Onlangs veroordeelde de rechtbank Shell tot het onmiddellijk nemen van maatregelen om zijn uitstoot van CO2 terug te brengen. In 2030 moet er sprake zijn van een netto reductie van 45 procent ten opzichte van 2019. Bijna een halvering dus in minder dan 10 jaar tijd.
Steeds meer mensen zich zorgen maken over de klimaatcrisis, maar noemenswaardige reductie van de broeikasgassen bleef tot nu toe uit. Zowel aan de kant van de overheid, als aan de kant van de bedrijven. Want de economie moet wel doordraaien en burgers en bedrijven vragen nog steeds om fossiele brandstoffen, toch?
Vonnis staat niet op zichzelf
In deze ontmoedigende situatie is de afgelopen weken een flinke verandering gekomen. Bovendien staat het vonnis tegen Shell niet op zichzelf.
Eind april oordeelde het Constitutioneel Hof in Duitsland dat de Duitse regering de hete aardappel van het aanpakken van de klimaatcrisis niet langer mag doorschuiven naar na 2030. Het hof zegt dat de regering op dit moment het grondwettelijke recht op vrijheid in de vorm van een leefbare toekomst van de jongere generatie schendt. De Duitse regering moet daarom haar klimaatwet aanscherpen.
Eind mei oordeelde een rechter in Australië dat de minister van milieu de plicht heeft om jonge mensen tegen de gevolgen van klimaatverandering te beschermen. Aanleiding voor de klacht was een verzoek van een kolenmijn om uit te mogen breiden.
Focus op mensenrechten
De rode draad door deze vonnissen is de focus op het beschermen van mensenrechten. Meer concreet gaat het om het recht op leven. Dit recht is zo ook in de artikelen 2 en 8 het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens gewaarborgd.
NRC schreef hierover: “De opwarming van de aarde is een directe bedreiging voor de mensenrechten in Nederland, inclusief de Wadden (de Waddenvereniging was een van de klagers), oordeelt de rechtbank. Shell draagt daaraan bij met zijn mondiale uitstoot en moet daarom in het héle concern actie ondernemen.” In een klimaatcrisis komen de mogelijkheden om gezond te blijven en je te ontplooien zoals je dat wil ernstig in gevaar.
Urgendavonnis
In 2015 oordeelde de rechter in het Urgendavonnis dat de staat een zorgplicht heeft en daarom zijn burgers moet beschermen. Het niet nakomen van die plicht werd gezien als een zogenaamde onrechtmatige daad. Een onrechtmatige daad betreft een handelen of een nalaten waarmee iemand op onwettige of onbehoorlijke wijze een ander schade toebrengt. Overigens gaf de rechter toen al aan dat er ook een beroep kan worden gedaan op het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM).
Economisch belang
In artikel 8 van het EVRM staat dat er een uitzondering bij het recht op leven gemaakt kan worden vanwege o.a. ‘economic well-being of the country’. Dit zal door velen gezien worden als een ontsnappingsroute om te ontkomen aan dit vonnis. Zowel door de olie en gassector als door politici die het economisch belang op 1 zetten.
Het is echter zeer de vraag of dit een argument is dat voor de rechter kan slagen. Veel studies laten immers zien dat de kosten van de klimaatschade veel hoger zijn dan de kosten van nu ingrijpen om nog meer schade te voorkomen. De noodzaak van een transitie naar een koolstofvrije economie is onder deskundigen eigenlijk onomstreden. Er komt een moment om die transitie daadwerkelijk in gang te zetten en dat moment lijkt nu gekomen. Gelukkig.
We tasten in het duister over hoe klimaatverandering ons leven gaat beïnvloeden
Omdat we – gelukkig maar – nog geen klimaatcrisis hebben meegemaakt, weten we dus ook niet uit ervaring hoe een opwarming met 2 of zelfs 3 graden ons leven gaat beïnvloeden. Of hoe we ons daarop kunnen voorbereiden.
En dat is een probleem. Door de verandering van het klimaat is onze toekomst ongewisser dan zij sinds het einde van de Koude Oorlog is geweest. Klimaatverandering is een echte gamechanger en heeft invloed op vrijwel alle beleidsterreinen.
Het gaat daarbij niet alleen om zeespiegelstijging, wateroverlast of waterschaarste cq. verdroging. Het gaat ook over de ontwikkeling van de economie en de werkgelegenheid, om inzicht in welke bedrijfstakken gaan krimpen of juist groeien, om effecten op de gezondheid, biodiversiteit, landbouw, voedselvoorziening, infrastructuur, om nationale en internationale veiligheid en om migratie. En zoals we met de gele hesjes in Frankrijk hebben gezien, heeft klimaatbeleid ook nog eens de potentie om maatschappelijke tegenstellingen aan te wakkeren en daarmee de politieke stabiliteit te beïnvloeden.
Scenario’s als hulpmiddel
Alleen een ziener kan in de toekomst kijken, maar gelukkig zijn er wel manieren om toekomstige ontwikkelingen op systematische wijze te verkennen. Een hulpmiddel dat hierbij vaak wordt ingezet, is het opstellen van scenario’s. Op de assen van een assenkruis worden twee onafhankelijke variabelen met grote impact gezet. Vervolgens worden de kwadranten van het assenkruis ‘ingevuld’ met mogelijke toekomsten. Zo hebben de Nederlandse planbureaus in 2004 in hun publicatie ‘Vier vergezichten op Nederland’ meer of minder internationale samenwerking en een grote rol voor de overheid of juist een grote rol voor de markt als variabelen gekozen. In de ‘Toekomstverkenning Welvaart en Leefomgeving’ uit 2006 is gekozen voor scenario’s met groei van de economie en groei van de bevolking als variabelen.
Het ‘bouwen’ van scenario’s is een bewerkelijke klus. Daar staat tegenover dat scenario’s veel inzicht opleveren, bijvoorbeeld in welke maatregelen in de onderzochte toekomsten goed uitpakken. Maar scenario’s laten ook zien waar je extra alert op moet zijn en wat je vooral niet moet doen. Het is dus slim om scenariostudies te laten uitvoeren. Alleen beschikt onze overheid nog niet over toekomstscenario’s met klimaatverandering in de hoofdrol.
Gelukkig wordt er al het een en ander onderzocht. Zo heeft het IPCC de invloed van o.a. klimaatverandering op onze voedselvoorziening onderzocht. Conclusie is dat als we zo doorgaan, er vanaf 2050 voedseltekorten dreigen. De Amerikaanse regering benoemt klimaatverandering als existentiële bedreiging van de veiligheid. En in Nederland wordt onderzoek gedaan naar scenario’s voor zeespiegelstijging. Maar een alomvattende verkenning van de economische, fysieke en sociale effecten van klimaatverandering voor Nederland ontbreekt dus nog. En dat is een groot gemis. Want hoe kunnen we inspelen op kansen en bedreigingen zolang we ze niet systematisch in kaart brengen?
Een bijkomend voordeel van klimaatscenario’s is dat ze ons beter in staat stellen om te discussiëren over de vraag op welke toekomst we willen sturen. En dat hierdoor mogelijk het urgentiegevoel met betrekking tot de risico’s van klimaatverandering toeneemt.
Kabinetsformatie
Momenteel vindt in Den Haag de inhoudelijke verkenning plaats voor de vorming van een nieuw kabinet. Maatregelen om de klimaatcrisis te temperen en om de economie op een duurzamere koers te brengen zijn daar een belangrijk onderdeel van.
De kabinetsformatie is een perfect moment om een brede scenariostudie af te spreken. De opdracht zou kunnen luiden: onderzoek de effecten van klimaatverandering op de ontwikkeling van de Nederlandse economie en de werkgelegenheid, gezondheid, biodiversiteit, landbouw, voedselvoorziening, infrastructuur, nationale en internationale veiligheid, migratie en politieke stabiliteit, ook in onderlinge interactie. Denk hierbij bijvoorbeeld aan de voedselproductie die onder druk komt waardoor prijzen stijgen, er onrust onder de bevolking ontstaat, migratiestromen verder toenemen en de politieke stabiliteit onder druk komt.
