De bekende consultancy McKinsey heeft de gevolgen van klimaatverandering voor de economie onderzocht, en die gevolgen zijn niet mals. Honderden miljoenen mensenlevens en biljoenen dollars staan op het spel.
Kop van een bericht over het rapport van McKinsey op de website van CNBC
Klimaatverandering wordt steeds meer (ook) als economisch probleem gezien. Overheden en bedrijven doen er goed aan zich beter voor te bereiden om schade te voorkomen / beperken. En natuurlijk om hun uitstoot van broeikasgassen zo snel mogelijk terug te dringen.
Bedreigingen voor economie en mensen
Een bedreiging voor de economie is bijv de stijgende temperatuur van de oceanen, waardoor minder vis wordt gevangen. Dit raakt wereldwijd 800 miljoen mensen.
In India zorgen de stijgende temperaturen ervoor dat het aantal werkbare uren op het land flink zal afnemen, waardoor jaarlijks 2,5 – 4,5% van het GDP verloren gaat. In India en andere landen wonen honderden miljoenen mensen in regio’s waar straks dodelijke hittegolven zullen toeslaan.
Bedreigingen voor ondernemingen
De gevaren voor bedrijven zitten onder meer in de supply chain, dus de aanvoer van grondstoffen, en in de distributie van producten richting afnemers. Door klimaatschade kunnen deze ketens verstoord raken. Bovendien kunnen de prijzen van grondstoffen de hoogte in schieten. Omdat veel bedrijven nauwelijks nog eigen voorraden aanhouden, kunnen kleine verstoringen al snel grote consequenties hebben. Het lijkt er op dat McKinsey en passant een nieuwe adviesmarkt heeft ontdekt.
Volgens het Duitse beursprogramma Börsevor8 moeten beleggers zich mbt de klimaatcrisis afvragen:
hoe verandert de waarde van mijn portefeuille als klimaatrisico’s straks niet meer in te schatten zijn;
wat als de markt voor verzekeringen voor stormschade niet meer functioneert, dat schade van stormen en overstromingen dus niet meer te dekken is;
wat als de inflatie ineens sterk toeneemt als gevolg van droogte en overstromingen waardoor oogsten kleiner uitvallen en de voedselprijzen flink stijgen?
Op zoek naar veilige beleggingen
Beleggers zullen dus op zoek moeten naar beleggingen die zo min mogelijk last hebben van deze klimaatrisico’s. Bedrijven die bijdragen aan de energie- en landbouw/voedseltransitie lijken wat dat betreft relatief veilige beleggingen. Tragisch genoeg valt er juist ook met de klimaatcrisis geld te verdienen, denk bijvoorbeeld aan het herstellen van stormschade en het produceren en transporteren van noodhulp. Daar staat tegenover dat veel sectoren een stuk onaantrekkelijker worden om in te beleggen, puur omdat de vooruitzichten onzeker of zelfs negatief worden. Zo lijkt het een kwestie van tijd dat oliemaatschappijen en bijvoorbeeld luchtvaartmaatschappijen worden geconfronteerd met om te beginnen serieuze grenzen aan hun groei en vervolgens zelfs krimp van activiteiten.
Klimaatcrisis ondergraaft economie
Meer in het algemeen hebben verschillende studies al laten zien dat klimaatverandering tot grote schadeposten zal lijden en ten koste zal gaan van de economische groei. Nog los van specifieke risico’s per sector zal dit impact hebben op het economische klimaat als geheel en daarmee ook de stemming op de beurs.
Deze analyse onderstreept nogmaals het belang om snel ingrijpende maatregelen te nemen om de uitstoot van broeikasgassen drastisch terug te dringen. Hoe eerder we de U-bocht nemen, hoe lager de schade voor mens, planeet en economie.
Van 21-24 januari 2020 vindt in Davos de 50e jaarlijkse bijeenkomst van het World Economic Forum plaats. Ter voorbereiding heeft de organisatie een rapport opgesteld over ‘global risks’.
Top 10 van risico’s
Bijgevoegde figuur geeft de top 10 van risico’s weer. Voor het eerst staat de klimaatcrisis bovenaan de lijst.
Klimaatcrisis toprisico volgens World Economic Forum
Als je het goed bekijkt hebben ook een aantal van de andere risico’s (deels) met klimaatcrisis te maken. Dat geldt bijvoorbeeld voor de ‘water crisis’ en ook voor de ‘asset bubble’. Beleggingen in fossiele bedrijven lopen groot risico op waardeverlies omdat zoals bekend de productie en het gebruik van fossiele brandstoffen zo snel mogelijk moet worden afgebouwd naar nul.
Samenwerking straat onder druk
Het WEF merkt ook op dat internationale samenwerking onder druk staat, terwijl die samenwerking juist meer dan ooit noodzakelijk is om de klimaatcrisis effectief te bestrijden. Herstel van die internationale samenwerking wordt er niet makkelijker op omdat in veel landen juist sprake is van oplopende spanningen tussen arm en rijk en politieke polarisatie. Ook in ons land is (het bestaan van en de aanpak van) de klimaatcrisis een grote politieke splijtzwam.
Al een tijdje zat ik te puzzelen op hoe dat nou precies zit met die klimaatdoelen. Ik had het gevoel dat er iets niet klopte, dus ik ben er eens goed voor gaan zitten. Wat ik ontdekte, vond ik best wel schokkend: onze klimaatdoelen kloppen niet.
Afgesproken doelen
De zoektocht begint in 2015 met het klimaatakkoord van Parijs. Bij die klimaatconferentie is afgesproken dat de temperatuur ten opzichte van het pre-industriële tijdperk niet meer dan 2 graden Celsius mag stijgen. Bovendien is het streven om de opwarming beperkt te houden tot 1,5 graden. Dit in de hoop en verwachting dat hiermee een leefbare toekomst veilig kan worden gesteld.
