Nieuw kabinet moet toekomst verkennen met klimaatscenario’s

We tasten in het duister over hoe klimaatverandering ons leven gaat beïnvloeden

Omdat we – gelukkig maar – nog geen klimaatcrisis hebben meegemaakt, weten we dus ook niet uit ervaring hoe een opwarming met 2 of zelfs 3 graden ons leven gaat beïnvloeden. Of hoe we ons daarop kunnen voorbereiden.

En dat is een probleem. Door de verandering van het klimaat is onze toekomst ongewisser dan zij sinds het einde van de Koude Oorlog is geweest. Klimaatverandering is een echte gamechanger en heeft invloed op vrijwel alle beleidsterreinen.

Het gaat daarbij niet alleen om zeespiegelstijging, wateroverlast of waterschaarste cq. verdroging. Het gaat ook over de ontwikkeling van de economie en de werkgelegenheid, om inzicht in welke bedrijfstakken gaan krimpen of juist groeien, om effecten op de gezondheid, biodiversiteit, landbouw, voedselvoorziening, infrastructuur, om nationale en internationale veiligheid en om migratie. En zoals we met de gele hesjes in Frankrijk hebben gezien, heeft klimaatbeleid ook nog eens de potentie om maatschappelijke tegenstellingen aan te wakkeren en daarmee de politieke stabiliteit te beïnvloeden.

Scenario’s als hulpmiddel

Alleen een ziener kan in de toekomst kijken, maar gelukkig zijn er wel manieren om toekomstige ontwikkelingen op systematische wijze te verkennen. Een hulpmiddel dat hierbij vaak wordt ingezet, is het opstellen van scenario’s. Op de assen van een assenkruis worden twee onafhankelijke variabelen met grote impact gezet. Vervolgens worden de kwadranten van het assenkruis ‘ingevuld’ met mogelijke toekomsten. Zo hebben de Nederlandse planbureaus in 2004 in hun publicatie ‘Vier vergezichten op Nederland’ meer of minder internationale samenwerking en een grote rol voor de overheid of juist een grote rol voor de markt als variabelen gekozen. In de ‘Toekomstverkenning Welvaart en Leefomgeving’ uit 2006 is gekozen voor scenario’s met groei van de economie en groei van de bevolking als variabelen.

Het ‘bouwen’ van scenario’s is een bewerkelijke klus. Daar staat tegenover dat scenario’s veel inzicht opleveren, bijvoorbeeld in welke maatregelen in de onderzochte toekomsten goed uitpakken. Maar scenario’s laten ook zien waar je extra alert op moet zijn en wat je vooral niet moet doen. Het is dus slim om scenariostudies te laten uitvoeren. Alleen beschikt onze overheid nog niet over toekomstscenario’s met klimaatverandering in de hoofdrol.

Gelukkig wordt er al het een en ander onderzocht. Zo heeft het IPCC de invloed van o.a. klimaatverandering op onze voedselvoorziening onderzocht. Conclusie is dat als we zo doorgaan, er vanaf 2050 voedseltekorten dreigen. De Amerikaanse regering benoemt  klimaatverandering als existentiële bedreiging van de veiligheid. En in Nederland wordt  onderzoek gedaan naar scenario’s voor zeespiegelstijging. Maar een alomvattende verkenning van de economische, fysieke en sociale effecten van klimaatverandering voor Nederland ontbreekt dus nog. En dat is een groot gemis. Want hoe kunnen we inspelen op kansen en bedreigingen zolang we ze niet systematisch in kaart brengen?

Een bijkomend voordeel van klimaatscenario’s is dat ze ons beter in staat stellen om te discussiëren over de vraag op welke toekomst we willen sturen. En dat hierdoor mogelijk het urgentiegevoel met betrekking tot de risico’s van klimaatverandering toeneemt.

Kabinetsformatie

Momenteel vindt in Den Haag de inhoudelijke verkenning plaats voor de vorming van een nieuw kabinet. Maatregelen om de klimaatcrisis te temperen en om de economie op een duurzamere koers te brengen zijn daar een belangrijk onderdeel van.

Het zou dan ook verstandig zijn om de gevolgen van de klimaatverandering voor Nederland in kaart te brengen. Momenteel zitten we wereldwijd al op een opwarming van 1,2 graad Celsius en alleen bij wereldwijde en grootschalige actie op de héél korte termijn is het mogelijk om onder de 1,5 graad opwarming te blijven. Overigens warmt het landoppervlak sneller op en is Nederland nu al 2 graden Celsius opgewarmd. Met de huidige beloften van landen om hun uitstoot te reduceren zitten we op een koers van opwarming met 3 graden.