Breng daarbij in kaart welk beleid nuttig is om negatieve effecten te dempen en om positieve effecten te versterken. En doe dat voor een temperatuurstijging van 1,5 (basisscenario), 2 en 3 graden Celsius wereldwijd. Op de andere as zou je bijvoorbeeld ‘(internationale) samenwerking/solidariteit’ versus ‘ieder voor zich’ kunnen plaatsen.
Het is hoog tijd dat we beter zicht krijgen op hoe onze toekomst er met klimaatverandering uit ziet. Zodat we ons optimaal kunnen voorbereiden. Aan de slag!
Zoals bekend loopt het nog niet lekker met het nemen van voortvarende besluiten om de klimaatcrisis af te wenden. Politici zitten vast in bestaande denkpatronen. Of ze zijn bang dat hun kiezers nog niet klaar zijn voor maatregelen die het klimaat snel en effectief beschermen. Bedrijven kijken naar wat hun concurrenten doen. Bovendien zitten ze vast in het hamsterrad van het aandeelhouderskapitalisme. Aandeelhouders willen zo veel mogelijk dividend ‘verdienen’ op de korte termijn. De grote vraag is dus: hoe krijgen we betere besluiten voor het klimaat?
Burgerberaad
Een manier om betere besluitvorming te organiseren is door middel van een burgerberaad. “Een burgerberaad bestaat (meestal) uit 100 tot 200 inwoners van een gemeente, provincie of land, die samen een dwarsdoorsnede vormen van de bevolking. Om die dwarsdoorsnede te krijgen, worden deelnemers geloot– mensen kunnen zichzelf dus niet opgeven. De deelnemers aan het beraad hebben de opdracht om samen een antwoord te formuleren op een open vraag, bijvoorbeeld: ‘Welke sociaal rechtvaardige maatregelen kunnen worden genomen om de uitstoot van broeikasgassen in Nederland voor 2025 te reduceren tot netto nul?'”
“Om deze vraag te beantwoorden komen de deelnemers een aantal weekenden samen. Tijdens deze bijeenkomsten doorlopen ze drie fasen: leren, beraden en beslissen. In de eerste fase worden de deelnemers geïnformeerd door wetenschappers, ngo’s, ervaringsdeskundigen en belanghebbenden over de verschillende aspecten van het onderwerp. Ook kunnen de deelnemers zelf om experts en aanvullende informatie vragen. De bijeenkomsten kunnen worden gestreamd, zodat ook de rest van de bevolking zich kan laten informeren en op afstand vragen kan stellen. In de tweede fase gaan de deelnemers met elkaar in beraad;ze overleggen en discussiëren om in de derde fase samen tot een reeks aanbevelingen te komen.” Bron: brochure van Extinction Rebellion
De aanbevelingen van het burgerberaad zijn input voor de zittende politici in het parlement, provinciale staten of gemeenteraad. Het zijn aanbevelingen met draagvlak. De politici moeten daarom echt wel stevige argumenten hebben waarom zij aanbevelingen niet zouden willen overnemen. Inmiddels zijn er goede ervaringen met burgerberaden, onder meer in Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk.
Future design
Een andere benadering vertrekt vanuit de analyse dat veel grote problemen intergenerationeel van aard zijn. De huidige generatie plukt de vruchten van iets (of niets) niets doen, de toekomstige generaties hebben daar last van. Dat is bijvoorbeeld zo met pensioenregels, en ook met het klimaat. En helaas heeft de huidige generatie het voor het zeggen, en dan vaak ook nog een keer de 50-plussers.
In Japan hebben ze een andere oplossing voor het generatieprobleem bedacht. De methode heet Future Design en werkt als volgt. Bij besluitvorming worden 2 groepen burgers gemaakt, eigenlijk ook een vorm van burgerberaden. De ene groep vertegenwoordigt de belangen van de huidige generatie, de andere groep die van een generatie levend in het jaar 2060. Het blijkt dat burgers zich goed inleven in deze opdracht en daardoor tot andere voorstellen komen. Deze werkvorm wordt nu op verschillende plekken in Japan toegepast.
Wetten
Een heel andere manier om besluitvorming te beïnvloeden is door het juridische kader aan te passen. Wanneer besluiten strijdig zijn met wetten en regels zullen zij niet zo snel worden genomen. Gewoon omdat het risico op nietigverklaring door de rechter of schadevergoeding te groot is.
Denk bijvoorbeeld aan een klimaatwet die recht doet aan wat er echt nodig is en aan het strafbaar stellen van ecocide (het grootschalig beschadigen en vernietigen van natuur). Beide wetten bestaan op deze manier nog niet, maar er wordt wel aan gewerkt door in ieder geval de Partij voor de Dieren.
Aan de slag
In de ideale wereld zouden onze volksvertegenwoordigers besluiten nemen die recht doen aan wat voor een veilige en leefbare toekomst nodig is. De realiteit is echter dat veel politici vastzitten in een keurslijf van consistent willen zijn met eigen besluiten uit het verleden, partij- en andere belangen en het veronderstelde gebrek aan urgentie en draagvlak bij kiezers. Het vervangen van deze politici kan alleen via de partijen zelf, of het oprichten van nieuwe partijen en/of ander stemgedrag van de kiezers. Al deze opties zijn op de korte termijn niet zo realistisch. Ondertussen tikt de klimaatklok hard door.
Daarom is het zinvol en nodig om ons politieke systeem een boost te geven met innovatieve werkwijzen. In maart zijn er verkiezingen voor de Tweede Kamer, een uitgelezen moment om er zo snel mogelijk mee aan de gang te gaan. Let’s go!
Wat weten we eigenlijk over onze toekomst? Niet zo veel, ben ik bang. We gaan er onbewust van uit dat alles wel zijn gangetje zal blijven gaan. En dat er, ja natuurlijk, dingen gaan veranderen, logisch. Maar zijn we er echt mee bezig? Ik denk het niet. Het heden is immers al uitdagend en gecompliceerd genoeg, laat staan dat we nog jaren vooruit moeten gaan denken. Veel te ingewikkeld, veel te onzeker. Eigenlijk is onze toekomst in dichte nevelen gehuld.
Nou is de toekomst per definitie niet gekend, dus wat is precies het probleem? Het probleem is dat onze toekomst door de klimaatverandering ongewisser is dan hij sinds het einde van de Koude Oorlog is geweest. En dat we nog niet eens een begin van een begrip hebben van de veranderingen die ons staan te wachten. Want klimaatverandering is een echte gamechanger.
Scenariostudies
Om de toekomst te verkennen wordt vaak gebruik gemaakt van scenario’s. Simpel gezegd worden op de assen van een assenkruis twee onafhankelijke variabelen met grote impact gezet. Vervolgens worden de verschillende kwadranten van het assenkruis gevuld met mogelijke toekomsten.
Zo hebben de Nederlandse planbureaus in 2004 in hun publicatie ‘Vier vergezichten op Nederland‘ – wel of geen internationale samenwerking en – een grote rol voor de overheid of een grote rol voor de markt als onafhankelijke variabelen gekozen. In de ‘Toekomstverkenning Welvaart en Leefomgeving’ uit 2015 is gekozen voor scenario’s met economische groei en groei van de bevolking als onafhankelijke variabelen.
Scenario’s geven inzicht in welke maatregelen in de onderzochte toekomsten goed uitpakken. Van zulke maatregelen zul je dus vrijwel zeker geen spijt krijgen. Maar scenario’s leveren ook inzichten op over wat je vooral niet moet doen en waar je alert op moet zijn.
