Overstromingen bevorderen de verspreiding van ziekten zoals cholera
Opwarming bevordert de opmars van muggen die ziekten overdragen
Door verschuivende leefgebieden ontstaat er meer contact tussen dieren en mensen, resulterend in meer zoönosen
Meer extreem weer in de vorm van overstromingen, droogte, stormen, bosbranden leidt tot meer doden en gewonden
De lucht die we inademen wordt vaker vervuild met extra stof door droogte en rook van bosbranden
Extreem weer veroorzaakt psychologische kosten in de vorm van angsten, depressies en posttraumatische stress
Drinkwater wordt zouter en dat veroorzaakt hoge bloeddruk en tast belangrijke organen aan
Voedselzekerheid: de klimaatcrisis maakt het moeilijker om zelf voldoende gezond voedsel aan te bouwen, geïmporteerd voedsel is vaak zouter, zoeter en ongezonder
Extreme hitte is ziekmakend en kan zelfs dodelijk zijn.
De klimaatcrisis leidt tot meer mensen op de vlucht en beïnvloedt hun levensomstandigheden ook nog eens negatief waardoor ziekten zich sneller uitbreiden.
Voor meer uitleg verwijs ik graag naar het artikel zelf. Overigens was gezondheid dit jaar voor het eerst een thema op de klimaatconferentie COP28.
Laatst kwam ik een nogal confronterende bijdrage van Marshall Brain tegen. In het stuk analyseert hij haarfijn waarom het verkeerd gaat aflopen met ons als mensheid op deze planeet. Onze hoogontwikkelde maatschappijen zullen volgens Brain niet bestand zijn tegen de gevolgen van de klimaatcrisis. Ik ga zijn analyse hier niet herhalen en verwijs graag naar zijn bijdrage.
Zijn bijdrage bevat ook een min of meer grappige passage die ik hier graag uitlicht. Het gaat om de volgens Brain twee enige manieren waardoor we nog een zachte landing kunnen maken. Helaas zijn het wel hypothetische manieren. In het ene geval gaat het om aliens, in het andere om superintelligente AI.
“…As soon as this super-intelligent AI appears, it would realize that humans by and large are as dumb as a bag of rocks. Especially large groups of humans. By replacing all the governments of the world with a single super-intelligent government, and by taking control of the planet’s industries, there is some hope that a super-intelligent AI could bring humanity in for an imperfect but soft landing for the benefit of all….“
De echte vraag is hoe ver we de temperatuur laten doorstijgen boven de 1.5 graad. En dat is megarelevant, want elke fractie van een graad telt.
Toch blijven sommige wetenschappers, journalisten, politici en activisten doen alsof het 1.5 gradendoel nog haalbaar is. Waarom doen zij dat? Precies deze vraag staat centraal in deze bijdrage van Barbara Moran.
Meer dan symbolisch
Waarom springt de 1,5 gradengrens zo in het oog? Ik denk om 2 redenen. Om te beginnen geldt de 1.5 gradengrens algemeen als een nog enigszins veilige temperatuurstijging. Overigens kun je bij dat laatste serieuze vraagtekens zetten gezien de tsunami van ingrijpende ‘events’ als gevolg van extreem weer, alleen al dit jaar (bij 1.3 graad opwarming). Suggereren dat het lukt om die grens van 1.5 graden te bewaken, suggereert dat we ‘veilig’ zijn, en blijven.
Ten tweede door de rol die de 1.5 graden spelen in het Verdrag van Parijs. Het afgesproken doel luidt immers om de wereldwijde temperatuurstijging ruim onder de 2 graden te houden en zo mogelijk te begrenzen tot 1.5 graden. Daarmee is de 1.5 graden gevoelsmatig een beetje synoniem geworden met het Verdrag van Parijs. De indruk kan dan ontstaan dat met het niet halen van de ondergrens het Verdrag mislukt is. Maar zoals gezegd: de hamvraag is hoeveel we de temperatuur verder laten oplopen na het passeren van de 1.5 gradengrens.
Motieven
Wat zijn nu de motieven om te doen alsof de 1.5 graden nog haalbaar zijn? Of om de 1.5 graden niet te noemen en toch te suggereren dat het met het klimaat nog een beetje goed kan komen? Het is een beetje speculeren maar ik zie er een zestal.
Voor zichzelf niet willen toegeven dat de situatie zorgelijk is.
Eerdere uitspraken niet willen bijstellen uit angst voor gedoe of gezichtsverlies.
Geen discussie willen oproepen die het ingezette klimaatbeleid verstoort (“zolang voor gevochten”).
Mensen niet willen ontmoedigen of laten schrikken waardoor het draagvlak voor het klimaatbeleid verdwijnt.