De kabinetsformatie is een perfect moment om een brede scenariostudie af te spreken. De opdracht zou kunnen luiden: onderzoek de effecten van klimaatverandering op de ontwikkeling van de Nederlandse economie en de werkgelegenheid, gezondheid, biodiversiteit, landbouw, voedselvoorziening, infrastructuur, nationale en internationale veiligheid, migratie en politieke stabiliteit, ook in onderlinge interactie. Denk hierbij bijvoorbeeld aan de voedselproductie die onder druk komt waardoor prijzen stijgen, er onrust onder de bevolking ontstaat, migratiestromen verder toenemen en de politieke stabiliteit onder druk komt.

Breng daarbij in kaart welk beleid nuttig is om negatieve effecten te dempen en om positieve effecten te versterken. En doe dat voor een temperatuurstijging van 1,5 (basisscenario), 2 en 3 graden Celsius wereldwijd. Op de andere as zou je bijvoorbeeld ‘(internationale) samenwerking/solidariteit’ versus ‘ieder voor zich’ kunnen plaatsen.

Het is hoog tijd dat we beter zicht krijgen op hoe onze toekomst er met klimaatverandering uit ziet. Zodat we ons optimaal kunnen voorbereiden. Aan de slag!

Dit artikel verscheen 21 mei 2021 op Joop.nl

Nederland matste zichzelf met zijn Klimaatwet

Met dit klimaatdoel weten we zeker dat we niet onder de 2 graden uitkomen

Sinds 2019 heeft Nederland een Klimaatwet. In de wet staat dat de CO2-uitstoot in 2050 95% lager moet zijn dan in 1990. Ook is er een tussendoel van 49% minder uitstoot in 2030 en moet de elektriciteitsproductie in 2050 volledig CO2-neutraal zijn. Nederland wil op deze manier aan het Verdrag van Parijs voldoen

Dit klinkt op het eerste oog allemaal heel logisch, maar hoe kan het dat andere landen en organisaties tot een compleet andere invulling van het Verdrag van Parijs komen? Zo wil China in 2060 klimaatneutraal zijn, wil de EU in 2050 voor 100% klimaatneutraal zijn, stelt de Partij voor de Dieren in haar Klimaatwet 1.5 voor om in 2030 klimaatneutraal te zijn en zegt Extinction Rebellion dat dit al in 2025 noodzakelijk is. Hoe kan dat en hoe zit dat nou precies? Ik ging op onderzoek uit. 

Verdrag van Parijs: 1,5 of 2 graden?

Een deel van de verklaring is meteen al in artikel 2 van Verdrag van Parijs te vinden. Daar staat dat het doel is om de gemiddelde temperatuurstijging “ruim onder de 2 graden Celsius te houden en inspanningen te leveren om de stijging tot 1,5 graden te beperken”. Dus eigenlijk is iedere stijging ‘ruim onder 2 graden’ prima. Maar wat betekent ‘ruim’? Landen mogen zelf kiezen of ze gaan voor 1,5 of toch meer richting 2 graden. Deze keuze bepaalt hoeveel CO2 het land nog mag uitstoten.

In een tabel van klimaatwetenschappers kun je opzoeken hoeveel CO2 we nog mogen uitstoten voor een bepaalde temperatuurstijging en hoeveel kans er dan is om onder die limiet te blijven. Hoe lager de temperatuurstijging en hoe hoger de kans die je daarbij nastreeft, hoe lager de bijbehorende uitstoot. Er wordt gerekend met kansen van 33, 50 en 66 procent. Één van de klimaatwetenschappers waar ik contact mee had, zei daarover: “Zou jij in een vliegtuig stappen dat 66% kans heeft veilig aan te komen”?

Goed punt. Dus waarom wordt er niet (ook) gerekend met bijvoorbeeld een kans van 95 procent? Als het doel zo belangrijk is, namelijk het voortbestaan van onze manier van leven, wil je toch zeker weten dat je het doel gaat halen? Het antwoord zou kunnen zijn dat het CO2-budget heel veel lager uitkomt bij een kans van 95 procent dan bij 66 procent, en er dus sneller en meer op de uitstoot bespaard moet worden. En dat we die realiteit nog niet onder ogen willen zien.