Om dit doel te halen hebben EU-lidstaten met elkaar afgesproken dat de EU in 2030 minimaal 40% minder moet uitstoten. Ondertussen heeft Nederland een Klimaatwet aangenomen.
“De Klimaatwet stelt vast met hoeveel procent ons land de CO2-uitstoot moet terugdringen. De Klimaatwet moet burgers en bedrijven zekerheid geven over de klimaatdoelen: • 49% minder CO2-uitstoot in 2030 ten opzichte van 1990. • 95% minder CO2-uitstoot in 2050 ten opzichte van 1990.
Het komt er dus op neer dat we in 2050 klimaatneutraal willen zijn. Dat wil zeggen, dat we dan nauwelijks nog CO2 uitstoten. Dat klinkt vootvarend, en het is een enorme opgave, maar gelukkig is er al veel technologie beschikbaar. En gaandeweg komen er vast en zeker nieuwe oplossingen beschikbaar.
Carbon budget
De vraag waar alles om draait is: hoeveel CO2 en andere broeikasgassen kunnen we nog uitstoten voor we over die 1,5 resp. 2 graden heen gaan? Voor deze vraag is het zogenaamde carbon budget relevant. Je zou deze term kunnen vertalen met koolstofbudget.
De optelsom van alle broeikasgassen in de atmosfeer zorgt ervoor dat steeds meer warmte wordt vastgehouden. Hierdoor warmt de aarde op. Op dit moment zijn we al een graad opgewarmd. Wetenschappers hebben uitgerekend hoeveel we nog kunnen uitstoten voordat de hoeveelheid broeikasgassen zover is toegenomen dat we over de grens van 1,5 en 2 graden heen gaan.
In de tabel staan de actuele koolstofbudgetten (bron). De percentages van 50 en 66 procent geven de kans aan dat we met dat budget inderdaad onder die temperatuurgrens blijven. De budgetten zijn uitgedrukt in gigatonnen, met ingang van 2020.
Het actuele koolstofbudget (december 2020), bron: http://constrain-eu.org
Om een kans van 50 procent te hebben om niet meer dan 1,5 graad op te warmen, mogen we vanaf 1 januari 2020 dus nog maar 395 gigaton uitstoten. Belangrijk om te weten is dat de wereldwijde uitstoot in 2019 ongeveer 43 Gt bedraagt. En dat ook na het verdrag van Parijs de jaarlijkse uitstoot nog steeds licht toeneemt.
Het 1,5-gradendoel ligt al buiten bereik
Wanneer we er even van uitgaan dat de uitstoot voorlopig 43 Gt per jaar blijft, dan betekent dit dus dat ons 1,5-gradenbudget begin 2029 op is. En dan is er nog maar een fifty-fifty kans dat we niet verder dan 1,5 graad opwarmen. Willen we meer zekerheid, 66 procent, is ons budget met de huidige uitstoot al over 5,5 jaar op. Daarna zou de uitstoot 0 moeten zijn.
Wanneer je kijkt naar waarmee we nu allemaal broeikasgassen uitstoten – wonen, eten, reizen – dan is het totaal niet realistisch om aan te nemen dat we binnen 9 resp 5,5 jaar geheel zonder broeikasgassen kunnen. De conclusie is dan ook dat het 1,5-gradendoel hiermee feitelijk al buiten bereik ligt. Ik vraag me dan ook af waarom hier niet openlijk op die manier over wordt gesproken.
En het 2-gradendoel dan?
En hoe zit het dan met het 2-gradendoel? Wanneer we met 66 procent zekerheid rekenen, kunnen we nog 23 jaar doorgaan met 43 Gt per jaar uit te stoten. Dus als we erin slagen zo snel mogelijk het roer echt om te gooien en de uitstoot te verminderen op weg naar 0 uitstoot in 2050, dan ligt het 2-gradendoel misschien nog binnen bereik.
Hierbij gelden echter 3 belangrijke kanttekeningen:
Naarmate de uitstoot de komende jaren zoals nu het geval is nog verder toeneemt, is het koolstofbudget eerder op.
Naarmate er meer broeikasgassen vrijkomen door bosbranden of smeltende toendra’s, betekent dit dat ons budget krimpt.
De prognoses van het energieverbruik en hoe die energie wordt opgewekt, geven weinig reden om te verwachten dat de CO2-uitstoot snel zal afnemen. Het Internationaal Energie Agentschap verwacht zelfs dat de vraag naar fossiele brandstoffen nog verder toeneemt tot 2040. Tenzij er krachtig overheidsbeleid komt natuurlijk.
De Volkskrant publiceerde begin december een artikel over de klimaattop COP25 in Madrid met daarin deze figuur. Ook de krant is van mening dat we minimaal op een stijging van 2,3 graden uitkomen in 2100. In het slechtste geval kan de temperatuur oplopen met 4,3 graden.
Conclusies
Onze klimaatdoelen kloppen niet. Zo ligt het klimaatdoel van maximaal 1,5 graad opwarming feitelijk al buiten bereik. Eenieder die dit doel nog als serieuze optie noemt, begrijpt niet goed hoe het zit of wil mensen – op foutieve gronden – geruststellen.
De vraag is of het 2-graden doel nog binnen bereik ligt. Met het huidige doel om in 2050 klimaatneutraal te zijn gaan we dat doel in ieder geval zeker niet halen. Temeer omdat de energievraag nog verder toeneemt en het aandeel fossiele brandstoffen daarin ook. Het antwoord op de vraag is dus ‘nee’, tenzij op korte termijn het roer omgaat. En dat betekent op grote schaal energie besparen, fossiele brandstoffen afbouwen en het massief investeren in hernieuwbare energiebronnen.
