Na jaren van uitstel – ik durfde er maar niet aan te beginnen – heb ik dan toch het boek ‘Collapse’ van Jared Diamond aangeschaft. De nogal dikke pil (500+ pagina’s) is een studie naar de oorzaken van het ineenstorten van samenlevingen. Waarom overleefden sommige samenlevingen tegenslagen en gingen andere ten onder? Met het oog op onder meer de klimaatcrisis, het biodiversiteitsverlies en de Russische invasie in Oekraïne lijkt me dit een meer dan actueel thema.
Daarbij onderzoekt Diamond zowel samenlevingen van nu als samenlevingen uit het verleden. Zo komen onder meer hedendaags Montana en Australië aan bod, naast de antieke Maya’s en Vikingen. Zijn er parallellen in hun aanpak van problemen en welke lessen levert dit op?
Bevindingen hoofdstuk 1
In het eerste hoofdstuk beschrijft Diamond een analytisch raamwerk dat hij in het vervolg van zijn boek hanteert. Daarbij zijn volgens hem 5 factoren bepalend voor of een samenleving al dan niet ineenstort:
milieuproblemen
klimaatverandering
vijandige buren
welwillende handelspartners en
de manier waarop de samenleving reageert op milieuproblemen.
De eerste vier factoren kunnen soms wel en soms niet doorslaggevend zijn, de vijfde factor is altijd doorslaggevend. Vandaar ook de subtitel van het boek: “How societies choose to fail or succeed”.
Milieuproblemen
Diamond inventariseert ook welke milieuproblemen voor problemen kunnen zorgen. De samenlevingen uit het verleden hadden met acht milieuproblemen te kampen:
ontbossing en verlies van leefgebieden
bodemproblemen (erosie, verzilting en verlies aan vruchtbaarheid)
watermanagement problemen
overbejaging
overbevissing
effecten van geïntroduceerde soorten op oorspronkelijke soorten
groei van de menselijke bevolking
toegenomen impact op het milieu per hoofd van de bevolking
Ook moderne samenlevingen hebben met deze acht milieuproblemen te maken, maar er zijn er nog vier bijgekomen:
door de mens veroorzaakte klimaatverandering
de ophoping van giftige chemische stoffen in het milieu
energietekorten
en de volledige benutting van de fotosynthetische capaciteit die de aarde biedt.
“De meeste van deze twaalf milieuproblemen worden kritiek binnen de komende decennia. Of we zijn in staat ze op te lossen, of ze ondermijnen niet alleen Somalië maar ook samenlevingen uit de Eerste Wereld. Veel waarschijnlijker dan een ‘doomsday’ scenario zoals het uitsterven van de mens of een apocalyptische ineenstorting van geïndustrialiseerde samenlevingen gaat het daarbij ‘slechts’ om een toekomst met aanzienlijk lagere levensstandaard, chronisch hogere risico’s en de ondermijning van wat we nu als onze kernwaarden beschouwen. Een dergelijke ineenstorting kan verschillende vormen aannemen zoals de wereldwijde verspreiding van ziekten of oorlogen, uiteindelijk ingegeven door schaarste. Als deze redenering klopt, dan zullen onze inspanningen van vandaag de toestand van de wereld bepalen in welke de huidige generaties kinderen en jonge volwassenen leven als ze volwassen en ouder zijn.”
Sterke column van Mathijs Bouman in het FD. De kernvraag is: welk offer zijn we bereid te brengen om de Russische agressie te stoppen, voor de mensen in Oekraïne, en voor onze vrijheid?
Net als het bij de klimaatcrisis de vraag is tot welk offer we bereid zijn voor het veilig stellen van een leefbare toekomst. En oh ja surprise… laat er ook nog eens een verband bestaan tussen beide onderwerpen!
Deze week sprak Jeroen Dijsselbloem bij Nieuwsuur over het nut van het opstellen van scenario’s om daarmee een onzekere toekomst te verkennen en je voor te bereiden op (negatieve) ontwikkelingen. Aanleiding was de presentatie van het evaluatierapport over het coronabeleid.
Vorig jaar schreef ik hier een opinie over. Het kabinet doet er goed aan scenario’s voor de klimaatcrisis op te stellen en op die manier de impact op Nederland en de Nederlanders te verkennen zodat we een idee krijgen wat er op ons af komt en hoe we ons kunnen voorbereiden op de gevolgen.
