Het nieuwe regeerakkoord: is het glas halfvol, of halfleeg?

Zeven maanden na de verkiezingen was het afgelopen week zover. Daar was het dan: het nieuwe regeerakkoord! En dat roept natuurlijk de vraag op wat ‘we’ er nou van vinden. In deze bijdrage zet ik mijn gedachten daarover op een rijtje, in het bijzonder op het gebied van het klimaat.

‘Groenste regeerakkoord ooit’

Eerst maar eens met een positieve bril naar het akkoord kijken. Volgens de partijen die deelnemen aan de coalitie is dit het groenste regeerakkoord ooit. En inderdaad, er staan een hoop goede duurzame doelen, voornemens en maatregelen in. Ik noem er enkele:

  • 49% minder CO2 in 2030 (ten opzichte van 1990)
  • alle kolencentrales gaan dicht (uiterlijk 2030)
  • meer wind op zee
  • de aansluitplicht op het aardgasnet wordt voor nieuwbouwwoningen afgeschaft
  • er komt een impuls voor het van het gas afhalen van bestaande woningen
  • in 2030 rijden er alleen nog emissieloze auto’s.

Dat zijn zonder meer belangrijke stappen die de transitie naar een koolstofarme economie vooruit helpen. Het is ook een duidelijke boodschap voor bewoners en bedrijven: hou er maar rekening mee, de energietransitie komt er nu echt aan. En ik moet toegeven, met VVD en CDA aan tafel had ik op (veel) minder gerekend.

Tea Mäkipää & Halldór Úlfarsson, Atlantis, Museum Schloss Moyland
Tea Mäkipää & Halldór Úlfarsson, Atlantis, Museum Schloss Moyland

Maar een regeerakkoord is nog geen realiteit

Daarmee is nog niet alles gezegd. Want doelen, voornemens en maatregelen in een regeerakkoord moeten eerst nog worden omgezet in beleid. Of moeten in Europees verband worden afgesproken. En daarna worden uitgevoerd. Dan zal blijken hoe groot de maatschappelijke weerstand zal zijn, evenals de politieke weerstand, ook van partijen als de VVD en het CDA.

Het regeerakkoord biedt dus legio kansen voor uitstel of afstel. Daar komt bij dat de grote klimaatklappers vrijwel allemaal voorzien zijn in de jaren na deze kabinetsperiode. Nu kun je redeneren dat dat logisch is. Een energietransitie regel je nou eenmaal niet binnen vier jaar. Maar je kunt de komende vier jaar wel gebruiken om in beleid en wetten de basis ervoor te leggen. Positief is dat dit ook precies is wat het nieuwe kabinet lijkt te willen gaan doen.

Bovendien: het regeerakkoord is niet duurzaam genoeg

Maar je kunt het akkoord ook op een andere manier bekijken. Niet vanuit de invalshoek van politiek realisme van wat er aan de onderhandelingstafel mogelijk was, maar vanuit de invalshoek van de harde noodzaak. Concreet: wat moet er gebeuren om de opwarming van de aarde onder de 1,5 graden te houden?

Wanneer je het akkoord op die manier tegen het licht houdt, moet je constateren dat het niet genoeg is. Zelfs op papier niet, nog los van alle concretisering en uitvoering die nog moet plaatsvinden.

Jelmer Mommers, de klimaatjournalist van De Correspondent verwoordt het in zijn analyse van het regeerakkoord als volgt:

Rutte III wil dat de CO2-uitstoot in 2030 – over 13 jaar – 49 procent lager ligt dan in 1990. Dat is ambitieus. Maar het probleem is dat je het doel van Parijs – maximaal 2 graden Celsius opwarming, streven naar 1,5 – hiermee niet haalt. Voor 2 graden is volgens het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) een reductie van 55 procent in 2030 nodig. En om uit te komen op 1,5 graad is een reductie van 60 procent noodzakelijk. Daar komt Nederland zo bij lange na niet.

Verder gokt het nieuwe kabinet op het onder de grond stoppen van CO2

En dan hebben we het nog niet gehad over de dure en onzekere maatregel om CO2 af te vangen en op te slaan. Begrijp me niet verkeerd, ik denk dat we zeker met deze maatregel aan de slag moeten gaan. Ik denk dat we niet de luxe hebben om te roepen dat je hiermee de fossiele industrie uitstel geeft. Ik denk dat we niet zonder het opbergen van CO2 kunnen, willen we het klimaat nog een beetje leefbaar houden. Maar dat we ondertussen alles in het werk stellen om de uitstoot zo snel mogelijk tot 0 terug te dringen.

