Vandaag een berichtje in NRC over dat de voedselprijzen weer flink gestegen zijn. Oorzaak zijn de slechte weersomstandigheden. Ik schreef al eerder over het effect van slecht weer als gevolg van het veranderend klimaat op de voedselproductie.
Het is niet heel gewaagd om te voorspellen dat deze trend zal doorzetten. Meer opwarming betekent meer extreem weer betekent steeds slechtere omstandigheden om voedsel te telen.
Op de kortere termijn is dit vooral heel slecht nieuws voor mensen met lage(re) inkomens. Zij zullen steeds opnieuw een nog groter deel van hun inkomen kwijt zijn aan eten. Op de wat langere termijn is dit slecht nieuws voor iedereen. Voedsel zal gewoon schaars worden en dat zal voor veel maatschappelijke onrust zorgen. En dat is een understatement.
En natuurlijk is het probleem nu al het grootst in de armere landen.
Vanwege overvloedige regenval dreigt de oogst van aardappelen en suikerbieten verloren te gaan, in ieder geval in Groningen. Boeren zijn er bezorgd, in eerste instantie over hun inkomen.
Klimaatverandering beïnvloedt oogsten
De rest van Nederland zou ook bezorgd moeten zijn, want de KNMI-klimaatscenario’s liegen er niet om. De zomers worden heter, de winters natter, de vraag is alleen hoeveel heter en natter. Voor de boeren betekent dat steeds moeilijkere omstandigheden en dus vaker tegenvallers in de oogsten. Voor de rest van Nederland betekent dit krapper aanbod en dus stijgende prijzen. Voor de mensen met lage inkomens leidt dit tot extra problemen. Voor de armsten in arme landen betekent dit meer honger. Zo simpel is het.
Goede voornemens
Kunnen we er iets aan doen? Ja, we kunnen het probleem minder uit de hand laten lopen door onze uitstoot drastisch te verlagen. Daarmee draaien we de tijd niet terug maar zorgen we er wel voor dat de toekomst minder dramatisch wordt.
De tijd loopt weg, de druk op politiek en bedrijven moet oplopen. Daar kan iedereen een bijdrage aan leveren. Je weet al hoe je een nieuwe laptop moet kiezen, een nieuwe klant moet werven of een nieuwe vaardigheid moet leren? Dan kun je ook leren om je in te zetten voor een betere toekomst. Maak er een goed voornemen van 💚
De afgelopen dagen stijgen de temperaturen op veel plaatsen naar recordhoogtes. Dichtbij huis zijn het vooral de landen rond de Middellandse Zee die met extreme hitte te kampen hebben. Temperaturen schommelen er rond de 40 graden Celsius en kunnen verder oplopen tot 45 graden, in de schaduw welteverstaan.
Hitte heeft impact op de gezondheid. Onlangs is berekend dat de hitte vorig jaar in Europa tot ruim 61.000 vroegtijdige sterfgevallen heeft geleid. De meeste hittedoden vielen in Italië, namelijk ruim 18.000
Wetenschappers waarschuwen al langer dat de landen rond de Middellandse Zee een hotspot van de klimaatverandering zijn. De ontwikkelingen van dit jaar illustreren dit, net als die van de afgelopen jaren trouwens. Het is een lange aaneenschakeling van hitte, droogte, bosbranden en overstromingen door hevige neerslag die de kurkdroge bodem niet kan binnendringen. In delen van Spanje ligt zelfs verwoestijning op de loer.
Nu al is duidelijk dat de droogte en hitte effect hebben op de landbouwproductie. Het is ook niet heel gewaagd om te voorspellen dat er een effect op de toeristenstromen zal zijn. Landbouw en toerisme zijn zoals bekend belangrijke inkomstenbronnen voor de landen rond de Middellandse Zee. En helaas is er geen enkele reden om aan te nemen dat de weersextremen minder worden. Zolang we de CO2-kraan niet dichtdraaien, gaat de opwarming immers onverminderd door.