Waar Nederland voor kiest

Maar waar heeft Nederland nou precies voor gekozen? Voor 1,5 of 2 graden? In de Klimaatwet staat alleen een verwijzing naar het Verdrag van Parijs. Daarom ben ik gaan kijken in de Memorie van Toelichting op de Klimaatwet. Maar daar staat het ook niet. In die toelichting wordt wel een aantal keren verwezen naar een rapport van het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) uit 2016. Het rapport heet “Wat betekent het Parijsakkoord voor het Nederlandse langetermijn-klimaatbeleid?”, zie ook de link onderaan dit artikel.

In dat rapport zegt het PBL dat een 1,5 gradendoel “nauwelijks voorstelbaar” is zonder een flinke hoeveelheid negatieve emissies. Negatieve emissies ontstaan bijvoorbeeld door veel bomen te planten of CO2 af te vangen en onder de grond te stoppen. In de toelichting op de Klimaatwet staat: “De indieners willen negatieve emissies niet op voorhand uitsluiten, maar toekomstige generaties ook de mogelijkheid bieden om de doelstellingen van het klimaatakkoord van Parijs met zo min mogelijk negatieve emissies te halen.” Deze wens is kennelijk voldoende reden om het 1,5 gradendoel buiten beeld te schuiven. Hoe dan ook, zonder het expliciet op te schrijven wordt in de Klimaatwet gekozen voor het 2 graden-scenario (zonder negatieve emissies) van het PBL. Het geformuleerde doel van de Klimaatwet – een reductie van de CO2-uitstoot met 95% in 2050 – komt in ieder geval precies overeen met het 2 graden-scenario (zonder negatieve emissies) in het rapport van het PBL.

Iedereen gelijk, of toch maar niet?

Nederland kiest er met zijn Klimaatwet dus voor om te gaan voor het 2 gradendoel. Maar er is nog een belangrijke keuze te maken, namelijk hoe verdeel je het resterende wereldwijde CO2-budget over de landen? Mag iedere wereldburger evenveel uitstoten, of mogen bewoners van rijke landen meer uitstoten, omdat ze nu ook al meer uitstoten? Als je kiest voor iedereen evenveel rechten, dan krijgt een klein land als Nederland relatief weinig CO2-budget en zijn we in heel korte tijd door dat budget heen, puur omdat we elk jaar zoveel uitstoten. De arme landen krijgen dan wat meer ruimte. Ook deze kwestie werd niet geregeld in het Verdrag van Parijs – er was geen overeenstemming over – en landen zijn dan ook vrij om ook hierin eigen keuzes te maken.

In zijn rapport kiest het PBL ervoor de huidige uitstootverdeling als beginpunt te nemen en  landen langzaam naar elkaar toe te laten groeien totdat in 2050 de uitstoot per hoofd van de wereldbevolking gelijk is, namelijk ongeveer nul. En in de tussentijd heeft Nederland nog flink veel voordeel van zijn historische ‘voorsprong’.

Deze hele kwestie staat nogal bedekt in het rapport van het PBL, terwijl dit best een belangrijke keuze is. Letterlijk staat er: “Op basis van een aanname van gelijke wereldwijde emissie per hoofd in 2050”. Als niet een klimaatwetenschapper mij in een email er op had gewezen dat er gekozen is voor een “convergentiemodel”, had ik hier compleet overheen gelezen en gedacht dat bedoeld wordt dat iedere wereldburger evenveel rechten krijgt. 

De grote vraag is: hoe eerlijk is dit? Rijke landen hebben immers het meest bijgedragen aan het klimaatprobleem terwijl de arme landen er – nu al – de meeste negatieve effecten van ervaren. De Klimaatwet zegt hier niets over.

Concluderend

Zonder het expliciet te maken koos Nederland dus voor een reductiedoel dat hoort bij het 2 gradendoel uit het Verdrag van Parijs en de kans op succes die bij dat doel hoort is 66 procent. En door de huidige uitstootverhouding als vertrekpunt te nemen, heeft Nederland als rijk land nog een hele tijd voordeel van zijn huidige voorsprong in uitstoot. Een voordeel dat ten koste gaat van de armere landen.

Met dit klimaatdoel weten we zeker dat we niet onder de 2 graden gaan uitkomen. Tegen een achtergrond van nu al smeltende ijskappen en toendra’s en grote bosbranden in Australië, Californië, de Amazonas en de poolcirkel voelt dat als enorm risicovol en onverantwoord.

