Video over Climate Tipping Points

“The time for buying time is over”. Interessante korte video van de OESO over de urgentie van de klimaatcrisis en over de noodzaak om tipping points in het klimaat te vermijden. Hoe kun jij – in je werk en privé – daar aan bijdragen?

Crisis op crisis: hoe lang blijven we nog in de koplampen staren?

Drie oplossingsrichtingen om de weg terug naar een daadkrachtige overheid te vinden

Het was een topweek voor wie van klimaatnieuws houdt. Plakkende activisten maakten de tongen los, de thermometers tikten nieuwe records aan en nieuwe klimaatrapporten zagen het licht. Ondertussen hollen we van crisis naar crisis. Hoe komen we daar uit?

Wat de activisten zeggen

De activisten wezen er met hun acties volkomen terecht op dat de zaak gierend uit de hand loopt terwijl de overheid fossiele brandstoffen met zo’n 17 miljard euro per jaar subsidieert. En dat terwijl fossiele bedrijven zoals Shell recordwinsten behalen. Bovendien staat de overheid toe dat er steeds maar nieuwe olie- en gasvelden worden aangeboord, terwijl de verbranding van de reeds aangeboorde voorraad ons sowieso al ver boven de 1,5 graden katapulteert. Keep it in the ground, dus.

Klimaatrapporten

De WMO meldde dat er nooit eerder zo hoge concentraties broeikasgassen in de lucht hingen als afgelopen jaar. En de UNEP berekende tot hoe hoog de temperatuur gaat oplopen aan het einde van deze eeuw. Met het huidige klimaatbeleid komt de opwarming uit op 2,8 graden. Als alle beloofde klimaatmaatregelen worden meegeteld komt de opwarming nog steeds uit op tussen de 2,4 en 2,6 graden. Er is momenteel geen zicht op een geloofwaardig pad om onder de nog enigszins veilig geachte 1,5 graden te blijven. Want om zicht te houden op de 1,5 graden zouden de emissies tot 2030 met de helft moeten afnemen. Je hoeft geen deskundige te zijn om te snappen dat dit niet te doen is in 8 jaar tijd. Tenzij je echt draconisch te werk gaat natuurlijk, maar er is niets dat er op wijst dat dit gaat gebeuren.

Crisis op crisis

Nou is het sowieso al een tijd van crisis op crisis, met een opeenstapeling van slecht klimaatnieuws. Hitte, droogte, branden, overstromingen, smeltend ijs, slechte oogsten, stervende mensen, stervende natuur. Met oorlog in Europa, stijgende prijzen van energie en voedsel. Mensen die massaal in de financiële problemen dreigen te komen. Vogelgriep. Een naderende recessie. En een overheid die het allemaal teveel wordt en achter de crises aanholt en zelfs de eigenhandig veroorzaakte problemen niet meer kan oplossen.

De oorzaak zit in een politiek systeem dat in meerderheid weigert naar de echte oorzaken van problemen (want lastiglastig) te kijken en liever stuurt op verkoopbare uitkomsten waardoor de problemen niet worden aangepakt. Of zoals Mathieu Segers het in De Groene Amsterdammer omschreef: een politiek van gevolgen. Beeldvorming en populariteit zijn belangrijker dan het daadwerkelijk oplossen van de problemen. Want het moet allemaal natuurlijk wel haalbaar en betaalbaar blijven en we moeten ook kunnen blijven bbq-en, want de volgende verkiezingen komen er alweer aan. 

Patronen doorbreken

Wat er aan de hand is, weten we inmiddels dus wel. De vraag is wat er aan te doen. Met het doel van een meer daadkrachtige overheid die problemen daadwerkelijk te lijf gaat voor ogen, zie ik drie oplossingsrichtingen.

Onlangs waarschuwde de WRR dat de overheid te vaak in kortetermijndenken vervalt en daarbij ook nog eens te vaak hoopt dat alles wel weer goed komt. Beter zou zijn om in scenario’s te denken (ja, ook de minder positieve) en daar in het beleid op in te spelen. En om bovendien beter te communiceren over risico’s zodat burgers en bedrijven zich beter kunnen voorbereiden op een crisis.

Dit gaat dus om een andere werkwijze, die alleen kans van slagen heeft als de ambtelijke professionaliteit en cultuur hiermee uit de voeten kan. Na vele jaren waarin de politiek wenselijke uitkomst voorop staat, vraagt dit dus ook om een cultuuromslag in de politieke top. En daarmee ook in het parlement. Wat nodig is, is dat politici de burger uiteindelijk weer serieus nemen en niet langer naar de mond praten.