Onlangs bracht RTL Nieuws dit bericht. Het gaat erover dat Jakarta langzaam maar zeker in zee verzinkt en dat Indonesië daarom zijn hoofdstad wil verplaatsen.
De bodem onder Jakarta zinkt door grootschalige wateronttrekking met tot wel 20 cm per jaar. Omdat de stad in een delta ligt, maakt die bodemdaling de stad steeds kwetsbaarder voor overstroming vanuit de rivieren maar ook vanuit de zee. De zeespiegelstijging maakt de dreiging vanuit zee alsmaar groter. Grote delen van Jakarta liggen nu al onder zeespiegel en in 2050 zou dat zelfs voor 95% van de stad kunnen gelden.
Nieuwe hoofdstad
De oplossing die de Indonesische regering heeft gekozen is even rigoureus als kostbaar, namelijk verplaatsing van de hoofdstad. De nieuwe hoofdstad moet op Kalimantan verrijzen, gaat Nusantara heten en mag op zijn minst 28 miljard euro kosten.
Het gaat hierbij primair om verhuizing van de overheid. Het plan behelst “nieuwe gebouwen voor alle ministeries, het presidentieel paleis en huisvesting voor 900.000 tot 1,5 miljoen mensen, vooral overheidspersoneel en hun gezinnen.”
Verliezers
Het plan zal ten koste gaan van de natuur en de huidige bewoners die zullen moeten verkassen. Op Kalimantan liggen de oudste regenwouden ter wereld. Verliezers zijn ook de armere bewoners van Jakarta waarvoor niets is geregeld. Zij mogen zelf uitzoeken hoe zij met het stijgende water omgaan. Sociale rechtvaardigheid ziet er anders uit.
Nieuwe coalitie maakt het zichzelf niet echt moeilijk op het klimaatdossier
Op 15 december presenteerden VVD, D66, CDA en CU hun regeerakkoord. Ook vanwege alle aandacht voor Omikron en de feestdagen is het goed om daar nog eens uitgebreid bij stil te staan. Dit stuk gaat over de vraag: wat spreekt de nieuwe coalitie af over de aanpak van de klimaatcrisis? Waar gaan Rob Jetten en zijn collega’s de komende 3 jaren mee aan de slag?
Intermezzo
Overigens vind ik ‘klimaatcrisis’ een steeds minder toepasselijke term. Een crisis is immers meestal een tijdelijk iets en na een crisis keer je met een beetje geluk terug naar een normale toestand. Dat is bij de klimaatcrisis helaas niet het geval en daar zijn drie redenen voor. Om te beginnen zijn we er nog mijlenver van verwijderd om de uitstoot van broeikasgassen terug te brengen naar nul. Bovendien zal de opwarming ook daarna nog een tijdje doorijlen vanwege de reeds in de atmosfeer aanwezige broeikasgassen. En tot slot blijven daarmee ook de negatieve effecten zoals schade door weersextremen progressief toenemen. We hebben dus te maken met een decennia durende, escalerende crisis zonder terugkeer naar een ‘normaal’. ‘Voortgaande klimaatontwrichting’ doet daarom wellicht meer recht aan wat er speelt. Andere suggesties zijn welkom.
Aangescherpt klimaatdoel voor 2030
Goed, terug naar het regeerakkoord. Daarin staat net als in de Klimaatwet dat Nederland uiterlijk in 2050 klimaatneutraal wil zijn. Het tussendoel voor 2030 is aangescherpt van 49 naar 55 procent reductie van CO2 (ten opzichte van 1990, neem ik aan). Om er zeker van te zijn dat die 55 procent ook echt wordt gehaald, wordt er gemikt op een reductie van 60 procent in 2030. De aanscherping naar 55 procent was overigens onvermijdelijk omdat deze eerder al in Brussel was besloten.
Goed om te zien is verder dat er nu ook tussendoelen voor 2035 (min 70 procent) en 2040 (min 80 procent) zijn. Dat is winst, want tussendoelen geven richting en houden de druk op de ketel. Wat dat betreft zou je ook een tussendoel voor 2025 verwachten, maar dat ontbreekt helaas.