Extinction Rebellion en de Partij voor de Dieren kiezen wel voor meer zekerheid op een leefbare toekomst, namelijk voor het 1,5 gradendoel. Bovendien kiezen ze voor een eerlijke verdeling van het resterende CO2-budget over de wereldbevolking. Dat verklaart ook de grote verschillen in jaartallen van klimaatneutraliteit (2025 en 2030 ten opzichte van 2050).

Aanscherping Klimaatwet onvermijdelijk

Met zijn Klimaatwet heeft Nederland zichzelf op een niet al te ambitieuze invulling van het Verdrag van Parijs getrakteerd. Overigens is het uiteraard wel heel goed en belangrijk dat er nu een Klimaatwet is. Alleen zal de wet snel aangescherpt moeten worden zodat er meer zicht op een leefbare toekomst ontstaat en de lasten eerlijk verdeeld worden. De wet moet binnenkort toch al aangescherpt worden omdat de EU hogere reductiedoelen heeft vastgesteld.

Bovendien blijkt uit een inventarisatie van de inspanningen die de diverse landen willen leveren in het kader van het Verdrag van Parijs dat we op deze manier het 2 gradendoel nooit gaan halen. We zijn juist hard op weg naar 3 graden opwarming en meer. Daarom zullen de internationale afspraken en daarmee ook ons klimaatdoel vroeg of laat aangescherpt moeten worden. We kunnen beter in één keer een futureproof klimaatdoel stellen, anders strompelen we van aanscherping naar aanscherping en zullen we steeds opnieuw pijnlijk ‘verrast’ worden.

Dit artikel verscheen op 12 maart 2021 op Joop.nl

Voorouder legt klimaatcrisis uit

Confronterend, ongemakkelijk en toch ook weer mooi, ofzo. In dit nummer laat Nynke Laverman een voorouder uitleggen hoe het zo gruwelijk mis heeft kunnen gaan met de klimaatcrisis.

Big oil zoekt nieuwe subsidiestroom

Het is meer dan cynisch. Net nu de ‘subsidies’ op olie en gas dreigen te worden gekort/afgeschaft, lobbyen Shell cs massief voor een nieuwe subsidiestroom voor zichzelf. Ze lobbyen namelijk hard voor subsidie voor het in de grond stoppen van CO2. Het achterliggend doel is om langer door te kunnen gaan met de verkoop van olie en gas. Extra cynisch is dat ze daarbij proactief worden geholpen door het ministerie van EZK.

Dit is de strekking van een zeer lezenswaardig artikel van Follow The Money.

Cynisch is ook de term ‘blauwe waterstof’. Dat is dus waterstof gemaakt met behulp van olie en gas, waarvan de CO2 wordt afgevangen en weggestopt. Lekker verhullend taalgebruik dus. Goed om te weten: bij de opwekking van waterstof gaat toch al veel energie verloren.

Korte metten met de klimaatcrisis

In 2009 heb ik een boek geschreven over de klimaatcrisis en wat je er zelf tegen kunt doen. Het boek is destijds uitgegeven door De Windvogel, als welkomstcadeau voor nieuwe leden. Het boek heet ‘Korte metten met de klimaatcrisis’.

Het is natuurlijk alweer 11 jaar geleden, maar de essentie van het probleem is – helaas – niet veranderd. Datzelfde geldt ook voor hetgeen we er als burger en consument tegen kunnen doen.

Wat ik nu misschien meer dan toen zou benadrukken is het actievoeren, alleen of beter nog, samen met anderen. De klimaatcrisis is zo groot en zo urgent, dat er geen tijd te verliezen is om het probleem onder de aandacht te brengen van burgers en politici die er nog niet van doordrongen zijn.

Via de volgende link kun je het boek downloaden. Het is gratis en opent als webpagina en vervolgens kun je het downloaden als pdf-bestand. Veel leesplezier!

Record na record

NRC pakt vandaag uit met een voorpagina over de oplopende temperatuurrecords vanwege de klimaatcrisis. Enerzijds blij dat ze dat doen, anderzijds vreselijk dat we hier zijn beland.