Die burger zal tot slot ook zelf in beweging moeten komen. Eerder schreef ik al dat teveel burgers zich vooral concentreren op het optimaliseren van hun eigen leven. Daarmee laten ze de grote ontwikkelingen over aan ondernemers (en multinationals) die te vaak vooral financiële doelen hebben, aan ambtenaren die slecht worden aangestuurd en aan politici die te vaak hun eigen carrière willen veiligstellen in plaats van de grote problemen echt willen oplossen. Groepsdruk voortkomend uit regeerakkoord en fractiediscipline houdt eventuele moedige nieuwkomers in toom.

Burgers hebben de sleutel in handen

Ondernemers, ambtenaren en politici hebben dus een schop onder de kont nodig. Dat betekent dat meer burgers uit hun comfortzone moeten komen en invloed moeten gaan uitoefenen. Want met privilege komt verantwoordelijkheid. En een leefbare toekomst is dat offer meer dan waard, toch?

Deze opinie verscheen 30 oktober 2022 op Joop.nl

Met privilege komt verantwoordelijkheid. Toch?

Deze week presenteerde het CBS een analyse waaruit blijkt dat het aandeel hoogopgeleiden de afgelopen 40 jaar is verdrievoudigd. Dat is goed nieuws voor de economie en bijv de gezondheidszorg. Zonder al die hoogopgeleiden zou een complexe samenleving als de onze immers niet kunnen draaien.

Maar even uitzoomend: waar heeft ons dit gebracht? Ondanks alle innovaties staan we op het hellend vlak van een zich voor onze ogen voltrekkende ecologische ramp. De biodiversiteit kachelt steeds verder achteruit en het klimaat staat definitief op ontploffen.

En nu de link met de hoogopgeleiden. Je zou verwachten dat naarmate mensen door hun opleiding beter het grote geheel kunnen begrijpen en welke invloed ze daarop (kunnen) hebben, ze daar ook meer naar gaan handelen. Concreet: dat ze zich inzetten voor een betere samenleving en een duurzamere toekomst. Dat is bij veel hoogopgeleiden echter niet het geval. Ze zijn drukdrukdruk en zetten hun kennis en kunde in voor de zaak, de carrière, het gezin, de hypotheek, de vakantie, noem maar op. Ze optimaliseren op die manier vooral hun eigen leven. Daar schiet de planeet en de toekomst niks mee op.

Sterker nog: mensen met hoge inkomens vervuilen gemiddeld meer dan mensen met lage inkomens. Denk aan grotere huizen, meer consumptieve aankopen, meer en grotere auto’s, meer vliegreizen.

Dat moet veranderen, op deze manier keert de wal het schip, en snel ook. Hoogopgeleiden hebben daarin een rol te nemen. Met privilege komt verantwoordelijkheid.

Overheid moet stoppen met wensdenken

Deze week een superinteressant interview in NRC over het jongste advies van de WRR die waarschuwt dat de overheid te vaak in kortetermijndenken vervalt en ook daarbij nog eens te vaak hoopt dat alles wel weer goed komt.


Beter zou zijn om in scenario’s te denken (ja, ook de minder positieve) en daar in het beleid op in te spelen. En om bovendien beter te communiceren over risico’s zodat burgers en bedrijven zich beter kunnen voorbereiden op een crisis. Dat geldt voor een groot aantal crises zoals op de terreinen van energie, klimaat, voedsel, water en ziekten.

Dit advies zou eigenlijk een open deur moeten zijn, maar is het helaas niet. Nu maar hopen dat politici en ambtenaren dit in hun oren knopen en ook de ongewenste toekomsten durven te verkennen.

Scenario’s

Eerder heb ik een cursus gevolgd over het ‘bouwen’ van scenario’s, leuk en leerzaam en absoluut een aanrader! Alweer 5 jaar geleden schreef ik een blog over 3 scenario’s voor klimaatverandering. En vorig jaar een stuk over dat het kabinet er goed aan doet om klimaatscenario’s op te stellen.

Waterkwaliteit is de volgende crisis

Het gaat niet goed met de kwaliteit van onze wateren en dat gaan we steeds meer merken omdat bijv bouwactiviteiten geen doorgang kunnen vinden. Drie dingen vielen mij bij het lezen van dit artikel in NRC op.