Het probleem met de maatregel in het regeerakkoord is de enorme omvang van de reductie (18 Megaton) die het kabinet op deze manier wil bereiken in 2030. En dat terwijl tot op heden nog helemaal geen CO2 op deze manier in ons land is opgeslagen. Daarmee neemt het kabinet een enorme gok en wordt het behalen van de reductie van 49% in 2030 bij voorbaat hoogst onzeker. En die reductie was al te weinig om de 2 graden doelstelling te halen.

Conclusie: meer zit er dus niet in, voor nu?

De vraag is nu wat te doen met deze inzichten. Mijn conclusie is dat we geen genoegen kunnen nemen met een conclusie ‘meer zat er dus deze keer niet in’. Ik geloof meteen dat het met partijen als VVD en CDA aan tafel lastig onderhandelen is op het gebied van klimaat. Maar het gaat hier wel om de toekomst van onze planeet. Hoe kunnen we nou andere landen aanspreken op hun verplichting om hun CO2-uitstoot terug te brengen als wij als rijk land al niet doen wat nodig is? En dat terwijl ons land met zijn ligging onder zeeniveau ook nog eens een extra groot belang heeft bij het zo veel mogelijk beperken van de klimaatverandering en daarmee ook de zeespiegelstijging?

Nee, het valt niet te accepteren dat we 4 jaar lang aan deze afspraken zijn geketend. Ook al gaan de doelen, voornemens en maatregelen verder dan alles wat eerder is vastgelegd, het is gewoon onvoldoende. Het gekozen motto ‘Vertrouwen in de toekomst’ levert in dat perspectief zelfs een beetje cynische bijsmaak op.

Ik vrees dat de kans klein is dat de vier partijen het regeerakkoord openbreken en dit moeilijk bevochten compromis aanscherpen. Maar politiek realisme kan en mag niet voorkomen dat het denken stopt. Het is te hopen dat mede door dit regeerakkoord snel veel meer mensen zich bewust worden van de overlevingsstrijd waar we in terecht zijn gekomen. En dat ze besluiten er zelf naar te handelen, en de politiek met hun bezorgdheid onder druk te zetten. Het wordt een spannende tijd, met een keiharde strijd. Maar de inzet is dan ook hoog, voor ons als mensheid. Hoger kan niet.

 

Het nieuwe regeerakkoord kunt u hier downloaden.

 

Hoe olie- en gasbedrijven aan kindermarketing mogen doen

Graag deel ik dit uitstekend artikel van Jelmer Mommers in De Correspondent, waar ik buikpijn van krijg. Het gaat over de manier waarop de fossiele energiesector kinderen op school een verkeerde voorstelling van zaken mag geven over het klimaatprobleem en de oplossingen ervoor. Het gaat dus met name over de NAM (aardgas, Groningen, aardbevingen) en Shell (olie, aardgas, voor de helft eigenaar van de NAM). En het gaat ook over politiek en maatschappij die dit soort kindermarketing toelaten.

De kern van het artikel

Jelmer Mommers van De Correspondent verwoordt het zo:

“Veel lesmateriaal is op het eerste gezicht neutraal. ‘Hoe wordt aardgas gewonnen?’ is dan bijvoorbeeld de vraag, of ‘hoe is het om te leven op een boorplatform?’ Maar in al deze lespakketten schemert de visie van de gasbedrijven door. Samenvattend is de boodschap:

– Gas is een noodzakelijk onderdeel van de energiemix; het is ‘normaal,’ ‘hoort erbij,’ en ‘bron van onze welvaart.’
– De overgang naar een klimaatneutrale economie is belangrijk, maar het is onrealistisch te denken dat die snel kan gaan.
– Oplossingen die de gasindustrie al jarenlang promoot, verdienen de voorkeur. Denk aan waterstofauto’s en de ondergrondse opslag van CO2 waar Shell op inzet.

Je kunt honderd keer lesgeven met dit lesmateriaal; dan nog zal een leerling niet het gevoel hebben dat het energiesysteem dat we nu hebben dringend moet veranderen omdat er iets grondig mis is met het klimaat. Omdat dat er simpelweg niet in staat.”