Een (gitzwart) toekomstscenario
Maar wat betekent dit alles nu voor de toekomst van de landen rond de Middellandse Zee? In zijn boek Klimaatoorlogen heeft militair historicus Gwynne Dyer de gevolgen van klimaatverandering verwerkt in toekomstscenario’s. Daarbij heeft hij expliciet de link gelegd met de geopolitiek: hoe gaan landen met elkaar om en is dat vreedzaam of juist niet? Hij laat zien hoe klimaatverandering bestaande spanningen snel kan doen ontploffen en nieuwe conflicten kan doen ontstaan. Landen zullen er immers alles aan doen hun bevolking te beschermen tegen tekorten van voedsel, drinkwater en andere hulpbronnen. En naarmate die hulpbronnen door klimaatverandering schaarser worden, stijgt het conflictpotentieel exponentieel.
Zijn scenario voor Zuid-Europa ziet er als volgt uit. Door de klimaatverandering neemt overal in Europa de voedselproductie af, het meest in de landen rond de Middellandse Zee. Daarom wordt er binnen de EU een programma voor voedselhulp voor deze landen opgezet. Ondertussen worden Spanje, Italië en Griekenland met steeds meer klimaatvluchtelingen vanuit Noord-Afrika en het Midden-Oosten geconfronteerd. Daarom wordt het Verdrag van Schengen gewijzigd. De meer noordelijk gelegen lidstaten krijgen het recht opnieuw grenscontroles in te voeren om die vluchtelingen tegen te houden.
Op hun beurt trekken steeds meer Portugezen, Spanjaarden, Italianen en Grieken naar de meer noordelijk gelegen lidstaten. Daar is het klimaat leefbaarder dan in eigen land en zijn er meer hulpbronnen beschikbaar. Het vrije verkeer van personen binnen de EU maakt dat mogelijk. En dat terwijl die meer noordelijke landen steeds meer moeite hebben om genoeg voedsel te produceren om zichzelf te voeden. In het boek leven er in 2045 zo’n 4 miljoen migranten uit de zuidelijke landen in Nederland. Dat leidt tot praktische en culturele problemen.
“In december 2047, na een bijzonder slecht jaar en bij tijd en wijle zelfs rantsoenering, trokken de landen ten noorden van de bergen – Frankrijk, de Lage Landen, Duitsland, Hongarije, de Tsjechische Republiek, Slowakije, Polen en de Scandinavische landen – zich terug uit de Europese Unie en stichtten in plaats daarvan de Noordelijke Unie. De voedselhulp aan de landen van de Middellandse Zee en de Balkan werd stopgezet en de zuidgrenzen van de Noordelijke Unie hadden al snel wat weg van het oude IJzeren Gordijn. Behalve dan natuurlijk dat deze grens bedoeld was om mensen buiten in plaats van binnen te houden.”
Epiloog
Wat er vervolgens in de van voedsel afgesneden landen rond de Middellandse Zee gebeurt, mag de lezer zelf bedenken. Los daarvan is het al behoorlijk ontluisterend om te lezen hoe landen in dit scenario hun toevlucht nemen tot beleid dat rechtstreeks uit de middeleeuwen lijkt te zijn gekopieerd. Maar is het scenario daardoor minder plausibel?
Het is een groot verschil of er sprake is van voedseloverschotten of voedselkrapte en dat geldt ook voor drinkwater. De risico’s die klimaatverandering opwerpt voor de voedselzekerheid lijken sowieso groter dan gedacht. En verder zien we nu al hoe de EU zich steeds meer inspanningen getroost om vluchtelingen buiten de deur te houden. Inspanningen waarbij organisaties die opkomen voor de mensenrechten steeds grotere vraagtekens zetten.