De meest ingrijpende (en effectieve) maatregelen zoals m.b.t. stikstof zijn steeds op de lange baan geschoven, het ministerie van I&W put zich uit in relativerende bewoordingen en er is een duidelijke samenhang met de klimaatcrisis want hogere temperaturen en drogere zomers schaden de waterkwaliteit.

En zo zijn we dus hard op weg naar de volgende crisis. Kan er nog wel bij, zullen we maar zeggen.

Zonder onmiddellijke actie is een catastrofe onafwendbaar

Even de dagelijkse buzz verstoren. Want “De oceanen worden warmer en zuurder en er zitten weer meer broeikasgassen in de lucht, aldus een nieuwe klimaatevaluatie. Zonder onmiddellijke actie is een catastrofe onafwendbaar, waarschuwen de VN.”

En we weten allemaal dat die onmiddellijke actie niet vanzelfsprekend is. Want tijdens corona hadden we de kans de economie te transformeren naar een meer duurzame, en die kans hebben we laten schieten. En door de oorlog in Oekraïne hebben we de kans om versneld van fossiele brandstoffen af te stappen, maar wat we doen is vooral olie, kolen en gas uit Rusland te vervangen door olie, kolen en gas uit andere landen. Dus dat schiet voor het klimaat nog niet op.

Kom in actie

Dus beste professionals, vertrouw niet op anderen en maak zelf een strategische analyse van je omgeving en van je toekomst. Besef dat alles op het spel staat, inclusief jouw baan en je Zwitserleventoekomst, en kom in actie! Spreek met collega’s, baas en buren, bespaar energie. Dring bij politici in je gemeente en landelijk aan op een versnelde energietransitie en haal tegels uit je tuin en plant een boom. Om maar een paar mogelijkheden te noemen.

Laat niet de zoveelste dringende waarschuwing langs je afglijden maar neem verantwoordelijkheid voor jouw toekomst en die van je kinderen, neefjes en nichtjes. Aan de slag!

Het is ‘nu of nooit’ voor het klimaat, wat als het ‘nooit’ is?

Zes vragen en antwoorden naar aanleiding van het nieuwste klimaatrapport

Op 4 april kwam het nieuwe IPCC-rapport uit met als kern: het is ‘nu of nooit’ voor het klimaat. De uitstoot van broeikasgassen moet zo snel mogelijk omlaag, anders is het 1,5-gradendoel definitief uit beeld. ‘Nu of nooit’ is vertaald in een scenario dat de uitstoot vóór 2025 moet pieken om daarna pijlsnel naar beneden te gaan. De verslaafde die moet afkicken mag nog een paar shotjes zetten voordat de hel losbreekt. 

Waarom is dat 1,5 gradendoel ook alweer zo belangrijk?

Dat is omdat opwarming van de aarde met maximaal 1,5 graden als nog relatief ‘veilig’ wordt gezien. Maar: we zijn ‘pas’ met 1,1 graden opgewarmd en wereldwijd zien we nu al dramatische gevolgen. Denk aan ongewone droogte, hitte en bosbranden in Australië, het westen van de VS en ook in de poolcirkel. Denk aan meer en sterkere tornado’s, denk aan smeltende toendra’s die extra methaangas laten vrijkomen. Denk aan enorme hoeveelheden neerslag in (wederom) Australië maar ook in Limburg vorig jaar. Denk ook aan droogte en hongersnood in bijv Madagaskar, Kenia, Somalië en Ethiopië. De ontwrichting wordt elk jaar groter. Tenzij we drastisch bijsturen, is de aarde aan het einde van de eeuw 2 à 3 graden opgewarmd.

Maar eigenlijk wisten we dat allemaal al. Dus wat moeten we hier nu mee? Tijd voor een aantal prangende vragen.

Hoe groot is de kans dat de boodschap nu wel wordt opgepikt?

De boodschap is bekend, maar de omzetting in acties gaat vreselijk langzaam. Politici lopen op eieren en willen daarbij liefst niemand voor het hoofd stoten, zo lijkt het. De Russische invasie helpt ook niet echt mee. Internationaal gaat nu alle aandacht naar de oorlog en niet naar het klimaat. Omdat landen zo snel  mogelijk van Russisch olie en gas af willen, komen zelfs het schadelijke fracking en de vervuilende kolen opnieuw in beeld. Tegelijkertijd benadrukt de invasie de noodzaak om energie te besparen, als het al niet  primair voor het klimaat is, dan toch zeker uit geopolitieke overwegingen en om simpelweg kosten te besparen. Tijd is de bepalende factor. Iedere dag dat de uitstoot nog stijgt, raakt het 1,5-gradendoel verder uit beeld. Omgekeerd helpt elk stukje energiebesparing en elke overstap naar hernieuwbare energie mee om de schade voor het klimaat te beperken.