Buikpijn

Maar waarom krijg ik hier nou buikpijn van? Omdat deze bedrijven alle mogelijkheden inzetten om hun omzet veilig te stellen en te vergroten? Inclusief slinkse beïnvloeding tot en met in het klaslokaal? Mja, misschien. Maar waar ik echt buikpijn van krijg is de manier waarop we daar in Nederland en in Den Haag mee omgaan. Die houding van ‘eigen verantwoordelijkheid’ (van de docent en de ouders) en ‘er zitten toch ook goede kanten aan’. ‘Moet kunnen, toch’? ‘Wat gaat er nou echt mis’?

Nou wat er echt mis gaat is dat je kinderen een verkeerd beeld voorschotelt over de toestand van de wereld en wat er moet gebeuren. Daarmee ontneem je deze kinderen de kans een bijdrage te leveren aan een toekomst die bij benadering net zo prettig zal zijn als de onze. Want wat kinderen op jonge leeftijd met gezag wordt bijgebracht, blijft lang hangen. Dat weten we allemaal.

Argumenten en moreel leiderschap

Het gaat in politiek en maatschappij om argumenten en steun voor die argumenten. Daarom schrijf ik dit stukje. In de hoop dat het eraan bijdraagt dat deze praktijken zsm gaan stoppen. Dat de overheid haar verantwoordelijkheid neemt en een flinke stok steekt voor het beïnvloeden van kinderen, nota bene op hun eigen school. Deze kindermarketing onmogelijk maakt.

En dat de bedrijven die in fossiele energie doen en veel te weinig doen voor een schone en veilige toekomst ook als zodanig worden aangesproken en niet ook nog een subsidie voor een kinderfestival ‘Generation Discover’ krijgen om hun boodschap verder te verspreiden, met medewerking van de overheid.

Het gaat dus om argumenten en om moreel leiderschap. Tegen een machtig bedrijf als Shell ‘nee’ te durven zeggen. Dat vergt lef, zeker van lokale politici. Ik durf de stelling aan dat dit soort negerend en vergoelijkend gedrag ertoe leidt dat het gezag van de politiek (verder) erodeert.

Schaamteloos cynisme

De hele strategie van de olie- en gassector is om de aandacht van hun eigen gebrek aan handelen af te leiden. In die zin is het briljant om samen met een partner als Defensie een zogenaamd technologiefestival ‘Generation Discover’ te organiseren. Zelfverklaard doel is kinderen meer voor technologie te interesseren. Omdat er al zo weinig technici in ons land zijn. Een argument waar ook de gemeente Den Haag voor valt en daarom een ton subsidie geeft.

Kinderen mogen een overstromingsramp oplossen
Kinderen mogen een overstromingsramp oplossen

Even briljant als schaamteloos cynisch is het om kinderen tijdens dat festival ‘Generation Discover’ een overstromingsramp in de Randstad te laten oplossen. Zie ook bijgevoegde foto. Vast zonder erbij te vertellen dat Shell met zijn invalshoek ‘maar de maatschappij wil toch graag dat wij fossiele brandstoffen leveren?’ zeespiegelstijging bevordert. Door 99% van menskracht en financiële middelen NIET in duurzame oplossingen te investeren. En daarmee een overstromingsramp dichterbij brengt.

Soms moet je om van je eigen falen af te leiden, gewoon frontaal in de aanval gaan. Iets gewoon als een gegeven brengen in plaats van als iets waar je zelf medeschuldig aan bent. Anderen aan het werk zetten in plaats van zelf aan de slag te gaan. Hoe eenvoudig eigenlijk.

Links

https://decorrespondent.nl/7409/zo-beinvloeden-olie-en-gasbedrijven-het-nederlandse-onderwijs/1673827928982-23939b55

https://decorrespondent.nl/6082/de-pr-praatjes-van-shell-zijn-een-stuk-groener-dan-de-investeringen/193184141238-5f06e808

Geef Rotterdam Airport niet meer ruimte om te groeien

De toekomst van Rotterdam Airport

De Provinciale Staten van Zuid-Holland beraden zich momenteel over een conceptadvies aan de minister van Infrastructuur en Milieu. Onderwerp is de toekomst van Rotterdam The Hague Airport. In dat conceptadvies staat dat het goed zou zijn om het maatschappelijk helikopterverkeer – politie- en reddingshelikopter – te verplaatsen. Op die manier komt er ‘geluidsruimte’ vrij zodat de luchthaven extra passagiersvluchten kan gaan uitvoeren. Men hoopt en verwacht dat dit goed is voor de economie van de regio.