Invloed van klimaatverandering
Het is dus slim om scenariostudies te laten uitvoeren. Alleen heeft de overheid dus nog geen toekomstscenario’s met klimaatverandering in de hoofdrol laten maken. Althans niet voor zover mij bekend.
En dat is een probleem, want klimaatverandering heeft invloed op een groot aantal belangrijke onderwerpen, zoals:
ontwikkeling van de economie (groei of krimp, verdeling over werelddelen en landen)
ontwikkeling van de werkgelegenheid (hoeveel banen zijn er straks, welke sectoren groeien, welke krimpen)
politieke stabiliteit (klimaatverandering vergroot zoals we hebben gezien de links-rechts-tegenstellingen)
nationale veiligheid (denk bijv aan gevaar door overstromingen)
internationale veiligheid (strijd om water, voedsel en andere grondstoffen, vluchtelingenstromen).
Gelukkig wordt er wel het een en ander onderzocht. Recentelijk heeft het IPCC een studie gepubliceerd over de invloed van o.a. klimaatverandering op onze voedselvoorziening. Conclusie is dat als we zo doorgaan, er vanaf 2050 voedseltekorten dreigen.
En binnenkort verschijnt een studie van het IPCC over de effecten van klimaatverandering op de omvang van de vluchtelingenproblematiek. Militairen hebben al diverse studies uitgevoerd over de effecten van klimaatverandering op de internationale veiligheid. Amerikaanse militairen noemen klimaatverandering de belangrijkste bedreiging van de nationale veiligheid. In Nederland is bijvoorbeeld onderzoek gedaan naar scenario’s voor zeespiegelstijging. Maar een alomvattende, toegankelijke en overzichtelijke studie over de effecten van klimaatverandering ontbreekt dus nog.
Waarom willen we meer weten over de toekomst?
Dat zulke studies ontbreken is vreemd en bovendien een groot gemis. Want als regering, stadsbestuur of leiding van een bedrijf wil je toch voorbereid zijn op de toekomst? Zodat je beter in kunt spelen op mogelijke kansen en bedreigingen?
Een belangrijk neveneffect van zulke toekomstverkenningen is bovendien dat we gaan discussiëren over welke toekomst we willen. En dat hierdoor het urgentiegevoel met betrekking tot klimaatverandering op alle niveaus van – van burger tot minister, van werknemer tot CEO – toeneemt. En meer urgentiegevoel zal leiden tot meer daadkracht bij het terugdringen van CO2-uitstoot die leidt tot klimaatverandering.
Tot slot leidt het ontbreken van toekomstverkenningen ertoe dat we ons minder goed kunnen voorstellen hoe een toekomst er in een situatie waarin we klimaatverandering succesvol te lijf gaan, eruit ziet. Wat eten we dan bijvoorbeeld, wat voor werk doen we, hoe gaan we naar ons werk, wat doen we in onze vrije tijd? En naarmate zo’n toekomst er voorstelbaarder en aantrekkelijker uitziet, zijn we eerder geneigd ons daarvoor in te spannen. Werk aan de winkel dus voor wetenschappers en onderzoekers!
Ken je studies waarvan je denkt dat zij de antwoorden bevatten waar ik naar op zoek ben, laat het me weten. Andere feedback is uiteraard ook welkom!
Deze week moest ik er ineens aan denken. Omdat er steeds meer onrust en protest en steeds minder probleemoplossend vermogen lijkt te zijn. Leven we in een pre-revolutionaire tijd? En als dat zo is, wat komt hierna?
Het wringt op steeds meer fronten
Op dit moment probeert de mensheid te begrijpen dat we in een onmetelijk diepe afgrond van klimaatontwrichting kijken. Een ontwrichting die alles op zijn kop zal zetten. En die vraagt om snel en ingrijpend handelen om het ergste te voorkomen. De vraag is of we op de wereldklimaatconferentie COP24 in Polen erin slagen een fundament daarvoor te leggen. De voortekenen zijn helaas niet gunstig. Niet alleen omdat landen verschillende belangen hebben, maar ook omdat de fossiele industrie voortgang tegenwertkt omdat ze heel goed beseft dat haar toekomst met olie, kolen en gas op het spel staat. Klimaatontkenners als Trump en Poetin helpen daarbij ook al niet echt.
Arm versus rijk
Een belangrijke onderliggende vraag is of rijke landen eindelijk eens echt solidair gaan zijn met armere landen. De grote veroorzakers van klimaatverandering zouden dat kunnen doen door zelf minder uit te stoten. En door armere landen te helpen met duurzame technologie. Al is het maar omdat de rijke landen anders ook zelf hun welvaart kwijtraken. Omdat we nou eenmaal samen in hetzelfde ruimteschip zitten.
Maar ook binnen landen speelt de tegenstelling arm-rijk steeds sterker. Tegenover een kleine en enorm rijke bovenlaag staat een groeiende ‘onderlaag’ met steeds minder zekerheden en inkomen. Het ongenoegen kwam tot ontploffing in het protest van de gele hesjes in Frankrijk. De aanleiding, een verhoging van de accijns op brandstoffen om het klimaat te sparen, laat zien hoezeer ongelijkheid en klimaat vervlochten zijn. Althans, op de manier waarop we er nu in onze neoliberale consensus mee omgaan. Een consensus die bestaat uit lage belastingen, een kleine overheid en een grenzeloos vertrouwen in de markt, voorkomt dat we het klimaatprobleem effectief te lijf gaan. En zorgt ervoor dat de rijken rijker worden terwijl de zekerheden van de rest worden afgebouwd.
Toekomstperspectief valt weg
Voor steeds meer mensen wordt duidelijk dat het een welvarend en onbezorgd toekomstperspectief aan het wegvallen is. Klimaatontwrichting zal leiden tot extreem weer, zeespiegelstijging, water- en voedselschaarste, oorlog en migratie. Dat is niet de toekomst die ons beloofd was, want die zou steeds mooier en welvarender worden. Nu dat perspectief wegvalt, zijn mensen niet langer bereid om offers te brengen terwijl de rijken belasting ontwijken en de grote vervuilers vrijuit gaan.
Ook jongeren zien een onbezorgde toekomst in rook opgaan. Het is niet voor niets dat de klimaatstaking van Greta Thunberg in steeds meer landen navolging vindt. “Waarom zou ik op school leren voor een toekomst, als er straks geen toekomst meer is?”
Migratie jaagt spanningen aan
Migratie van mensen uit landen waarin zij mede door klimaatverandering en oorlogen geen perspectief meer zien, is een andere bron van spanning. Politici en anderen met een rechtse agenda zien hun kans schoon om angsten aan te wakkeren voor een invasie van havelozen. Onderliggend is de angst voor veranderingen op wereldschaal die voor een individu nauwelijks nog te overzien zijn. En voor verlies van controle op de eigen leefomgeving en verlies van zekerheid en welvaart. En aan het einde van dat spectrum van bezordheid staan mensen die openlijk rechtsextreem en/of racistisch zijn. Schokkende voorbeelden hiervan hebben we gezien bij de recente protesten rond ‘zwarte piet’.
Wat kan de politiek nog?
De grote vraag is of de politiek in staat is om al deze onzekerheiden en spanningen te kanaliseren. En of ze tot oplossingen kan besluiten die de onzekerheden en spanningen verkleinen.
Zowel in Nederland als binnen Europa en op wereldschaal heeft de politiek het daar moeilijk mee. Dat komt deels omdat partijen worstelen met het einde van het neoliberale tijdperk dat aantoonbaar geen oplossingen meer heeft voor de grote problemen van deze tijd. Denk bijvoorbeeld aan klimaatontwrichting, dramatisch verlies aan biodiversiteit en onrechtvaardige ongelijkheid. Maar ook omdat populistische polarisatie loont en een constructief debat zoveel moeilijker maakt.