Het gegeven dat net de klimaatconferentie COP25 in Madrid zonder resultaten is afgelopen, biedt wat die ommezwaai op korte termijn betreft weinig hoop. Het recept dat overblijft is om de druk op politiek en bedrijfsleven verder te verhogen en zelf actie te ondernemen.
Verder lezen
Lees hier meer over het verschil tussen een opwarming met 1,5 en 2 en 4 graden Celsius.
Lees hier meer over het Verdrag van Parijs en zijn weeffouten (Wikipedia)
Ik durf te wedden dat de meesten die met het klimaat bezig zijn dit dilemma herkennen. Communiceer ik vooral positief nieuws of laat ik vooral zien dat de mensheid veel te traag in actie komt? Mensen schijnen slecht nieuws te negeren. En misschien erger nog: slecht nieuws zou zelfs kunnen leiden tot een apathische of defaitistische houding. “Als het zo groot is, dan maakt mijn kleine bijdrage ook niet uit.”
Goede voorbeelden daarentegen geven een positief gevoel en moedigen aan die goede voorbeelden te volgen. Vooral als degenen die het goede voorbeeld geeft, dicht bij je staan. Peer-to-peer-beïnvloeding heet dit mechanisme met een duur woord. ‘Goed voorbeeld doet volgen’ luidt niet voor niets een bekend Nederlands spreekwoord. ‘Handelingsperspectief bieden’ noemen beleidsmakers dit. Oftewel: mensen zijn kuddedieren die zich voortdurend spiegelen aan hun omgeving.
If the world were a bank it would already have been saved
Alle tijd van de wereld
Als we alle tijd van de wereld zouden hebben, zou ik groot voorstander zijn van alleen positief nieuws. Alleen… die tijd hebben we niet meer. Alle tekenen wijzen er op dat het klimaat veel sneller verandert dan we dachten. Dat is een best wel schokkend inzicht. En het vereist dus ook veel snellere actie.
Maar ondertussen zie ik om mij heen vooral veel business as usual. Mensen gaan gewoon op vakantie, de EU ruziet over een nieuwe baas en Shell blijft olie en gas oppompen. Schiphol mag verder groeien en het kabinet gaat niet voldoen aan het Urgendavonnis. En het klimaatakkoord hangt aan elkaar van maatregelen die verder moeten worden uitgewerkt. Het kabinet vermijdt zorgvuldig elk signaal dat we in een precaire situatie zitten. Vermoedelijk omdat het vreest dat de achterban dat soort nieuws slecht trekt. Om gek van te worden. De wereld lijkt wel in coma.
Fridays for Future Germany
Het is niet dat er niets gebeurt of dat het klimaat niet leeft. In Duitsland heeft de groene partij bij de Europese verkiezingen gigantisch gewonnen. De klimaatcrisis is daar ineens een groot issue, en de traditionele partijen zagen het niet aankomen.
Al ruim 6 maanden gaan er elke vrijdag tienduizenden scholieren en ook steeds meer ouders en grootouders de straat op. Ondertussen groeit bij hen de frustratie omdat de politiek het protest eerst wegwimpelde en nu maar niet tot besluiten kan komen. Het is geen gewaagde voorspelling dat steeds meer mensen zich zullen aansluiten bij groepen zoals Extinction Rebellion die vreedzaam protesteren op basis van burgerlijke ongehoorzaamheid.
Hoe verder?
Maar hoe gaat het nu verder? Meerdere scenario’s zijn denkbaar. Het meest waarschijnlijke vind ik een scenario dat er versneld meer draagvlak groeit voor ingrijpende maatregelen. Eerst nog wat schoorvoetend maar dan steeds rigoureuzer. Denk bijvoorbeeld aan een besluit de luchtvaart niet te laten groeien en wat later zelfs te laten krimpen. Er zal een moment komen dat de grote politieke partijen ‘om’ zullen gaan. Dat ze wel ‘om’ zullen moeten omdat de kiezers dat vragen. De vraag is alleen hoe snel ‘snel’ zal zijn. En hoeveel klimaat en wereld dan nog over is.
Ondertussen moeten we het hebben van positief nieuws én van acties die laten zien dat het draagvlak groeit. Maar mensen mogen ook niet denken dat het vanzelf wel goedkomt. Dus we hebben ook berichten en acties nodig die laten zien dat we geen tijd te verliezen hebben. Good cop or bad cop, we hebben ze allebei nodig.
En verder is het wachten op het moment dat BN-ers zich uitspreken over de klimaatcrisis. Liefst in combinatie met positieve veranderingen in hun lifestyle. Wie durft de eerste te zijn?
Het is duidelijk dat ons huidige systeem van produceren en consumeren niet duurzaam is. Behalve over het economische systeem hebben we het dan ook over ons politiek-maatschappelijke systeem. De verschillende deelsystemen zijn namelijk nauw met elkaar verweven.
Zolang we bijvoorbeeld vliegen bevoordelen door er geen belasting op te heffen, is het niet vreemd dat mensen blijven vallen voor de verleiding van veel te goedkope tickets. En zolang we geen statiegeld heffen op kleine PET-flesjes en drankblikjes, zullen veel van die verpakkingen in de natuur belanden en niet worden hergebruikt.
Daarom moeten we ons systeem op zo’n manier veranderen dat duurzaam produceren, consumeren en handelen de standaard wordt.
Vragen over een duurzaam systeem
Maar hoe een systeem dat wel duurzaam is er in de praktijk uit ziet, is nog niet echt duidelijk. En kunnen we daar komen door ons huidige systeem om te vormen? Of is een radicale breuk met ons huidige systeem de enige weg om een duurzaam systeem te kunnen creëren? En hoeveel keuzevrijheid hebben producenten en consumenten in zo’n duurzaam systeem?