Het niet willen toegeven uit angst dat anderen wijzen op eigen falen.
Gewoon niet doorhebben hoe het echt zit.
De optelsom van deze redenen vertaalt zich dan in standaardreacties als: “De situatie is zorgelijk maar als we NU actie ondernemen kunnen we het ergste nog voorkomen. Stem daarom op mij, teken deze petitie, steun ons met een gift, doe dit of dat of koop dit product.” Daarmee komt het in zekere zin neer op een manier om de status quo te beschermen.
Paternalistisch
Wat moeten we hier nu van vinden? En dan wil ik het vooral hebben over die mensen die weten hoe ernstig de situatie is maar ervoor kiezen die zo niet te benoemen.
Ik denk dat het altijd belangrijk is om hoop te houden, en te geven. Maar hoop levend houden zonder te doen wat nodig is, in het tempo dat nodig is, is je kop in het zand steken. Sterker nog, door de situatie niet te benoemen zoals hij is, beroof je anderen van de mogelijkheid hun eigen beoordeling te maken. Want wie is de wetenschapper, journalist, politicus of actievoerder om voor anderen te bepalen dat het beter is om niet de hele waarheid te kennen? Moran noemt dit paternalistisch (“of wellicht maternalistisch?”).
Daarbij helpt het niet dat de klimaatwetenschap ingewikkeld is en dat het veel tijd kost om tot wetenschappelijk onderbouwde resultaten te komen, waardoor we per definitie jaren achter lopen op de actualiteit. Het helpt ook niet dat er bewust zoveel ruis en twijfel is gezaaid, en nog steeds wordt gezaaid. En dat aanpassen van gewoonten lastig is en dat klimaatbeleid duur (maar niets doen nog veel duurder en zelfs dodelijk is). Dit alles maakt dat veel burgers en consumenten niets liever willen horen dan dat de situatie onder controle is. En zo gaat steeds weer kostbare tijd om te handelen verloren.
In het Verenigd Koninkrijk hebben kinderartsen deze week gewaarschuwd voor de gevolgen van de klimaatcrisis voor kinderen. Volgens dit bericht in The Guardian vormt de klimaatcrisis een existentieel risico voor de fysieke en mentale gezondheid van kinderen.
“Air pollution, extreme weather and unprecedented energy costs were having a very real and detrimental effect on millions of children.” Onmiddellijke actie van politiek en overheid is noodzakelijk.
Zit klimaatverandering wel goed in onze economische modellen? Dat is geen detailvraag gezien het belang dat we hechten aan economische groei en de invloed die prognoses voor economische groei hebben. Timothy Neal stelt in zijn bijdrage op The Conversation dat klimaatverandering niet goed is verwerkt in de meeste economische modellen.
Effect op oogsten
Neal geeft als voorbeeld het effect van klimaatverandering op oogsten. Die kunnen lager uitvallen omdat het te heet, te droog, te nat is of er een storm langskomt. In economische modellen wordt dit doorgaans verwerkt op basis van ervaringen uit het verleden. In dat verleden bleven negatieve effecten op oogsten vrijwel altijd beperkt tot enkele landsdelen of landen. Andere landsdelen of landen hadden dan geen last van mindere oogsten, waardoor handel een optie was om de uitval te compenseren. Maar wat nu als in de toekomst een groot aantal landen tegelijk last krijgen van aangetaste oogsten? Want dat is precies wat we bij voortschrijdende opwarming kunnen verwachten. De modellen kunnen hier niet mee omgaan en hinken dus compleet achter de ontwikkelingen aan.
Andere effecten
Datzelfde geldt voor andere economische effecten die de klimaatcrisis kan hebben. Denk aan effecten op de arbeidsproductiviteit. Als het te heet wordt kunnen mensen minder lang buiten werken, op het land of in de bouw bijvoorbeeld. Denk aan wegvallende afzetmarkten, bijvoorbeeld omdat ze zijn getroffen door een overstroming. Denk ook aan onderbroken supply chains die de logistiek in de war kunnen sturen. Denk aan conflicten tussen landen over water en voedsel. Allemaal effecten die op deze schaal niet eerder zijn voorgekomen en daardoor moeilijk te modelleren zijn.
Problematisch
Je kunt denken: ach het zijn maar economische voorspellingen, wat is het probleem? Het probleem is dat de meeste economen vooralsnog blijven werken met de bestaande modellen waar klimaatverandering dus niet goed in zit. En die modellen geven logischerwijs uitkomsten die de effecten van klimaatverandering niet goed weerspiegelen. Op die manier blijven de risico’s onderbelicht en blijven politici besluiten nemen in een schijnwereld waar niks aan de hand lijkt te zijn. Ook journalisten en uiteraard burgers worden zo dramatisch op het verkeerde been gezet. De conclusie is dan ook dat we snel nieuwe modellen nodig hebben. Want resultaten uit het verleden boden al geen garantie voor de toekomst, en dat geldt versterkt als die toekomst er heel anders uit komt te zien. In de tussentijd doen we er goed aan de uitkomsten van de bestaande modellen met een enorme korrel zout te nemen.