Heeft waarschuwen nog wel zin?

Rationeel gezien zou je verwachten dat waarschuwingen tot versnelde actie leiden. In de praktijk is er helaas weinig van te merken. Er lijkt een soort leemlaag van weerstand en gezapigheid te zijn die heel hardnekkig is. Deels wellicht vanuit onwennigheid met de nieuwe situatie die bestaande inzichten onbruikbaar maakt. En deels wellicht ook ingegeven door ongeloof: het zal zo’n vaart toch niet lopen? Daarom is het extra belangrijk om de druk er op te houden, zeker bij de besluitvormers.

Maar voor burgers lijken waarschuwingen wel zo’n beetje uitgewerkt. Mijn theorie is dat dit mede een gevolg is van jarenlange oefening in het wegkijken van alle ellende en oneerlijke ongelijkheid in de wereld. Het verschil in welvaart en kansen tussen ‘hier’ en ‘daar’ is te groot om te bevatten en als je daar echt iets aan wilt doen betekent dat dat je uit je comfortzone moet stappen. Niet alleen als het gaat om het delen van welvaart, maar ook qua doorbreken van de geldende consensus. Beide doen pijn en mensen zijn groepsdieren, dus de drempel om die stappen te zetten is hoog. Omgekeerd biedt dit ook weer kansen: als maar genoeg mensen klimaatbewust handelen, trekken ze vanzelf anderen mee. De vraag is hoe dit proces kan worden versneld.  

Willen burgers dan niks doen voor het klimaat?

Dat valt dus gelukkig mee. Volgens een recent artikel willen burgers wel veranderen, maar wachten ze op de politiek en het bedrijfsleven. “De belangrijkste barrières die klimaatvriendelijk gedrag in de weg staan zijn gebrek aan geld, … gebrek aan kennis en gebrek aan motivatie.”

Neem als voorbeeld de prijs van elektrische auto’s. Die ligt nog een heel stuk hoger dan die van vergelijkbare auto’s die op fossiele brandstoffen rijden. De overheid geeft subsidie op de aanschaf van elektrische auto’s, maar dat neemt het prijsverschil niet weg. Maar de gelukkige bezitters van een elektrische auto zijn zeker bij de huidige brandstofprijzen wel goedkoper uit met de lopende kosten. Zeker als ze ook nog eens kunnen laden met stroom uit eigen zonnepanelen. Dit leidt tot scheve gezichten bij degenen die de aanschafprijs niet kunnen betalen, helemaal omdat zij via de belastingen meebetalen aan de subsidies.

Op de achtergrond speelt hierbij de competitie tussen individuen die onderdeel is van ons systeem. Groot, mooi, duur en snel zijn tekenen van status. En we zijn getraind om er snel bij te zijn bij koopjes, want op = op en jouw geluk kan zomaar ten koste gaan van mijn geluk. Dat elektrische auto’s onbereikbaar zijn voor mensen met lage inkomens gaat op die manier ten koste van het draagvlak voor de energietransitie en heeft een negatief effect op het tempo van de emissiereductie. Hetzelfde geldt bijvoorbeeld voor het gebrek aan goede isolatie en zonnepanelen bij veel huurwoningen. 

Burgers kijken volgens de onderzoeker dus vooral naar politiek en bedrijven. Over het getreuzel van de politiek hebben we het al gehad. En helaas voor de mensheid heeft een deel van het bedrijfsleven totaal geen belang bij het stoppen met olie en gas omdat hun complete businessmodel daarop gebaseerd is. Denk aan de olie- en gasindustrie, denk aan de luchtvaart. Zij doen er dan ook alles aan om een mistig beeld te creëren. Ook hier is de politiek leiderschap nodig.

Allemaal goed en wel, hebben we eigenlijk een plan?

Goede vraag, en het eerlijke antwoord is meer ‘nee’ dan ‘ja’. Tenminste, als je bij ‘plan’ aan een actieplan denkt waarmee het doel, namelijk de temperatuurstijging onder 1,5 graden te houden, met redelijke mate van zekerheid kan worden gehaald. Daar zijn verschillende redenen voor.