The future is NOW
De antwoorden op deze vragen zouden veel mensen kunnen helpen om versneld duurzame stappen te zetten. Het is immers makkelijker zekerheden los te laten als je weet wat je er voor terugkrijgt. Denk ook aan het bekende spreekwoord over het inruilen van oude voor nieuwe schoenen.
In dit blog verken ik de antwoorden op deze vragen.
Een krachtige overheid
Een eerste voorwaarde voor een duurzaam systeem lijkt mij dat er draagvlak voor is bij de bevolking. Een tweede voorwaarde is vervolgens een krachtige overheid die in staat is om te sturen. Een derde voorwaarde is dat een groot aantal landen samenwerken, omdat bedrijven anders teveel kansen hebben om elders verder te vervuilen. Bovendien zijn veel grote milieuproblemen grensoverschrijdend.
Donuttheorie als uitganspunt
Het lijkt mij dat de donuttheorie van Kate Raworth kan dienen als blauwdruk voor een duurzaam systeem. Kate laat zien dat we zodanig met de beschikbare hulpbronnen moeten omgaan dat we de sociale behoeften van de mensen vervullen zonder dat we de grenzen die de planeet ons stelt, overschrijden. Daarmee stellen we niet langer de economie centraal, maar de menselijke behoeften binnen de grenzen van de planeet. Meer hierover kun je lezen in mijn eerdere blog.
Kiezen en sturen
Maar hoe creëren we nou een duurzaam systeem? Ik denk dat het antwoord eigenlijk simpel is, namelijk door (1) er echt voor te kiezen en (2) er consequent op te sturen. Voor die sturing kunnen we een aantal krachtige instrumenten inzetten waar we al over beschikken:
aandeelhouders in bedrijven die het milieu vervuilen, zijn persoonlijk aansprakelijk voor de schade (nu kunnen aandeelhouders maximaal de waarde van hun aandelen verliezen).
alle energie- en milieubesparende technologieën en werkwijzen worden overal in de samenleving toegepast;
de biodiversiteit wordt hersteld;
het dierenwelzijn wordt sterk verbeterd;
de inkomensverdeling wordt veel rechtvaardiger, omdat de sterkste schouders echt de zwaarste lasten dragen. Belastingontwijking is niet meer mogelijk;
Maar hoeveel keuzevrijheid hebben producenten en consumenten in zo’n duurzaam systeem? Dat is een belangrijke vraag, want sommigen vrezen dat in een duurzame toekomst de overheid veel zaken voor ons bepaalt. Mensen die van grote woorden houden, spreken zelfs van een ecodictatuur.
Om te beginnen is het goed om te beseffen dat we een nieuwe richting moeten inslaan omdat we met ons huidige systeem geen schijn van kans maken om te overleven. Het neoliberalisme heeft laten zien geen oplossingen te hebben voor milieu, klimaat en ongelijkheid. Daarom denk ik dat we er niet aan ontkomen een deel van onze (neoliberale) vrijheid, namellijk het recht om te vervuilen, op te geven. Mensen met een vervuilende levensstijl zullen dit inderdaad als bedreigend ervaren. En dat geldt ook voor mensen die hechten aan een kleine overheid, lage belastingen en weinig regels. De samenleving zal zich ontwikkelen in de richting van meer feminiene waarden. Meer met en voor elkaar (en de planeet) in plaats van tegen elkaar.
Maar een duurzame samenleving komt er niet zomaar. Een voorwaarde voor een duurzame samenleving is namelijk draagvlak onder de bevolking. Want zonder draagvlak gaat zo’n transformatie helemaal niet werken. Binnen het raamwerk van duurzame regels heeft een ieder het recht om zelf zijn of haar leven in te richten en producten te kopen. Dat geldt ook voor ondernemers.
Draagvlak versus weerstand
Vanwege het benodigde draagvlak zal de transformatie waarschijnlijk niet in één klap plaatsvinden maar geleidelijk gaan. Omdat mensen zich vaak snel aan nieuwe omstandigheden aanpassen, geeft een stapsgewijze transformatie tijd om te wennen aan de veranderingen. Om bijvoorbeeld af te kicken van onze op fossiele brandstoffen gebaseerde economie in overdrive. Daarbij verwacht ik dat zo’n duurzame samenleving veel aantrekkelijke kanten zal hebben omdat ze veel socialer, groener en schoner zal zijn.
De grote vraag is echter of de bestaande belangen zullen toestaan dat de aanpassing op tijd plaatsvindt. Dus nog voordat de verschillene natuurlijke systemen het begeven en daarmee ook onze economieën en samenlevingen.
Er zijn immers velen die belang hebben bij het voortzetten van de status quo. Bijvoorbeeld omdat ze veel geld verdienen met fossiele brandstoffen of met andere milieuvervuilende activiteiten. Of omdat ze bang zijn zich teveel te moeten aanpassen in een op duurzaamheid gerichte samenleving. Of omdat ze per definitie tegen verandering zijn.
Op dit moment is het politieke debat zeer gepolariseerd waardoor er nauwelijks vooruitgang in het klimaatbeleid is. Ik vind het dan ook moeilijk om optimistisch te zijn over een stapsgewijze aanpassing van ons systeem. In het huidige tempo is de kans levensgroot dat we niet op tijd zijn om het verschil te maken.
Big bang?
Het alternatief voor een stapsgewijze transformatie is een ‘big bang’. Dat klinkt misschien verlokkend, maar ik zie niet zo goed hoe dit in praktijk zou kunnen. Ook omdat een ‘big bang’ voor het milieu en klimaat alleen zoden aan de dijk zet als zo’n verandering in veel landen tegelijk plaatsvindt.