Vandaag heeft het KNMI zijn nieuwe klimaatscenario’s gepresenteerd. Nederland doet er goed aan zich voor te bereiden op zwaardere weersextremen. Meer hitte, meer droogte en zwaardere buien, meer zeespiegelstijging.
De logische vervolgstap zou zijn dat de verschillende planbureaus (RLI, CPB, SCP) gaan onderzoeken wat de verschillende scenario’s concreet betekenen voor de Nederlandse samenleving. Denk aan de gevolgen voor o.a. de landbouw, de gezondheid, de natuur, het verkeer, de economie, de veiligheid. Dan weet je ook waar Nederland concreet rekening mee moet gaan houden en kun je maatregelen nemen. Zie ook mijn eerdere opinie hierover.
“Nu klimaatbeleid pijn begint te doen, krabbelen politici overal terug”uit angst om stemmen van angstige kiezers te verliezen. Dat is de boodschap van dit artikel in NRC.
Dat politici om die reden terugkrabbelen is begrijpelijk maar ook ten diepste tragisch. Want we hebben geen tijd te verliezen, en het hopen op betere tijden met meer koopkracht is een illusie. Immers, steeds extremer weer zorgt voor steeds meer schade aan infrastructuur, eigendommen en voedselproductie. Markten worden kleiner, kosten lopen op en reële inkomens dalen. The only way is down.
Daarom is het zaak om nu door te pakken, inclusief een overtuigend verhaal over sterkste schouders en herverdeling van welvaart voor een rechtvaardige transitie.
Nu terugkrabbelen geeft ook nog eens een totaal verkeerd signaal. Want valt het dan toch nog mee met die klimaatverandering, hebben we dan toch nog wat meer tijd? Het zaait verwarring bij kiezers en consumenten en speelt daarmee precies in de kaart van het fossiele kamp en de ontkenners.
De vraag is out of the box en daardoor een prima manier om onze problemen anders te bekijken. Het antwoord op de vraag is zowel confronterend als vermakelijk:
“The super-intelligent AI would need to establish a beneficent global dictatorship that takes over the operations of humanity on planet Earth. As soon as this super-intelligent AI appears, it would realize that humans by and large are as dumb as a bag of rocks. Especially large groups of humans. By replacing all the governments of the world with a single super-intelligent government, and by taking control of the planet’s industries, there is some hope that a super-intelligent AI could bring humanity in for an imperfect but soft landing for the benefit of all.“
Interessant bericht in The Guardian: het Ministerie van Financiën van Australië brengt de kosten van de #klimaatcrisis voor de toekomstige generaties van dat land in beeld.
Het rapport heeft de toepasselijke naam ‘intergenerationeel rapport’. Niet geheel verrassend blijken de kosten van de klimaatcrisis ‘massief’.
Voer voor een debat over de vraag met hoeveel ellende we komende generaties willen opzadelen. Heeft Nederland eigenlijk al dit soort onderzoek laten doen?
Update
Update 25 augustus 2023: de Australische regering heeft inmiddels haar Intergenerationeel Rapport uitgebracht en voorspelt daarin een min of meer oké toekomst. Ware het niet dat: “But as Treasury notes, it cannot pick tipping points that may trigger climate chaos (and mass migration that does not get mentioned), and its own disaster recovery estimates exclude heatwaves and drought.” 😏
De afgelopen dagen stijgen de temperaturen op veel plaatsen naar recordhoogtes. Dichtbij huis zijn het vooral de landen rond de Middellandse Zee die met extreme hitte te kampen hebben. Temperaturen schommelen er rond de 40 graden Celsius en kunnen verder oplopen tot 45 graden, in de schaduw welteverstaan.
Hitte heeft impact op de gezondheid. Onlangs is berekend dat de hitte vorig jaar in Europa tot ruim 61.000 vroegtijdige sterfgevallen heeft geleid. De meeste hittedoden vielen in Italië, namelijk ruim 18.000
Wetenschappers waarschuwen al langer dat de landen rond de Middellandse Zee een hotspot van de klimaatverandering zijn. De ontwikkelingen van dit jaar illustreren dit, net als die van de afgelopen jaren trouwens. Het is een lange aaneenschakeling van hitte, droogte, bosbranden en overstromingen door hevige neerslag die de kurkdroge bodem niet kan binnendringen. In delen van Spanje ligt zelfs verwoestijning op de loer.