Om te beginnen heeft Nederland ervoor gekozen om in samenspraak met de o.a. werkgevers en werknemers tot een aanpak te komen. Deze aanpak is vastgelegd in het Klimaatakkoord. Het akkoord gaat echter over reductie van de uitstoot met 49% in 2030 (t.o.v. 1990), en dat is maar een eerste stap om onder de 1,5 graden te blijven. In de uitvoering heeft de overheid een belangrijke rol (geld, kennis, wetten en regels) maar blijven sectoren primair verantwoordelijk. Concrete acties moeten nog verder worden uitgewerkt. Daar komt bij dat de Nederlandse Klimaatwet er op het eerste gezicht indrukwekkend uitziet maar niet matcht met het 1,5 gradendoel.

We hebben dus een situatie met een enorme opgave in zeer korte tijd, en een overheid die met een deels geflatteerde Klimaatwet aan de slag gaat op een manier waarbij de verantwoordelijkheid voor de voortgang over een grote groep actoren is verspreid. Dat is niet wat je zou verwachten in de noodsituatie waarin we zo langzamerhand zijn beland.

Het is natuurlijk vloeken in de neoliberale polderkerk, maar het afwenden van een zo groot gevaar van onze samenleving in een zo beperkte tijd vraagt eerder om een crisis- dan een polderaanpak. Denk bijvoorbeeld aan de enorme inspanning die de VS leverde om een oorlogseconomie op te tuigen waarmee het land de oorlog tegen Japan en Hitler-Duitsland tot een goed einde heeft kunnen brengen.

Het bovenstaande ging over de situatie in Nederland. In de meeste andere landen is het echter niet beter geregeld en op wereldniveau is het helemaal bar en boos. Er is niemand die ‘in charge’ om deze grootste bedreiging van de mensheid af te wenden. Landen zijn zelf verantwoordelijk voor hun eigen acties of beter gezegd: het gebrek eraan. En zij rapporteren daar over aan de volgende klimaatconferentie, maar die conferentie beschikt niet over sancties. Typerend is ook dat de rijke landen hun toezeggingen om de arme landen financieel te helpen met de energietransitie en de aanpassing aan het veranderend klimaat continu niet nakomen.

Het is ‘nu of nooit voor het klimaat, wat als het ‘nooit’ is?

Gezien het ontbreken van een mobiliserend urgentiegevoel en een adequaat actieplan, in Nederland en daarbuiten, zou het meer geluk dan iets anders zijn als we de opwarming onder de 1,5 graden zouden kunnen houden.

De meesten van ons hebben geen idee wat de klimaatcrisis gaat betekenen. We kunnen het ons gewoon niet voorstellen en dat is ook niet zo gek, want we hebben dit nog niet meegemaakt. Niemand heeft dit  ooit meegemaakt. Dit is de eerste keer dat het ons overkomt, en waarschijnlijk meteen ook de laatste keer.

Maar het helpt natuurlijk wel om je er in die gevolgen te verdiepen, en er is behoorlijk wat over geschreven. Niet alleen door het IPCC, maar bijvoorbeeld ook door Gwynne Dyer (Climate wars) en Mark Lynas (Six degrees).

Oké, de kans is dus op zijn minst aanwezig dat we niet onder die 1,5 graden blijven. Betekent dit dat we nu alles uit handen kunnen laten vallen en er op los kunnen leven? Dat zeker niet, want we hebben te maken met een glijdende schaal, het kan dus altijd erger. Elke tiende graad meer of minder maakt verschil voor de schade waar we mee worden geconfronteerd. Fysiek, en psychisch. Want hoe gaan mensen reageren als duidelijk wordt dat het voorgespiegelde Zwitserlevengevoel er niet meer gaat komen? Dat de toekomst, althans in fysieke en economische zin, er niet beter maar slechter op wordt? In wat voor samenleving komen we dan terecht?

De prangende vraag is of we de veerkracht en de solidariteit kunnen ontwikkelen om een positieve draai aan dit verhaal te geven. En om als de wiedeweerga te stoppen met fossiele brandstoffen. 

Deze opinie verscheen op 10 april 2022 op Joop.nl

Wanneer stort een samenleving in?