Het meest voorstelbare scenario voor een ‘big bang’ is misschien nog wel een enorme klimaatramp die de mensen wakker schudt. Dat zou dan wel een ramp moeten zijn die de samenleving ook weer niet te veel raakt, want we weten niet hoe de samenleving onder stress reageert. Maar ook in een ‘big bang’-scenario zullen wetten en regels moeten worden veranderd, en ook dat zal tijd kosten. Alleen zal dat in een ‘oorlogseconomie’ wellicht sneller gaan dan in het stapsgewijze scenario.
Er is ook hoop
Waar ik wel positief over ben is dat de roep om verandering op veel plaatsen steeds groter wordt. Denk bijvoorbeeld aan de honderdduizenden jongeren die onder de vlag vanFridays for Future wereldwijd staken voor een duurzame toekomst. Denk ook aan de eveneens wereldwijde beweging Extinction Rebellion die met burgerlijke ongehoorzaamheid en geweldvrij protest aandacht vraagt voor dreigende uitsterven van veel diersoorten, waaronder de mens.
En heel recentelijk is er in Duitsland een publiek debat losgebarsten over het gebrek aan betaalbare woonruimte in de steden. Er wordt nu zelfs gedabatteerd over het (tegen schadeloosstelling) onteigenen van tienduizenden goedkope woningen die eerder zijn verkocht aan investeerders en nu voor enorme bedragen worden verhuurd.
Al dit leidt ertoe dat veel politici en opinieleiders zichtbaar worstelen met hoe ze hierop moeten reageren. Mijn verwachting is dat deze oproepen tot verandering steeds verder aan kracht zullen winnen. We staan aan het begin van een turbulente tijd, en een gigantische transformatie. We kunnen niet anders.
Uit heldere hemel meldde het kabinet gisteren dat het voor 680 miljoen (!) euro aandelen Air France-KLM heeft gekocht. Dat is niet alleen slecht besteed geld omdat onduidelijk is wat precies het probleem is, het is ook nog eens slecht nieuws voor het klimaat.
Een niet zo heldere hemel
Publiek belang
“Met het aandelenpakket wil het kabinet rechtstreeks invloed kunnen uitoefenen op toekomstige ontwikkelingen bij de holding Air France-KLM zodat de Nederlandse publieke belangen optimaal gewaarborgd kunnen worden.”
De vraag is wat dat publiek belang precies is. Het kabinet zegt daarover: “De positie van luchthaven Schiphol en zijn belangrijkste gebruiker KLM zijn van groot belang voor de Nederlandse economie en de werkgelegenheid. Direct en indirect zijn duizenden banen gemoeid met de luchthaven en het intercontinentale netwerk van bestemmingen van KLM. Dat netwerk is bovendien een belangrijke reden voor buitenlandse ondernemingen om zich in Nederland te vestigen.”
Het probleem volgens is volgens het kabinet dat: “De afgelopen jaren is echter gebleken dat belangrijke beslissingen over de strategie van KLM steeds vaker op het niveau van de holding Air France-KLM werden genomen. Daarnaast verliepen gesprekken over versterking van bestaande afspraken over het publieke belang (staatsgaranties) en inrichting van het bestuur moeizaam.”
De gekozen oplossing is daarom: “Met de verwerving van aandelen in Air France-KLM is nu formele invloed op het hoogste niveau binnen de holding verkregen en is het publieke belang van de Nederlandse staat beter geborgd bij toekomstige besluitvorming. ,,Rechtstreekse betrokkenheid is hiervoor noodzakelijk’’.” [Bron: Nederlandse staat koopt 12,68% van de aandelen in Air France-KLM]
Drie grote vraagtekens
De vraag is of het realistisch is dat Air France-KLM ‘onze’ KLM zou gaan uitkleden. Of bijv. dwingen om vluchten via Parijs te laten lopen. KLM is de grote winstmaker van het concern met 1 miljard winst van de 1,3 miljard totaal in 2018. En ‘moeizame gesprekken’ lijken mij geen serieuze aanwijzing om te vrezen dat iemand 1 miljard winst door de wc gaat spoelen.
Zelfs al zou KLM ooit in de problemen komen, is het niet zo dat Nederland daarmee onbereikbaar wordt. Evenmin zullen alle internationale bedrijven en belastingontwijkers dan massaal hun biezen pakken. Ja, het aantal bestemmingen zal in 1e instantie afnemen, maar andere luchtvaartmaatschappijen kunnen die verbindingen overnemen. En ook zijn er hubs vlakbij (Frankfurt, Parijs, Londen) die alle verbindingen bieden. En die zijn ook nog eens prima per trein bereikbaar. De onbereikbaarheid van Nederland is een vergelijkbaar angstbeeld als ons met de dividendbelasting is voorgehouden.
Ook is het de vraag of het gekozen middel de oplossing is voor het geschetste angstbeeld. Want hoeveel invloed heb je nou met die 12,68%? Ja, meepraten kun je zeker, maar dan? Ik zou zeggen: lees nog eens het WRR-rapport ‘Het borgen van publiek belang’ uit 2000. Dat je de beschikbaarheid van goed brood een publiek belang vindt, wil nog niet zeggen dat je de bakker moet kopen.
Slecht nieuws voor het klimaat
Ondertussen is al lang duidelijk dat de enorme groei van de luchtvaart een groot probleem is voor het klimaat. Dat de overheid nu mede-eigenaar is, is wéér een reden om niet in te zetten op de noodzakelijke groeistop cq. krimp van de luchtvaart. Want om nou je investering minder waardevol te maken?