Nu al is duidelijk dat de droogte en hitte effect hebben op de landbouwproductie. Het is ook niet heel gewaagd om te voorspellen dat er een effect op de toeristenstromen zal zijn. Landbouw en toerisme zijn zoals bekend belangrijke inkomstenbronnen voor de landen rond de Middellandse Zee. En helaas is er geen enkele reden om aan te nemen dat de weersextremen minder worden. Zolang we de CO2-kraan niet dichtdraaien, gaat de opwarming immers onverminderd door.
Een (gitzwart) toekomstscenario
Maar wat betekent dit alles nu voor de toekomst van de landen rond de Middellandse Zee? In zijn boek Klimaatoorlogen heeft militair historicus Gwynne Dyer de gevolgen van klimaatverandering verwerkt in toekomstscenario’s. Daarbij heeft hij expliciet de link gelegd met de geopolitiek: hoe gaan landen met elkaar om en is dat vreedzaam of juist niet? Hij laat zien hoe klimaatverandering bestaande spanningen snel kan doen ontploffen en nieuwe conflicten kan doen ontstaan. Landen zullen er immers alles aan doen hun bevolking te beschermen tegen tekorten van voedsel, drinkwater en andere hulpbronnen. En naarmate die hulpbronnen door klimaatverandering schaarser worden, stijgt het conflictpotentieel exponentieel.
Zijn scenario voor Zuid-Europa ziet er als volgt uit. Door de klimaatverandering neemt overal in Europa de voedselproductie af, het meest in de landen rond de Middellandse Zee. Daarom wordt er binnen de EU een programma voor voedselhulp voor deze landen opgezet. Ondertussen worden Spanje, Italië en Griekenland met steeds meer klimaatvluchtelingen vanuit Noord-Afrika en het Midden-Oosten geconfronteerd. Daarom wordt het Verdrag van Schengen gewijzigd. De meer noordelijk gelegen lidstaten krijgen het recht opnieuw grenscontroles in te voeren om die vluchtelingen tegen te houden.
Op hun beurt trekken steeds meer Portugezen, Spanjaarden, Italianen en Grieken naar de meer noordelijk gelegen lidstaten. Daar is het klimaat leefbaarder dan in eigen land en zijn er meer hulpbronnen beschikbaar. Het vrije verkeer van personen binnen de EU maakt dat mogelijk. En dat terwijl die meer noordelijke landen steeds meer moeite hebben om genoeg voedsel te produceren om zichzelf te voeden. In het boek leven er in 2045 zo’n 4 miljoen migranten uit de zuidelijke landen in Nederland. Dat leidt tot praktische en culturele problemen.
“In december 2047, na een bijzonder slecht jaar en bij tijd en wijle zelfs rantsoenering, trokken de landen ten noorden van de bergen – Frankrijk, de Lage Landen, Duitsland, Hongarije, de Tsjechische Republiek, Slowakije, Polen en de Scandinavische landen – zich terug uit de Europese Unie en stichtten in plaats daarvan de Noordelijke Unie. De voedselhulp aan de landen van de Middellandse Zee en de Balkan werd stopgezet en de zuidgrenzen van de Noordelijke Unie hadden al snel wat weg van het oude IJzeren Gordijn. Behalve dan natuurlijk dat deze grens bedoeld was om mensen buiten in plaats van binnen te houden.”
Epiloog
Wat er vervolgens in de van voedsel afgesneden landen rond de Middellandse Zee gebeurt, mag de lezer zelf bedenken. Los daarvan is het al behoorlijk ontluisterend om te lezen hoe landen in dit scenario hun toevlucht nemen tot beleid dat rechtstreeks uit de middeleeuwen lijkt te zijn gekopieerd. Maar is het scenario daardoor minder plausibel?
Het is een groot verschil of er sprake is van voedseloverschotten of voedselkrapte en dat geldt ook voor drinkwater. De risico’s die klimaatverandering opwerpt voor de voedselzekerheid lijken sowieso groter dan gedacht. En verder zien we nu al hoe de EU zich steeds meer inspanningen getroost om vluchtelingen buiten de deur te houden. Inspanningen waarbij organisaties die opkomen voor de mensenrechten steeds grotere vraagtekens zetten.
We weten niet hoe het verder gaat met de landen rond de Middellandse Zee en of het scenario werkelijkheid wordt. Maar de toekomst voorspellen is ook niet het doel van scenario’s. Het doel is juist om mogelijke toekomsten te verkennen en van daaruit in het heden slimmer te handelen. De lezer kan voor zichzelf bepalen hoe slimmer handelen er in dit verband uitziet.