Ik hoop zo dat meer mensen hierdoor wakker worden geschud en tot actie overgaan. Bijvoorbeeld bij de verkiezingen in maart. Tegelijkertijd heb ik er een hard hoofd in. Het bewustzijn en de handelingsbereidheid gaan de goede kant op maar het gaat zo tergend langzaam! We stomen onszelf langzaam maar zeker gaar op onze mooie planeet, nog steeds op weg naar 3 graden opwarming. En dat wordt geen pretje.

Klimaatstaking in beeld

Beelden zeggen vaak zoveel meer dan woorden. Zo ook deze zwart-wit foto’s van de klimaatstaking van jongeren op 7 februari 2019 in Den Haag.

Onbegrijpelijk dat we als samenleving niet in staat zijn de klimaatcrisis te tackelen en dat jongeren voor hun toekomst de straat op moeten.

Op de foto’s berust copyright. Neem contact met me op om ze te gebruiken.

Change your thoughts and you an change the world

Don’t destroy our future

Boeit onze toekomst je niet?

There is no planet B

Stop stealing our future

Waht happens in your generation does not stay in your generation

The ocean will rise but so wil lwe

Stuff to think about

Een temperatuurstijging van 1,5 graden Celsius wordt algemeen beschouwd als het toelaatbare maximum om de meest gevaarlijke gevolgen van de klimaatcrisis te vermijden. Nu blijkt uit onderzoek dat we die limiet verdraaid snel naderen.

De kans dat we in 1 van de komende 5 jaren gedurende een heel jaar door de 1,5 graden schieten is 20%. De kans dat we de komende 5 jaar een maand lang door de 1,5 gradengrens schieten is maar liefst 70%.

En laten we ons geen illusies maken, als we niet de komende 5 jaar erdoorheen schieten, dan gebeurt dat wel in de jaren erna. Eerder schreef ik al dat het 1,5 gradendoel al niet meer haalbaar is. En dat het 2 gradendoel alleen bij extreem snelle en ingrijpende actie nog te halen is.

De uitstoot van broeikasgassen neemt immers nog steeds toe en de natuurlijke opnamecapaciteit van de aarde neemt snel af (regenbossen, oceanen). En ondertussen blijft de transitie naar een koolstofarme economie achter.

Het ongemak daarover groeit in politiek, bedrijfsleven en maatschappij, maar het kantelpunt richting een snelle reductie van CO2 is nog niet bereikt. En gegeven het feit dat het tijd kost maatregelen te besluiten en te implementeren, zal nog veel tijd verloren gaan voor de trendbreuk richting dalende emissies kan worden ingezet.

Stuff to think about

Dit alles roept veel vragen op:

  1. hoe snel zal ze klimaatverandering versnellen? Kijkend naar wat er in Siberië en de poolkringen gebeurt lopen we ver voor op wat klimaatmodellen hebben voorspeld.
  2. Welke duistere gevolgen voor ons dagelijkse leven gaat die verandering hebben? Los van stijgende temperaturen voorspelt de WMO meer stormen boven Europa. Overigens zijn de gevolgen in andere delen van de wereld nu al veel levensbedreigender.
  3. Wanneer dringt het besef van een duistere toekomst door bij grote delen van de bevolking en wat voor reacties levert dit op? Denk aan de 5 stadia van rouw en je krijgt een eerste indruk. Dit zal zonder twijfel doorwerken in de politieke stabiliteit en daarmee het vermogen om o.a. voortvarend klimaatbeleid te voeren.
  4. Voeg dit alles bij de onzekerheid die het coronavirus met een 2e golf (en meer) nog steeds vormt voor de economie, en het zal geen verrassing zijn dat we zoiets als economische stabiliteit wel kunnen vergeten. Eerder zullen we een aaneenschakeling van verstorend nieuws zien.

Mobilisatie richting verkiezingen

Wat we nu hard nodig hebben is een mobilisatie van het urgentiegevoel in brede delen van de bevolking, zodat dit ook doorwerkt in de samenstelling van de Tweede Kamer. Begin volgend jaar zijn er immers verkiezingen.

Laten we ervoor zorgen dat klimaat het nummer 1 thema wordt, en blijft. En laten we iedereen die het nog heeft over het 1,5 gradendoel confronteren met het feit dat dit doel helaas al onhaalbaar is door het jarenlang de kop in het zand steken en het hartstochtelijk berijden van stokpaardjes.

Coronacrisis en klimaatcrisis

Terwijl het Coronavirus zich angstig voorspelbaar verder verspreidt, is het moment daar om eerste raakvlakken en parallellen tussen de Corona- en de klimaatcrisis te onderzoeken.