Spanningen in coalitie op scherp
De strategie die lange tijd heeft gewerkt is om maatregelen voor de toekomst af te spreken, zodat de politiek er in het hier en nu weinig last van heeft. En ondertussen te hopen dat in die toekomst betere technologie ervoor zorgt dat de problemen tegen minder offers kunnen worden opgelost. Dat is ook precies wat het ‘groenste kabinet ooit’ heeft gedaan.
Nu het acute klimaatprobleem niet meer te ontkennen valt (IPCC, Urgendavonnis), moet de politiek wel in actie komen. Alle onderliggende spanningen over o.a. sociale rechtvaardigheid, aanpassing van industrie, landbouw en luchtvaart en invoering van een een CO2-belasting kunnen niet langer worden genegeerd. Ik verwacht dan ook dat de politieke spanningen snel verder zullen oplopen.
‘Opstand’ tegen overheid en politiek?
Het is wachten op het moment dat maar genoeg burgers beseffen dat de beloofde onbezorgde toekomst op deze manier steeds verder uit beeld raakt. In het Verenigd Koninkrijk is een groep burgers onder de naam Extinction Rebellion al een opstand begonnen tegen politiek en overheid. Zij zeggen dat de overheid het maatschappelijk contract heeft vergebroken door niet meer te zorgen voor het (toekomstig) welzijn van haar burgers. Met burgerlijke ongehoorzaamheidsacties willen ze de overheid dwingen het klimaatprobleem toe te geven en eindelijk in actie te komen. Duizenden mensne hebben de bruggen van Londen geblokkeerd en het verkeer praktisch stilgelegd.
Terwijl het protest van Extinction Rebellion gedisciplineerd en bijna ‘lief’ verloopt, kon dat niet gezegd worden van de rellen die volgden uit de protesten van de gele hesjes in Frankrijk. Daar was het doel o.a. het aftreden van de regering Macron.
Waar zijn de wervende toekomstvisies?
Ik zie niet meteen hoe dit allemaal tot een succesvolle opstand kan leiden, laat staan wat dan het breed gedragen alternatief zou zijn. Maar ik vrees wel dat we pas aan het begin staan van nog veel meer maatschappelijke onrust.
We hebben dringend behoefte aan wervende visies op de toekomst die ons helpen een weg te vinden in deze chaotische tijd. Visies waarmee burgers en politici het gesprek kunnen aangaan over wat een wenselijke toekomst is voor ons allemaal. En waarmee we de grote problemen kunnen oplossen. En wat we daarvoor moeten doen… en laten.
De ingrediënten zijn duidelijk: geen fossiele brandstoffen meer, een stop op milieuvervuiling. herstel van bossen en biodiversiteit. Kortom, de planeet centraal. En industrie en rijken betalen daar aan mee. Maar hoe ziet dat eruit, hoe voelt dat? Dat is wat we willen weten. Dat is wat we nodig hebben om de voglende stappen te zetten.
Hoe komt het toch dat we al zo ver gevorderd zijn in de klimaatcrisis en er nog steeds geen stevig klimaatbeleid is? Met als gevolg dat de concentratie broeikasgassen nog steeds toeneemt? Het is een vraag waar ik me al tijden over sufpieker,
Eerder schreef ik al over de wisselwerking tussen kiezers / consumenten en politici / ondernemers. Zolang kiezers / consumenten geen duidelijke signalen afgeven aan de stembus of bij de kassa, veranderen politiek en bedrijven niet. Maar daar zit dus nog een hele neoliberaal geïnspireerde denkwereld achter, en daarover gaat dit blog.
Kenmerken van de huidige politieke consensus
Ik denk dat het allemaal heeft te maken met onze manier van denken. Laten we om te beginnen kijken naar de belangrijkste kenmerken van wat ik maar even noem de actuele westerse politieke consensus. Elementen van deze consensus worden niet alleen door ‘politiek rechts’ gebezigd maar ook in het politieke midden en deels zelfs door linkse partijen. En ook veel burgers geloven er dus in. In ieder geval een meerderheid.
Kleine overheid en lage belastingen
Helemaal sinds Ronald Reagan en Margareth Thatcher geldt dat een kleine overheid een legitiem politiek doel is. Want een kleine overheid kost minder geld en op die manier kunnen de belastingen omlaag. Bovendien is een kleine overheid minder in staat om regels te maken waar ‘de markt’ last van heeft. En dat is belangrijk, want die markt moet je zo min mogelijk in de weg leggen.
Om de klimaatcrisis te tackelen hebben we juist een slagvaardige overheid nodig, met voldoende middelen om de transitie vorm te geven. Deze behoefte staat dus op gespannen voet met de consensus.
De markt lost het op
Bedrijven gelden als ‘De Grote Probleemoplosser’. In tegenstelling tot de overheid scheppen ze ‘productieve’ banen. En de markt beschikt over alle creativiteit die nodig is om oplossingen voor problemen te bedenken en uit te voeren.
Het geloof in de markt is zelfs zo groot dat op tal van beleidsterreinen ervoor gekozen is de markt zichzelf te laten reguleren. Bedrijven houden dan toezicht op zichzelf, omdat dat efficiënter en goedkoper is. Het is niet ingewikkeld om zich voor te stellen dat dit toezicht niet heel streng zal zijn. Bovendien zijn ondertussen de inspectiediensten die vroeger toezicht hielden tot op een minimum uitgekleed – vanwege het streven naar een kleinere overheid – en zijn zij dus niet meer in staat toezicht te houden. Veel milieu- en dierenwelzijnsmisstanden komen hieruit voort. Het overtreden van regels loont en overtreders hebben (nagenoeg) vrij spel.
Een ander neveneffect van een kleine overheid is dat de overheid zelf nog maar over weinig kennis beschikt. Wanneer er ingewikkelde problemen moeten worden opgelost, wordt daarom kennis uit de markt ingehuurd. Dat de overheid soms kennis uit de markt nodig heeft, is logisch. Maar dat de overheid op deze manier vooral tot een inhuurbedrijf van kennis is geworden, werkt afhankelijkheid en fragmentatie in de hand. En dat is zorgelijk, omdat de grote problemen van nu vooral om een krachtdadige, integrale aanpak vragen.
Helaas is gebleken dat de markt veel problemen juist niet uit zichzelf oplost, integendeel. Zonder regelgeving en toezicht is het vvor bedrijven aantrekkelijk om kosten af te wentelen op milieu en klimaat. Duurzame koplopers vragen daarom vaak om overheidsregulering die voor alle bedrijven geldt zodat duurzame processen en producten een eerlijke kans krijgen.
Technologie lost het op
Er is in deze consensus een bijna onbegrensd geloof in technologie en innovatie. Innovatie betekent namelijk economische groei. De veronderstelling is dat technologie ook zal helpen om maatschappelijke problemen, zoals klimaatverandering maar ook dat er te weinig mensen zijn om straks onze ouderen te verzorgen, op te lossen. En omdat we zo verwend zijn met alle consumentenelektronica die we nauwelijks bij kunnen houden, geloven wij deze belofte meteen.
Maar dan moet die technologie wel op de juiste manier worden ingezet. Al jarenlang hangt de belofte van grootschalige introductie van het afvangen en opslaan van CO2 ‘boven de markt’. Deze technologie is – op papier – zelfs een onmisbare bouwsteen in de aanpak die het klimaat moet redden. Dat deze technologie nog perperduur is en slechts marginaal wordt toegepast, speelt daarbij kennelijk geen rol. Ondertussen worden beschikbare technologieën voor energiebesparing niet op grote schaal toegepast. Bizar.