In het hele traject is – terecht – veel aandacht voor geluidsoverlast voor omwonenden, maar praktisch geen aandacht voor het klimaat. Dat is in deze tijd echt niet langer acceptabel. Meer vluchten betekenen immers meer uitstoot van CO2. Reden dus om in actie te komen.

Vliegen boven Holland
Vliegen boven Holland

Hoorzitting en inspreektekst

Vandaag had de Commissie Verkeer en Milieu een hoorzitting over de kwestie georganiseerd. Heel toepasselijk op Rotterdam The Hague Airport (RTHA) zelf. Hierna volgt de tekst zoals ik die tijdens de hoorzitting heb uitgesproken (voor dit blog voorzien van tussenkopjes). Ik hoop van harte dat de dames en heren politici er iets mee doen.

Introductie

Geachte voorzitter, geachte leden van de commissie,

Dank voor de gelegenheid hier te kunnen inspreken.

Mijn naam is Tobias Dander en ik woon in Den Haag, en ik ben hier als burger.

Ik kom hier niet inspreken omdat ik persoonlijk overlast ervaar door Rotterdam The Hague Airport. Niet nu en naar verwachting ook niet als het advies door de minister zou worden overgenomen.

En het is ook niet zo dat ik denk dat het conceptadvies onlogisch in elkaar zit. Als je vindt dat het aantal vliegtuigbewegingen op de luchthaven moet kunnen groeien binnen de huidige geluidsruimte, dan ligt uitplaatsing van het maatschappelijk helikopterverkeer voor de hand.

Niet meer van deze tijd

Ik kom hier inspreken omdat ik vind dat dit voorstel niet meer in deze tijd past.

Het is typisch een voorstel uit een tijd waarin we plannen en beleid maakten alsof klimaatverandering niet bestaat.

Maar de tijden zijn veranderd. Zeker na het verdrag van Parijs weten we dat we toe moeten naar nul uitstoot van CO2 en andere broeikasgassen. En dat dat een enorme opgave is.

Er is berekend dat om de temperatuurstijging met 66% zekerheid onder de 2 graden Celsius te houden, het doel van Parijs dus, we nog 19 jaar hebben. Dan is het koolstofbudget dat bij die 2 graden hoort op, en gaan we door naar 3 graden, en verder.

Met alle gevolgen van dien. Voedsel- en watertekorten, onleefbare gebieden door droogte, bosbranden of juist overstromingen, conflicten om hulpbronnen, mensen op de vlucht, ook naar en binnen Europa.

Elke kilo CO2 die we vandaag uitstoten, beperkt onze mogelijkheden over 10, 20, 30 jaar en verder. Er is dus geen tijd te verliezen met de energietransitie, en gelukkig zijn er veel kansen om te verzilveren.

Luchtvaartsector sterk vervuilend

De sector waar we het vandaag over hebben, de luchtvaart, is een sector die sterk bijdraagt aan klimaatverandering en die dat met brandstof zonder accijns en zonder BTW op tickets mag doen. En die fors blijft groeien.

Luchtvaart is nu verantwoordelijk voor ruim 2 procent van de mondiale CO2-uitstoot. Zonder maatregelen groeit dat aandeel in 2050 naar rond de 20 procent, door de enorme groei, en reductie in andere sectoren.

Als we het klimaat niet nog completer willen laten ontsporen, zal de luchtvaart haar bijdrage moeten leveren aan het terugbrengen van de uitstoot van CO2. En snel ook.

En omdat landen het niet eens kunnen worden over de toerekening van de emissies (want moet je deze toerekenen aan het land van herkomst of bestemming, het land waar de maatschappij is gevestigd of naar degene die er het meest baat bij heeft?), is er tot nu toe geen internationaal klimaatbeleid voor de luchtvaartsector. Net als trouwens voor de zeescheepvaart.