Dit besluit is daarmee een voortzetting van het oude groeidenken. En een besluit uit een tijd dat klimaatverandering nog niet de grootste uitdaging van de mensheid was. Pikant is ook dat deze interventie juist plaatsvindt op een moment dat er besloten moet worden over de toekomst van de luchtvaart in Nederland. Mag Schiphol groeien, mag Lelystad open?
De interventie van het kabinet lijkt mij een duidelijk signaal. De overheid is hiermee weer een stukje minder hoeder van het algemeen belang geworden.
Het klimaat verandert, en het verandert snel. Zoveel is nu wel duidelijk. Volgens dit NOS-artikel zullen we deze hete en droge zomer van 2018 in de toekomst zelfs een koele zoemer noemen. Tijd om voorzichtig vooruit te kijken naar wat dit betekent voor onze toekomst.
“Deze zomer zullen we in de toekomst een koele zoemer noemen”
Het klimaat en ons voedsel
Een thema dat ik nog maar zelden langs zie komen betreft de gevolgen van de klimaatverandering voor onze voedselvoorziening. Zou de NOS al een artikel in de maak hebben over de gevolgen van hete & droge zomers (en straks ook weer hagel en wolkbreuken) voor onze voedselvoorziening?
Voedsel relevant thema
Dat lijkt me namelijk een meer dan relevant thema. Nu oogsten flinke schade oplopen en boeren voedsel moeten bijkopen voor hun vee omdat er te weinig hooi is, kunnen consequenties niet uitblijven. Sommige producten vallen kleiner uit (denk aan de’ te kleine’ pruimen uit Zeeland die AH niet wilde verkopen), of er is gewoon veel minder van. De prijs van die producten zal dan logischerwijs flink omhoog gaan. Ook in veel andere landen hebben de gewassen immers last hebben van de hitte en droogte.
Graan en mais duurder
Natuurlijk zullen er ook gewassen zijn met hogere opbrengsten, maar overall zullen de opbrengsten in de EU afnemen. Graan en mais zijn daar voorbeelden van. De vraag is nu hoe het met de oogsten in de rest van de wereld zal gaan. In die zin is de belofte van de EU om meer soja uit de VS in te voeren in ruil voor minder handelsoorlog nog niet zo gek. Soja kan immers ook dienen als voer voor het vee. En laat daar door de droogte en hitte nou net veel minder van zijn.
Minder vlees
Doordat boeren meer voedsel voor het vee moeten inkopen, zal de prijs van vlees stijgen. Tenzij… de overheid subsidies gaat geven natuurlijk. Laten we hopen dat dit niet gaat gebeuren. De prijs van vlees is gezien de milieu-effecten nu immers veel te laag. Duurder vlees zou gezien de lage prijzen dan ook een zegen zijn. De vraag naar vlees zal dan afnemen en dat is goed nieuws voor de planeet. Ons dieet zal plantaardiger worden.
Alternatieve productiemethoden
Ik verwacht dat deze hete en droge zomer aanleiding zal zijn om op zoek te gaan naar productiemethoden van voedsel die minder weersafhankelijk zijn. De technieken daarvoor zijn inmiddels al lang beschikbaar, bijvoorbeeld in kassen of leegstaande gebouwen. Maar het probleem lijkt mij vooral dat juist die gewassen die buiten op het veld op grote schaal worden aangebouwd, te weinig opbrengen om binnen onder beschermde condities te verbouwen. Denk juist aan mail en graan. Bovendien is het bijkans onmogelijk om dergelijke grote hoeveelheden binnen te verbouwen.
Schaarste en sociale onrust
Het is voor ons in Europa nauwelijks voor te stellen dat voedsel schaars zou kunnen worden. Dat frietjes duurder worden omdat de aardappeloogst een keertje tegenvalt, oké. Maar structurele schaarste? Europa is vooralsnog rijk genoeg om hogere prijzen op de wereldmarkt te betalen, dus zo’n vaart zal het niet snel lopen. Die hogere prijs zal primair ten koste gaan van mensen in armere landen die gewoon te weinig geld hebben. Toch zullen hogere voedselprijzen ook in ons land tot onrust kunnen leiden, tenzij de regering besluit koopkrachtverlies te compenseren.
Vandaag zwichtte ING voor het massale maatschappelijke verzet tegen de exorbitante beloningsverhoging voor haar topman. Dat maakt me blij, ook en vooral omdat ik denk dat het een mijlpaal is in het bijsturen van besluiten door burgers.
Massaal protest tegen ING-beloning
Een nieuw tijdperk
Aansluitend bij de titel van deze website wil ik zelfs zover gaan om van een nieuw tijdperk van burgerinvloed te spreken. En dat in een tijd dat het raadgevend referendum, mijns inziens terecht, wordt afgeschaft.
Zoals ik eerder schreef in Power to the People ligt de macht in ons land bij de bevolking. Want die bevolking:
kiest de volksvertegenwoordiging (Tweede Kamer, Provinciale Staten, Gemeenteraad) van waaruit dan een regering wordt gevormd
betaalt belasting om de overheid en haar uitgaven te financieren
werkt als ambtenaar bij een overheid
belegt in staatsobligaties en in aandelen en financiert daarmee overheid en bedrijven
werkt als werknemer bij bedrijven
koopt als consument producten en diensten en bedrijven
Er zijn dus een hele hoop manieren om invloed uit te oefenen. Als je klimaatverandering wilt tegengaan, stem dan op partijen die dat ook belangrijk vinden. En koop geen producten meer die slecht zijn voor het klimaat. Je vliegt niet meer, of veel minder. Ook koop je geen aandelen meer van bedrijven die het klimaat weliswaar belangrijk vinden maar er in de praktijk weinig aan doen. En natuurlijk stuur je als ambtenaar of werknemer het beleid binnen je ministerie of bedrijf bij. Door te spreken over je zorgen, door stelling te nemen, door alternatieven aan te dragen en uit te werken.
