft, hoe lager de bijbehorende uitstoot. Er wordt gerekend met kansen van 33, 50 en 66 procent. Één van de klimaatwetenschappers waar ik contact mee had, zei daarover: “Zou jij in een vliegtuig stappen dat 66% kans heeft veilig aan te komen”?
Goed punt. Dus waarom wordt er niet (ook) gerekend met bijvoorbeeld een kans van 95 procent? Als het doel zo belangrijk is, namelijk het voortbestaan van onze manier van leven, wil je toch zeker weten dat je het doel gaat halen? Het antwoord zou kunnen zijn dat het CO2-budget heel veel lager uitkomt bij een kans van 95 procent dan bij 66 procent, en er dus sneller en meer op de uitstoot bespaard moet worden. En dat we die realiteit nog niet onder ogen willen zien.
Waar Nederland voor kiest
Maar waar heeft Nederland nou precies voor gekozen? Voor 1,5 of 2 graden? In de Klimaatwet staat alleen een verwijzing naar het Verdrag van Parijs. Daarom ben ik gaan kijken in de Memorie van Toelichting op de Klimaatwet. Maar daar staat het ook niet. In die toelichting wordt wel een aantal keren verwezen naar een rapport van het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) uit 2016. Het rapport heet “Wat betekent het Parijsakkoord voor het Nederlandse langetermijn-klimaatbeleid?”, zie ook de link onderaan dit artikel.
In dat rapport zegt het PBL dat een 1,5 gradendoel “nauwelijks voorstelbaar” is zonder een flinke hoeveelheid negatieve emissies. Negatieve emissies ontstaan bijvoorbeeld door veel bomen te planten of CO2 af te vangen en onder de grond te stoppen. In de toelichting op de Klimaatwet staat: “De indieners willen negatieve emissies niet op voorhand uitsluiten, maar toekomstige generaties ook de mogelijkheid bieden om de doelstellingen van het klimaatakkoord van Parijs met zo min mogelijk negatieve emissies te halen.” Deze wens is kennelijk voldoende reden om het 1,5 gradendoel buiten beeld te schuiven. Hoe dan ook, zonder het expliciet op te schrijven wordt in de Klimaatwet gekozen voor het 2 graden-scenario (zonder negatieve emissies) van het PBL. Het geformuleerde doel van de Klimaatwet – een reductie van de CO2-uitstoot met 95% in 2050 – komt in ieder geval precies overeen met het 2 graden-scenario (zonder negatieve emissies) in het rapport van het PBL.
Iedereen gelijk, of toch maar niet?
Nederland kiest er met zijn Klimaatwet dus voor om te gaan voor het 2 gradendoel. Maar er is nog een belangrijke keuze te maken, namelijk hoe verdeel je het resterende wereldwijde CO2-budget over de landen? Mag iedere wereldburger evenveel uitstoten, of mogen bewoners van rijke landen meer uitstoten, omdat ze nu ook al meer uitstoten? Als je kiest voor iedereen evenveel rechten, dan krijgt een klein land als Nederland relatief weinig CO2-budget en zijn we in heel korte tijd door dat budget heen, puur omdat we elk jaar zoveel uitstoten. De arme landen krijgen dan wat meer ruimte. Ook deze kwestie werd niet geregeld in het Verdrag van Parijs – er was geen overeenstemming over – en landen zijn dan ook vrij om ook hierin eigen keuzes te maken.
In zijn rapport kiest het PBL ervoor de huidige uitstootverdeling als beginpunt te nemen en landen langzaam naar elkaar toe te laten groeien totdat in 2050 de uitstoot per hoofd van de wereldbevolking gelijk is, namelijk ongeveer nul. En in de tussentijd heeft Nederland nog flink veel voordeel van zijn historische ‘voorsprong’.
Deze hele kwestie staat nogal bedekt in het rapport van het PBL, terwijl dit best een belangrijke keuze is. Letterlijk staat er: “Op basis van een aanname van gelijke wereldwijde emissie per hoofd in 2050”. Als niet een klimaatwetenschapper mij in een email er op had gewezen dat er gekozen is voor een “convergentiemodel”, had ik hier compleet overheen gelezen en gedacht dat bedoeld wordt dat iedere wereldburger evenveel rechten krijgt.