Zelfregulering helpt onvoldoende

Het is een illusie dat dit met zelfregulering wordt opgelost. De sector zelf zet daartoe in op zuinigere vliegtuigen, biobrandstoffen en compensatie.

Maar vliegtuigen gaan lang mee, met een retrofit langer dan 30 jaar. Dus vlootvernieuwing gaat heel langzaam. De hoeveelheid verstookte brandstof is te groot om compleet door biobrandstof op frituurvet of algen te vervangen. Bovendien zullen er meer sectoren zijn die om die brandstoffen concurreren. De plannen van de sector (Montreal, 2016) voor compensatie van uitstoot kenmerken zich door vrijwillige deelname, invoering alleen voor internationale vluchten (60% van het totaal), en het ontberen van garanties voor de kwaliteit van compensatieprojecten. De vraag is daarbij ook of compensatie moreel te rechtvaardigen is.

[En elektrische vliegtuigen die qua prestatie vergelijkbaar zijn met toestellen op kerosine zijn binnen afzienbare termijn niet te verwachten. Dan lijkt een vervoerssysteem als de hyperloop van Elon Musk al eerder binnen bereik te komen. ]

[De CO2-uitstoot van de luchtvaart moet dus fors en snel omlaag. Er zal dus een moment (moeten) komen dat de ticketprijs flink omhoog gaat, er strengere technische eisen komen en misschien wel volumerestricties.]

Afrondend: neem verantwoordelijkheid!

Voor ieder van ons komt er een moment waarop het besef van de klimaatverandering echt doordringt, en daarmee het besef dat dit een ander handelen vraagt dan dat we gewend waren. Dat kan zijn: zonnepanelen op het dak, vaker fietsen, minder vlees, een elektrische auto, minder vaak of niet meer met het vliegtuig. Voor mij is dit o.a. dat ik mij hier nu uitspreek. Voor u kan dit betekenen: nu een ander besluit nemen, het advies een andere kant op sturen.

Daarom vraag ik u, kijk naar onze toekomst, houd rekening met het klimaat, en maak nu geen verdere groei van de luchtvaart in Zuid-Holland mogelijk.

Ik dank u voor uw aandacht.

Vijf dilemma’s voor een nieuw kabinet

De verkiezingen zijn achter de rug, en de zoektocht naar een nieuw kabinet is in volle gang. Inmiddels is duidelijk dat VVD, CDA, D66 en GroenLinks verder gaan onderhandelen. Een combinatie met potentie, maar nog geen gemakkelijke klus, zeker niet wanneer we kijken naar het af te spreken klimaatbeleid. Ik zie vijf serieuze dilemma’s.

Aan de onderhandelingstafel

 

1. Durven VVD en CDA kleur te bekennen?

Als we kans willen maken de klimaatverandering nog een beetje beheersbaar te houden, moeten VVD en CDA echt werk willen maken van het halen van de Parijs-doelen. Tijdens de campagne zeiden ze dat ze dat willen, maar het ‘hoe’ blijkt helaas niet uit hun programma’s. Dat betekent dus kleur bekennen over de rol van de overheid, burgers en ondernemers. En over hoeveel geld je ervoor wilt beschikbaar wilt stellen. D66 en GroenLinks hebben daar in hun programma’s wel duidelijke uitspraken over gedaan en er geld voor gereserveerd.

De partijleiders van VVD en CDA zullen hun achterbannen moeten overtuigen van het feit dat het halen van de Parijs-doelen niet alleen noodzakelijk is maar ook nog eens hoogst urgent. En dat komt bovenop het verdedigen van een keuze voor GroenLinks als coalitiepartner, ervan uitgaande dat deze combinatie het redt. Niet een partij waar VVD- en CDA-ers heel warme gevoelens voor koesteren.

Overigens is mijn inschatting dat de meeste kiezers een keuze vóór het klimaat goed zouden snappen. Nu ook de NOS steeds indringender bericht over klimaatverandering, valt aan de logica daarvan ook nauwelijks meer te ontkomen. De pijn zit hem meer in wat zo’n keuze precies betekent.