De volgende figuur illustreert dit:
Bevolking – macht en invloed
Kritische massa telt
Het moge duidelijk zijn: op het moment dat de bevolking echt wil dat het anders gaat, gaat het ook anders. Alleen, ‘het volk’ bestaat niet. Er is niet zoiets als een volkswil. Het is een fictie, en populisten likken zich er de vingers bij af. Er zijn altijd meerdere meningen en stromingen. En ook als het gaat over klimaat en klimaatverandering is dat het geval.
Maar het gaat in vorming van de publieke opinie niet altijd om absolute meerderheden. Eerder gaat het om kritische mensen die zich durven uit te spreken. Ook vanuit het idee dat veel mensen niet meteen een mening hebben, of zich niet als eerste durven uit te spreken. En dan is het goed dat er mensen zijn die dat wel doen. Op social media, in de kranten, op straat. Daarmee trekken ze anderen mee. Op die manier ‘dwingt’ een kritische massa besluitvormers om kleur te bekennen. Het feit dat politici maar ook bedrijven steeds minder kunnen rekenen op een vaste achterban van kiezers en consumenten versterkt deze ontwikkeling.
ING staat niet op zichzelf
Het voorbeeld van ING dat het voorstel voor de verdubbelde beloning intrekt na 4 dagen van protest springt in het oog. Maar er zijn meer recente voorbeelden. Denk bijvoorbeeld aan het aftreden van VVD-minister Halbe Zijlstra die had gelogen over een anecdote met betrekking tot de Russische leider Poetin. Eerst hoopte hij nog te kunnen aanblijven, daarbij gesteund door de coalitiepartijen. Maar na een storm van protest en hoon vanuit de samenleving trad hij een dag later af.
Een derde voorbeeld is de gang van zaken rond het vliegveld Lelystad dat uitgebreid moet worden om vakantievluchten te kunnen afhandelen en zo het volle Schiphol te ontlasten. Alleen ontdekten tegenstanders van het vliegveld fouten in een belangrijk document. Ook bleek dat er slecht was nagedacht over de aanvlieg- en vertrekroutes naar Lelystad. Om de routes van Schiphol niet te kruisen, voeren die namelijk heel laag over verschillende gemeenten, met ongetwijfeld heel veel overlast als gevolg. Na een storm van protest besloot de minister een jaar extra de tijd te nemen het huiswerk opnieuw te doen.
Statiegeld, dat kan beter
Als laatste voorbeeld noem ik de invoering van statiegeld op kleine drankflesjes en blikjes. Met een stevige lobby hebben meer dan 400 Vlaamse en Nederlandse organisaties, verenigingen, lokale overheden en bedrijven verenigd in de Statiegeldalliantie de weg gebaand voor invoering van dit statiegeld. Het doel is veel minder zwerfvuil en veel beter hergebruik van schaarse grondstoffen. Het voorstel kan rekeken op grote steun in de bevolking, bijna 80 procent is vóór. Helaas sloot de staatssecretaris een akkoord met de industrie dat veel minder ver gaat. Statiegeld op kleine flesjes komt er vanaf 1 januari 2021 (maar eerst krijgt de industrie nog een keer de kans om er zelf iets van te maken). En over statiegeld op blikjes wordt helemaal niet meer gesproken. Goed voorwerk dus, maar met een vooralsnog teleurstellend resutlaat. Hopelijk stuurt de Tweede Kamer het besluit nog in de goede richting bij.
Perspectief
Het is soms niet gemakkelijk om door de rookgordijnen en het wapengekletter van vandaag heen te kijken om de trends voor morgen te zien. Voor mij zijn die trends duidelijk, namelijk:
een toenemende betrokkenheid van burgers (kiezers, consumenten), mede gedreven door toenemende zorgen over milieu- en klimaatproblemen en sociale onrechtvaardigheid;
een toenemende hevigheid van de reacties op slechte voorstellen; slecht onderbouwde besluiten worden steeds minder gepikt;
een toenemende gevoeligheid van bestuurders in politiek en bedrijfsleven voor die reacties;
langzaam maar zeker een steeds duurzamer en socialere koers in de besluitvorming in politiek en bedrijfsleven.
Conclusie
Al met al zie ik een duidelijke trend de goede kant op. Meer burgerbetrokkenheid en meer burgerinvloed die leiden tot duurzamere en socialere besluiten. En daarmee ook tot een meer levendige invulling van onze democratie. Ik zie een trend die niet te stoppen is. Maar we zijn er nog lang niet. De basis moet verder worden verbreed. Daarvoor is het nodig dat meer mensen hun schroom laten varen en van zich laten horen. En het tempo moet omhoog. Elke stem telt!
Zeven maanden na de verkiezingen was het afgelopen week zover. Daar was het dan: het nieuwe regeerakkoord! En dat roept natuurlijk de vraag op wat ‘we’ er nou van vinden. In deze bijdrage zet ik mijn gedachten daarover op een rijtje, in het bijzonder op het gebied van het klimaat.
‘Groenste regeerakkoord ooit’
Eerst maar eens met een positieve bril naar het akkoord kijken. Volgens de partijen die deelnemen aan de coalitie is dit het groenste regeerakkoord ooit. En inderdaad, er staan een hoop goede duurzame doelen, voornemens en maatregelen in. Ik noem er enkele:
49% minder CO2 in 2030 (ten opzichte van 1990)
alle kolencentrales gaan dicht (uiterlijk 2030)
meer wind op zee
de aansluitplicht op het aardgasnet wordt voor nieuwbouwwoningen afgeschaft
er komt een impuls voor het van het gas afhalen van bestaande woningen
in 2030 rijden er alleen nog emissieloze auto’s.