Meer in het algemeen is de aanname dat technologie op grote schaal zal worden toegepast zodra deze rendabel is. Een goed voorbeeld daarvan zijn zonnepanelen. Wat vaak wordt ‘vergeten’ is dat de overheid aan de knoppen zit waarmee de kansen en de rentabiliteit van een technologie kunnen worden beïnvloed. Bij zonnepanelen is dat bijvoorbeeld de salderingsregeling en bij elektrische auto’s zijn dat het fiscaal regime, het beleid om oplaadplekken aan te leggen en milieuzones. Maar stimulerend beleid wordt vaak gezien als onwenselijk omdat het geld kost en ingrijpt in ‘de markt’.
Technologie kan inderdaad een aantal problemen helpen oplossen of verminderen, maar daarvoor moet de politiek wel de juiste keuzes durven maken. Instrumenten om toepassing te bevorderen zijn regelgeving, toezicht op de naleving van de regels en financiële prikkels.
Focus op economische indicatoren
De economische manier van denken en de focus op ‘de markt’ als probleemoplosser zijn het debat gaan domineren. Feitelijk worden alle plannen impliciet of expliciet beoordeeld op hun effect op economische groei, werkgelegenheid en lastendruk.
En dat is raar om meerdere redenen. Om te beginnen geeft de manier van meten van economische groei een compleet verstoord signaal af. Een olietanker die heelhuids de haven haalt, levert in die systematiek een kleinere bijdrage aan de economische groei dan een tanker die op de klippen slaat. Want in het tweede geval tellen het bergen en repareren van de tanker en het opruimen van de olie mee als economische activiteit. Op die manier zal de economische groei na de bosbranden in Californië ook flink aantrekken. Tot… het moment komt dat mensen de wederopbouw niet meer kunnen betalen of veiligere oorden opzoeken.
Een tweede reden waarom deze manier denken en meten raar is, heeft te maken met onze verouderende beroepsbevolking. Voor steeds meer vacatures (pensionering) zijn steeds minder mensen beschikbaar. In dat geval is het scheppen van extra banen misschien wel eerder een bijdrage aan het scheppen van een probleem dan van een oplossing. Toch praten politici nog steeds vooralin termen van ‘extra werkgelegenheid’.
Om meer balans in het debat te krijgen, hebben we naast indicatoren als economische groei, werkgelegenheid en lastendruk dringend behoefte aan indicatoren die de toestand van biodiversiteit, natuurlijke hulpbronnen en klimaat weergeven. Denk bijvoorbeeld aan indicatoren als een groen BBP die ook de milieukosten van productie en consumptie meeneemt.
Toekomstoptimisme
“In de toekomst wordt alles beter, onze beste tijd moet nog komen”. Dat is een breed verankerd geloof en is – na WOII – in grote delen van de wereld ook waar gebleken. Maar de grenzen van wat de planeet kan hebben, zijn inmiddels bereikt en zonder hard bijsturen gaan we het als soort niet redden.
Het vooruitgangsoptimisme zorgt er voor dat we niet kunnen of willen accepteren dat we met duizelingwekkende snelheid op de afgrond afrazen en het roer moeten omgooien. De nu in het westen levende generaties kennen alleen de vooruitgang in termen van de consumptiemaatschappij: méér, mooier, lekkerder, makkelijker, sneller, verder, goedkoper. We hebben dringend een alternatieve toekomsvisie nodig.
Einde van de levenscyclus
Het ‘goede’ nieuws is dat dit neoliberaal geïnspireerde wereldbeeld zoals hierboven beschreven, het einde van zijn levenscyclus heeft bereikt. Het begint steeds meer te wringen, op steeds meer vlakken. Denk bijvoorbeeld aan de vele schandalen rond belastingontduiking op grote schaal, het meer dan bizarre debat over de afschaffing van de dividendbelasting en recentelijk ook het faillissement van ziekenhuizen.
Het beschreven wereldbeeld biedt niet het denkkader om de grote problemen van deze tijd aan te pakken. Klimaatontwrichting, verlies aan biodiversiteit en onrechtvaardige ongelijkheid vragen om een andere benadering. Meer zorg voor in plaats van roofbouw op de planeet, meer ‘ons’ in plaats van ‘ik’, meer samenwerking en minder concurrentie, meer maat houden in plaats van verkwisten.
Volgens Herman Wijffels bevinden we ons in een tijdperk dat hij de ‘hoogbloei van het laatkapiltalisme’ noemt. Het kapiltalisme heeft zijn werk gedaan en een ongekende economische groei mogelijk gemaakt. Maar nu is het natuurlijk kapitaal uitgeput en is het tijd voor een systeem waarin de planeet centraal staat. We zullen een ontwikkeling moeten doormaken van masculiene naar feminiene waarden. ‘Zorg voor het leven’ in de meest ruime zin zal centraal komen te staan. Best wel spannend eigenlijk.
Op 15 september 2018 vond in Amsterdam de eerste Donut-D-Day plaats, een inspiratiedag over milieu, monetaire hervorming en basisinkomen. Aan het eind sprak Herman Wijffels over het tijdperk waarin we leven en over de toekomst.
De donut van Kate Raworth
Niet helemaal verrassend gezien de naam van deze dag, vormde de ‘donuttheorie’ van Kate Raworth het vertrekpunt. De donut is een model waarin zowel de doelen van de menselijke ontwikkeling als de grenzen die de planeet ons stelt aan bod komen. Doelen zijn bijvoorbeeld voldoende voedsel, vrede en veiligheid en onderwijs voor alle mensen. Raworth onderscheidt 12 doelen cq. behoeften. DIt is de binnenste donkergroene begrenzing van de donut. Planetaire grenzen zijn bijvoorbeeld klimaatverandering en verlies aan biodiversiteit. Het model kent 9 planetaire grenzen (de buitenste begrenzing van de donut). Zie de volgende figuur:
Veel werk aan de winkel
De uitdaging is om zo met de beschikbare hulpbronnen om te gaan dat de sociale behoeften worden vervuld zonder dat de planetaire grenzen worden overschreden. Duurzame ontwikkeling – economisch, ecologisch en sociaal – vindt binnen de begrenzing van de groene ring – de donut – plaats. In de figuur is duidelijk te zien dat de meeste behoeften nu niet voor alle mensen worden vervuld, terwijl een aantal planetaire grenzen al fors wordt overschreden. Veel werk aan de winkel dus voor ons allemaal. Meer uitleg van Kate zelf vindt je in deze TEDx talk op YouTube (16 minuten).
Reflectie van Herman Wijffels
Aan het eind van de dag reflecteerde Herman Wijffels op de verschillende bijdragen en op de tijd waarin we leven. Dat vond ik zo indrukwekkend dat ik zijn bijdrage hier graag samenvat. Herman Wijffels was onder meer topman bij de Rabobank, voorzitter van de SER en voorzitter van Natuurmonumenten.
Het einde van een tijdperk
Volgens Wijffels leven we in een tijd die hij de ‘hoogbloei van het laatkapitalisme’ noemt. Dit systeem heeft zijn werk gedaan, het heeft namelijk de groei gefaciliteerd van het niveau van de middeleeuwen naar het niveau van nu. Aanleiding voor de verlichting was het ontstaan van het idee dat niet alleen het hiernamaals telde maar dat ook het leven op aarde ‘gezellig’ mocht zijn. Grensverleggende uitvindingen maakten een enorme economische groei mogelijk. Belangrijk is dat er stap voor stap een financieel systeem ontstond dat deze groei faciliteerde. Maar deze manier van doen is niet langer houdbaar. Het natuurlijk kapitaal is helemaal of zo goed als uitgeput en omgezet in financieel kapitaal. Anders gezegd: we leven aan het einde van een tijdperk. En als je goed kijkt, zie je steeds meer scheuren in het oude systeem ontstaan.