De grote vraag is: hoe eerlijk is dit? Rijke landen hebben immers het meest bijgedragen aan het klimaatprobleem terwijl de arme landen er – nu al – de meeste negatieve effecten van ervaren. De Klimaatwet zegt hier niets over.
Concluderend
Zonder het expliciet te maken koos Nederland dus voor een reductiedoel dat hoort bij het 2 gradendoel uit het Verdrag van Parijs en de kans op succes die bij dat doel hoort is 66 procent. En door de huidige uitstootverhouding als vertrekpunt te nemen, heeft Nederland als rijk land nog een hele tijd voordeel van zijn huidige voorsprong in uitstoot. Een voordeel dat ten koste gaat van de armere landen.
Met dit klimaatdoel weten we zeker dat we niet onder de 2 graden gaan uitkomen. Tegen een achtergrond van nu al smeltende ijskappen en toendra’s en grote bosbranden in Australië, Californië, de Amazonas en de poolcirkel voelt dat als enorm risicovol en onverantwoord.
Extinction Rebellion en de Partij voor de Dieren kiezen wel voor meer zekerheid op een leefbare toekomst, namelijk voor het 1,5 gradendoel. Bovendien kiezen ze voor een eerlijke verdeling van het resterende CO2-budget over de wereldbevolking. Dat verklaart ook de grote verschillen in jaartallen van klimaatneutraliteit (2025 en 2030 ten opzichte van 2050).
Aanscherping Klimaatwet onvermijdelijk
Met zijn Klimaatwet heeft Nederland zichzelf op een niet al te ambitieuze invulling van het Verdrag van Parijs getrakteerd. Overigens is het uiteraard wel heel goed en belangrijk dat er nu een Klimaatwet is. Alleen zal de wet snel aangescherpt moeten worden zodat er meer zicht op een leefbare toekomst ontstaat en de lasten eerlijk verdeeld worden. De wet moet binnenkort toch al aangescherpt worden omdat de EU hogere reductiedoelen heeft vastgesteld.
Bovendien blijkt uit een inventarisatie van de inspanningen die de diverse landen willen leveren in het kader van het Verdrag van Parijs dat we op deze manier het 2 gradendoel nooit gaan halen. We zijn juist hard op weg naar 3 graden opwarming en meer. Daarom zullen de internationale afspraken en daarmee ook ons klimaatdoel vroeg of laat aangescherpt moeten worden. We kunnen beter in één keer een futureproof klimaatdoel stellen, anders strompelen we van aanscherping naar aanscherping en zullen we steeds opnieuw pijnlijk ‘verrast’ worden.
Kort na elkaar verschenen drie voor het klimaat zorgwekkende berichten , of eigenlijk meer: zorgwekkend voor ons mensen.
Inspanningen van landen blijven achter
Mijn vorige post op deze site ging over weeffouten in het Verdrag van Parijs. Deze week kwam de VN met een eerste inventarisatie van hoe landen aan het Verdrag willen voldoen. Het blijkt dat de meeste landen nog helemaal geen plan hebben ingeleverd. En de beloften van de landen die wel hebben ingeleverd telt op tot slechts 1% reductie in 2030. Veel te weinig, want een reductie van minstens 45% is wat er nodig is. De hoop is nu gevestigd op de VS en China die hopelijk snel een ambitieus plan gaan inleveren. Genoeg te bespreken tijdens de COP26 klimaatconferentie in november in Glasgow dus.
Golfstroom niet eerder zo zwak in 1000 jaar
De Golfstroom die warm water over de Atlantische Oceaan transporteert, is in duizend jaar niet zo zwak geweest. De afzwakking is zeer waarschijnlijk een gevolg van de voortschrijdende klimaatverandering. De vrees is dat verdere afzwakking in Europa zal leiden tot drogere zomers en strengere winters. De koppenmaker van NOS zet er nog bij “nog geen Day After Tomorrow”, maar echt opbeurend voelt dat niet.
IJsplaat zo groot als New York breekt af
In Antarctica is een enorme ijsplaat afgebroken, naar verluidt zo groot als New York en 150 meter dik. Het is een gevolg van de toenemende opwarming.