2. De doelen van Parijs – wat betekent dat eigenlijk?

In het Akkoord van Parijs is afgesproken om in 2100 de opwarming ruim beneden de 2 graden te houden, en zo mogelijk zelfs te beperken tot 1,5 graad Celsius. Een nog best ambitieus (en riskant) doel, maar wat dat doel concreet betekent, is nog niet afgesproken. Want wie moet op welk moment zijn CO2-uitstoot met hoeveel procent terugbrengen om het 2-gradendoel nog te kunnen halen? Dat is nog niet duidelijk en moet verder worden uitgewerkt. In 2018 worden de nieuwe plannen voor CO2-reductie van alle landen besproken. Mij lijkt dat we snel toe moeten naar een concrete en eenduidige afspraak zodat iedereen precies weet waar hij of zij aan toe is.

Een beetje vergelijkbaar met de afspraak binnen de EU om in 2030 40 procent minder CO2 uit te stoten (ten opzichte van 1990). Maar eerlijk is eerlijk – het is toch gek dat we voor de CO2-reductie nog geen operationeel doel hebben? Dan is het eigenlijk ook niet zo verwonderlijk dat politieke partijen nog een beetje (veel) zwemmen als het gaat over klimaatbeleid?

Gelukkig wordt wel nagedacht over een hanteerbare duidelijke klimaatafspraak. Afgelopen week kwamen wetenschappers met een concrete ‘roadmap’ daarvoor. Het voorstel houdt in dat we:

  • elke 10 jaar onze CO2-uitstoot halveren;
  • de CO2-uitstoot die gepaard gaat met ons landgebruik (bijvoorbeeld ontbossing) in 2050 naar 0 hebben teruggebracht en
  • dat we op grote schaal CO2 uit de lucht gaan halen.

Het is absoluut een ambitieus plan. Maar wel lekker concreet en uitdagend. Als we dit met elkaar afspreken, plus een controlemechanisme, dan kan iedereen aan de slag omdat we weten wat ons te doen staat.

3. Markt of overheid? Of allebei?

Het derde dilemma gaat over de vraag hoe de klimaatdoelen kunnen worden bereikt. Voor VVD, CDA en ook D66 zijn innovaties in het bedrijfsleven daarvoor een belangrijk middel. GroenLinks leunt bij het halen van de klimaatdoelen wat zwaarder op de overheid. D66 en GroenLinks willen dat er een klimaatwet komt, iets waar VVD en CDA geen heil in zien. Zo’n klimaatwet geeft  ondernemers en burgers duidelijkheid over wanneer bepaalde klimaatdoelen moeten worden gehaald. Wel zo handig om de neuzen dezelfde kant op te krijgen.

Waar sommige politici een dilemma zien – markt of overheid – zie ik vooral de noodzaak om de middelen van beiden te mobiliseren. We hebben eenvoudigweg een te grote opgave voor de kiezen om ideologisch fijn te slijpen. We zullen alle middelen moeten inzetten die ons ter beschikking staan.

En soms kan de overheid juist belemmeringen wegnemen waardoor de kracht van de markt beter tot zijn recht komt. Dat kan bijvoorbeeld door eigen vermogen in te brengen en/of een garantstelling af te geven voor het risico dat banken of bedrijven lopen wanneer zij andere ondernemers of burgers leningen verstrekken waarmee deze duurzame investeringen financieren. Dit is bijvoorbeeld het geval bij het project ‘Woningabonnement’ waarbij woningeigenaren hun huis laten verduurzamen en de kosten worden betaald uit de bespaarde energiekosten in de toekomst.

4. Vrijwillig of met (zachte) dwang?

In onze samenleving worden de macht en de bevoegdheden van de overheid geregeld in wetten. En aan (bijna) elke beperking van de vrijheid van burgers en ondernemers gaat een stevige discussie in parlement en samenleving vooraf. En dat is ook goed zo.

In de neoliberale benadering van beleid die ook in ons land nog steeds geldt, is het zo dat er veel vertrouwen is in de kracht van de markt om oplossingen te bedenken en welvaart te creëren. Om die kracht van de markt ruimte te geven moet de overheid zo min mogelijk regels maken en zo weinig mogelijk belasting heffen. Verder zijn we in Nederland niet zo van de geboden en verboden. Wij vertrouwen eerder op convenanten omdat de deelnemers daaraan zelf aan de slag gaan met de afspraken van het convenant. Althans dat hopen we dan. Handhaven is trouwens ook niet echt onze sterke kant.