Nieuwe orde: planet first
Wat we nu nodig hebben is een nieuwe economische en maatschappelijke orde waarin de planeet centraal staat. Het donutmodel biedt daarvoor veel aanknopingspunten, enn ook een basisinkomen hoort daarbij. Wijffels sprak over een tocht op weg naar het beloofde land. Maar net als in bijbel gaat die tocht wel eerst door de woestijn. En we kunnen alleen maar hopen dat de overgang van de oude naar de nieuwe orde harmonisch zal zijn. Maar zeker is dat niet. Hoe dan ook, het gaat er om voorbereid te zijn op moment dat de oude orde omvalt. En alles wat we nu al uitvinden van wat past bij die nieuwe orde, is mooi meegenomen. Daarom is het uitwisselen van kennis over wat wel en niet werkt ook zo belangrijk.
Van masculiene naar feminiene waarden
In die nieuwe orde gaat het er om individualiteit te verbinden met de gemeenschap. Dat geldt bijvoorbeeld voor onze manier van eten, vervoeren en kleden. We kunnen niet doorgaan met een manier van leven die ten koste gaan van de aarde. We zullen een ontwikkeling moeten doormaken van masculiene naar feminiene waarden. ‘Zorg voor het leven’ in de meest ruime zin zal centraal staan.
‘Software herschrijven’
Het gaat over ‘heel maken’. Van hoofd en hart, en van de aarde. Dat betekent ook werken aan onszelf. Want als we niet in balans zijn met onszelf gaat die grotere opgave ook niet lukken. We moeten onze software herschrijven. Dat is een enorm grote opgave maar toch is Wijffels optimistisch dat dit zal gaan lukken. Hij baseert dit op het veel hogere opleidingsniveau van de wereldbevolking nu in het vergelijking met het verleden. Ik hoop zeer dat hij gelijk heeft.
Het is even schrikken voor diegenen die dachten dat we goed bezig zijn met onze energietransitie. Je weet wel, de energietransitie is die grote overstap die we moeten maken van fossiele brandstoffen naar duurzame energiebronnen. Zodat we op die manier het klimaat nog een beetje kunnen redden. En daarmee de toekomst van onze planeet kunnen veiligstellen.
Zoals ik al in mijn vorige blog schreef, is de ambitie van het nieuwe kabinet te laag en duurt de energietransitie in het huidige tempo te lang.
Snel met meer transities aan de slag
Het heeft even geduurd, maar nu is het ook mij duidelijk. Met alleen de energietransitie komen we er niet. Er zijn meer grote problemen die we moeten aanpakken. Alsof één transitie nog niet moeilijk genoeg is, moeten we met meer transities aan de slag. En snel ook.
Het ‘grappige’ is dat ik enkele maanden nog dacht dat we eerst met de energietransitie aan de slag moeten voordat we aan die andere transities kunnen beginnen. Dit omdat we anders onze politici – en onze samenleving – compleet overvragen. Maar ik geef toe: ik zat er compleet naast. We kunnen niet wachten totdat de energietransitie een eind op streek is, we kunnen de transities niet één-voor-één doen. We zullen ze tegelijk en parallel moeten uitvoeren. En we hebben geen tijd te verliezen.
Eindeloos genieten…
We zijn met zijn allen verslaafd geraakt aan eindeloos genieten. Méér van alles. Méér lekker eten, méér leuke kleding, vaker en verder op vakantie. En dat steeds mooier, beter, lekkerder en goedkoper. Uitgekiende reclames maken ons die boodschap elke dag opnieuw wijs. Zodat we denken dat het normaal is en we niet meer zonder kunnen. En voor degenen die te weinig geld hebben om hun wensen te vervullen, is er de hoop cq. belofte dat die ooit wèl binnen handbereik komen.
… en keihard over grenzen heengaan
Maar inmiddels dringt de keerzijde van onze consumptie steeds harder onze levens binnen. Want om al die producten en diensten goedkoop te kunnen produceren, plegen we op grote schaal roofbouw op onze aarde. Hoewel de marketingafdelingen hun best doen de beelden van ons consumenten weg te houden, kennen we de gevolgen maar al te goed. Vervuilde lucht, bodem en water, afvalbergen, gekapte oerwouden, leeggeviste oceanen, uitgebuite productiewerkers, mishandelde dieren in de bio-industrie.
We zien het aan de klimaatverandering die nu al leidt tot extreem weer en enorme schade. Denk aan de landen rond de Middellandse Zee met enorme zomerse droogte, bosbranden en verschrompelde oogsten. Denk ook aan de VS met zijn bosbranden en wervelstormen, en aan de Alpenlanden waar zelfs bergen instabiel worden.
We zien aan het sterven van de insecten. Uit tellingen in Duitsland blijkt een afname met 76% sinds 1976. Met de insecten verdwijnen de vogels, en boeren zitten met de handen in het haar omdat de bijen verdwijnen die nodig zijn om de gewassen te bestuiven. We zien het aan het op veel plaatsen in de wereld opraken van de zoetwatervoorraden. En aan de destabiliserende werking van klimaatverandering op landen en regio’s die toch al fragiel zijn. Aan de conflicten die hieruit ontstaan en aan de vluchtelingen die onze veilige havens proberen te bereiken.
En ondertussen groeit de wereldbevolking nog steeds en willen al deze mensen ons consumptiepatroon overnemen. Dat leidt dus onherroepelijk tot een nòg hogere belasting van onze planeet, tenzij we…
Grenzen (her)stellen
Wat we dringend nodig hebben zijn aanpassingen in ons productie- en consumptiepatroon zodanig dat we het leven op aarde respecteren. Dat klinkt een beetje zweverig, maar het gaat erom planten, dieren en natuurlijke processen de ruimte te geven die ze nodig hebben. En natuurlijke hulpbronnen zoals bodem en water alleen op die manier in te zetten zodanig dat deze zichzelf weer kunnen herstellen en aanvullen. Dat betekent dus dat we ons als mensen veel terughoudender moeten opstellen. Dat we weer in balans moeten leren leven met onze leefomgeving in plaats van haar onbeperkt te gebruiken en naar onze hand te zetten.
Herstel van biodiversiteit
Concreet betekent dit dat we snel moeten beginnen met het herstellen van de biodiversiteit. Van het vergroenen van versteende tuintjes, straten en plantsoenen in de streden tot het opnieuw introduceren van heggen en struikgewassen op het platteland. Het betekent ook het zaaien van bloemen en het stoppen met landbouwgif dat insecten en ander leven doodt. Maar het betekent bijvoorbeeld ook het instellen van meer kraamkamers op zee waar niet mag worden gevist zodat vissen en andere levende wezens zich kunnen herstellen.
Sluiten van kringlopen
Ook betekent dit dat we snel onze kringlopen moeten sluiten. Op energiegebied – dat we voortaan alleen nog maar hernieuwbare energie gebruiken – maar ook als het gaat om al het tastbare om ons heen. We moeten ervoor zorgen dat we onze consumptie van nieuwe grondstoffen tot een minimum beperken en onze hoeveelheid afval praktisch tot nul terugbrengen. Waar het nu nog normaal is dat we meer dan de helft van ons afval weggooien en verbranden, wordt hergebruik de nieuwe norm.
Is dat lastig? Dat is maar hoe je het bekijkt. Neem nou de zakken waarin chips worden verpakt. De glimmende zakken bestaan uit meerdere materialen die onlosmakelijk met elkaar zijn verbonden. Handig voor de fabrikant, maar met de zak kun je vervolgens nog maar twee dingen: weggooien en verbranden. Andere materialen die wel gerecycled kunnen worden zijn beschikbaar, maar de fabrikanten voelen nu geen druk om deze te gebruiken. Denk ook aan statiegeld op kleine flesjes en blikjes. Omdat Nederland anders dan bijvoorbeeld Duitsland geen statiegeld hiervoor kent, belanden deze verpakkingen veelvuldig op straat en in de natuur, en worden ze niet hergebruikt. Heel erg jammer en een gemiste kans.