Wat we eigenlijk al een beetje wisten, staat nu ook zwart op wit in een onderzoek van het PBL naar de voortgang van de aardgasvrije wijken. Gemeenten hebben het niet makkelijk bij het opstellen van de plannen.
“Structurele problemen op hoger niveau vertragen het proces. Zo kan als beschermend bedoelde wetgeving beperkend zijn voor de transitie, bijvoorbeeld op het vlak van Europese aanbestedingsregels. Andere wetgeving, zoals de Warmtewet 2, geeft weinig sturing omdat deze nog in ontwikkeling is. Daarnaast hebben gemeenten vaak moeite om de benodigde kennis, kunde en tijd vrij te maken om de benodigde nieuwe vaardigheden te ontwikkelen. Ook zou een breed gedragen verhaal over nut en noodzaak van een aardgasvrije woonomgeving het realiseren van draagvlak in de wijk kunnen helpen – nu is die er niet.”
Werk aan de winkel dus voor het volgende kabinet. Niet langer vanaf de zijlijn toekijken maar duidelijk nut en noodzaak neerzetten, knelpunten oplossen en keuzes durven maken.
Het is meer dan cynisch. Net nu de ‘subsidies’ op olie en gas dreigen te worden gekort/afgeschaft, lobbyen Shell cs massief voor een nieuwe subsidiestroom voor zichzelf. Ze lobbyen namelijk hard voor subsidie voor het in de grond stoppen van CO2. Het achterliggend doel is om langer door te kunnen gaan met de verkoop van olie en gas. Extra cynisch is dat ze daarbij proactief worden geholpen door het ministerie van EZK.
Cynisch is ook de term ‘blauwe waterstof’. Dat is dus waterstof gemaakt met behulp van olie en gas, waarvan de CO2 wordt afgevangen en weggestopt. Lekker verhullend taalgebruik dus. Goed om te weten: bij de opwekking van waterstof gaat toch al veel energie verloren.
Berichtje uit Duitsland. Daar onthulde een milieugroep vanochtend dat de Duitse regering vorig jaar – midden in de klimaatcrisis – de Amerikaanse regering heeft aangeboden 1 miljard euro te investeren in LNG-terminals aan de Duitse kust zodat smerig fracking gas uit de VS makkelijker naar Europa zou kunnen komen. In ruil daarvoor zou de VS zijn bezwaren tegen de bouw van de aardgaspijpleiding NordStream2 vanuit Rusland naar Duitsland moeten laten varen.
Deze situatie is pikant:
De Duitse regering deed steeds heel schimmig over de zaak. Ze zei ook dat dit soort projecten iets voor de private sector zouden zijn en dat overheidsbemoeienis ongewenst zou zijn.
Aardgas is minder vervuilend dan kolen maar nog steeds een broeikasgas. Het wordt vaak (onterecht) als tussenoplossing gepresenteerd, maar er is gewoon te weinig tijd voor nog een tussenoplossing.
Qua strategische afhankelijkheid scoort de aardgaspijpleiding vanuit Rusland zwaar negatief. Duitsland wordt zo nog afhankelijker van Russisch gas.
Dit jaar zijn verkiezingen in Duitsland en de klimaatcrisis is absoluut één van de thema’s.
De vraag is nu of het aanbod nog steeds actueel is en wat de regering Biden er dan mee gaat doen. En hoe zwaar de Duitse regering hierdoor in de problemen raakt. Nu of bij de verkiezingen in september.
NRC pakt vandaag uit met een voorpagina over de oplopende temperatuurrecords vanwege de klimaatcrisis. Enerzijds blij dat ze dat doen, anderzijds vreselijk dat we hier zijn beland.
Ik hoop zo dat meer mensen hierdoor wakker worden geschud en tot actie overgaan. Bijvoorbeeld bij de verkiezingen in maart. Tegelijkertijd heb ik er een hard hoofd in. Het bewustzijn en de handelingsbereidheid gaan de goede kant op maar het gaat zo tergend langzaam! We stomen onszelf langzaam maar zeker gaar op onze mooie planeet, nog steeds op weg naar 3 graden opwarming. En dat wordt geen pretje.