We weten niet hoe het verder gaat met de landen rond de Middellandse Zee en of het scenario werkelijkheid wordt. Maar de toekomst voorspellen is ook niet het doel van scenario’s. Het doel is juist om mogelijke toekomsten te verkennen en van daaruit in het heden slimmer te handelen. De lezer kan voor zichzelf bepalen hoe slimmer handelen er in dit verband uitziet.
Het klimaat verandert, en het verandert snel. Zoveel is nu wel duidelijk. Volgens dit NOS-artikel zullen we deze hete en droge zomer van 2018 in de toekomst zelfs een koele zoemer noemen. Tijd om voorzichtig vooruit te kijken naar wat dit betekent voor onze toekomst.
Het klimaat en ons voedsel
Een thema dat ik nog maar zelden langs zie komen betreft de gevolgen van de klimaatverandering voor onze voedselvoorziening. Zou de NOS al een artikel in de maak hebben over de gevolgen van hete & droge zomers (en straks ook weer hagel en wolkbreuken) voor onze voedselvoorziening?
Voedsel relevant thema
Dat lijkt me namelijk een meer dan relevant thema. Nu oogsten flinke schade oplopen en boeren voedsel moeten bijkopen voor hun vee omdat er te weinig hooi is, kunnen consequenties niet uitblijven. Sommige producten vallen kleiner uit (denk aan de’ te kleine’ pruimen uit Zeeland die AH niet wilde verkopen), of er is gewoon veel minder van. De prijs van die producten zal dan logischerwijs flink omhoog gaan. Ook in veel andere landen hebben de gewassen immers last hebben van de hitte en droogte.
Graan en mais duurder
Natuurlijk zullen er ook gewassen zijn met hogere opbrengsten, maar overall zullen de opbrengsten in de EU afnemen. Graan en mais zijn daar voorbeelden van. De vraag is nu hoe het met de oogsten in de rest van de wereld zal gaan. In die zin is de belofte van de EU om meer soja uit de VS in te voeren in ruil voor minder handelsoorlog nog niet zo gek. Soja kan immers ook dienen als voer voor het vee. En laat daar door de droogte en hitte nou net veel minder van zijn.
Minder vlees
Doordat boeren meer voedsel voor het vee moeten inkopen, zal de prijs van vlees stijgen. Tenzij… de overheid subsidies gaat geven natuurlijk. Laten we hopen dat dit niet gaat gebeuren. De prijs van vlees is gezien de milieu-effecten nu immers veel te laag. Duurder vlees zou gezien de lage prijzen dan ook een zegen zijn. De vraag naar vlees zal dan afnemen en dat is goed nieuws voor de planeet. Ons dieet zal plantaardiger worden.
Alternatieve productiemethoden
Ik verwacht dat deze hete en droge zomer aanleiding zal zijn om op zoek te gaan naar productiemethoden van voedsel die minder weersafhankelijk zijn. De technieken daarvoor zijn inmiddels al lang beschikbaar, bijvoorbeeld in kassen of leegstaande gebouwen. Maar het probleem lijkt mij vooral dat juist die gewassen die buiten op het veld op grote schaal worden aangebouwd, te weinig opbrengen om binnen onder beschermde condities te verbouwen. Denk juist aan mail en graan. Bovendien is het bijkans onmogelijk om dergelijke grote hoeveelheden binnen te verbouwen.
Schaarste en sociale onrust
Het is voor ons in Europa nauwelijks voor te stellen dat voedsel schaars zou kunnen worden. Dat frietjes duurder worden omdat de aardappeloogst een keertje tegenvalt, oké. Maar structurele schaarste? Europa is vooralsnog rijk genoeg om hogere prijzen op de wereldmarkt te betalen, dus zo’n vaart zal het niet snel lopen. Die hogere prijs zal primair ten koste gaan van mensen in armere landen die gewoon te weinig geld hebben. Toch zullen hogere voedselprijzen ook in ons land tot onrust kunnen leiden, tenzij de regering besluit koopkrachtverlies te compenseren.