Grotere rol van de overheid
Het zijn uiteraard maar twee voorbeelden. Maar het interessante is dat we nu al veel verbeteringen kunnen doorvoeren, als we het maar willen. Maar om die veranderingen in gang te zetten moeten we wel bestaande gewoontes en belangen doorbreken. Denk aan de voorbeelden van de chipszakken en het statiegeld. De fabrikanten die zich nu nog verzetten, zullen moeten worden ‘aangemoedigd’ om over te stappen op duurzame alternatieven. Sommige producten zullen hierdoor duurder worden, waardoor hun consumptie af zal nemen. Blijkbaar is de prijs van deze producten nu dus te laag in vergelijking met wat de aarde aankan. Sommige producten zullen helemaal verdwijnen, terwijl er ook nieuwe producten zullen ontstaan.
Om deze veranderingen in gang te zetten is een grotere rol van de overheid onvermijdelijk. Dat betekent een trendbreuk met het huidige neoliberale denken waarin de markt vooral als oplossing wordt gezien en de overheid als bron van problemen. Het betekent dat de overheid een hoogwaardige partner moet worden die kennis over de grenzen van deze planeet vertaalt in grenzen waarbinnen bedrijven mogen opereren. Het betekent ook een enorme inspanning om met alle andere landen op één lijn te komen en dezelfde grenzen te stellen.
Grotere rol van burgers
De komende decennia zullen dus veel dingen (moeten) veranderen. Dat vraagt veel van burgers (bewoners, mensen), op verschillende vlakken. Om te beginnen als aanjager en ondersteuner van veranderingen. Want zonder draagvlak bij de bevolking kunnen politici en overheden de veranderingen waar we het over hebben niet doorvoeren. Sterker nog: zonder druk vanuit de voorlopers in de bevolking zullen veel politici deze stappen niet eens aandurven. Een volgende blog zal dan ook gaan over wat burgers zelf kunnen doen. Spoiler: ik zal het daarbij zeker gaan hebben over verantwoordelijkheid nemen en weerstand bieden aan verleidingen die slecht zijn voor de toekomst van onze planeet 😉
Maar het betekent ook meer betrokkenheid en solidariteit met de andere mensen op deze planeet die ook met deze veranderingen worden geconfronteerd. Dat kan alleen als we de veranderingen met elkaar invoeren, in plaats van te concurreren met elkaar. En eigenlijk is dat heel mooi, want uiteindelijk vormen burgers, mensen dus zoals jij en ik, het levend organisme van iedere samenleving. Of het nou om een wijk, een stad, een land of om de planeet gaat.
De grote uitdaging is om, juist ook tegen de achtergrond van alle veranderingen die plaatsvinden en nog zullen moeten plaatsvinden, iedereen een redelijk bestaan te gunnen. En dan bedoel ik met ‘gunnen’ dat we daarvoor ook actief de voorwaarden scheppen. We kunnen ons namelijk simpelweg niet veroorloven de kloof in welvaart zo groot te laten of nog verder te laten groeien. Die kloof is om te beginnen in moreel opzicht niet te verantwoorden. Maar bovendien zet de kloof de samenwerking tussen ‘arm’ en ‘rijk’ onder druk, terwijl we juist alle krachten moeten bundelen om de transities tot een goed einde te kunnen brengen.
Bijgaande TEDx-video van Kate Raworth geeft een mooie inkleuring van het bovenstaande. En en passant maakt zij de mainstream economische wetenschap fijntjes met de grond gelijk. Kate was afgelopen zondag nog te gast in Buitenhof. Kijken dus!
Zeven maanden na de verkiezingen was het afgelopen week zover. Daar was het dan: het nieuwe regeerakkoord! En dat roept natuurlijk de vraag op wat ‘we’ er nou van vinden. In deze bijdrage zet ik mijn gedachten daarover op een rijtje, in het bijzonder op het gebied van het klimaat.
‘Groenste regeerakkoord ooit’
Eerst maar eens met een positieve bril naar het akkoord kijken. Volgens de partijen die deelnemen aan de coalitie is dit het groenste regeerakkoord ooit. En inderdaad, er staan een hoop goede duurzame doelen, voornemens en maatregelen in. Ik noem er enkele:
49% minder CO2 in 2030 (ten opzichte van 1990)
alle kolencentrales gaan dicht (uiterlijk 2030)
meer wind op zee
de aansluitplicht op het aardgasnet wordt voor nieuwbouwwoningen afgeschaft
er komt een impuls voor het van het gas afhalen van bestaande woningen
in 2030 rijden er alleen nog emissieloze auto’s.
Dat zijn zonder meer belangrijke stappen die de transitie naar een koolstofarme economie vooruit helpen. Het is ook een duidelijke boodschap voor bewoners en bedrijven: hou er maar rekening mee, de energietransitie komt er nu echt aan. En ik moet toegeven, met VVD en CDA aan tafel had ik op (veel) minder gerekend.
Maar een regeerakkoord is nog geen realiteit
Daarmee is nog niet alles gezegd. Want doelen, voornemens en maatregelen in een regeerakkoord moeten eerst nog worden omgezet in beleid. Of moeten in Europees verband worden afgesproken. En daarna worden uitgevoerd. Dan zal blijken hoe groot de maatschappelijke weerstand zal zijn, evenals de politieke weerstand, ook van partijen als de VVD en het CDA.
Het regeerakkoord biedt dus legio kansen voor uitstel of afstel. Daar komt bij dat de grote klimaatklappers vrijwel allemaal voorzien zijn in de jaren na deze kabinetsperiode. Nu kun je redeneren dat dat logisch is. Een energietransitie regel je nou eenmaal niet binnen vier jaar. Maar je kunt de komende vier jaar wel gebruiken om in beleid en wetten de basis ervoor te leggen. Positief is dat dit ook precies is wat het nieuwe kabinet lijkt te willen gaan doen.
Bovendien: het regeerakkoord is niet duurzaam genoeg
Maar je kunt het akkoord ook op een andere manier bekijken. Niet vanuit de invalshoek van politiek realisme van wat er aan de onderhandelingstafel mogelijk was, maar vanuit de invalshoek van de harde noodzaak. Concreet: wat moet er gebeuren om de opwarming van de aarde onder de 1,5 graden te houden?
Wanneer je het akkoord op die manier tegen het licht houdt, moet je constateren dat het niet genoeg is. Zelfs op papier niet, nog los van alle concretisering en uitvoering die nog moet plaatsvinden.
Jelmer Mommers, de klimaatjournalist van De Correspondent verwoordt het in zijn analyse van het regeerakkoord als volgt:
Rutte III wil dat de CO2-uitstoot in 2030 – over 13 jaar – 49 procent lager ligt dan in 1990. Dat is ambitieus. Maar het probleem is dat je het doel van Parijs – maximaal 2 graden Celsius opwarming, streven naar 1,5 – hiermee niet haalt. Voor 2 graden is volgens het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) een reductie van 55 procent in 2030 nodig. En om uit te komen op 1,5 graad is een reductie van 60 procent noodzakelijk. Daar komt Nederland zo bij lange na niet.
Verder gokt het nieuwe kabinet op het onder de grond stoppen van CO2
En dan hebben we het nog niet gehad over de dure en onzekere maatregel om CO2 af te vangen en op te slaan. Begrijp me niet verkeerd, ik denk dat we zeker met deze maatregel aan de slag moeten gaan. Ik denk dat we niet de luxe hebben om te roepen dat je hiermee de fossiele industrie uitstel geeft. Ik denk dat we niet zonder het opbergen van CO2 kunnen, willen we het klimaat nog een beetje leefbaar houden. Maar dat we ondertussen alles in het werk stellen om de uitstoot zo snel mogelijk tot 0 terug te dringen.