Een beetje jammer is ook dat Nederland ‘koploper in Europa’ wil worden bij het tegengaan van de opwarming van de aarde. Gezien de track record van de drie kabinetten Rutte op klimaatgebied – denk bijvoorbeeld aan de plaats van Nederland op de Europese ranglijst voor duurzame energie en aan het drama rond het Urgendavonnis – een nogal bevreemdende ambitie. Nu.nl heeft al uitgezocht dat Nederland met deze doelen alvast geen koploper gaat worden als het om de uitstoot per hoofd van de bevolking gaat. Dus tja.
Misleidend over 1,5 gradendoel
Heel jammer – en dat is een understatement – is dat met deze doelen de maximaal 1,5 graden opwarming uit het Verdrag van Parijs niet wordt gehaald. Dat zit zo. Bij een opwarming met maximaal 1,5 graden hoort een maximale hoeveelheid CO2 die de mensheid nog mag uitstoten. Dit koolstofbudget is met de huidige uitstoot binnen 10 jaar verbruikt, en als we snel beginnen met het reduceren van de uitstoot kunnen we er een paar jaar langer mee doen. Hoe dan ook, duidelijk is dat klimaatneutraliteit in 2050 veel te laat is voor het 1,5 gradendoel. Waarschijnlijk wel 10 tot 15 jaar te laat. Eerder schreef ik al dat Nederland zichzelf matste met zijn klimaatwet.
De nieuwe coalitie schrijft dus de klimaatdoelstelling van maximaal 1,5 graad van het Klimaatakkoord van Parijs na te streven, maar heeft een klimaatdoel dat daarmee totaal niet in overeenstemming is. Dan zijn er eigenlijk maar 2 opties: of de coalitiepartners snappen het niet, of ze misleiden de goegemeente. Dat is een harde conclusie, maar het gaat hier dan ook niet echt om een detail.
Veel aandacht voor de uitvoering
Positief is dan weer dat er duidelijk is nagedacht over de uitvoering van de plannen. Zo komt er een nieuwe minister voor klimaat en energie. Ook wil het Rijk zijn eigen uitvoeringskracht en die van de medeoverheden versterken. Er komt een onafhankelijke wetenschappelijke adviesraad (zoals in het Verenigd Koninkrijk) die het beleid beoordeelt en erover adviseert. Met een ‘generatietoets’ wil de coalitie beleid toetsen op een ‘brede welvaartsbenadering’. Het zou een manier kunnen zijn om de gevolgen voor de toekomst meer bij het huidige beleid te betrekken. Ook wil de coalitie burgers meer bij het klimaatbeleid betrekken. De vraag bij dit alles is natuurlijk hoe deze voornemens in de praktijk gaan uitwerken.
Interessant is ook dat de coalitie signaleert dat de uitvoering van de voornemens belemmerd kan worden door het gebrek aan vakmensen. En dat ze daar actie op wil ondernemen.
Niet onbelangrijk is verder dat er een smak geld klaargezet wordt. Er komt een klimaat- en transitiefonds van €35 miljard voor de komende 10 jaar. Al met al lijkt dit toch op een voorzichtige trendbreuk in het denken en doen over de voortgaande klimaatontwrichting.
The devil zit in de uitwerking
Maar ook voornemens die goed klinken moeten eerst nog wel worden uitgewerkt. En zoals bekend kost uitwerking tijd, en als het onderwerp ook maar een beetje politiek gevoelig is: véél tijd.
Neem bijvoorbeeld het plan om een Nationaal Isolatieprogramma op te zetten. Daarvoor moet het Manifest Nationaal Isolatieprogramma van o.a. CDA, ChristenUnie en GroenLinks als basis dienen. Alleen zijn de uitgangspunten van dat manifest zo weinig concreet dat het nog een hele kluif wordt om daar een programma op te baseren. Er lopen zo veel lijnen en lijntjes door het manifest dat de vraag is wie er nu echt voor resultaten gaat zorgen. Een andere vraag is hoe je huishoudens met een laag- en middeninkomen daadwerkelijk aan het isoleren krijgt. Het zijn vragen waar je – ook politiek gezien – hele heikele discussies over kunt krijgen. Eerder pleitte ik voor de oprichting van een Rijksisolatiebedrijf, of desgewenst provinciale of regionale isolatiebedrijven. De taak van zo’n bedrijf zou vijfledig kunnen zijn: het doen van een isolatieaanbod, het doen van een financieringsvoorstel, het zorg dragen voor de uitvoering, het garanderen van de kwaliteit en het zorg dragen voor het opleiden van een groot aantal nieuwe vakmensen.