Dat zijn zonder meer belangrijke stappen die de transitie naar een koolstofarme economie vooruit helpen. Het is ook een duidelijke boodschap voor bewoners en bedrijven: hou er maar rekening mee, de energietransitie komt er nu echt aan. En ik moet toegeven, met VVD en CDA aan tafel had ik op (veel) minder gerekend.
Tea Mäkipää & Halldór Úlfarsson, Atlantis, Museum Schloss Moyland
Maar een regeerakkoord is nog geen realiteit
Daarmee is nog niet alles gezegd. Want doelen, voornemens en maatregelen in een regeerakkoord moeten eerst nog worden omgezet in beleid. Of moeten in Europees verband worden afgesproken. En daarna worden uitgevoerd. Dan zal blijken hoe groot de maatschappelijke weerstand zal zijn, evenals de politieke weerstand, ook van partijen als de VVD en het CDA.
Het regeerakkoord biedt dus legio kansen voor uitstel of afstel. Daar komt bij dat de grote klimaatklappers vrijwel allemaal voorzien zijn in de jaren na deze kabinetsperiode. Nu kun je redeneren dat dat logisch is. Een energietransitie regel je nou eenmaal niet binnen vier jaar. Maar je kunt de komende vier jaar wel gebruiken om in beleid en wetten de basis ervoor te leggen. Positief is dat dit ook precies is wat het nieuwe kabinet lijkt te willen gaan doen.
Bovendien: het regeerakkoord is niet duurzaam genoeg
Maar je kunt het akkoord ook op een andere manier bekijken. Niet vanuit de invalshoek van politiek realisme van wat er aan de onderhandelingstafel mogelijk was, maar vanuit de invalshoek van de harde noodzaak. Concreet: wat moet er gebeuren om de opwarming van de aarde onder de 1,5 graden te houden?
Wanneer je het akkoord op die manier tegen het licht houdt, moet je constateren dat het niet genoeg is. Zelfs op papier niet, nog los van alle concretisering en uitvoering die nog moet plaatsvinden.
Jelmer Mommers, de klimaatjournalist van De Correspondent verwoordt het in zijn analyse van het regeerakkoord als volgt:
Rutte III wil dat de CO2-uitstoot in 2030 – over 13 jaar – 49 procent lager ligt dan in 1990. Dat is ambitieus. Maar het probleem is dat je het doel van Parijs – maximaal 2 graden Celsius opwarming, streven naar 1,5 – hiermee niet haalt. Voor 2 graden is volgens het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) een reductie van 55 procent in 2030 nodig. En om uit te komen op 1,5 graad is een reductie van 60 procent noodzakelijk. Daar komt Nederland zo bij lange na niet.
Verder gokt het nieuwe kabinet op het onder de grond stoppen van CO2
En dan hebben we het nog niet gehad over de dure en onzekere maatregel om CO2 af te vangen en op te slaan. Begrijp me niet verkeerd, ik denk dat we zeker met deze maatregel aan de slag moeten gaan. Ik denk dat we niet de luxe hebben om te roepen dat je hiermee de fossiele industrie uitstel geeft. Ik denk dat we niet zonder het opbergen van CO2 kunnen, willen we het klimaat nog een beetje leefbaar houden. Maar dat we ondertussen alles in het werk stellen om de uitstoot zo snel mogelijk tot 0 terug te dringen.
Het probleem met de maatregel in het regeerakkoord is de enorme omvang van de reductie (18 Megaton) die het kabinet op deze manier wil bereiken in 2030. En dat terwijl tot op heden nog helemaal geen CO2 op deze manier in ons land is opgeslagen. Daarmee neemt het kabinet een enorme gok en wordt het behalen van de reductie van 49% in 2030 bij voorbaat hoogst onzeker. En die reductie was al te weinig om de 2 graden doelstelling te halen.
Conclusie: meer zit er dus niet in, voor nu?
De vraag is nu wat te doen met deze inzichten. Mijn conclusie is dat we geen genoegen kunnen nemen met een conclusie ‘meer zat er dus deze keer niet in’. Ik geloof meteen dat het met partijen als VVD en CDA aan tafel lastig onderhandelen is op het gebied van klimaat. Maar het gaat hier wel om de toekomst van onze planeet. Hoe kunnen we nou andere landen aanspreken op hun verplichting om hun CO2-uitstoot terug te brengen als wij als rijk land al niet doen wat nodig is? En dat terwijl ons land met zijn ligging onder zeeniveau ook nog eens een extra groot belang heeft bij het zo veel mogelijk beperken van de klimaatverandering en daarmee ook de zeespiegelstijging?
Nee, het valt niet te accepteren dat we 4 jaar lang aan deze afspraken zijn geketend. Ook al gaan de doelen, voornemens en maatregelen verder dan alles wat eerder is vastgelegd, het is gewoon onvoldoende. Het gekozen motto ‘Vertrouwen in de toekomst’ levert in dat perspectief zelfs een beetje cynische bijsmaak op.
Ik vrees dat de kans klein is dat de vier partijen het regeerakkoord openbreken en dit moeilijk bevochten compromis aanscherpen. Maar politiek realisme kan en mag niet voorkomen dat het denken stopt. Het is te hopen dat mede door dit regeerakkoord snel veel meer mensen zich bewust worden van de overlevingsstrijd waar we in terecht zijn gekomen. En dat ze besluiten er zelf naar te handelen, en de politiek met hun bezorgdheid onder druk te zetten. Het wordt een spannende tijd, met een keiharde strijd. Maar de inzet is dan ook hoog, voor ons als mensheid. Hoger kan niet.