1. Reactief beleid

Ik heb de indruk dat regeringen, ook de Nederlandse, tot nu toe vooral reactief op het Coronavirus opereren. Dus meer besmettingen leiden tot stringentere maatregelen. Dit om het (veronderstelde) draagvlak bij de bevolking te behouden en de economie zo min mogelijk te schaden. Daarmee loop je wel het risico op grote ellende omdat je straks gewoon te laat bent. Net als bij de klimaatcrisis.

2. Bloedbad op de beurzen

Volgens analisten worden de grote verliezen op de beurzen vooral veroorzaakt door de onzekerheid over hoe groot de Coronacrisis gaat worden en hoe lang zij gaat duren. Na een tornado weet je al snel hoe groot de schade en kun je maatregelen nemen. Dat is nu niet zo en beleggers haten onzekerheid. Dat zal bij de klimaatcrisis niet anders zijn. Zodra het inzicht doordringt dat de klimaatcrisis bedrijfswinsten laat krimpen en dit effect eerder zal toenemen dan afnemen, zullen de beurzen vergelijkbaar reageren.

3. Meer lokaal leven en produceren

De Coronacrisis kan een impuls zijn voor ontwikkelingen die ons ook bij het bestrijden van de klimaatcrisis goed van pas komen. Denk bijvoorbeeld aan meer lokale productie, minder vliegen, meer thuis werken en meer teleconferencing. Iets wat in het dit bericht ‘learning to localize’ wordt genoemd.

DW.com, Coronavirus and climate change: A tale of two crises, bron: https://www.dw.com/en/coronavirus-climate-change-pollution-environment-china-covid19-crisis/a-52647140

4. Internationale samenwerking

Het bestrijden van een pandemie vraagt om internationale samenwerking, op zijn minst om internationale afstemming. Want afgestemde maatregelen hebben meer effect, en je wilt elkaar zeker niet verrassen of voor het hoofd te stoten. Vooralsnog ziet het er echter niet naar uit dat er veel wordt samengewerkt. Landen zijn toch nog vooral bezig met hun eigen op maat gemaakte maatregelenpaketten. Laten we hopen dat ze inzien dat samenwerken wel degelijk handig is voor iedereen. Dat zou ons ook bij de aanpak van de klimaatcrisis goed van pas komen.

5. Solidariteit

Solidariteit, oftewel het verdelen van de pijn, is een centraal thema bij zowel de Coronacrisis als de klimaatcrisis. Bij de Coronacrisis gaat het er om hoeveel hulp er voor de zwaksten beschikbaar komt. Dat kunnen zieken zijn, maar ook ondernemers die hun omzet verliezen of werknemers die hun baan verliezen. En de vraag is ook hoe de overheid haar extra uitgaven gaat financieren: gaan grote ondernemingen en de rijkeren hier extra aan meebetalen? Bij de klimaatcrisis is het juist de vraag wie gaat betalen voor de kosten van de energietransitie en van de schade die klimaatverandering nu en straks veroorzaakt. Dat geldt zowel binnen landen als tussen landen.

6. Never waste a good crisis

Terwijl de economie noodgedwongen krimpt omdat mensen ziek zijn of thuis (moeten) blijven, neemt de uitstoot van broeikasgassen en andere ellende flink af, net als in voorgaande recessies. Maar zodra de economie weer aantrekt, schieten de emissies net zo snel weer omhoog. Is dit niet een ideaal moment om vanuit de overheid te sturen op een vergroening van de economie? Dus na afloop van de pandemie bewust sturen op het bevorderen van sectoren die goed zijn voor biodiversiteit, circulariteit, diervriendelijkheid en het klimaat? Je kunt geld immers maar 1 keer uitgeven, nietwaar?
Alleen… ondertussen zet de EU zet een fonds van 25 mrd op om de klappen van het Coronavirus op te vangen. In principe een goed idee, maar wordt dit geld dan meteen ook ingezet om te sturen in de richting van een circulaire en fossielvrije economie? Daar lijkt het helaas nog niet op: “Vooral het midden- en kleinbedrijf en sectoren die het meest geraakt zijn krijgen de aandacht.” Het zou dus goed kunnen dat de status quo bevestigd wordt, en daarmee bijvoorbeeld ook de zo schadelijke luchtvaartsector.

Zie je meer raakvlakken of parallellen? Vul ze aan!