Ook de systematiek voor rekeningrijden wil de nieuwe coalitie (opnieuw, alweer) laten uitwerken. En ook bij de luchtvaart is er werk aan de winkel. Denk aan de hoogte van de vliegticketbelasting en wat er met Lelystad Airport moet gebeuren. En ook in deze kabinetsperiode moet er weer een ‘integrale oplossing’ worden uitgewerkt om zowel de hubfunctie van Schiphol veilig te stellen als de overlast voor de omgeving te verminderen. Een heuse evergreen. Krimp van de luchtvaart als logische optie om luchtvervuiling, geluidhinder, stankoverlast en klimaatschade te verminderen wordt juist helemaal niet genoemd.
En dan zijn er nog de missers
Serieuze missers staan er ook in het regeerakkoord. Denk bijvoorbeeld aan de productie van synthetische kerosine waar enorme hoeveelheden groene stroom voor nodig zijn. Schaarse groene stroom die ook voor o.a. warmtepompen, datacenters en de productie van groene waterstof nodig is. En dat allemaal om het maar niet over krimp van de luchtvaart te hoeven hebben.
Die enorme vraag naar elektriciteit is wellicht de reden waarom de coalitie voorbereidingen wil treffen voor de bouw van twee kerncentrales. Alleen al die voorbereiding mag maar liefst vijf miljard kosten. Een hoop geld voor een mission impossible. Want hoe kan Nederland zorgen voor een veilige opslag van kernafval? Waar bergen we het spul duizenden jaren veilig op? Om nog maar te zwijgen over het vinden van veilige locaties voor de reactoren zelf. Want gezien de behoefte aan koelwater en de toenemende frequentie van het droogvallen van rivieren zal aan de kust gebouwd moeten worden. Maar rekening houdend met de zeespiegelstijging in het algemeen en het dramatische nieuws rond de Thwaitesgletsjer in het bijzonder zal dat een peperdure operatie worden. En dan is er ook nog het aspect van draagvlak onder de omwonenden. Het PBL zet alvast vraagtekens bij het voornemen om twee kerncentrales te bouwen, evenals bij de haalbaarheid van een reductie van de uitstoot met 60 procent in 2030.
Of neem de volgende passage: “We onderzoeken de mogelijkheden om financiële prikkels voor fossiele brandstoffen af te bouwen om vervolgens de financiële stimulering voor deze brandstoffen waar mogelijk te beëindigen. We doen dit zoveel mogelijk met andere landen, met het oog op ons vestigingsklimaat.” Meer onderzoek dus, alsof er niet al jaren wordt gesproken over de miljarden subsidie waarmee Nederland de fossiele brandstoffen kunstmatig goedkoop houdt. De coalitie laat hier zomaar een quick win liggen.
Samenvattend
Alles afwegend is mijn indruk van het regeerakkoord waar het de aanpak van de klimaatonwrichting betreft niet zo positief. Het akkoord is ronduit misleidend over de haalbaarheid van het 1,5 gradendoel. Daar staat tegenover dat er (aangescherpte) tussendoelen zijn geformuleerd voor 2030, 2035 en 2040. En dat er veel geld klaar wordt gezet en er veel aandacht is voor de uitvoering. Maar er moet wel nog ontzettend veel worden uitgewerkt voordat er flink minder CO2 de lucht in gaat. En helaas zijn er ook kapitale missers zoals de keuze voor kerncentrales en synthetische kerosine.
Al met al biedt dit geen regeerakkoord ondanks de aangescherpte tussendoelen niet de aanpak die je zou verwachten gezien de problematiek van de klimaatontwrichting. De coalitie had duidelijk geen zin om het zichzelf moeilijk te maken op het klimaatdossier. Zo vrijwaart zij zichzelf van een tussendoel in 2025, bereidt zij ingrijpende voornemens alleen nog maar voor en schuift zij de echte pijn nog even vooruit. De nood is nog niet hoog genoeg.
Deze week begint de klimaatconferentie COP26 in Glasgow. Hier een korte video over wat ons in 2050 te wachten staat als we verder blijven suffen in ons collectieve CO2ma… (als in coma maar dan met CO2 😉 ). Met tips om het tij te keren.