Het probleem met de maatregel in het regeerakkoord is de enorme omvang van de reductie (18 Megaton) die het kabinet op deze manier wil bereiken in 2030. En dat terwijl tot op heden nog helemaal geen CO2 op deze manier in ons land is opgeslagen. Daarmee neemt het kabinet een enorme gok en wordt het behalen van de reductie van 49% in 2030 bij voorbaat hoogst onzeker. En die reductie was al te weinig om de 2 graden doelstelling te halen.
Conclusie: meer zit er dus niet in, voor nu?
De vraag is nu wat te doen met deze inzichten. Mijn conclusie is dat we geen genoegen kunnen nemen met een conclusie ‘meer zat er dus deze keer niet in’. Ik geloof meteen dat het met partijen als VVD en CDA aan tafel lastig onderhandelen is op het gebied van klimaat. Maar het gaat hier wel om de toekomst van onze planeet. Hoe kunnen we nou andere landen aanspreken op hun verplichting om hun CO2-uitstoot terug te brengen als wij als rijk land al niet doen wat nodig is? En dat terwijl ons land met zijn ligging onder zeeniveau ook nog eens een extra groot belang heeft bij het zo veel mogelijk beperken van de klimaatverandering en daarmee ook de zeespiegelstijging?
Nee, het valt niet te accepteren dat we 4 jaar lang aan deze afspraken zijn geketend. Ook al gaan de doelen, voornemens en maatregelen verder dan alles wat eerder is vastgelegd, het is gewoon onvoldoende. Het gekozen motto ‘Vertrouwen in de toekomst’ levert in dat perspectief zelfs een beetje cynische bijsmaak op.
Ik vrees dat de kans klein is dat de vier partijen het regeerakkoord openbreken en dit moeilijk bevochten compromis aanscherpen. Maar politiek realisme kan en mag niet voorkomen dat het denken stopt. Het is te hopen dat mede door dit regeerakkoord snel veel meer mensen zich bewust worden van de overlevingsstrijd waar we in terecht zijn gekomen. En dat ze besluiten er zelf naar te handelen, en de politiek met hun bezorgdheid onder druk te zetten. Het wordt een spannende tijd, met een keiharde strijd. Maar de inzet is dan ook hoog, voor ons als mensheid. Hoger kan niet.
Klimaatverandering heeft invloed op onze gezondheid. Veel mensen denken dat klimaatverandering iets is van ‘daar en straks’, en niet van ‘hier en nu’. Een onlangs gepubliceerd rapport van The Medical Society Consortium on Climate & Health laat zien dat dit beeld niet klopt. Ook nu al heeft klimaatverandering impact op onze gezondheid.
Het is – in ieder geval voor mij – het eerste rapport dat ik ken dat hier op inzoomt. Het rapport gaat over de situatie in de VS, maar kan volgens mij bijna 1-op-1 worden vertaald naar de Nederlandse situatie.
Effecten van klimaatverandering op de gezondheid
Kort en krachtig bespreekt het rapport acht thema’s. Ik loop ze in het kort langs.
Extreme hitte
Klimaatverandering leidt tot meer hete dagen en langere en heftigere hittegolven. Dat is gevaarlijk voor kinderen, ouderen en zieken, maar bijvoorbeeld ook voor mensen die veel buiten werken en sporten. Zo worden in de VS elk jaar 9000 high school sporters behandeld voor hittegerelateerde ziekten.
Extreem weer
Klimaatverandering leidt tot extremer weer zoals stormen, heftige regenval, overstromingen maar ook droogte. Hierdoor kunnen voorzieningen uitvallen, of moeten mensen hun huizen verlaten en een veilige locatie opzoeken. Al deze gebeurtenissen kunnen leiden tot letsel en zelfs de dood. Kinderen, ouderen, arme mensen en gehandicapten zijn extra kwetsbaar. De VS heeft de afgelopen jaren diverse van dit soort rampen en/of evacuaties meegemaakt.
Luchtverontreiniging
Klimaatverandering beïnvloedt luchtkwaliteit door meer smog, rook van bosbranden en meer pollen in de lucht. Dit laatste komt doordat de planten die de pollen produceren, beter groeien door klimaatverandering. Allergieën en astma komen daardoor vaker voor, en worden ernstiger.
Teken en muskieten
Het veranderende klimaat maakt het voor ziektedragers zoals teken, muskieten en vlooien makkelijker zich te vermenigvuldigen en zich te verspreiden naar gebieden waar ze eerst niet kwamen. Hierdoor rukken ziektes als Lyme, het West Nijl Virus en dengue koorts op. Zelfs malaria kan in de VS opnieuw zijn intrede doen.
Besmet water
Door heftige regenval en overstromingen kan oppervlaktewater verontreinigd raken, met giftige stoffen of bijvoorbeeld mest. Door hogere temperaturen groeien algen, parasieten en virussen makkelijker en kunnen mensen en dieren ziek maken die er in zwemmen of er van drinken.
Besmet voedsel
Ook gewassen op het land kunnen worden aangetast door ziekten die zich door klimaatverandering makkelijker verspreiden. In reactie hierop gebruiken boeren extra pesticiden die op hun beurt het voedsel niet gezonder maken.
Geestelijke gezondheid
Mensen die extreme weersomstandigheden meemaken en die bijvoorbeeld voor hun levensonderhoud afhankelijk zijn van landbouw en natuur kunnen door klimaatverandering stress ervaren en klachten als depressie, angst en posttraumatische stress ontwikkelen. Ik denk zelf dat er meer aan de hand kan zijn dan dit, zie hiervoor ook verder in dit blog.
Voedselproductie
Meer CO2 in de lucht leidt tot minder voedingswaarde in voedselgewassen. Bovendien zullen meer planten worden beschadigd door droogte of juist extreme regenval, overstromingen, storm en hagel en ziekten. Minder voedselproductie kan leiden tot voedseltekorten en daarmee tot gezondheidsschade.
Stoppen met fossiele brandstoffen
Deze inventarisatie is heftige materie om te lezen. Om erger te voorkomen, moeten we dan ook zo snel mogelijk stoppen met het verbranden van fossiele brandstoffen, aldus het rapport.
Wat mij opvalt is dat het rapport bij de effecten op de geestelijk gezondheid alleen spreekt over gebeurtenissen als gevolg van extreme weersomstandigheden. Misschien is dat logisch, kijkend naar de heftige gebeurtenissen in de VS, maar het lijkt me een te beperkte benadering.
Zo ervaren veel klimaatwetenschappers en -activisten klachten als gevolg van hun werk. Elke dag bezig zijn met een zo heftige ontwikkeling als klimaatverandering, terwijl de reactie vanuit maatschappij, bedrijfsleven en politiek daarop zo teleurstellend laks en traag is, kan ziekmakend zijn. Het roept ook de vraag op: kan of moet ik meer doen om de boodschap en de urgentie te laten doordringen?
Ook verwacht ik dat naarmate de klimaatverandering voortschrijdt meer mensen klachten zullen ervaren door het gebrek aan toekomstperspectief. Hoe reageer je op steeds nieuwe klimaatrampen en vluchtelingenstromen? En wat doet het met je psyche als de kansen om je te ontplooien verslechteren in plaats van te verbeteren?
Symposium Klimaatstemming
Wat dat betreft is het bijzonder dat op 9 juni 2017 in Leiden een symposium wordt georganiseerd over de effecten van klimaatverandering op de geestelijke gezondheid. Het is de eerste keer dat ik een evenement over dit thema zie langskomen.
De internetpagina van het symposium zegt er het volgende over. Op dit symposium staan we stil bij de effecten van klimaatverandering op het menselijk gemoed. Hoe reageren we op deze veranderingen en dreigingen? Hoe gaan we om met reacties als ontkenning, apathie, angst, depressie en dreigende paniek? Wie vangt wie op in de toekomst, wie zorgt er voor wie, en op welke manier?
Het zou me niets verbazen als we hier in de nabije toekomst meer over gaan horen.