Je kunt hele (waardevolle) discussies hebben over wat wel en niet wenselijk is – en werkt – in onze samenleving. Maar feit is dat als we het doel van emissiereductie niet halen we een levensgroot probleem hebben. Mij lijkt dat we gegeven deze situatie duidelijke keuzes moeten durven maken. Hoe duidelijker we nu zijn, hoe beter ondernemers en burgers daarop in kunnen spelen met hun beslissingen en met het bedenken van nieuwe werkwijzen en producten. En soms zullen we ook wat meer dwingend moeten worden, ook al zal niet iedereen dat leuk vinden.

Dat is ook waar veel ondernemers om vragen: ‘geef ons duidelijke doelen en regels en zorg ervoor dat ook de concurrent zich er aan houdt. En geef ons ruimte voor innovatie. Dan kunnen wij ons ding doen.’

Die duidelijkheid helpt iedereen vooruit. Als je weet dat rijden op diesel en benzine steeds duurder wordt en uiteindelijk zal stoppen, dan is de kans groot dat je volgende auto een elektrische wordt. Het is onvermijdelijk dat alle woningen binnen 1 à 2 decennia goed geïsoleerd worden en dat we overgaan op koken en verwarmen zonder aardgas. Als je weet dat we gaan stoppen met aardgas, ga je waarschijnlijk geen nieuw gasfornuis meer kopen.De vraag is of we bij dat isoleren kunnen vertrouwen op eigen kracht en verantwoordelijkheid, of dat er meer nodig is. Wat doe je met mensen die niet willen isoleren, of die het niet kunnen betalen? Ook hier zijn duidelijke doelen en regels nodig, en oplossingen voor de problemen van bijvoorbeeld betaalbaarheid.

5. Kosteneffectieve maatregelen – of gewoon doen wat werkt?

Een vijfde dilemma lijkt mij de huidige focus op kosteneffectief beleid. Het is natuurlijk goed om te kijken naar de kosten in relatie tot de effecten van maatregelen. En het is ook zeker slim om eerst die maatregelen uit te voeren die het meeste effect bereiken tegen de laagste kosten.

Dus een snelle toets op kosteneffectiviteit is absoluut prima. Maar je kunt heel veel rekenen en nog meer discussiëren over de aannames achter de berekeningen. Dat is vooral handig als je nog geen besluit durft te nemen. Mij lijkt dat we gezien de vaart die we moeten maken met het reduceren van de uitstoot van CO2 en het vergroten van de productie van duurzame energie we wat minder gaan rekenen en wat meer besluiten nemen. We moeten gaan doen wat werkt.

Dit is mijn vierde blog. Laat je me weten wat je ervan vindt? Tips zijn ook welkom. Dankjewel!

Stemadvies

Verkiezingsdag. Het ultieme moment om – in alle bescheidenheid – een stemadvies te geven. En dan niet alleen qua partij, maar zeker ook qua onderwerp.

Een groeiende groep mensen maakt zich zorgen over het ontbreken van het thema KLIMAAT in de debatten. Wat willen de politieke partijen doen op dit naar mijn mening grootste thema van de komende jaren en zelfs decennia?

Klimaatverandering zal ons leven sterk beïnvloeden, en die invloed zal groter worden naarmate we langer wachten met de overstap naar een samenleving waarin we niet langer afhankelijk zijn van olie, kolen en gas. In het schema dat je elders op deze blog kunt vinden geef ik aan wat de gevolgen van de klimaatverandering zijn.

Wat willen de politieke partijen?

De Correspondent heeft onderzoek gedaan naar wat partijen willen met het klimaat. Zie bijgaand artikel. Er zijn 4 partijen, namelijk D66, GL, CU en Partij voor de Dieren die voorop lopen. Er zijn ook achterblijvers: “De programma’s van VVD, PvdA en SP daarentegen bevatten onvoldoende maatregelen om de doelen uit het Klimaatverdrag van Parijs te halen.”

De conclusie van Jelmer Mommers van De Correspondent in het kort:

“Als je vindt dat de overheid de hoofdrol moet spelen in het grijpen van deze kansen, dan kun je het beste stemmen op GroenLinks, de Partij voor de Dieren of de ChristenUnie. Als je erop vertrouwt dat ‘de markt’ met enige hulp de juiste oplossingen zal leveren, is D66 een prima optie.”

Daar sluit ik me graag bij aan, waarbij ik zelf voor die ene partij uit 1966 ga