Na jaren van uitstel – ik durfde er maar niet aan te beginnen – heb ik dan toch het boek ‘Collapse’ van Jared Diamond aangeschaft. De nogal dikke pil (500+ pagina’s) is een studie naar de oorzaken van het ineenstorten van samenlevingen. Waarom overleefden sommige samenlevingen tegenslagen en gingen andere ten onder? Met het oog op onder meer de klimaatcrisis, het biodiversiteitsverlies en de Russische invasie in Oekraïne lijkt me dit een meer dan actueel thema.

Daarbij onderzoekt Diamond zowel samenlevingen van nu als samenlevingen uit het verleden. Zo komen onder meer hedendaags Montana en Australië aan bod, naast de antieke Maya’s en Vikingen. Zijn er parallellen in hun aanpak van problemen en welke lessen levert dit op?

Bevindingen hoofdstuk 1

In het eerste hoofdstuk beschrijft Diamond een analytisch raamwerk dat hij in het vervolg van zijn boek hanteert. Daarbij zijn volgens hem 5 factoren bepalend voor of een samenleving al dan niet ineenstort:

  1. milieuproblemen
  2. klimaatverandering
  3. vijandige buren
  4. welwillende handelspartners en
  5. de manier waarop de samenleving reageert op milieuproblemen.

De eerste vier factoren kunnen soms wel en soms niet doorslaggevend zijn, de vijfde factor is altijd doorslaggevend. Vandaar ook de subtitel van het boek: “How societies choose to fail or succeed”.

Milieuproblemen

Diamond inventariseert ook welke milieuproblemen voor problemen kunnen zorgen. De samenlevingen uit het verleden hadden met acht milieuproblemen te kampen:

  • ontbossing en verlies van leefgebieden
  • bodemproblemen (erosie, verzilting en verlies aan vruchtbaarheid)
  • watermanagement problemen
  • overbejaging
  • overbevissing
  • effecten van geïntroduceerde soorten op oorspronkelijke soorten
  • groei van de menselijke bevolking
  • toegenomen impact op het milieu per hoofd van de bevolking

Ook moderne samenlevingen hebben met deze acht milieuproblemen te maken, maar er zijn er nog vier bijgekomen:

  • door de mens veroorzaakte klimaatverandering
  • de ophoping van giftige chemische stoffen in het milieu
  • energietekorten
  • en de volledige benutting van de fotosynthetische capaciteit die de aarde biedt.

“De meeste van deze twaalf milieuproblemen worden kritiek binnen de komende decennia. Of we zijn in staat ze op te lossen, of ze ondermijnen niet alleen Somalië maar ook samenlevingen uit de Eerste Wereld. Veel waarschijnlijker dan een ‘doomsday’ scenario zoals het uitsterven van de mens of een apocalyptische ineenstorting van geïndustrialiseerde samenlevingen gaat het daarbij ‘slechts’ om een toekomst met aanzienlijk lagere levensstandaard, chronisch hogere risico’s en de ondermijning van wat we nu als onze kernwaarden beschouwen. Een dergelijke ineenstorting kan verschillende vormen aannemen zoals de wereldwijde verspreiding van ziekten of oorlogen, uiteindelijk ingegeven door schaarste. Als deze redenering klopt, dan zullen onze inspanningen van vandaag de toestand van de wereld bepalen in welke de huidige generaties kinderen en jonge volwassenen leven als ze volwassen en ouder zijn.”

[Tot zover – wordt vervolgd]

Over offers gesproken

Sterke column van Mathijs Bouman in het FD. De kernvraag is: welk offer zijn we bereid te brengen om de Russische agressie te stoppen, voor de mensen in Oekraïne, en voor onze vrijheid?

Net als het bij de klimaatcrisis de vraag is tot welk offer we bereid zijn voor het veilig stellen van een leefbare toekomst. En oh ja surprise… laat er ook nog eens een verband bestaan tussen beide onderwerpen!

Hoe kunnen we het debat hierover opstarten?

Verken de toekomst met scenario’s

Deze week sprak Jeroen Dijsselbloem bij Nieuwsuur over het nut van het opstellen van scenario’s om daarmee een onzekere toekomst te verkennen en je voor te bereiden op (negatieve) ontwikkelingen. Aanleiding was de presentatie van het evaluatierapport over het coronabeleid.

Vorig jaar schreef ik hier een opinie over. Het kabinet doet er goed aan scenario’s voor de klimaatcrisis op te stellen en op die manier de impact op Nederland en de Nederlanders te verkennen zodat we een idee krijgen wat er op ons af komt en hoe we ons kunnen voorbereiden op de gevolgen.